Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 december 1998
gepubliceerd op 10 maart 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016355
pub.
10/03/1999
prom.
11/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/11/1998016355/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 DECEMBER 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 1883 houdende reglement van algemeen bestuur betreffende de gezondheidspolitie der huisdieren inzonderheid op de artikelen 44 tot 51, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1952, 16 juni 1967, 19 april 1974, 21 maart 1989, 16 mei 1989 en 11 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong, ingevoerd uit derde landen;

Gelet op het ministerieel besluit van 14 december 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 juli 1995;

Gelet op de richtlijn 91/67/EEG van de Raad der Europese Gemeenschappen inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten, gewijzigd bij de richtlijnen 93/54/EEG van de Raad van 24 juni 1993 en 95/22/EG van de Raad van 22 juni 1995;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat bepaalde voorwaarden voor het in de handel brengen van weekdieren moeten gewijzigd worden waarbij rekening wordt gehouden met de laatste epidemiologische vaststellingen en met de verworven ervaring, Besluit :

Artikel 1.In het artikel 2 van het ministerieel besluit van 14 december 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 juli 1995, worden de woorden "overeenkomstig artikel 6" en de woorden "overeenkomstig artikel 5" respectievelijk in punten 5 en 6 geschrapt.

Art. 2.Een artikel 5bis wordt aan hetzelfde besluit toegevoegd : «

Artikel 5bis.Om onverminderd de procedure bedoeld in het artikel 6 van de richtlijn het statuut van erkend bedrijf voor de weekdieren gelegen in een niet-erkend gebied te bekomen voor wat betreft, één of meerdere van de ziekten bedoeld in de bijlage A, kolom 1 van de lijst II, moet het bedrijf aan hierna vermelde voorwaarden voldoen. 1. Het moet over een watervoorzieningssysteem beschikken met een installatie om de verwekkers van de vermelde ziekten te vernietigen.2. Alle weekdieren moeten ten minste twee jaar vrij zijn van klinische symptomen of andere tekenen die wijzen op de aanwezigheid van één of meer van de vermelde ziekten.3. Gedurende deze periode moeten gezondheidscontroles verricht met een frequentie die is aangepast aan de ontwikkeling van de betrokken ziekteverwekkers.Deze controles moeten ten minste bestaan uit het nemen van weekdieren die zo snel mogelijk naar het erkend laboratorium zijn gebracht om te worden onderzocht op de aanwezigheid van de desbetreffende ziekteverwekkers. 4. De laboratoriumonderzoeken op de bij de gezondheidscontroles genomen weekdieren, moeten voor wat betreft de desbetreffende ziekteverwekkers negatieve resultaten hebben gegeven.5. Evenwel : a.kan een nieuw bedrijf dat aan de in de punt 1 bedoelde voorwaarde voldoet, maar die zijn activiteiten begint met weekdieren die afkomstig zijn uit een erkend gebied of uit een erkend bedrijf in een niet-erkend gebied, worden erkend zonder dat de voor het verlenen van de erkenning noodzakelijke bemonsteringen zijn verricht; b. kan een bedrijf dat aan de in de punt 1 bedoelde voorwaarde voldoet, maar die zijn activiteiten na een onderbreking herbegint met weekdieren die afkomstig zijn uit een erkend gebied of een erkend bedrijf in een niet-erkend gebied, worden erkend zonder dat de voor het verlenen van de erkenning noodzakelijke bemonsteringen zijn verricht mits : - de gezondheidssituatie op het bedrijf tijdens de twee laatste jaren waarin het bedrijf actief was bij de Dienst bekend is; - ten aanzien van dit bedrijf geen veterinairrechtlijke maatregelen zijn genomen met betrekking tot de vermelde ziekten, en deze ziekten daar niet eerder zijn voorgekomen; - het bedrijf, voorafgaand aan het binnenbrengen van de weekdieren onder controle van de Dienst is gereinigd en ontsmet en minimaal 15 dagen heeft leeggestaan. »

Art. 3.Een artikel 6bis wordt aan hetzelfde besluit toegevoegd : « Artikel. 6bis. De erkenning van een bedrijf voor weekdieren gelegen in een niet-erkend gebied blijft behouden als wordt voldaan aan de hiernavermelde eisen. 1. De weekdieren die in het kustgebied worden uitgezet, moeten afkomstig zijn uit een ander erkend kustgebied of uit een erkend bedrijf in een niet-erkend kustgebied.2. Op het bedrijf moet een gezondheidscontrole worden verricht overeenkomstig artikel 5bis, punt 3.3. De laboratoriumonderzoeken uitgevoerd op de weekdieren genomen bij de gezondheidscontroles moeten voor de verwekkers van in bijlage A, kolom 1 van de lijst II, vermelde ziekten negatieve resultaten hebben gegeven.4. De bedrijfsleider of de persoon door hem aangewezen verantwoordelijke voor het uitzetten van de weekdieren moet een register bijhouden waarin alle gegevens worden vermeld die van belang zijn om de gezondheidstoestand van de weekdieren permanent te kunnen volgen.»

Art. 4.Een artikel 7bis wordt aan hetzelfde besluit toegevoegd : « Artikel. 7bis. De erkenning van een bedrijf voor weekdieren gelegen in een niet erkend bedrijf wordt geschorst, ingetrokken of opnieuw verleend door de Dienst overeenkomstig hierna vermelde regels. 1. Bij de Dienst moet onverwijld aangifte worden gedaan van iedere abnormale sterfte en van ieder ander symptoom dat bij de weekdieren één van de in bijlage A, kolom 1 van de lijst II, vermelde ziekten doet vermoeden.De Dienst schorst onmiddellijk de erkenning van het bedrijf. 2. Een monster van zieke weekdieren moet naar het erkende laboratorium gestuurd worden om te worden onderzocht op de aanwezigheid van de desbetreffende ziekteverwekkers;de resultaten van het onderzoek worden onmiddellijk aan de Dienst medegedeeld. 3. In geval van negatieve resultaten voor de betrokken ziekteverwekkers maar positieve resultaten voor een andere aetiologie, verleent de Dienst de erkenning opnieuw.4. Indien echter geen diagnose kan worden gesteld, wordt binnen 15 dagen na de eerste bemonstering een nieuwe gezondheidscontrole verricht, waarbij een monster van een voldoende aantal zieke weekdieren wordt genomen en naar het erkend laboratorium gebracht voor onderzoek op de aanwezigheid van de desbetreffende ziekteverwekkers; indien ook deze resultaten negatief zijn of als er geen zieke weekdieren meer zijn, verleent de Dienst de erkenning opnieuw. 5. In geval van positieve resultaten, trekt de Dienst de erkenning in.6. De erkenning wordt slechts opnieuw verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan : a.bij het vaststellen van één van de vermelde ziekten : - de aangetaste of besmette weekdieren werden vernietigd; - de installaties en het materiaal werden ontsmet volgens een door de Dienst erkende procedure; b. na de uitroeiing van deze ziekte moet opnieuw aan de in artikel 5bis bedoelde voorwaarden worden voldaan.»

Art. 5.Het artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel. 8. De kosten voor de toepassing van artikelen 5, 5bis, 6, 6bis, 7 en 7bis zijn ten laste van de bedrijfsleider. »

Art. 6.Een artikel 9bis wordt aan hetzelfde besluit toegevoegd : « Artikel. 9bis. De levende weekdieren als bedoeld in bijlage A, kolom 2 van de lijst II, die bestemd zijn om in een erkend kustgebied of in een erkend bedrijf gelegen in een niet erkend kustgebied te worden uitgezet, moeten overeenkomstig artikel 11 vergezeld gaan van een vervoerdocument volgens het model van bijlage E1 of E2, waarin wordt verklaard dat zij respectievelijk afkomstig zijn uit een erkend kustgebied of een erkend bedrijf. »

Art. 7.In het artikel 11, § 1 van hetzelfde besluit, worden de woorden "in artikel 9" vervangen door de woorden "in artikelen 9 en 9bis".

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 11 december 1998.

K. PINXTEN

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 11 december 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^