Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 juni 1999
gepubliceerd op 15 oktober 1999

Ministerieel besluit tot bepaling van de procedure voor het beroep en hoger beroep dat openstaat voor de huurders en kandidaat-huurders van een sociale woning

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036298
pub.
15/10/1999
prom.
11/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/11/1999036298/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot bepaling van de procedure voor het beroep en hoger beroep dat openstaat voor de huurders en kandidaat-huurders van een sociale woning


De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op titel VII;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 28 september 1998, 19 december 1998, 23 maart 1999 en 30 maart 1999;

Gelet op het besluit van Vlaamse regering van 11 mei 1999 tot reglementering van het sociale huurstelsel voor de woningen die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door sociale-huisvestingsmaatschappijen erkend door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij worden verhuurd in toepassing van titel VII van de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 7, § 2;

Gelet op het advies van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij gegeven op 28 mei 1999, Besluit :

Artikel 1.De kandidaat-huurder die, op het ogenblik van de indiening van het beroep voldoet aan alle toelatingsvoorwaarden, bepaald in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 tot reglementering van het sociale huurstelsel voor de woningen die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door sociale-huisvestingsmaatschappijen, erkend door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, worden verhuurd in toepassing van titel VII van de Vlaamse Wooncode en zich benadeeld acht door een toewijzing, kan hiertegen beroep indienen.

Het gemotiveerde beroep moet worden ingediend bij de opdrachthouder, bedoeld in artikel 1, 20°, van het besluit van de Vlaamse regering, genoemd in het eerste lid, van de betrokken sociale-huisvestingsmaatschappij, met een aangetekende brief, die wordt verstuurd binnen zes maanden na de datum van de betwiste toewijzing. De poststempel geldt als bewijs van de datum van het indienen van het beroep.

De opdrachthouder brengt onmiddellijk het indienen van een beroep ter kennis van de betrokken sociale-huisvestingsmaatschappij.

Art. 2.De opdrachthouder maakt het beroep aanhangig bij de raad van bestuur van de sociale-huisvestingsmaatschappij binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het beroep tezamen met zijn advies over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het beroep.

Art. 3.Binnen zestig kalenderdagen na het indienen van het beroep wordt de met redenen omklede beslissing van de raad van bestuur van de sociale-huisvestingsmaatschappij met een aangetekende brief betekend aan de indiener van het beroep. Deze aangetekende brief vermeldt de beroepsmogelijkheid en de modaliteiten ervan.

Een afschrift van deze beslissing wordt toegestuurd aan de opdrachthouder.

Als de betekening niet binnen de termijn heeft plaatsgehad, wordt het beroep als ingewilligd beschouwd.

Art. 4.Wordt het beroep niet ontvankelijk of ongegrond verklaard dan beschikt de huurder of de kandidaat-huurder over een recht van hoger beroep. Dit hoger beroep wordt binnen dertig kalenderdagen vanaf de betekening van de beslissing van de raad van bestuur van de sociale-huisvestingsmaatschappij met een aangetekende brief ingesteld bij het lid van de Vlaamse regering, bevoegd voor de huisvesting.

Deze vraagt binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het hoger beroep het advies van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij moet advies verlenen binnen dertig kalenderdagen.

Art. 5.§ 1. Het lid van de Vlaamse regering, bevoegd voor de huisvesting, of de door hem daartoe gedelegeerde ambtenaar, beslist over het hoger beroep binnen dertig kalenderdagen na mededeling van het advies van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. Deze beslissing moet worden gemotiveerd. § 2. Uiterlijk tien kalenderdagen na de beslissing wordt deze met een aangetekende brief betekend aan de indiener van het beroep, aan de betrokken sociale-huisvestingsmaatschappij en aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. § 3. Als bij de beslissing en de betekening de gestelde termijnen niet in acht werden genomen, wordt het hoger beroep als ingewilligd beschouwd.

Art. 6.Het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1985 tot bepaling van de modaliteiten van behandeling van het verhaal ingediend door de kandidaat-huurder van een woning toebehorend aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting of aan een door haar erkende sociale-huisvestingsmaatschappij wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Brussel, 11 juni 1999.

L. PEETERS

^