Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 april 2006
gepubliceerd op 05 mei 2006

Ministerieel besluit houdende subsidiëring van landinrichtingswerken uitgevoerd door gemeenten of provincies

bron
vlaamse overheid
numac
2006035677
pub.
05/05/2006
prom.
12/04/2006
ELI
eli/besluit/2006/04/12/2006035677/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 APRIL 2006. - Ministerieel besluit houdende subsidiëring van landinrichtingswerken uitgevoerd door gemeenten of provincies


De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 13, § 5, ingevoegd bij het decreet van 22 november 1995 en vervangen bij het decreet van 8 december 2000;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 juli 2004 houdende subsidiëring van landinrichtingswerken uitgevoerd door gemeenten of provincies;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 april 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 september 2005;

Gelet op het advies nr. 38.431/3 van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De subsidie van het Vlaamse Gewest voor de uitgaven voor de verwervingen van onroerende goederen, al dan niet via onteigening, uitgevoerd door de gemeenten en de provincies met toepassing van artikel 13, § 5, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, en die nodig zijn voor de realisatie van landinrichtingswerken, bedraagt 50 procent van het totale bedrag van de kosten voor onteigening en grondinname.

Art. 2.De subsidie van het Vlaamse Gewest voor de uitgaven voor de landinrichtingswerken uitgevoerd door de gemeenten en de provincies met toepassing van artikel 13, § 5, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, bedraagt 70 procent van het totale bedrag van de uitgaven met uitzondering van de kosten voor onteigening en grondinname.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 12 juli 2004 houdende subsidiëring van landinrichtingswerken uitgevoerd door gemeenten of provincies wordt opgeheven.

Brussel, 12 april 2006.

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^