Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 juni 2001
gepubliceerd op 15 juni 2001

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het besluit van de Commissie voor het bank- en financiewezen van 8 mei 2001 tot wijziging van de besluiten van 5 december 1995 over de reglementen op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beursvennootschappen

bron
ministerie van financien en ministerie van economische zaken
numac
2001003290
pub.
15/06/2001
prom.
12/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/12/2001003290/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JUNI 2001. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het besluit van de Commissie voor het bank- en financiewezen van 8 mei 2001 tot wijziging van de besluiten van 5 december 1995 over de reglementen op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beursvennootschappen


De Minister van Financiën, De Minister van Economie, Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, inzonderheid op de artikelen 43 en 80;

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, inzonderheid op de artikelen 90, 91 en 95;

Gelet op de richtlijn 98/31/EG van 22 juni 1998 tot wijziging van richtlijn 93/6/EEG inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België;

Gelet op de raadpleging van Euronext Brussels, en de raadpleging van de kredietinstellingen en beursvennootschappen via hun representatieve beroepsverenigingen, Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde besluit van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 8 mei 2001 tot wijziging van de besluiten van 5 december 1995 over de reglementen op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beursvennootschappen wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 31 mei 2001.

Brussel, 12 juni 2001.

De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

Bijlage Besluit tot wijziging van de besluiten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over de reglementen op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beusvennootschappen De Commissie voor het Bank- en Financiewezen, Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, inzonderheid op de artikelen 43 en 80;

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, inzonderheid op de artikelen 90, 91 en 95;

Gelet op de richtlijn 98/31/EG van 22 juni 1998 tot wijziging van richtlijn 93/6/EEG inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België;

Gelet op de raadpleging van Euronext Brussels, en de raadpleging van de kredietinstellingen en beursvennootschappen via hun representatieve beroepsverenigingen;

Overwegende dat de besluiten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen enkele beperkte technische wijzigingen dienen te ondergaan die uitsluitend betrekking hebben op het verruimen van het toepassingsgebied van de artikels 76.3, 79 en 82 tot grondstoffenrisico's en om zodoende aan de voormelde Europese richtlijn te voldoen;

Besluit :

Artikel 1.In de besluiten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en over het reglement op het eigen vermogen van beursvennootschappen (hierna `het reglement' genoemd) worden de hierna bij artikel 2 bepaalde wijzigingen aangebracht.

Art. 2.§ 1. In artikel 76.3 van het reglement wordt de tekst van § 3, al. 6 als volgt vervangen : "Wanneer de instelling haar opties niet omzet in de onderliggende grondstoffen aan de hand van de delta en geen gebruik maakt van artikel 79 bedoelde scenario-analysemethode, is de netto-positie voor elke optie onderworpen aan een vereiste die gelijk is aan deze voor de onderliggende grondstof waarop die optie betrekking heeft. Voor een bekomen optie is deze vereiste beperkt tot de marktwaarde van die optie. ». § 2. In artikel 79 van het reglement wordt 1° de tekst van § 1 als volgt vervangen : "Indien de Commissie voor het Bank- en Financiewezen daarmee vooraf heeft ingestemd, mag een instelling, voor haar optieportefeuille en de dekkingsposities die daarop betrekking hebben, gebruik maken van de in dit hoofdstuk gedefinieerde scenario-analysemethode, in afwijking van de bepalingen in de hoofdstukken V, VI, VIII en VIIIbis."; 2° de tekst van § 3, al.4, 4° als volgt vervangen : "de grondstoffen, voor elke grondstof afzonderlijk."; 3° in § 4, al.2, vierde streep, wordt "andere edele metalen" vervangen door "grondstoffen". § 3. In artikel 82 van het reglement, § 1, 3°, wordt "VIII" vervangen door "VIIIter".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 31 mei 2001.

Brussel, 8 mei 2001.

De Voorzitter, E. Wymeersch.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2001.

De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

^