Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 juni 2015
gepubliceerd op 08 juli 2015

Ministerieel besluit tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit

bron
waalse overheidsdienst
numac
2015027103
pub.
08/07/2015
prom.
12/06/2015
ELI
eli/besluit/2015/06/12/2015027103/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JUNI 2015. - Ministerieel besluit tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit


De Minister van Landbouw, Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, inzonderheid op de artikelen D.6, § 1 en § 4, D. 17, D.61, D.179, § 3, tweede lid, en § 4, en D.180, § 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/05/2014 pub. 11/09/2014 numac 2014027235 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van het gewestelijk systeem inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en voedingsmiddelen sluiten tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het ministerieel besluit van 2 februari 2004Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/02/2004 pub. 25/03/2004 numac 2004200805 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector sluiten tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juni 2014;

Gelet op het overleg gepleegd op 20 november 2014 tussen de Gewestregeringen en de federale overheid, goedgekeurd op 16 december 2014;

Gelet op het evaluatierapport over de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen;

Gelet op het advies 57.069/4 van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies uitgebracht op 15 april 2014 door de Wetenschappelijke Adviescommissie voor Agrovoedingsproducten van het Waalse Gewest (CCSPA), Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1.Dit besluit legt de minimale sectorale eisen vast die een gemeenschappelijke basissokkel vormen voor het opmaken van de bestekken voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "varkensproductie-eenheid" : productie-eenheid zoals bepaald in artikel D.3, 35°, van het Waalse Landbouwwetboek, die bestemd is voor de varkensspeculatie, die overeenstemt met een bepaalde geografische site identificeerbaar via het adres van het beslag, het adres van de sanitaire verantwoordelijke of het factuuradres; 2° "nieuw gebouw" : het gebouw voor de varkensproductie waarvan de eenmalige vergunning na de datum van inwerkingtreding van dit besluit is afgegeven;3° "vetmestingspartij" : het geheel van de varkens die vetgemaakt worden in eenzelfde vetmestingshok die gelijkwaardig is aan elke onderverdeling van een vetmestingskamer verricht via de bouw van vaste of verplaatsbare scheidingswanden bestemd voor de scheiding van de vetmestingspartijen;4° "opfok" : de landbouwactiviteit die erin bestaat varkens geboren te laten worden en te fokken tot de leeftijd van 10 tot 12 weken of een gewicht van ongeveer 30 tot 35 kg;5° "vetmesting" : de landbouwactiviteit die erin bestaat varkens vanaf de leeftijd van 10 tot 12 weken of een gewicht van ongeveer 30 tot 35 kg te fokken om ze op een gewicht van ongeveer 90 tot 120 kg te slachten;6° "gesloten circuit" : de productiewijze die erin bestaat de biggen te fokken en de varkens vet te mesten binnen eenzelfde bedrijf;7° "oorsprong" : de oorsprong van de biggen met inbegrip van het nummer van het beslag waarvan ze afkomstig zijn;8° "aromatisch en eetlustopwekkend stof" : de natuurlijke producten en hun synthetische derivaten die, eens toegevoegd aan voeder voor varkens, de geur en de palatabiliteit ervan toenemen;

Art. 3.Dit besluit dekt : 1° na de opfokfase, de productie van biggen van gedifferentieerde kwaliteit, waarvan minstens 50 % op jaarlijkse basis bestemd zijn voor een vetmesting in een keten van gedifferentieerde kwaliteit;2° na de vetmestingsfase, de productie van mestvarkens : a) die stressbestendig zijn;b) die afkomstig zijn van biggen van gedifferentieerde kwaliteit;c) die afkomstig zijn van biggen waarvan het maximaal gewicht in het begin van de vetmestingsfase op 35 kg is bepaald;d) waarvan de duur van de vetmestingsfase minstens 100 dagen is;e) die per varkensproductie-eenheid en op elk ogenblik niet afkomstig zijn van meer dan drie verschillende oorsprongen;f) die per vetmestingspartij dezelfde oorsprong hebben;g) waarvan de leeftijd bij het slachten en het karkas binnen een in het productdossier bepaalde tussentijd inbegrepen zijn;h) die in karkassen, vlees of vleesproducten van gedifferentieerde kwaliteit gevaloriseerd worden. HOOFDSTUK II. - Organisatie en beschrijving van de keten

Art. 4.De productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit voldoet aan een erkend bestek dat van toepassing op een ketenorganisatie die bestaat uit minstens één landbouwer en die door een promotor wordt gecoördineerd.

Art. 5.Voor de toepassing van dit besluit zorgt een keten minstens voor : - de productie van mestvarkens die de voorwaarden van artikel 3, 2° naleeft; - het slachten van mestvarkens; - de verandering van de karkassen afkomstig van de mestvarkens; - de commercialisering van varkensvlees en vleesproducten van gedifferentieerde kwaliteit afkomstig van de karkassen.

De productie van biggen van gedifferentieerde kwaliteit die de voorwaarden van artikel 3, 2° naleeft, kan gewaarborgd worden door een keten zoals bepaald in het eerste lid of door een onafhankelijke keten.

Art. 6.Om een billijke verdeling van de marges en een significante meerwaarde aan de landbouwer te garanderen, sluit de promotor van de keten een overeenkomst met de landbouwer in de zin van artikel 4, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/05/2014 pub. 11/09/2014 numac 2014027235 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van het gewestelijk systeem inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en voedingsmiddelen sluiten tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen. Er wordt een patroon van overeenkomst bij het productdossier gevoegd.

De promotor van de keten kan een overeenkomst met de andere operatoren van de keten sluiten. HOOFDSTUK III Familiaal karakter van de landbouwbedrijven en antwoord van de keten op de verwachtingen van de maatschappij

Art. 7.De varkensproductie van gedifferentieerde kwaliteit wordt waargenomen door familiale landbouwbedrijven waarvan het bedrijfshoofd eigenaar is van de varkens die hij fokt of vetmest.

De bedrijven bestaan uit varkensproductie-eenheden die voldoen aan de klassen 2 en 3 bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten. De varkensproductie-eenheid die dit criterium niet vervult en die vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit in een keten erkend als gedifferentieerde kwaliteit overeenkomstig het ministerieel besluit van 2 februari 2004Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/02/2004 pub. 25/03/2004 numac 2004200805 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector sluiten tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector produceert, wordt van die verplichting vrijgesteld voor zover de eenheden niet uitgebreid worden.

Een familiaal bedrijf bevat hoogstens 750 zeugenplaatsen en hun biggen tot maximum 12 leeftijdsweken, of 2 000 mestvarkensplaatsen, en 300 zeugenplaatsen in een gesloten circuit. Om het soort bedrijf te beoordelen, worden alle varkens, al dan niet van gedifferentieerde kwaliteit, in aanmerking genomen. Voor de bedrijven die over meer dan 2 000 mestvarkensplaatsen beschikken en die, vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit in een keten erkend als van gedifferientieerde kwaliteit overeenkomstig het ministeriële besluit van 2 februari 2004 produceren, is het maximumaantal varkensplaatsen gelijk aan het aantal plaatsen dat in deze bedrijven op de datum van inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld.

Art. 8.Teneinde tot een evenwichtige betrekking bij te dragen tussen de ontwikkeling van de landbouw en de verwachtingen van de maatschappij, sluit het productdossier maatregelen in om de geluids- of geurhinder en de hinder gebonden aan de spreidingen te beperken. HOOFDSTUK IV. - Reikwijdte en structuur van de bestekken

Art. 9.Een bestek kan alleen op de productie van biggen van gedifferentieerde kwaliteit betrekking hebben.

Een bestek voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit heeft betrekking op een sector zoals bepaald in artikel 5.

De opfok en de vetmesting kunnen gelijktijding in het productdossier vermeld worden.

De verschillende stappen zoals de versnijding, de verandering en de voorbereiding van het varkensvlees worden precies in het productdossier bepaald.

Art. 10.De punten 1° tot 5° en 7° tot 17° van bijlage 1, artikel 3, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering tot invoering van het gewestelijk systeem inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en voedingsmiddelen zijn relevant om elk bestek voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit op te maken. HOOFDSTUK V. - Uitvoering van de autocontrolegidsen

Art. 11.Voor de productie van biggen en voor de productie van mestvarkens passen de betrokken operatoren van de keten een autocontrolesysteem toe dat op grond van de sectorale gids voor de primaire productie bekrachtigd is.

Voor de productie van de dierenvoeding, voor de verschillende stappen in het slachten en de slagerij, passen de betrokken operatoren van de keten een autocontrolesysteem toe dat op grond van voor die sectoren goedgekeurde sectorale gidsen bekrachtigd is. HOOFDSTUK VI. - Dwingende elementen waaruit de minimale differentiatiesokkel bestaat

Art. 12.De artikelen 13 tot 17 vormen de minimale vereisten die, als ze in een bestek geïmplementeerd worden, de biggen of het varkensvlees de grondslag van hun gedifferentieerd karakter toekennen.

Elk bestek maakt door middel van controleerbare criteria elk verschil objectief ten opzichte van de standaardproductie die op de markt als referentie dient.

Art. 13.Het productdossier bepaalt de te nemen maatregelen voor de uitvoering of het behoud van de integratie in het landschap van de gebouwen van de varkensproductie-eenheden bestemd voor de gedifferentieerde kwaliteit.

De landschapsintegratie van elk nieuw gebouw wordt geoptimaliseerd met inachtneming van de leefmilieu- en topografische context en van de bestaande woonkernen. Daartoe baseert zich de auteur van het project op de laatste versie van het document "Intégration Paysage Agriculture - Conseils pour l'intégration paysagère des bâtiments agricoles" uitgegeven door het Ministerie van het Waalse Gewest, Directoraat-generaal Landbouw en Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, of op elk ander document afkomstig van een erkende overheid of bevoegdheid zoals de "Fondation rurale de Wallonie" of de vereniging « Plus Beaux Villages de Wallonie ». De auteur van het project rechtvaardigt de integratie van de nieuwe gebouwen, waarbij hij de opmerkingen van het schepencollege of de gemachtigd ambtenaar bevoegd voor Stedenbouw uit en in aanmerking neemt. Elke wijziging aan een bestaand gebouw onderworpen aan het productdossier steunt eveneens op dit principe.

Wanneer een varkensproductie-eenheid tegelijkertijd voor de varkensproductie van gedifferentieerde kwaliteit volgens een erkend bestek en een andere varkensproductiewijze zorgt, worden de producties in afzonderlijke gebouwen die eenduidig worden geïdentificeerd, uitgevoerd. De traceerbaarheid van de bewoning van de gebouwen wordt gegarandeerd.

In elk nieuw gebouw waarin varkens worden gehouden moeten openingen in dak en/of muren voorzien worden teneinde natuurlijke lichtval toe te laten. De totale oppervlakte van de openingen is niet kleiner dan 5 % van de vloeroppervlakte.

Art. 14.§ 1. Het productdossier sluit criteria in die het goede leiden van dieren, van de hygiëne en van het onderhoud van gebouwen garanderen. § 2. Deze criteria voorkomen geurhinder, alsook de verspreiding van insecten en andere ongedierte zoals de knaagdieren. De directe omgeving van de varkensstallen maken het voorwerp uit van een bijzondere aandacht inzake opruimen en netheid. § 3. Bij aanwezigheid van een buitentraject bepaalt het productdossier de wijze waarop de omringende afsluitingen het mogelijk maken de contacten met de wilde zwijnen te voorkomen. Een systeem voor het beheer van het traject wordt vastgelegd. § 4. Indien stalstro wordt gebruikt, is bedoeld stalstro proper en droog. § 5. Een voorzorgsplan op het niveau van het bedrijf staat vermeld in het productdossier. § 6. Indien de chirurgische castratie van de biggen vóór 8 leeftijdsdagen plaatsvindt, wordt een pijnstilling verricht. § 7. De partijen mestvarkens blijven gescheiden tijdens het uitvasten, het vervoer en de afwachting in het slachthuis. Voor het vervoer en de afwachting in het slachthuis kan een uitbreiding van het begrip van partij tot het geheel van de varkens die tegelijkertijd van eenzelfde productie-eenheid afkomstig zijn, toegelaten worden voor zover de promotor nauwkeurig de maatregelen bepaalt om de ongunstige effecten op de dieren, de karkassen en de kwaliteit van het vlees te voorkomen.

De duur van het vasten tussen de laatste maaltijd en het slachtuur moet minstens achttien uur en hoogst vierentwintig uur zijn.

Bijlage 1 bepaalt de na te komen minimale vereisten inzake de lading, het vervoer, de ontlading, de afwachting en de dierenzorg in het slachthuis.

Art. 15.§ 1. Het productdossier omvat criteria die het goede beheer van veemest garanderen, zowel wat betreft de opslag als de verspreiding ervan. § 2. De veehouder beheert het strooien van mest om de geurhinder te beperken door de volgende maatregelen uit te voeren : 1° op zondagen en wettelijke feestdagen niet strooien;2° de aalt met een strooisysteem verspreiden zodat de aalt zo dicht mogelijk bij de vloer wordt verspreid.3° de mest binnen 24 uur na het strooien op een teeltgrond vermengen. Gedurende deze verrichtingen moet de landbouwer ervoor zorgen de geurhinder en de verspreiding van insecten en andere ongedierte te voorkomen.

Art. 16.§ 1. Elke big van gedifferentieerde kwaliteit vanaf twintig kg en elk mestvarken bestemd voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit krijgt een voeding die de in bijlage 2 bedoelde positieve lijst van de toegestane ingrediënten naleeft.

Wanneer het productdossier de opfok omvat, leeft de voeding van de drachtige en zoogzeugen de positieve lijst van de toegestane ingrediënten na. § 2. De in de positieve lijst toegestane ingrediënten zijn producten die niet geklasseerd worden als bevattende genetisch gemodificeerde organismen zoals omschreven in artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten. § 3. Om de uitstoot van stikstof en mineralen te verminderen : a) is het voedingssysteem van de mestvarkens minstens tweefasig, waarbij het achtereenvolgens een opfokvoer en een afmestvoer omvat om de voeding aan te passen aan de werkelijke behoeften van de dieren;b) bestaat het voedingssysteem van de mestvarkens uit voedingsmiddelen waarvan het gehalte aan fosfor kleiner is dan 0,60 %. § 4. Het graangehalte en graanproducten van het voedingsmiddel van de mestvarkens is minstens 50 %. § 5. Wanneer het drinkwater niet afkomstig is van het distributienet (putwater, opgeslagen water) wordt een controle van de microbiologische en fysich-chemische kwaliteit van het water aan het einde van de waterinstallatie minstens één keer per jaar wordt uitgeoefend. De te controleren parameters en de na te leven normen worden in bijlage 3 vermeld. Wanneer het drinkwater van het distributienet afkomstig is, wordt slechts een controle van de microbiologische kwaliteit van het water aan het einde van de waterinstallatie één keer per jaar verricht.

Art. 17.Het productdossier sluit criteria in die de technologische kwaliteit van het varkensvlees garanderen om het bleke en exsudatieve en het donkere en droge vlees te voorkomen. HOOFDSTUK VII. - Facultatieve differentiatie-elementen

Art. 18.Naast de minimale eisen van de artikelen 13 tot 17 neemt de promotor drie differentiatie-oriëntaties onder de volgende op : 1° de productiewijze in een gesloten circuit ter aanvulling van artikel 13° ;2° bij de bouw van nieuwe gebouwen in een varkensproductie-eenheid, de begeleiding van het project door een landschapsarchitect ter aanvulling van artikel 13;3° de installatie en het goede beheer van een systeem waarbij een positieve energetische balans van de gebouwen van alle varkensproductie-eenheden bestemd voor de gedifferentieerde kwaliteit gegarandeerd wordt, ter aanvulling van artikel 13° ;4° de installatie en het goede beheer van een systeem gekozen onder de in bijlage 4 bedoelde technologieën of erkend in een land van de Europese Unie of elk ander systeem goedgekeurd door de Wetenschappelijke commissie voor agrovoedingsproducten, waarbij de emissies van ammoniak en andere hindernissen duidelijk kunnen worden beperkt, ter aanvulling van artikel 13° ;5° de aanwezigheid van een stalstro voor de dieren, waarvan de beschikbare oppervlakte hoger is dan 50 % van de totale binnenoppervlakte van de hok, ter aanvulling van artikel 14;6° elk systeem dat voor de hele keten wordt georganiseerd, zoals de begeleiding of de groepactie ter voorkoming van de verspreiding van pathogene microben voor het dier en voor de mens, dat verder reikt dan de vigerende wetgeving, ter aanvulling van artikel 14;7° een alternatief voor de chirurgische castratie, ter aanvulling van artikel 14° ;8° de schriftelijke verbintenis van de landbouwer waarbij hij zich ertoe verbindt de door het strooien betrokken gronden te lokaliseren, een bemestingsregister bij te houden met vermelding, perceel per perceel, van alle organische bemestingen, en de behandelingsdatum van de mest, alsook de totstandkoming, op plaatselijk niveau, van een dialoog met de aanwonenden, waarvan de modaliteiten in het productdossier worden bepaald, ter aanvulling van artikel 15° ;9° de toevoeging in het voedingsmiddel van granen en graanproducten ten belope van minstens 70 %, ter aanvulling artikel 16° ;10° het gebruik ten belope van meer dan 90 % van het percentage van de portie, van granen, olie- en eiwithoudende gewassen gekweekt in de Europese regio's vermeld op de kaart in bijlage 5, om een nabijheidsbevoorrading te garanderen die de traceerbaarheidsgaranties verstrekt, de vertrouwensbetrekkingen met de leveranciers vergemakkelijkt en een milieuvoordeel is, ter aanvulling van artikel 16, alsook een onfeilbaar bewijs van de traceerbaarheid om de nabijheid van de bevoorrading te waarborgen;10° elk traceerbaarheidssysteem uitgevoerd binnen een keten, dat verder reikt dan de vigerende wetgeving, voor zover het leidt tot een duidelijk verhoogde voedselzekerheid ten opzichte van wat voortvloeit uit de toepassing van de wetgeving of dat een belang vertoont ten opzichte van de verwachtingen van de gebruiker, ter aanvulling van artikel 17. De gekozen differentiatie-oriëntaties worden in het productdossier door middel van controleerbare criteria objectief gemaakt.

Art. 19.Naast de vereisten bedoeld in de artikel 13 tot 17 kan elke promotor van een bestek in bijkomende vereisten voorzien die leiden tot andere differentiatie-eigenschappen van het varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit. HOOFDSTUK VIII. - Minimaal controleplan en organisatie van de certificering

Art. 20.Het bij het productdossier gevoegde controleplan omvat minstens : 1° bij de oorspronkelijke evaluatie voor de certificering : a) een oorspronkelijke controle van de operatoren van de keten;b) een oorspronkelijke controle van de traceerbaarheid van de keten;c) de analyse van een monster van de voeding bestemd voor de biggen van gedifferentieerde kwaliteit;d) de analyse van een monster van de voeding bestemd voor de mestvarkens bestemd voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit;e) de analyse van het drinkwater;f) een oorspronkelijke controle van de verschillende stappen zoals de versnijding, de verandering en de voorbereiding van varkensvlees;g) de verificatie van de overeenstemming ten opzichte van de minimale vereisten van dit besluit;2° bij de opvolging om te garanderen dat de vereisten van het productdossier gehandhaafd worden : a) een periodieke controle van de operatoren van de keten;b) een periodieke controle van de traceerbaarheid van de keten;c) de periodieke analyse van een monster van de voeding bestemd voor de biggen van gedifferentieerde kwaliteit;d) de periodieke analyse van een monster van de voeding bestemd voor de mestvarkens bestemd voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit;e) de periodieke analyse van het drinkwater;f) een periodieke controle van de verschillende stappen zoals de versnijding, de verandering en de voorbereiding van varkensvlees;g) de periodieke verificatie van de overeenstemming ten opzichte van de minimale vereisten van dit besluit. Het productdossier bepaalt de analyses, de periodiciteiten, de bemonsteringsmodaliteiten en de in het eerste lid bedoelde controleprocedures.

Overeenkomstig het eerste lid, 2°, moet het controleplan bij de opvolging ervoor zorgen dat alle operatoren van een keten minstens één keer tijdens een in het productdossier bepaalde periode gecontroleerd worden.

Het controleplan voorziet in een verhouding van onverwachte controles geprogrammeerd op grond van een analyse van de risico's.

Art. 21.De certificering van biggen van gedifferentieerde kwaliteit of van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit heeft betrekking op een keten zoals bepaald in artikel 5.

Alle vormen en alle verpakkingen waarin het varkensvlees in de handel wordt gebracht met een verwijzing naar de specifieke benaming worden onderworpen aan de certificering. HOOFDSTUK IX. - Valorisatie en commercialisering van de producten

Art. 22.Elk bestek dat de productie van mestvarkens omvat houdt in dat minstens één type product afkomstig van de keten bij de gebruiker in de handel wordt gebracht onder de benaming bepaald in het productdossier.

Art. 23.Binnen twee jaar na de erkenning van een bestek voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit worden minstens 25 % op jaarbasis van het aantal gecertificeerde karkassen geheel of gedeeltelijk gevaloriseerd onder de productbenaming bepaald in het productdossier.

HOOFDTUK X. - Meerwaarde bestemd voor de landbouwer

Art. 24.De promotor van de keten garandeert een financiële meerwaarde aan de landbouwer ten opzichte van de standaardproductie die op de markt als basis dient, en die in het productdossier wordt vermeld. De promotor bepaalt een berekeningswijze om deze meerwaarde te kunnen schatten. HOOFDSTUK XI. - Afwijkingen

Art. 25.Indien niet kan worden voldaan aan artikel 3, 2°, b), vraagt de promotor van de keten een gemotiveerde aan de dienst naar verlang van de beperkte beschikbaarheid van biggen van gedifferentieerde kwaliteit.

Indien niet kan worden voldaan aan artikel 23, vraagt de promotor van de keten een gemotiveerde afwijking tijdelijk aan de dienst op grond van een marketingsmotivatie zoals bedoeld in bijlage 1, artikel N.5, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/05/2014 pub. 11/09/2014 numac 2014027235 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van het gewestelijk systeem inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en voedingsmiddelen sluiten tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen.

Bij buitengewone omstandigheden wordt een gemotiveerde en tijdelijke afwijkingsaanvraag m.b.t. de eisen van de artikelen 3, 2°, e) en f), 16, § 1, en § 4, bij de dienst ingediend. HOOFDSTUK XII. - Overgangsbepalingen

Art. 26.§ 1. Om verder in aanmerking te komen voor de erkenning als gedifferentieerde kwaliteit worden de bestekken erkend overeenkomstig het ministerieel besluit van 2 februari 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/02/2001 pub. 07/04/2001 numac 2001027197 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 01 van organisatieafdeling 10 en programma 01 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2001 sluiten4 tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector gewijzigd om te voldoen aan de eisen van dit besluit.

De gewijzigde bestekken worden onderworpen aan de erkenningsprocedure van de bestekken, die bepaald is in artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/05/2014 pub. 11/09/2014 numac 2014027235 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van het gewestelijk systeem inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en voedingsmiddelen sluiten tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen. Indien de erkenningsprocedure binnen 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit geen goede afloop heeft, houdt het besluit tot erkenning van het productdossier op uitwerking te hebben op die datum. § 2. De bedrijven die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit producten van gedifferentieerde kwaliteit erkend krachtens het ministerieel besluit van 2 februari 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/02/2001 pub. 07/04/2001 numac 2001027197 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 01 van organisatieafdeling 10 en programma 01 van organisatieafdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2001 sluiten4 tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector produceren, passen zich aan de eisen van de gewijzigde bestekken binnen twaalf maanden na hun erkenning door de Minister.

Art. 27.Het ministerieel besluit van 2 februari 2004Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/02/2004 pub. 25/03/2004 numac 2004200805 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector sluiten tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 juli 2007, wordt opgeheven.

Namen, 12 juni 2015.

R. COLLIN

Bijlage 1.

Voorwaarden betreffende de lading, het vervoer, de uitlading, de afwachting en de dierenzorg in het slachthuis per diersoort Tijdens de lading, het vervoer en de ontlading van de dieren naar het slachthuis gebeuren de lading en de ontlading pijnloos : 1° het gebruik van elektrische batterijen, stokken of dwanginstrumenten is verboden;2° de dieren ontvangen geen kalmerende middelen. Wachttijd en zorgen in het slachthuis 1° de varkenspartijen worden gescheiden gehouden;2° de bodem van hokken en gangen is met een antislipmiddel bedekt;3° de dieren beschikken over drinkwater;4° als de temperatuur 25° overschrijdt, worden ze door waterverstuiving afgekoeld;5° een termijn van minstens één uur wordt nageleefd tussen de ontlading en het slachten van de dieren van de partij. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2015 tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit.

Namen, 12 juni 2015.

R. COLLIN

Bijlage 2. Positieve lijst van de toegestane ingrediënten onverminderd de andere reglementaire vigerende bepalingen

Nummer

Namen

Grondstoffen

1

Tarwe (met inbegrip van mout)

2

Gerst (met inbegrip van mout)

3

Haver (met inbegrip van mout)

4

Triticale

5

Spelt

6

Rogge

7

Boekweit

8

Mais ( met inbegrip van kuilmais of inert gemaakte korrelmais)

11

Koolzaden

12

Lijnzaden

13

Sojazaden

14

Erwten

15

Paardenbonen

16

Lupinen

17

Linzen

18

Johannesbroden

19

Gedroogde luzerne

20

Lokaal geproduceerd voeder zonder verwerking d.m.v. een niet-landbouwkundige stof (wortels, knollen, inkuilen van mais, stro en koolraap inbegrepen)

21

Vloiebare melk of melkpoeder

Coproducten

101

Kiemwortels van mout, gerst, tarwe en haver

102

Tarwekortemeel

103

Tarwezemelen

104

Haverzemelen

105

Tarwekriel

106

Tarweglutenmeel

107

Tarweglutenfeed

108

Tarwekiemen

109

Maisglutenmeel

110

Maisglutenfeed

111

Maiskiemkoeken

112

Koolzaadkoeken

113

Zonnebloemkoeken

114

Lijnkoeken

115

Sojakoeken

116

Sojaschalen of -tegumenten

117

Bietenpulp

118

Chicoreipulp

119

Aardappeleiwit

120

Biergist

121

Bakkerijgist

122

Zoete of zure wei of weipoeder

123

Karnemelk of karnemelkpoeder

124

Biet- of rietmelasse

125

Niet-gerecycleerde plantaardige vetstoffen, met uitzondering van mengsels van plantaardige vetzuren

126

Zetmeel

127

Dextrose

128

Glucose

129

Biet- of rietsuiker

130

Coproducten van de productie van biobrandstoffen

Additieven

201

Bindmiddel : suikerbietenmelasse

202

Minerale complementen, oligo-elementen en vitaminen

203

Aminozuren

204

Organische zuren (citroen-, fumaar-, melk-, propion- en miere, azijn-, sorbine-, benzoë-, fosfor-, wijnsteen-, appel- en orthofosforzuur) en hun zouten

205

Enzymen ( fytasen, amylasen, xynalasen, glucanasen, galactosidasen, proteasen)

206

Probiotica

207

Prebiotica

208

Micro-organismen

209

Aromatische en aperitiefstoffen


In de zin van § 1, 20°, wordt verstaan onder "Lokaal geproduceerd voeder zonder verwerking d.m.v. een niet-landbouwkundige stof", voeder geproduceerd binnen een straal van minder dan 100 km rond de varkensproductie-eenheid en dat niet veranderd is door een niet-landbouwkundige stof.

De positieve lijst van de toegestane ingrediënten : a) sluit de additieven uit die niet onder de minerale complementen en vitaminen worden vermeld;b) bevat de hulpstoffen die noodzakelijk zijn voor het behoud daarvan zoals de antioxidanten bij plantaardige vetstoffen met uitzondering van BHT. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2015 tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit.

Namen, 12 juni 2015.

R. COLLIN

Bijlage 3. Parameters van de analyse van het drinkwater

Parameters

Maximale toelaatbare waarde

Microbiologische parameters :


Totaal kiemgetal op 22° C (per ml)

100.000

Totale colibacteriën (per 100 ml)

100

E. coli (in 100 ml)

Afwezigheid

Enterokokken (UFC/100ml)

Afwezigheid

Fysisch-chemische parameters :


pH

5,5 - 9,5

Nitriet (mg/l)

1

Nitraat (mg/l)

50


Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2015 tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit.

Namen, 12 juni 2015.

R. COLLIN

Bijlage 4. Technologieën om de geurhinder en de ammoniakemissies op significante wijze te beperken Lijst van de systemen : 1° Systeem waarbij de contactvlak aalt-lucht kan worden verminderd;2° Systeem van weinig diepe mesttanks (of mestbakken) voor de lozing van de mest minstens één keer per week en het opslaan in een aparte opslagplaats;3° Systeem waarbij de scheiding van de vloeibare en vaste fasen van de mest onmiddellijk na de productie ervan mogelijk wordt gemaakt;4° systeem voor de biologische reiniging van de lucht dat een vermindering van 50 % of meer van de geuremissies op grond van de technische specificaties van het toestel garandeert;5° systeem voor de chemische reiniging van de lucht dat een vermindering van 50 % of meer van de geuremissies op grond van de technische specificaties van het toestel garandeert. Het toegepaste systeem werkt goed en wordt minstens 1 keer per jaar of volgens de technische specificaties van toestellen wanneer ze bestaan, onderhouden.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2015 tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit.

Namen, 12 juni 2015.

R. COLLIN Bijlage 5 . Europese regio's voor de bevoorrading van granen en van olie- en eiwithoudende gewassen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het bevoorradingsgebied omvat : 1° het grondgebied van België 2° het grondgebied van het Groot-Hertogdom Luxemburg 3° in Frankrijk : a) de regio Nord-Pas-de Calais;b) de regio Picardië, c) de regio Haute Normandie d) de regio Ile-de-France e) de regio Champagne-Ardenne f) de regio Lorraine;g) de regio Alsace;4° in Duitsland : a) Land Bade-Wurtemberg;b) Land Sarre;c) Land Rijnland-Palts;d) Land Hesse;e) Land Noordrijn-Westfalen;5° in Nederland : a) het grondgebied Oost-Nederland;b) het grondgebied Zuid-Nederland;c) het grondgebied West-Nederland;d) het grondgebied Zeeland. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juni 2015 tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit.

Namen, 12 juni 2015.

R. COLLIN

^