12 NOVEMBER 1997. Ministerieel besluit tot vaststelling van het reglement voor het burgerpersoneel van het Ministerie van Landsverdediging

De Minister van Landsverdediging, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 1969 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Landsverdediging;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, gegeven op 4 juli 1997;

Gelet op het advies van de Vaste Wervingssecretaris;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 juli 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 augustus 1997;

Gelet op het protocol van 15 september 1997 van het Sectorcomité XIV;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het personeelsreglement onverwijld dient te worden opgesteld teneinde de procedures tot benoeming, bevordering en verandering van graad toe te laten, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de leden van het administratief personeel, van het technisch personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van het Burgerlijk Algemeen Bestuur en van de instellingen, inrichtingen, diensten en eenheden van de Krijgsmacht, die bekleed zijn met een graad en een betrekking bezetten ingeschreven in de personeelsformatie van voornoemd personeel.

Art. 2.Onverminderd de verordeningsbepalingen van algemene aard die de loopbaan van het rijkspersoneel regelen, heeft de benoeming tot elk van de graden welke de ambtenaren kunnen bekleden die tot de diensten behoren welke door dit besluit worden geregeld, plaats onder de voorwaarden die bepaald zijn in de bijlage I van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Kennisgeving van vacatures en van de voorstellen tot bevordering, tot verandering van graad en van familie van betrekkingen

Art. 3.§ 1. Wat niveau 1 betreft worden, met uitzondering van de bevorderingen in rang 10 door verhoging in weddeschaal die van een vacante betrekking afhankelijk zijn, de vacante betrekkingen, die door verandering van graad of bevordering worden toegewezen, ter kennis gebracht van de ambtenaren die door middel van de bekendmaking van een vacante betrekking kunnen worden bevorderd. De vacante betrekkingen worden aan de ambtenaren, die voor benoeming in aanmerking kunnen komen, bekendgemaakt tegen een ontvangstbewijs dat zij van hun handtekening en de datum van afgifte moeten voorzien of per een bij de post aangetekend schrijven, dat door de Directie Burgerpersoneel naar het laatste door de betrokkene opgegeven adres wordt gestuurd.

Bij deze brief is een formulier gevoegd dat volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend, als één enkele, geldige kandidatuur bij een ter post aangetekende brief moet gericht worden aan de Directie Burgerpersoneel binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van het overhandigen aan de betrokkene of van het aanbieden door de post van het bericht van het vacant zijn van betrekking. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

Indien het bericht van bekendmaking van vacante betrekking het vereist, dan geeft de kandidaat als bijlage tot het voormeld formulier een uiteenzetting van de titels die hij meent te kunnen doen gelden. § 2. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 die de reglementaire voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante betrekkingen in de niveaus 2+, 2, 3 en 4. In dat geval worden de voorstellen tot benoeming en bevordering hun ter kennis gebracht onder dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de kennisgeving van een betrekking van niveau 1. Deze regel is eveneens van toepassing op de bevorderingen in rang 10 door verhoging in weddeschaal die aan het vacant zijn van een betrekking onderworpen zijn.

De in het vorige lid bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een termijn van tien dagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan de bevoegde overheid door verandering van graad of door bevordering een ambtenaar benoemen die de gestelde voorwaarden vervult.

De termijn van tien dagen waarover de ambtenaar die zich benadeeld voelt beschikt voor het neerleggen van een klacht bij de chef van het Burgerlijk Algemeen Bestuur, loopt hetzij vanaf de dag waarop hij deze bekendmaking voor gezien heeft getekend, hetzij vanaf de dag waarop de aangetekende brief hem door de post werd aangeboden door de betrokkene laatst opgegeven adres.

De personeelsleden bedoeld in §§ 1 en 2 mogen bij een bij de burgerlijke post aangetekende brief gericht aan de Directie Burgerpersoneel vooraf solliciteren naar iedere betrekking die tijdens hun afwezigheid zou vacant worden verklaard en waartoe zij op grond van hun graad en anciënniteit toegang zouden hebben. De geldigheidsduur van deze kandidaatstelling is tot een maand beperkt, te rekenen vanaf de postdatum van de sollicitatiebrief.

Art. 4.Onverminderd de voorwaarden inzake beoordeling, of evaluatie, anciënniteit en het indienen der sollicitaties gesteld voor het bekomen van een bevordering door verhoging in graad of van een benoeming door verandering van graad, kunnen alleen de titularissen van de in de kolommen 3 en 4 van de bijlage I tot dit besluit vermelde graden, tot een graad die in kolom 2 daarnaast voorkomt, worden benoemd. Dit volgens de voorwaarden vermeld in kolom 7 van dezelfde bijlage.

Art. 5.§ 1. De graden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel, vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 juli 1997, tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1964, betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen titularis kunnen zijn, worden ingedeeld in de families van betrekkingen, zoals vermeld in artikel 4 § 1, van het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Landsverdediging; § 2. Deze families van betrekkingen omvatten, per niveau, de specialiteiten in de werving en de overgang die in de bijlage II tot dit besluit zijn vermeld.

Art. 6.§ 1. Elke bevordering door verhoging in graad voor het meesters-, vak- en dienstpersoneel geschiedt in dezelfde familie van betrekkingen als diegene waar de betrokken ambtenaar toe behoort. § 2. De titularissen van de graad van vakassistent worden tot het examen voor verhoging in weddeschaal, voorgeschreven in rang 20, toegelaten in dezelfde familie van betrekkingen als diegene waar zij toe behoren.

Art. 7.De Minister bepaalt het aantal betrekkingen dat per familie van betrekkingen en per taalrol kan worden toegewezen voor de bevordering door overgang naar het hoger niveau voor het meesters-, vak- en dienstpersoneel.

Art. 8.De Minister bepaalt het aantal betrekkingen dat per taalrol kan worden toegewezen voor de verandering van familie van betrekkingen voor het meesters-, vak- en dienstpersoneel. HOOFDSTUK III. - Onderzoek naar de beroepsgeschiktheid voor de verandering van familie van betrekkingen

Art. 9.De verandering van familie van betrekkingen wordt afhankelijk gesteld van een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid.

Dat onderzoek wordt georganiseerd door de chef van het Burgerlijk Algemeen Bestuur.

De chef van het Burgerlijk Algemeen Bestuur stelt het programma van het onderzoek voor elke verandering van familie van betrekkingen voor.

Een commissie belast met dit onderzoek wordt opgericht.

De leden van de commissie worden door de chef van het Burgerlijk Algemeen Bestuur aangeduid.

De commissie bestaat uit : 1° een voorzitter die de chef van het Burgerlijk Algemeen Bestuur is, of een ambtenaar-generaal door hem gedelegeerd;2° twee leden, ambtenaren van het departement gekozen in functie van het vakgebied van het te verlenen ambt;3° twee leden, afgevaardigden van de bij het departement representatieve vakbonden;4° een vertegenwoordiger van de Vaste Wervingssecretaris. HOOFDSTUK IV. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 10.De titularissen van de graad van opperwerkmeester op de datum van het in werking treden van dit besluit, worden op dezelfde datum ingedeeld in de familie van betrekkingen waartoe zij behoren zonder onderscheid van specialiteiten.

Art. 11.§ 1. De titularissen van de graad van vakassistent, laureaten van het examen voor verhoging in weddeschaal, voorgeschreven in rang 20, worden ingedeeld in de familie van betrekkingen waartoe zij behoren zonder onderscheid van specialiteiten. § 2. Op de datum van het in werking treden van dit besluit, worden de laureaten van een examen voor verhoging in de geschrapte graad van werkmeester LV (rang 22) ingedeeld in de familie van betrekkingen waartoe zij behoren zonder onderscheid van specialiteiten.

Art. 12.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van dit besluit in de Familie 4 : "Elektriciteit", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "elektricien specialist", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 4 : "Elektriciteit" zonder specialiteit.

Art. 13.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van dit besluit in de Familie 5 : "Drukkerij", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "vormopmaker-bediener van toestel met beeldscherm", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 5 : "Drukkerij" zonder specialiteit.

Art. 14.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van dit besluit in de Familie 6 : "Bevoorrading", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "technisch magazijnbediende", worden op dezelfde datum ingedeeld in de specialiteit hetzij "technisch magazijnbediende bij de diensten en organismen van de Landmacht", hetzij "technisch magazijnbediende bij de diensten en organismen van de Luchtmacht", hetzij "technisch magazijnbediende bij de diensten en organismen van de Marine".

Art. 15.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van dit besluit in de Familie 7 : "Behandeling van oppervlakken", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "schilder specialist", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 7 "Behandeling van oppervlakken" zonder specialiteit.

Art. 16.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van dit besluit in de Familie 8 : "Rollend materieel, vulkanisatie en plastiek", behoren tot de afgeschafte specialiteiten van "rijtuigmecanicien" en van "rijtuigelektricien", worden op dezelfde datum ingedeeld in de specialiteit "rijtuigen en motoren".

Art. 17.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van dit besluit in de Familie 9 : "Munitie", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "vuurwerkmaker voor munitie - specialist", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 9 : "Munitie" zonder specialiteit.

Art. 18.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 10 : "Optica en precisieinstrumenten", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "optronicus", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 10 : "Optica en precisieinstrumenten" zonder specialiteit.

Art. 19.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 11 : "Fotografie en cinema", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "fotograaf - bijwerker - vergelijker", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 11 : "Fotografie en cinema" zonder specialiteit.

Art. 20.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 12 : "Planning", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "opnemer-planning", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 12 : "Planning" zonder specialiteit.

Art. 21.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 13 : "Elektronica", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "telecommunicatie elektrotechnicus", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 13 : "Elektronica" zonder specialiteit.

Art. 22.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 17 : "Hout", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "schrijnwerker specialist", worden op dezelfde datum ingedeeld in de Familie 17 : "Hout" zonder specialiteit.

Art. 23.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 19 : "Metalen", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "ijzerbewerker", worden op dezelfde datum ingedeeld in de specialiteit "plaat-, las- en smeedwerk".

Art. 24.De titularissen van de graad van vakassistent die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 19 : "Metalen", behoren tot de afgeschafte specialiteiten van "werkman werktuigmachines", van "bankwerker specialist" en van "wapenmaker", worden op dezelfde datum ingedeeld in de specialiteit "bankwerker en werktuigmachines".

Art. 25.De titularissen van de graad van vakman die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 5 : "Drukkerij", behoren tot de afgeschafte specialiteit van "2e persbediener", worden op dezelfde datum ingedeeld in de specialiteit "persbediener".

Art. 26.De titularissen van de graad van vakman die op de datum van het in werking treden van het besluit in de Familie 6 : "Bevoorrading", behoren tot de afgeschafte specialiteiten van "magazijnbediende" en van "technisch magazijnbediende", worden op dezelfde datum ingedeeld in de specialiteit "technisch magazijnbediende bij de diensten van de Landmacht, de Luchtmacht en de Marine".

Art. 27.Het ministerieel besluit van 24 oktober 1985 houdende het reglement voor het burgerpersoneel van het Ministerie van Landsverdediging laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 maart 1995, wordt opgeheven.

Art. 28.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Landsverdediging.

Brussel, 12 november 1997.

J.-P. PONCELET Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .