Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 november 2001
gepubliceerd op 24 november 2001

Ministerieel besluit houdende de bekrachting van de programma's voor de permanente vorming van magistraten voor 2002

bron
ministerie van justitie
numac
2001009995
pub.
24/11/2001
prom.
12/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/12/2001009995/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 NOVEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende de bekrachting van de programma's voor de permanente vorming van magistraten voor 2002


Gelet op het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid op artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998;

Overwegende dat de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie een subcommissie `opleiding' heeft opgericht, overeenkomstig artikel 259bis-10, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op de uitoefening van de bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 259bis-9, § 2, van dit Wetboek;

Overwegende dat de in toepassing van artikel 259-bis-9, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek door de subcommissie `opleiding' voorbereide programma's voor de permanente vorming van magistraten met betrekking tot het jaar 2002 op 27 juni 2001 door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie werden goedgekeurd;

Overwegende dat deze goedgekeurde programma's op 21 september 2001 aan de Minister van Justitie werden overgemaakt met het oog op de bekrachtiging ervan;

Overwegende dat, in tegenstelling tot wat wordt gesteld in punt IV.6, eerste lid van de programma's, er taalcursussen werden georganiseerd in 2000 en 2001, Besluit :

Artikel 1.De programma's voor de permanente vorming voor magistraten met betrekking tot het jaar 2002, bedoeld in artikel 259bis-9, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals voorbereid door de subcommissie `opleiding' en goedgekeurd op 27 juni 2001 door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie, gevoegd als bijlage bij dit besluit, worden bekrachtigd met uitzondering van het punt IV.6, eerste lid.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 12 november 2001.

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Programma's voor de permanente vorming van magistraten met betrekking tot het jaar 2002 Voorbereid door de subcommissie "opleiding" in haar vergaderingen van 13 en 18 juni 2001.

Goedgekeurd door de algemene vergadering op 27 juni 2001.

I. FUNCTIEGEBONDEN OPLEIDINGEN A. Opleidingen bij het opnemen van een functie Deze opleidingen zijn bestemd voor magistraten die nog niet of sinds kort een nieuw ambt hebben opgenomen waartoe zij benoemd zullen worden of werden : - onderzoeksrechters coördinatoren : Martin Minnaert, raadsheer in het hof van beroep te Gent, en Patrick Mandoux, raadsheer in het hof van beroep te Brussel; - beslagrechters coördinator : Dominique Cooreman, ondervoorzitter en beslagrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

In het kader van deze opleiding moet eveneens de nodige aandacht besteed worden aan de problematiek van de collectieve schuldenregeling. - jeugdmagistraten coördinatoren : Brigitte Hänsch, ondervoorzitter en jeugdrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, en Luce Kinet, ondervoorzitter en jeugdrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Luik; - magistraten van het parket en van het arbeidsauditoraat coördinator : Ivo Carmen, procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, en Michèle Mons delle Roche, procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Marche-en-Famenne.

Hierin kunnen onder meer behandeld worden : het openbaar ministerie en het informatiebeheer, het recherche-overleg, de verhouding tussen het openbaar ministerie en de onderzoeksrechter in het kader van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. Bijzondere aandacht moet eveneens uitgaan naar de opleiding van de parketmagistraten die niet via de gerechtelijke stage hun loopbaan op het parket aanvangen. - magistraten zetelend in hoger beroep coördinator : Guy Delvoie, kamervoorzitter in het hof van beroep te Brussel; - rechters en plaatsvervangende rechters van eerste aanleg (eerste aanleg, arbeid, koophandel) coördinatoren : Stefaan Raes, raadsheer in het hof van beroep te Brussel, en Martine Regout, raadsheer in het hof van beroep te Brussel; - vrede- en politierechters coördinator : Frans Lievens, vrederechter van het kanton Lennik; - leden van de kamers van inbeschuldigingstelling en van de parketten-generaal (wet Franchimont) coördinator : Herman Craeybeckx, eerste voorzitter van het hof van beroep te Antwerpen.

Idealiter moeten deze opleidingen zoveel als mogelijk verstrekt worden vóór het opnemen van de nieuwe functie.

Naar het voorbeeld van de opleiding voor onderzoeksrechters die verplicht gevolgd moet worden alvorens deze functie te kunnen uitoefenen, zou er ook voor beslagrechters en jeugdmagistraten een voorafgaande opleiding opgelegd dienen te worden alvorens ze deze nieuwe functie effectief kunnen uitoefenen.

B. Uitwisseling van beroepservaringen Deze opleidingen moeten magistraten die sinds ten minste één jaar hetzelfde ambt uitoefenen of dezelfde materies behandelen, toelaten hun ervaringen uit te wisselen, de moeilijkheden die ze ondervonden hebben in kaart te brengen, en elementen van oplossing aan te reiken in discussies met ervaren magistraten en met specialisten van de materie.

Voor 2002 wordt voorgesteld dergelijke ontmoetingen te organiseren tussen : - onderzoeksrechters : coördinator : Bernard Puissant, ondervoorzitter en onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Leuven; - magistraten van de arbeidsgerechten (zowel van de zetel als van het auditoraat) : coördinator : Jacques Petit, emeritus voorzitter van de arbeidsrechtbank te Gent; - magistraten van de zetel en van het parket bevoegd in familiezaken : coördinator : Patrick Senaeve, raadsheer in het hof van beroep te Brussel.

In dit kader kan onder meer aandacht besteed worden aan afstamming, echtscheiding, voorlopige maatregelen, vereffening en verdeling enz. - magistraten gespecialiseerd in het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden : coördinator : Edithe Van den Broeck, voorzitter van de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie; - magistraten van het parket en van de zetel die bevoegd zijn in zaken van georganiseerde misdaad : coördinator : Benoît Dejemeppe, procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel; - magistraten van het parket en van de zetel omtrent specifieke problemen van burgerlijk procesrecht : coördinatoren : Stefaan Raes en Martine Regout, raadsheren in het hof van beroep te Brussel; - magistraten van het parket en van de zetel omtrent specifieke problemen van strafprocesrecht : coördinatoren : Michel Rozie, kamervoorzitter in het hof van beroep te Antwerpen, en Jean-Pierre Collin, kamervoorzitter in het hof van beroep te Brussel.

II. BEGELEIDING VAN NIEUWE WETGEVING Het is de bedoeling om aan de hand van concrete casussen, belangrijke wetswijzigingen toe te lichten en te analyseren.

Op dit vlak is het noodzakelijk contact op te nemen met de universiteiten en bepaalde erkende instellingen zoals de "Commission Université-Palais" te Luik, het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten te Antwerpen of de Universitaire Permanente Vorming te Brussel om zoveel mogelijk de eigen opleidingen te coördineren met de initiatieven die deze instellingen (zullen) nemen en te vermijden dat dubbel gebruik zou ontstaan met het aanbod van de rechtsfaculteiten.

De volgende opleidingen worden voorgesteld : - de "Octopus"-wet van 7 december 1998 : de federale politie coördinator : Rik Vandeputte, lid van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten; - de wetgeving betreffende de nationaliteit coördinator : Colette Debroux, auditeur bij de Raad van State; - voogdij coördinator : Hélène Casman, erenotaris, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel; - de toekomst van het openbaar ministerie coördinator : Cédric Visart de Bocarmé, procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Namen.

Onderzoek van de evolutie van het parket, in functie van de inwerkingtreding van de wet van 22 december 1998 (verticale en horizontale integratie, federaal parket, onafhankelijkheid) en van zijn rol bij het beheer van rechtszaken (strafbemiddeling, werken van algemeen belang, toezicht op alternatieve maatregelen, enz.).

III. THEMATISCHE OPLEIDINGEN A. Samenleving en hedendaagse problemen 1. Seksuele delinquentie coördinator : Pierre Rans, substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel. Rekening houdende met het nationaal actieplan tegen het geweld op vrouwen dat goedgekeurd werd in de Ministerraad op 11 mei 2001 moet in het kader van deze opleiding bijzondere aandacht besteed worden aan de strijd tegen het geweld binnen het gezin. 2. Uitsluiting en geweld coördinator : Paul Ponsaers, hoogleraar aan de Universiteit Gent. Uitsluiting en het gevoel uitgesloten te worden is dermate toegenomen dat het een zorgwekkend fenomeen in onze samenleving aan het worden is.

Een situatie van uitsluiting, vooral in bepaalde stadswijken en bij jongeren, brengt geweld met zich mee. Rechters voelen overduidelijk de weerslag van deze situatie.

De doelstelling van deze opleiding bestaat erin om : - geweldplegingen te bestuderen in hun samenhang met uitsluiting zowel in zijn zichtbare (delinquentie, kleine maatschappelijke opstootjes) als verdoken vormen (autodestructief gedrag door drugs, alcohol of zelfmoord) - te onderzoeken welke de rol is van de rechter die, bij de uitoefening van zijn opdracht van beteugeling, regulering en preventie, geconfronteerd wordt met deze verschijnselen. 3. Het verblijfsstatuut van de vreemdelingen in België coördinatoren : Marie-Claire Foblets, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, en Jean-Yves Carlier, advocaat, hoogleraar aan de U.C.L., in samenwerking met Johan Leman, directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.

Sociologische invalshoek, problemen van internationaal privaatrecht, problematiek van racisme en xenofobie. 4.. Gelijke kansen voor mannen en vrouwen coördinator : Jean Jacqmain, hoogleraar aan de U.L.B. B. Strafrecht en criminologie 1. Mensenhandel coördinator : Eric Van der Sijpt, toegevoegd substituut-procureur des Konings voor het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel, in samenwerking met de procureur-generaal bij het hof van beroep te Luik.2. Informaticacriminaliteit coördinator : Danielle Cailloux, rechter in het International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia. Pragmatische benadering van computerinbraken alsook de problematiek van Internet. 3. De strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen coördinator : Jan Van den Berghe, rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent;4. Verdovende middelen coördinator : Marianne Lejeune, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Luik;5. Internationale samenwerking in strafzaken en in politiezaken coördinator : Alain Winants, substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel, in het kader van het driehoeksoverleg tussen de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent, de directeur-generaal Strafwetgeving van het Ministerie van Justitie en de federale procureur (thans nog de nationaal magistraat). 6. Bewijs in strafzaken en wetenschappelijke vooruitgang coördinator : Anne Leriche, afdelingshoofd bij het N.I.C.C., en Philip Traest, advocaat, hoogleraar aan de Universiteit Gent.

De doelstelling van deze opleiding bestaat erin om : - de kennis van gerechtelijke geneeskunde en wetenschappelijke politie te vervolledigen in het licht van de meest recente ontwikkelingen op dit vlak. - de juridische en financiële beperkingen beter te beheersen wanneer men wetenschappelijke hulp moet inroepen en zich te bezinnen over de deontologische aspecten ervan.

Het is van essentieel belang hierbij de fundamentele regels van het bewijsrecht in strafzaken in herinnering te brengen. 7. De uitvoering van straffen en de problematiek van de opsluiting coördinatoren : Freddy Pieters, voorzitter van de commissie voor de voorwaardelijke invrijheidstelling van het arrondissement Brussel, en Georges Kellens, hoogleraar aan de Universiteit Luik. De gevangenis blijft de eerste verwijzing naar een straf, zelfs indien vrijheidsberoving statistisch gezien slechts een kleine fractie van de uitgesproken straffen vertegenwoordigt. Rond de gevangenisstraf bestaan tal van tegenstellingen; de eerste is al die tussen wel straffen, maar ook verbeteren.

Deze opleiding zou moeten toelaten om het vraagstuk van de gerechtelijke repressieve output aan te snijden alsook om zich te bevragen over de mogelijkheden van beheersing van gevangenisinflatie, over het adequaat aanwenden van de voorlopige hechtenis, alternatieve straffen en verschillende vormen van opschorting. In dit kader moet ook de problematiek van de uitvoering van straffen belicht worden. 8. Alternatieve maatregelen coördinator : Michel Rozie, kamervoorzitter in het hof van beroep te Antwerpen, in samenwerking met de Steundienst Alternatieve Maatregelen van het Ministerie van Justitie.9. Bijzondere opsporingsmethoden coördinator : Nicole De Rouck, eerste substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Het betreft een basisopleiding in deze delicate materie voor de magistraten die terzake niet gespecialiseerd zijn, doch niettemin over een onontbeerlijke basiskennis moeten beschikken. 10. Plaats van het slachtoffer in het strafrechtelijk bestel coördinator : Lucien Nouwynck, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Brussel Deze opleiding van proceduriële aard moet uitmonden in een kritische bezinning over de politieke en sociologische betekenis van de nieuwe rechten die aan slachtoffers toegekend werden.11. Strategie, methodiek en tactiek bij het voeren van een omvangrijk strafrechtelijk onderzoek coördinator : Alain Bloch, ondervoorzitter en onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent.12. Economisch en financieel strafrecht coördinator : Jean Spreutels, advocaat-generaal bij het Hof Van Cassatie. In het kader van deze opleidingscyclus dient tevens aandacht besteed te worden aan de problematiek van de criminaliteit in en tegen ondernemingen. coördinatoren van deze module : Dirk Merckx, substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, en Yvan De Mesmaeker, security auditor bij Omega Risk.

C. Burgerlijk recht 1. Bouwrecht coördinator : Jean Gillardin, raadsheer in het hof van beroep te Bergen; 2. Verzekerings- en aansprakelijkheidsrecht coördinator : Jean-Luc Fagnart, advocaat, hoogleraar aan de U.L.B; 3. Schadevergoeding coördinatoren : Antoon Boyen, raadsheer in het hof van beroep te Brussel, en Thierry Papart, rechter in de politierechtbank te Luik;4. Het bewijs in burgerlijke zaken coördinator : Jean Laenens, advocaat, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. D. Gezin en minderjarigen coördinator : Patrick Senaeve, raadsheer in het hof van beroep te Brussel.

Rekening houdende met het aantal opleidingen die de afgelopen jaren in deze materie georganiseerd werden alsook gezien het feit dat de opleidingen over het algemeen veel meer verstrekt dienen te worden onder de vorm van discussies onder de leiding van een moderator, wordt voorgesteld om deze materie te behandelen in het kader van de "uitwisseling van beroepservaringen" (zie hierboven).

E. Sociaal recht coördinator : Jacques Petit, emeritus voorzitter van de arbeidsrechtbank te Gent Rekening houdende met de evaluatie van de opleidingen die deze werkgroep heeft uitgevoerd, wordt voorgesteld om deze materie te behandelen in het kader van de "uitwisseling van beroepservaringen" (zie hierboven).

F. Economisch en handelsrecht 1. Boekhouding coördinator : Erik De Lembre, hoogleraar aan de Universiteit Gent. Deze opleiding omvat : - een basisopleiding, met inbegrip van het lezen van de balans en de resultatenrekening, de beschrijving en analyse van de posten die de moeilijkheden van een onderneming aan het licht brengen; - een grondige opleiding (toegankelijk voor wie de basisopleiding gevolgd heeft of reeds over een gespecialiseerde voorkennis beschikt).

Gezien de grondige opleiding reeds verstrekt werd in mei 2001, dient dit onderdeel uitgesteld te worden tot 2003. 2. Gerechtelijk akkoord en faillissement coördinator : Ivan Verougstraete, voorzitter van het Hof van Cassatie;3. Grondige opleiding inzake fiscaal recht coördinator : Karel Van Herck, kamervoorzitter in het hof van beroep te Brussel; Deze opleiding omvat zowel een basisopleiding als een grondige opleiding en moet georganiseerd worden in samenwerking met het Ministerie van Financiën. Gezien de basisopleiding reeds verstrekt werd in 2001, moet thans een grondige opleiding verstrekt worden. 4. Intellectuele rechten coördinator : Ghislain Londers, raadsheer in het Hof van Cassatie.5. Vennootschapsrecht coördinator : Claude Parmentier, raadsheer in het Hof van Cassatie.6. Handelspraktijken coördinator : Nicole Diamant, ereondervoorzitter in de rechtbank van koophandel te Brussel. G. Europees en internationaal recht 1. Gemeenschapsrecht - basisopleiding + grondige opleiding coördinator : Koen Lenaerts, rechter in het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen;2. Rechten van de mens coördinatoren : Paul Lemmens, staatsraad, en Françoise Tulkens, rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. H. Interdisciplinaire opleidingen 1. Milieurecht coördinatoren : Luc Lavrysen, rechter in het Arbitragehof, en Eric Staudt, eerste substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Dinant. Onderzoek van de wetgeving in dit domein, onderzoekstechnieken, samenwerking met ambtenaren van de gewesten, kwalificatie van de inbreuken.

Deze opleiding dient om de twee jaar verstrekt te worden. Vermits de opleiding voor Nederlandstalige magistraten gepland is voor het najaar 2001, dient deze opleiding pas in 2003 opnieuw verstrekt te worden. 2. De methodologie van psychiatrische analyses met betrekking tot toerekeningsvatbaarheid coördinator : Paul Cosyns, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen.3. Psychologie met betrekking tot de uitoefening van gerechtelijke ambten coördinator : Hans Crombag, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Limburg (Nederland). I. Opleidingen over algemene thema's 1. De temporele werking van de wet coördinator : Patricia Popelier, docent aan de Universiteit Antwerpen.2. Prejudiciële vragen coördinator : Paul Martens, rechter in het Arbitragehof. J. Werkbezoeken Hier is het de bedoeling om aan de magistraten een volledig en concreet beeld te geven van de rol en de werking van organen en instellingen zoals de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, de Cel voor Financiële Informatieverwerking, de algemene directie van de gerechtelijke politie, het Bestuur van de Staatsveiligheid, het N.I.C.C., een strafinrichting, een politiecommissariaat, enz.

In de mate van het mogelijke moeten deze bezoeken een opleiding over de materie die door deze instellingen wordt behandeld, afsluiten.

In het kader van de steeds toenemende gerechtelijke samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie zouden Belgische (parket) magistraten bovendien de mogelijkheid moeten krijgen om een stage te verrichten in andere landen van de Unie en vice versa. Het College van Procureurs-generaal nam reeds concrete initiatieven met Nederland die navolging zouden moeten krijgen met andere landen.

K. Recht en nieuwe technologieën De ontwikkeling van nieuwe technologieën stelt niet zelden ingrijpende juridische problemen in verband met de opstelling van contracten, elektronische handtekening, bewijs, auteursrechten, enz. coördinatoren : Eric Beaucourt, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, en Yves Poullet, hoogleraar aan de "Facultés Universitaires Notre Dame de la Paix" te Namen.

IV. METHODOLOGISCHE OPLEIDINGEN 1. Schriftelijke en verbale expressie coördinatoren : Eric Stassijns, raadsheer in het Hof van Cassatie, en Eric Battistoni, rechter in de arbeidsrechtbanken te Verviers en te Eupen. Het woord is het eerste werkinstrument van de magistraat. Hoe kan men zowel beter begrijpen als beter begrepen worden in de uitoefening van zijn gerechtelijke functies ? Hoe zich duidelijk uitdrukken, argumenteren en overtuigen, zowel op de terechtzitting als in de opstelling van een vonnis, een verslag, enz. ? 2. Informatica in de praktijk Basisopleiding, opleiding voor gevorderden, netwerken, Internet, enz. Deze opleidingen kunnen het best lokaal georganiseerd worden door de korpschefs. In eerste instantie kan hierbij gedacht worden aan lokale instellingen die degelijke opleidingen aanbieden zoals, bij voorbeeld, de V.D.A.B. 3. Plichtenleer van magistraten (nieuwe wetgeving) coördinatoren : Ghislain Londers, raadsheer in het Hof van Cassatie, en Xavier De Riemaecker, advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie. Analyse van de deontologie en de professionele inzet van vandaag, en dit rond de vraag wat de burger van een magistraat verwacht.

Onderscheiden van fundamentele begrippen zoals onafhankelijkheid, eenheid, het principe van de hiërarchie, collegialiteit, onpartijdigheid.

Behandeling van het positief recht en zijn beginselen (ambtsplichten en waardigheid van het ambt, plichtsverzuim (art. 404 Ger. W.), onverenigbaarheden, redenen tot wraking, verbodsbepalingen.

Behandeling van een aantal actuele deontologische waarden : de plicht tot terughoudendheid en discretie, de persoonlijke kwaliteiten, de plicht tot permanente vorming, het beroepsgeheim, de noodzaak om het publiek in te lichten, de persoonlijke levenssfeer, enz.

Onderzoek van het tuchtrecht in de strikte zin (materieel recht en procedure). 4. Pers en communicatie coördinatoren : Jos Colpin, eerste substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, en Christian Jassogne, eerste voorzitter van het hof van beroep te Bergen. Gezien deze opleiding voor Franstalige magistraten reeds verstrekt werd in het voorjaar 2001, dient deze opleiding pas in 2003 hernomen te worden. 5. Managementtechnieken Het is absoluut noodzakelijk om hier één of meerdere magistraten bij te betrekken die reeds een managementopleiding gevolgd hebben en daarin praktijkervaring bezitten. coördinator : Guy Delvoie, kamervoorzitter in het hof van beroep te Brussel. 6. Talenkennis Sinds de opleiding die in 1999 door het "Instituut Cooremans" werd verstrekt, werden op dit vlak geen initiatieven meer genomen. De Hoge Raad vraagt de Minister van Justitie met aandrang passende maatregelen te nemen ten einde volledige taalkennis aan te moedigen, en dit vanaf het stadium van de gerechtelijke stage.

De uitoefening van een gerechtelijke functie in België vereist immers eerst en vooral het leren van, naargelang het geval, Frans of Nederlands opdat men de rechtsleer en rechtspraak die in de andere taal werd gepubliceerd, zou kunnen begrijpen.

Zij omvat ook de kennis van minstens één andere taal, hetgeen onmisbaar is op het ogenblik dat talrijke geschillen internationale dimensies aannemen en dat, op Europees vlak, de impact van het gemeenschapsrecht elke dag toeneemt.

Talenkennis is een element van rijkdom en van openheid naar de buitenwereld en bevordert tevens de integratie in een Europese rechtscultuur. coördinatoren : Ivan Verougstraete, voorzitter van het Hof van Cassatie (Nederlands, Frans, Engels), en Andre Henkes, advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie (Duits). 7. De evaluatie coördinatoren : Edithe Van den Broeck en Jacques Hamaide, voorzitters respectievelijk van de Nederlandstalige en de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie. De eerste ervaringen met betrekking tot het evaluatiesysteem voor magistraten tonen aan dat een opleiding van de evaluatoren noodzakelijk is voor een eenvormige toepassing ervan. 8. Communicatie ter terechtzitting coördinatoren : Hans Van Bossuyt, raadsheer in het hof van beroep te Gent, en Jean-Louis Franeau, kamervoorzitter in het hof van beroep te Bergen.9. Opleiding over luistervaardigheden Goed kunnen luisteren is een essentiële eigenschap van een magistraat. Deze training moet zo praktisch mogelijk uitgewerkt worden door middel van oefeningen, simulaties, rollenspelen enz.

^