Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 augustus 2013
gepubliceerd op 23 augustus 2013

Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de telematica en de daaruit voortvloeiende profielvereisten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2013000396
pub.
23/08/2013
prom.
13/08/2013
ELI
eli/besluit/2013/08/13/2013000396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


13 AUGUSTUS 2013. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de telematica en de daaruit voortvloeiende profielvereisten


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2002 pub. 30/04/2002 numac 2002000334 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten sluiten houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, artikel 68;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, artikel VII.III.9, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/09/2008 pub. 09/10/2008 numac 2008000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen inzake de mandaten bij de politiediensten sluiten;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 317/6 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 27 februari 2013;

Gelet op het advies van de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer, gegeven op 25 maart 2013;

Gelet op advies nr. 53.246/2 van de Raad van State, gegeven op 22 mei 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Enig artikel. De functiebeschrijving van directeur van de directie van de telematica en de daaruit voortvloeiende profielvereisten worden in de bijlage bij dit besluit vastgesteld.

Brussel, 13 augustus 2013.

Mevr. J. MILQUET

Bijlage bij het ministerieel besluit van 13 augustus 2013 tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de telematica en de daaruit voortvloeiende profielvereisten Functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van directeur van de directie van de telematica I. FUNCTIEBESCHRIJVING WETTELIJK EN REGLEMENTAIR KADER De directie van de telematica (hierna : de directie DST) is een centrale directie van de federale politie. Ze hangt rechtstreeks af van de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer (artikel 16, eerste lid, 11°, koninklijk besluit van 14 november 2006).

De directie DST is onder meer samengesteld uit de : - afdeling Personeelsbeleid, Logistiek en Financiën (DTSP); - afdeling Kwaliteit & Communicatie (DTQC); - afdeling van de gecentraliseerde informatica (DTTC); - afdeling van de gedecentraliseerde informatica (DTTD); - afdeling van de netwerken (DTTN); - afdeling van de ontwikkeling van de toepassingen (DTAD); - afdeling van het service center (DTSC); - afdeling van de radiocommunicatie (DTRC).

Het ambt van directeur DST betreft een mandaatambt van categorie 3. De aanwijzing geschiedt door de Koning voor een telkens hernieuwbare termijn van 5 jaar.

INHOUD VAN DE FUNCTIE A. De directeur DST oefent zijn mandaat uit in overeenstemming met de opdrachtbrief waarin de te bereiken doelstellingen van het mandaat zijn vervat en de ter beschikking gestelde middelen met dewelke de doelstellingen moeten worden nagestreefd (artikel 72 van de wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2002 pub. 30/04/2002 numac 2002000334 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten sluiten houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten).

B. De directeur DST legt rechtstreeks rekenschap af aan de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer.

C. De directie DST, rekening houdend met de werkingsprincipes van DGS : ? bepaalt, in overleg met de commissaris-generaal, de Vaste Commissie van de lokale politie en de directeurs-generaal van de federale politie en in overeenstemming met de program manager van het luik informatie/informatica van het nationaal veiligheidsplan, het ICT-beleid ten behoeve van de geïntegreerde politie door de opmaak van een meerjaren beleidsplan, raamt de kosten en beoordeelt de nodige middelen ter uitvoering van dat beleid; ? verzekert, op basis van de functionele behoeften van de gebruikers, de beschrijving, de ontwikkeling of de aankoop, de realisatie, de ingebruikstelling, het beheer en gebruik van de in het beleidsplan bepaalde informaticasystemen, zowel inzake operationele als niet-operationele gegevens, ten behoeve van de geïntegreerde politie; ? verzekert de beschrijving, de ontwikkeling of de aankoop, de ingebruikstelling, het beheer en de exploitatie van de ICT-middelen en de radiocommunicatie (zowel diensten als systemen) van de federale politie die de hierboven vermelde informaticasystemen ondersteunen, en in het bijzonder : - de data- en communicatienetwerken van de geïntegreerde politie; - de database management systemen; - de telefoniesystemen; - de communicatieprocedures en het communicatieplan voor het gebruik van de radio's. ? bepaalt, in overleg met de commissaris-generaal, de Vaste Commissie van de lokale politie en de directeurs-generaal van de federale politie, het kader van beheer en gebruik van die systemen op het vlak van ICT en verzekert de beveiliging van de elektronische gegevens, van de infrastructuur en van de informaticasystemen van de politie op basis van het veiligheidsbeleid dat bepaald werd bij het implementeren, superviseren en beheren van de nodige veiligheidssystemen en bij het vaststellen van het beleid, de procedures en de nodige technische richtlijnen; ? bepaalt de te hanteren technische normen in het kader van de ontwikkeling, de technische protocollen, de interfacesystemen en informaticanetwerken en de informaticaveiligheid; ? verzekert de noodzakelijke opleiding of informatie voor het gebruik van de informaticamiddelen die ter beschikking staan van de gebruikers en staat in voor een ondersteunende dienst teneinde de beschikbaarheid, de hoge kwaliteit en de werking van de informaticasystemen binnen de federale en lokale politie te waarborgen.

D. De directeur DST geeft leiding aan ongeveer 400 personeelsleden van het operationeel en van het administratief en logistiek kader van de politiediensten en staat in voor het beheer van een variabel aantal externe adviseurs.

I. FUNCTIEPROFIEL ALGEMENE KENNIS 1. Een grondige kennis bezitten van de organisatie, de werking, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst.2. Een voldoende kennis bezitten van : ? de verschillende domeinen van de telematica; ? de basisprincipes van informaticasystemen; ? de beheersmethodologie van informaticaprojecten; ? een framework voor het beheer van een informatica-infrastructuur; ? operatiesystemen (operating systems), databasesystemen, informaticanetwerken en beschermingsprincipes van informaticasystemen en netwerken; ? het ontwikkelingsproces en de invoering van informaticaproducten; ? de regelgeving inzake overheidsopdrachten; ? de begroting en het begrotingsrecht, met name inzake vastleggingen, vereffening en ordonnancering; ? de principes van het logistieke beheer; ? de principes van projectmanagement; ? de principes van personeelsmanagement. 3. Naargelang van het geval, de functionele kennis bezitten van de tweede landstaal of voldoen aan de voorwaarden voor het tweetalig kader. INZICHT 4. Voldoende inzicht hebben in de statutaire en budgettaire mogelijkheden, beperkingen en processen.5. Voldoende inzicht hebben in het concept van informatiegestuurde politiezorg. VAARDIGHEDEN 6. Vermogen bezitten tot plannen, het stellen van prioriteiten en het verdelen van de middelen derwijze dat de goede uitvoering van de opdrachten van de directie DST kan verzekerd worden.7. Innoverend vermogen en zin voor initiatief bezitten.8. Dankzij de ter beschikking gestelde middelen, de door de overheden en de wet opgelegde opdrachten kunnen uitvoeren (of laten uitvoeren).9. Vermogen bezitten om de doelstellingen na te streven binnen de mogelijkheden en beperkingen en om met concurrerende verwachtingen van partners om te gaan.10. Vermogen bezitten om hedendaagse managementconcepten te kaderen, te begrijpen en toe te passen.11. Vermogen bezitten tot strategisch, procesmatig en transversaal denken.12. Vermogen bezitten om een dienst te organiseren met centrale en gedeconcentreerde componenten en een regelmatige opvolging van de doelstellingen en een performant beheer van de middelen te verzekeren (ook logistiek).13. Medewerkers kunnen leiden, begeleiden en motiveren, betrokkenheid kunnen creëren en kunnen delegeren.14. Besluitvaardig zijn en verantwoordelijkheid kunnen nemen.15. Voeling hebben voor risicobesef.16. Voeling hebben voor het cruciaal belang van het afleveren van kwaliteitsproducten. ATTITUDES 17. Doordrongen zijn van de gedachte van de kwaliteit en de meerwaarde van informatisering en telematica en voor de promotie ervan zorgen.18. Doordrongen zijn van het concept van de geïntegreerde werking, van de complementariteit van de beide componenten van de geïntegreerde politie en van de verantwoordelijkheid van de directie DST ten aanzien van de federale politie en van de korpsen van de lokale politie.19. Gericht zijn, zowel anticipatief als reactief, op de voortdurende verbetering van het eigen functioneren en van het functioneren van de directie DST als een lerende organisatie.Zekerheden in vraag durven stellen en zoeken naar oplossingen. 20. Permanent streven naar partnerschap en oog hebben voor klantgerichtheid en klantentevredenheid.21. Openstaan voor de problemen van alle interne en externe partners.22. Gezag bezitten en uitstralen.23. Bereid zijn tot overleg en onderhandeling, openstaan voor discussie en bereid zijn de eigen mening te herzien, luisterbereidheid tonen.24. Voortdurend zijn persoonlijk functioneren en het functioneren van de directie DST verbeteren en in deze open staan en bereid zijn om te leren.25. In volkomen transparantie rekenschap afleggen aan de bevoegde overheden.26. Veel belang hechten aan communicatie, zelfs in moeilijke omstandigheden. PERSOONLIJKE EIGENSCHAPPEN 27. Stressbestendig zijn, met een hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen.28. Duidelijk, transparant en overtuigend kunnen communiceren.29. Bijzonder integer zijn.Onpartijdig kunnen oordelen en zich onpartijdig kunnen opstellen. 30. Discreet aangelegd zijn.31. Een grote beschikbaarheid bezitten.32. Diplomatisch staan tegenover zijn klanten. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 13 augustus 2013 tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de telematica en de daaruit voortvloeiende profielvereisten.

Mevr. J. MILQUET

^