Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 januari 2003
gepubliceerd op 21 januari 2003

Ministerieel besluit houdende de goedkeuring van het programma van het jaarlijks vergelijkend examen tot rangschikking van kandidaat-notarissen

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2003009040
pub.
21/01/2003
prom.
13/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/13/2003009040/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JANUARI 2003. - Ministerieel besluit houdende de goedkeuring van het programma van het jaarlijks vergelijkend examen tot rangschikking van kandidaat-notarissen


De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, inzonderheid op artikel 39, § 2, opnieuw opgenomen bij de wet van 4 mei 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 november 2002, Besluit :

Artikel 1.Het programma van het vergelijkend jaarlijks examen tot rangschikking van kandidaat-notarissen, bedoeld in artikel 39, § 2, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, dat werd opgesteld door de verenigde benoemingscommissies van het notariaat op 27 september 2002 dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 13 januari 2003.

M. VERWILGHEN

JAARLIJKS VERGELIJKEND EXAMEN VOOR DE RANGSCHIKKING VAN KANDIDAAT-NOTARISSEN PROGRAMMA A . De schriftelijke en mondelinge proeven zullen over de volgende onderwerpen handelen : 1° het notarieel recht als dusdanig, met inbegrip van de deontologie en de notariële boekhouding;2° de volgende juridische materies met betrekking tot het notariaat : a .het personenrecht (natuurlijke en rechtspersonen), zakenrecht, erfrecht, schenkingen en testamenten, het verbintenissen-recht, de overeenkomsten, het huwelijksvermogensrecht en de zekerheden; b . het handelsrecht, het vennootschapsrecht, het economisch recht en het financieel recht; c . het gerechtelijk recht; d . het publiek, het administratief recht en het milieu-recht; e . het fiscaal recht; f . het agrarisch recht; g . het internationaal privaatrecht; 3° de menselijke aspecten in contacten met cliënten, het publiek in het algemeen, administraties, aanverwante beroepsbeoefenaars, alsmede collega's;4° de bekwaamheid in : a .het voorstellen van billijke en juridische geschikte oplossingen; b . het beheer van een notariskantoor, de werkorganisatie ervan en het vermogen om de activiteiten die erin ontwikkeld worden te controleren; c . het voorkomen van en bemiddelen bij conflicten tussen cliënten, tussen deze laatsten en medewerkers van een notaris, alsmede tussen medewerkers onderling.

B. De schriftelijke proef zal bestaan uit meerkeuzevragen, vragen waarop een bondig antwoord wordt gevraagd, verbetering van akten of delen van akten, praktische gevallen, consultaties en het opstellen van clausules.

De mondelinge proef zal bestaan uit een onderhoud met de leden van de Benoemingscommissie die het vrij staat de kandidaat over het volgende te ondervragen : a . zijn visie omtrent het notarisberoep, zijn motivaties voor een carrière in het notariaat, alsook de ervaring opgedaan sinds het afstuderen aan de universiteit; b . antwoorden op theoretische of praktische vragen omtrent punten 1° tot 4° hierboven en/of het verder uitdiepen van antwoorden van de schriftelijke proef.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 13 januari 2003 houdende de goedkeuring van het programma van het jaarlijks vergelijkend examen tot rangschikking van kandidaat-notarissen.

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^