Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 april 1999
gepubliceerd op 20 april 1999

Ministerieel besluit tot vaststelling van de minimale inhoud van de hulpverleningsovereenkomsten die opgesteld worden binnen de hulpverleningszones

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000259
pub.
20/04/1999
prom.
14/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/14/1999000259/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 APRIL 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de minimale inhoud van de hulpverleningsovereenkomsten die opgesteld worden binnen de hulpverleningszones


De Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid, Gelet op het koninklijk besluit van 11april 1999 tot bepaling van de modaliteiten inzake het creëren en de werking van de hulpverleningszones, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 17 februari 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, van 23 februari 1999;

Gelet op het protocol nr. 99/02 van 26 februari 1999 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat vanaf 1999 het begrotingskrediet voor de subsidiëring van brandweermaterieel jaarlijks met 100 miljoen frank wordt verhoogd op voorwaarde dat er zou gestart worden met de vorming van intergemeentelijke brandweerzones om een efficiëntere besteding van de beschikbare financiële middelen te bekomen; dat daartoe een wetgevend initiatief werd genomen dat resulteerde in de wet van 28 februari 1999 tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, goedgekeurd door de Kamer van volksvertegenwoordigers op datum van 28 januari 1999, wet die eerstdaags in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd; dat voor de realisatie van deze wet en voor de verdeling van de beschikbare kredieten 1999 via het nieuwe systeem van de zones het evenwel dringend noodzakelijk is dat deze zones kunnen opgestart worden en dat daartoe eerst dit uitvoeringsbesluit gepubliceerd dient te worden vermits vooraleer de zones effectief werkzaam zullen zijn in iedere zone een hulpverleningsovereenkomst dient opgesteld te worden waarvan de minimale inhoud wordt vastgesteld door dit besluit; dat het bijgevolg onverwijld noodzakelijk en verantwoord is om de hoogdringendheid in te roepen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 maart 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluiten :

Artikel 1.In de hulpverleningsovereenkomst moeten verplicht opgenomen zijn : 1° De organisatie van de hulpverlening en van de versterkingen tussen de brandweerdiensten van de zone, ook in het kader van de rampenplannen, om tot een meer efficiënte hulpverlening te komen;dit op basis van een analyse van de voornaamste risico's en van de beschikbare hulpmiddelen binnen de zone, alsook op basis van het aantal en de aard van interventies uitgevoerd door de brandweerdiensten van de zone; 2° De praktische afspraken om een gezamenlijke oefening te organiseren ofwel in de ganse zone ofwel voor een deelgebied van de zone.Die oefening moet minstens eenmaal per jaar plaatsvinden; 3° De praktische afspraken voor een overleg over brandvoorkoming met het oog op een eenvormige werkwijze en voor de uitwisseling van adviezen bij brandpreventiedossiers;de praktische afspraken om de werklast te verdelen inzake specialisatie in welbepaalde domeinen van de brandpreventie; 4° De praktische afspraken voor de samenwerking met de permanente eenheid van de Civiele Bescherming die territoriaal bevoegd is voor het grondgebied van de zone, met het oog op de optimalisatie van de samenwerking tussen deze hulpdiensten;5° De praktische afspraken om de aankopen van brandweermaterieel in zonaal verband te bespreken en hieruit voorstellen tot rationalisatie te formuleren alsook adviezen aan de gemeentebesturen inzake prioritaire aankopen;de praktische afspraken om een gezamenlijk advies te formuleren voor het programma voor de aankopen van brandweermaterieel met staatstussenkomst aan het provinciaal coördinatiecomité.

Art. 2.De minimum inhoud van de hulpverleningsovereenkomst kan aangevuld worden, onder andere voor wat de organisatie van gespecialiseerde teams en het gecentraliseerde onderhoud van bepaalde types van materieel betreft.

Brussel, 14 april 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS

^