Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 april 2006
gepubliceerd op 04 mei 2006

Ministerieel besluit tot toekenning van financiële hulp en tot vaststelling van de modaliteiten om een overeenkomst af te sluiten betreffende de preventie van druggerelateerde maatschappelijke overlast en de lokale coördinatie van initiatieven inzake drugsverslaving

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2006000320
pub.
04/05/2006
prom.
14/04/2006
ELI
eli/besluit/2006/04/14/2006000320/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 APRIL 2006. - Ministerieel besluit tot toekenning van financiële hulp en tot vaststelling van de modaliteiten om een overeenkomst af te sluiten betreffende de preventie van druggerelateerde maatschappelijke overlast en de lokale coördinatie van initiatieven inzake drugsverslaving


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 1, § 2quater, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994 en 25 mei 1999;

Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999 en 22 december 2003;

Gelet op de op 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, in het bijzonder de artikels 55 tot en met 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2005 tot toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten in het kader van een overeenkomst betreffende de preventie van druggerelateerde maatschappelijke overlast en de lokale coördinatie van initiatieven inzake drugverslaving;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 9 maart 2006;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Toekenning van de financiële toelage

Artikel 1.In onderhavig besluit moet onder « contract » of « drugplancontract » worden verstaan : de overeenkomsten betreffende de preventie van druggerelateerde maatschappelijke overlast en de lokale coördinatie van initiatieven inzake drugsverslaving, die in het koninklijk besluit van 17 januari 2005 bedoeld worden.

Art. 2.Voor het afsluiten van een drugplancontract moeten de geselecteerde steden en gemeenten vóór 15 april 2006 een contractvoorstel indienen, dat beantwoordt aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden : 1° het voorstel wordt ingediend aan de hand van formulieren die ter beschikking worden gesteld door de FOD Binnenlandse Zaken en die naar behoren worden ingevuld;2° de aanvragen betreffende het opstarten van nieuwe projecten worden gemotiveerd door de uitvoering van een lokale diagnostiek. Voor de uitvoering van deze diagnostiek, dienen de steden en gemeenten : 1° een korte omgevingsanalyse te geven van de verschillende beschikbare gegevens;2° de problematieken te definiëren door bijzondere aandacht te schenken aan de gegevens die afkomstig zijn van de politiële criminaliteitsstatistieken en van de veiligheidsmonitor;3° te zorgen voor overeenstemming met de andere lokale plannen die betrekking hebben op de preventie en/of veiligheid, inzonderheid de zonale veiligheidsplannen, de buurt- en preventieplannen, de Contracten Grootstedenbeleid, het Stedenfonds, de socio-preventieve projecten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Stadsmonitoren en algemene omgevingsanalyses;4° de doelstellingen voor de vastgestelde problematiek(en) te formuleren.

Art. 3.Er wordt voorrang verleend aan de preventieprojecten die op één of meer van de volgende criminaliteitsvormen gericht zijn : 1° maatschappelijke overlast;2° drugsbestrijding.

Art. 4.Een financiële toelage wordt toegekend als tussenkomst in de kosten die voortkomen uit de uitvoering van de drugplancontracten. De bedragen in bijlage 1 worden toegekend aan de volgende steden en gemeenten : Aarlen, Andenne, Aubange, Aywaille, Bastenaken, Beauraing, Beringen, Borgworm, Ciney, Comblain-au-Pont, Etalle, Flémalle, Geel, Heusden-Zolder, Jette, Lanaken, Maasmechelen, Marche-en-Famenne, Mol, Moeskroen, Rochefort, Roeselare, Sambreville, Spa, Theux, Tongeren, Tubeke, Walcourt en Wezet.

Het bedrag van de toelage mag niet overschreden worden.

Art. 5.Deze uitgave wordt ondergebracht bij het overeenkomstig begrotingsartikel, dat ingesteld werd krachtens artikel 1, § 2quater, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen.

Art. 6.De financiële toelage wordt toegekend voor 1 jaar. Zij wordt gegarandeerd voor het jaar 2006, binnen de perken van de beschikbare kredieten.

Art. 7.In geval van niet-naleving van een of meer bepalingen van het contract, behoudt de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde zich de mogelijkheid voor de toegekende toelage hetzij op te schorten en/of te beperken, hetzij deze geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. HOOFDSTUK II. - Aanwending van de toelage en betalingsmodaliteiten Afdeling 1. - Verdeling van de toelage

Art. 8.De toelage wordt verdeeld over 3 enveloppen, die onderworpen zijn aan de in Afdeling 2 - Aanwending van de toelage vermelde regels en beginselen.

Het bedrag van deze enveloppes wordt bepaald, binnen de limieten van de toegekende globale toelage : 1° op basis van de door de steden en gemeenten ingediende behoorlijk gemotiveerde voorstellen voor de verdeling van de begroting;2° met inachtneming van de artikelen 2 en 3. Een maximum van 5 % van de globale toelage kan bestemd worden voor de realisatie van investeringen in het kader van de uitvoering van het contract.

Art. 9.De 3 in het contract voorziene enveloppen liggen vast. Zij mogen niet overschreden worden. Verschuivingen zijn niet toegestaan, tenzij voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Minister van Binnenlandse Zaken of van zijn afgevaardigde.

In dat geval kan uitzonderlijk, op basis van een volgens de regels gemotiveerde aanvraag, een spoedprocedure toegepast worden. De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich de opportuniteit voor om de ingeroepen motivering, evenals de dringende en uitzonderlijke aard van elke in dit kader ingediende aanvraag, te beoordelen. Afdeling 2. - Aanwending van de toelage

Art. 10.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het annaliteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december 2006 toegestane en vastgelegde uitgaven zullen in die zin in overweging genomen worden bij de afrekening en dus worden op het contract aangerekend worden.

Art. 11.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het bestemmingsbeginsel der kredieten.

Onder bestemming wordt verstaan het feit dat de toegekende kredieten worden ingedeeld in categorieën van uitgaven voor het contract in zijn geheel, met name in personeelskosten, werkingskosten en investeringen.

De personeelskosten geven alle kosten weer die de werkgever draagt voor de indienstneming van het in het kader van het contract aangeworven personeel.

De werkingskosten omvatten de administratiekosten, de reiskosten, de actiemiddelen die nodig zijn voor de uitvoering van de in het kader van het contract ontwikkelde projecten en initiatieven.

De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die gelijk aan of hoger dan 100 EUR is en waarvan het betrokken voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft.

Art. 12.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komen der uitgaven.

Onder in aanmerking komende uitgaven wordt verstaan de uitgaven die door dit besluit worden geïnventariseerd of waarin door middel van een contract of afwijkend schriftelijk akkoord wordt voorzien. De lijst met de aanvaardbare uitgaven bevindt zich in bijlage 2.

Art. 13.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven.

Onder opportuniteit wordt verstaan het verband dat gelegd kan worden tussen de gedane uitgave en de verwezenlijking van de in het contract voorziene acties/projecten.

Art. 14.De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich het recht voor om de gehele of gedeeltelijke uitgave van het bedrag te weigeren in geval van niet-naleving van de artikelen 10 tot 13. Afdeling 3. - Betalingsmodaliteiten

Art. 15.De betaling van de financiële toelage gebeurt in schijven.

Een eerste schijf van 70 % van het totale bedrag wordt als voorschot gestort.

Art. 16.De tweede schijf of het verschuldigde resterende saldo wordt gestort na afloop van het contract en na een grondige controle van de uitgaven.

Art. 17.De terugvordering van de na grondige controle van de uitgaven vastgestelde onverschuldigde bedragen gebeurt na beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken of van zijn afgevaardigde, en volgens de voorwaarden die in de artikelen 18 tot 22 worden vermeld. HOOFDSTUK III. - Controlemechanismen

Art. 18.§ 1. De steden en gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier in te dienen. § 2. Elke voorgelegde uitgave moet vergezeld worden van een bewijsdocument en een betalingsbewijs.

Onder bewijsdocumenten verstaat men : de facturen die uitgaan van externe leveranciers, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen. Die documenten kunnen ofwel de originele exemplaren zijn, ofwel kopieën; in dit geval moeten zij volledig en leesbaar zijn.

Onder betalingsbewijs verstaat men : de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorzien document of, bij gebrek daaraan, een verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin op duidelijke en volledige wijze het geheel van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden. Kopieën van een betalingsopdracht of -bevel hebben geen enkele bewijswaarde.

Art. 19.§ 1. Het dossier is samengesteld uit drie delen : 1° Het overzicht van de uitgaven dat ter beschikking gesteld wordt van de FOD Binnenlandse Zaken via de speciaal hiervoor bestemde website van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid.Elke door de stad of gemeente aangestelde verantwoordelijke krijgt beveiligde toegangscodes, waardoor de vertrouwelijkheid van de gegevens wordt gewaarborgd, en tevens een handleiding voor de webtoepassing. 2° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de personeels- en investeringsuitgaven, die, gerangschikt per in het contract opgenomen project, en die per brief of per drager aan de FOD Binnenlandse Zaken worden bezorgd.De lijst der vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlage 3. 3° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de werkingskosten, die in de steden en gemeenten worden bijgehouden en die ter beschikking van de FOD Binnenlandse Zaken worden gehouden. § 2. De drie delen worden ten laatste op 31 maart 2007 verzonden naar de FOD Binnenlandse Zaken of te zijner beschikking gesteld.

Art. 20.§ 1. De FOD Binnenlandse Zaken voert een grondige controle uit van de onderdelen van het financiële dossier dat door de steden en gemeenten wordt ingediend. § 2. Men onderscheidt twee soorten controles : 1° De controle door de financiële cel van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid. Deze heeft betrekking op : a) de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten. Een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in artikel 18 vermelde voorwaarden worden nageleefd en het deel uitmaakt van de stukken in bijlage 3 voorgeschreven documenten. b) de naleving van de voorwaarden van de artikelen 10 tot en met 14 van onderhavig besluit.2° De controle in de stad of gemeente zelf, die betrekking heeft op het effectief plaatshebben van de uitgaven en hun daadwerkelijk verband met de projecten van het overeenstemmende contract.Deze controle gebeurt steekproefgewijs op de verschillende kostencategorieën.

Art. 21.De FOD Binnenlandse Zaken kan bijkomende informatie kan vragen. Het niet bezorgen van de gevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.

Art. 22.Na afloop van de controle ontvangt elke stad of gemeente een voorlopige afrekening en beschikt ze over maximum vier weken om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegestane bedragen, haar argumenten voor te leggen.

Na die termijn, of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de FOD Binnenlandse Zaken een definitieve afrekening op, die aanleiding geeft tot de betaling van het verschuldigde resterende saldo of tot de terugvordering van het teveel geïnde bedrag. HOOFDSTUK IV. - Eindbepaling

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Gegeven te Brussel, 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 1 Bedragen van de voor de drugplancontracten toegekende financiële hulp 2006 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 2 Lijst der in aanmerking komende uitgaven PERSONEELSKOSTEN 1. Algemeen De personeelskosten verwijzen naar de loonkosten of elke andere kost die door de werkgever worden gedragen voor de indienststelling van het in het kader van het contract aangeworven personeel.Hierbij zijn inbegrepen : de premies (tweetaligheidspremie, vergoeding voor onregelmatige prestaties en overuren) en de sociale bijdragen en dat rekening houdend met het toegekende forfaitaire bedrag. De personeelskosten omvatten niet het uniform, het materieel en de bijzondere vergoedingen zoals de reiskosten (behalve de kosten van het contractpersoneel voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer - trein, tram, bus, metro - en dat ten belope van het bedrag dat overeenstemt met de wettelijke tussenkomst van de werkgever) en de ontslagkosten. 2. Bijzonderheden 2.1. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en opportuniteit van de aanwerving De loonkosten van personen waarvan de indiensttreding niet kan worden gerechtvaardigd door een opportuniteitsverband met de uitvoering van de in het contract voorziene projecten, kunnen niet ten laste worden genomen. 2.2. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en statuten De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in de personeelskosten betreft : a) het geheel van personeelsleden die door de gemeente/stad zijn aangeworven.In dit geval zijn alleen de in het kaderbesluit van 17 januari 2005 voorziene forfaitaire maximumbedragen van toepassing.

Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden; b) het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door een vzw of elke andere dienst/instelling die over eigen rechtspersoonlijkheid beschikt (overdracht van de aan het contract toegekende middelen).In dit geval zijn alleen de in het kaderbesluit van 17 januari 2005 voorziene forfaitaire maximumbedragen van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden. c) het geheel van personeelsleden die aangeworven of tewerkgesteld zijn in het kader van vervangingscontracten of interimcontracten.In dit geval zijn alleen de in het kaderbesluit van 17 januari 2005 voorziene forfaitaire maximumbedragen van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden.

De aanwerving van personeel geeft aanleiding tot de toekenning van een maximale forfaitaire tegemoetkoming ter dekking van de reële lasten waarmee de gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies (bijv. : GESCO-premie), toelagen (bijv. : werkuitkering) of bijzondere vrijstellingen (bijv. van een gedeelte van de werkgeversbijdrage) die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.

Worden niet beschouwd als personeelskosten : - de aan de inwerkingtreding van de artikelen 60 (prestaties) verbonden kosten; - de aan de bezoldiging van studenten en jobstudenten verbonden kosten; - de aan punctuele diensten in het kader van de tewerkstelling van PWA-personeel verbonden kosten; - de aan de indiensttreding van dienstverleners (bijv. : consultants, deskundigen, sprekers op colloquia/seminaries) verbonden kosten.

Deze worden dientengevolge aangerekend op de enveloppe werkingskosten. 2.3. Berekening van de forfaitaire bedragen De toegekende forfaitaire bedragen worden proportioneel berekend : - in verhouding tot het aantal gepresteerde dagen en maanden (1); - in verhouding tot de werktijden; - en in verhouding tot het kwalificatieniveau voor de aanwerving van de persoon 2.4. Vervanging van een personeelslid wegens ziekte of zwangerschapsverlof of wegens elke ander vorm van langdurig verlof Indien een krachtens een drugplancontract tewerkgesteld personeelslid tijdens het contractjaar gedurende lange tijd afwezig is (wegens ziekte, zwangerschapsverlof of elke andere vorm van langdurig verlof), dan bestaat de mogelijkheid om die persoon te vervangen.

In alle gevallen blijft de financiële tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken beperkt tot de in het koninklijk besluit van 17 januari 2005 voorgeschreven weddenschalen.

Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.3. 2.5. Omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling in het kader van een loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof of andere omstandigheden De omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling is toegestaan in de loop van het begrotingsjaar. Hetzelfde geldt voor het invullen van de vrijgekomen deeltijdse betrekking.

De eventueel aan de uitsplitsing van de betrekkingen verbonden meerkost blijft ten laste van de gemeente.

Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.3.

WERKINGSKOSTEN De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die in deze lijst niet voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden. 1. Administratiekosten De administratiekosten dekken tegelijk de gewone kosten die veroorzaakt worden door de werking van een beheerssecretariaat evenals de opleidings- en zendingskosten en de uitgaven die er verband mee houden. Zo verstaat men onder administratiekosten : - postzegels (enkel voor de briefwisseling van de preventiedienst); - telefoonkosten : - vaste lijnen : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken; - mobiele telefoons : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken, voorafbetaalde kaarten - internet : abonnement, gebruik en activering; - abonnementen en aankoop van vakliteratuur; - kantoorbenodigdheden; - opleidingskosten : de deelnamekosten voor studiedagen of andere opleidingen kunnen ten laste genomen worden op voorwaarde dat die uitgaven verbonden zijn aan opleidingen die kunnen bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van een project van het contract. De kosten die op die wijze worden gemaakt, worden bij voorrang toegestaan voor de personeelsleden die door de Minister van Binnenlandse Zaken betoelaagd worden. Niettemin komen de opleidingskosten van het personeel dat aan in het contract betoelaagde projecten verbonden is, in aanmerking en dat op voorwaarde dat de gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien de tewerkstelling gefinancierd wordt met een toelage van een andere overheid, blijven de opleidingskosten ten laste van de gemeente, maar zij kunnen, in voorkomend geval op het contractbudget aangerekend worden, mits voorlegging van een gemotiveerde nota (die bij de afrekening wordt gevoegd) en op uitdrukkelijke voorwaarde dat de subsidiërende overheid die die betrekkingen financiert, de tenlasteneming door de gestorte toelage van de opleidingskosten van die personeelsleden, niet toestaat ( of niet dekt). De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich evenwel het recht voor om de relevantie van de gegeven motivering te beoordelen; - de inschrijvingskosten voor het Europees Forum; - de verblijfskosten tijdens niet-residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten; - de verblijfskosten tijdens residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten in België; - de kosten voor buitenlandse opdrachten (inschrijvingskosten, vervoerskosten, logies en maaltijden). Een verklarende nota moet bij de bewijzen gevoegd worden : daarin wordt het onderwerp van de opdracht gepreciseerd en de deelname van het personeel gemotiveerd; - parkeerkosten bij reizen; - drank- en/of maaltijdkosten en dat enkel tijdens langdurige vergaderingen, bijzondere prestaties (avondprestaties, contactnamebudget voor straathoekwerkers ...); iedere onkostennota moet vergezeld worden door een nota met omstandige uitleg. 2. Reiskosten 2.1. Algemeen Enkel de reiskosten van het personeel, dat aangeworven wordt in het kader van het contract en betoelaagd wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken, en dat nodig is voor de uitwerking van het project of van één van zijn aspecten, kunnen op het toegekende budget worden ingebracht.

De reiskosten voor het woon-werkverkeer komen niet in aanmerking. Zij dienen op de loonkosten ingebracht te worden. 2.2. Bijzonderheden De reiskosten die eigen zijn aan de coördinatie van het contract (drugplanverantwoordelijke, interne evaluator, administratieve en financiële coördinator) kunnen evenwel aanvaard worden op voorwaarde dat de gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien die betrekkingen door een andere subsidiërende overheid gefinancierd worden, blijven de reiskosten van het personeel ten laste van de gemeente en kunnen zij aanleiding geven tot subsidieaanvragen bij andere overheden.

Ook de reiskosten naar aanleiding van de deelname aan studie- of opleidingsdagen worden bij voorrang toegestaan aan personeel dat door de Minister van Binnenlandse Zaken betoelaagd wordt. De reiskosten van het personeel dat aan in het contract betoelaagde projecten verbonden is, komen alleszins in aanmerking, op voorwaarde dat de gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien die betrekkingen door een andere subsidiërende overheid gefinancierd worden, blijven de reiskosten ten laste van de gemeente en kunnen zij aanleiding geven tot een toelageaanvraag bij andere overheden.

Met uitsluiting van de reiskosten voor het woon-werkverkeer kunnen de reizen van het personeel van het contract in het kader van een actie ten laste van het contract genomen worden. Zij worden dan ingebracht op het budget van de actiemiddelen (vervoerskosten zoals de huur van een wagen) of op het budget van de reiskosten.

De reiskosten van personeel dat onder de bevoegdheid van een andere subsidiërende overheid valt, of het nu gaat om leden van de coördinatie of om leden van enige andere tussenkomende partij, en dat deelneemt aan de uitvoering van in het contract voorziene acties tot de verwezenlijking van de doelstellingen van een project van het contract kan bijdragen, kunnen dus als afwijking en onder voorbehoud van de indiening van een gemotiveerde verklarende nota (die aan de bewijzen wordt toegevoegd) worden ingebracht op de reiskosten/actiemiddelen van het contract. De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich evenwel het recht voor om de relevantie van de gegeven motivering te beoordelen. 2.2.2. Aanvaarde uitgaven : 2.2.1.1. voertuigen die via het contract gefinancierd worden en die uitsluitend ter beschikking van de Preventiedienst gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); - de verzekeringskosten van de voertuigen; - de onderhoudskosten van de voertuigen; - de herstellingskosten van de voertuigen; 2.2.1.2. gemeentevoertuigen die niet via het contract gefinancierd worden, maar uitsluitend ter beschikking van de Preventiedienst gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); - de verzekeringskosten van de voertuigen; 2.2.1.3. gemeentevoertuigen die niet via het contract gefinancierd worden en niet uitsluitend ter beschikking van de Preventiedienst of van één of meerdere diensten van het contract gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart) in verhouding tot het gebruik voor het contract; - de verzekeringskosten van de voertuigen in verhouding tot het gebruik voor het contract; of - de kilometervergoeding van de gemeentevoertuigen in verhouding tot het gebruik voor het contract (opdrachten); 2.2.1.4. Andere - de kilometervergoeding van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden; - de vervoersbewijzen. 2.2.2. Geweigerde uitgaven : - de onderhoudskosten van de gemeentevoertuigen die niet via het Contract worden gefinancierd; - de herstellingskosten van de gemeentevoertuigen die niet via het Contract worden gefinancierd; - de verzekeringskosten van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden, die voorritten bij de uitoefening van hun functie gebruikt worden. 3. Actiemiddelen 3.1. Algemeen De actiemiddelen zijn middelen die worden vrijgemaakt om de initiatieven te dekken die worden opgenomen in het drugplancontract en/of die niet reeds in de administratiekosten werden opgenomen. 3.1.1. Aanvaarde uitgaven : Algemeen - de telefoonkosten : - vaste lijnen : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken; - mobiele telefoons : abonnementen en gesprekken -beperking van de internationale gesprekken, vooraf betaalde kaarten; - Internet : abonnement, gebruik en activering; - de kosten voor de deelname aan activiteiten van het omkaderende personeel dat door de FOD Binnenlandse Zaken in het kader van het contract betoelaagd wordt; - de realisatie, verspreiding van sensibiliseringsmateriaal of andere uitgaven die verbonden zijn aan de organisatie van sensibiliseringsacties voor een doelpubliek; - het klein activiteitenmaterieel (voorbeelden : gezelschapsspelen, werken,...); - de huur en de lasten - water, gas, elektriciteit, brand - en diefstalverzekering en verwarming- van de lokalen van de preventiedienst of andere gedecentraliseerde diensten van het contract behalve gemeente-eigendom (2), en dat in verhouding tot de bezetting door de diensten die in het kader van het contract door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; - de lasten -water, gas, elektriciteit en verwarming- van de gemeentelijke lokalen (3) die door de gemeente ter beschikking gesteld worden aan de diensten, en dit in verhouding tot de bezetting door de diensten die in het kader van het contract door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; - de onderhoudskosten van de lokalen indien men een beroep doet op een extern (niet-gemeentelijk) schoonmaakbedrijf - een verklarende nota moet dan bij de ingediende bewijzen gevoegd worden; - de verwezenlijking en de publicatie van folders en brochures : de lokale adviseurs schenken bijzondere aandacht aan de productie van door de gemeenten voorgestelde sensibiliseringsmateriaal en zien er op toe dat er geen overlappingen zijn met het door het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid (VSP) ter beschikking gesteld ondersteuningsmateriaal; het gebruikte materiaal vermeldt de steun van het VSP met de woorden « Met de steun van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid - Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid » en bij voorkeur met het gebruik van het logo van het VSP en van de FOD Binnenlandse Zaken. De logo's zijn beschikbaar op het VSP; - de huur van zalen, stands, tenten voor de organisatie van evenementen; - de huur van demonstratiematerieel voor de organisatie van evenementen; - de huur van vervoermiddelen in het kader van een activiteit; - de huur van een kopieermachine, een telefoon-fax; - het onderhoud en herstel van materieel; - de cateringkosten tijdens interne vergaderingen of in het kader van het onthaal van het publiek (voor zover deze redelijk zijn en met uitzondering van de alcoholhoudende dranken); - de cateringkosten tijdens externe vergaderingen (voor zover deze redelijk zijn en met uitzondering van alcoholhoudende dranken); - de receptiekosten (catering en kosten in verband met de organisatie van een receptie, zoals bijvoorbeeld de huur van de zaal, de prestaties ...) tijdens activiteiten of feestelijkheden in het kader van plaatselijke preventie-initiatieven; voor die onkostencategorie is grote matigheid geboden en moet een verklarende nota bij de bewijzen worden gevoegd; - de representatiekosten (restauratie, contactnamebudget voor straathoekwerkers ... behoudens alcolholhoudende dranken) in het kader van de uitvoering van de activiteiten of van de projecten van het contract of nog in het kader van bijzondere prestaties; - de verfraaiing der lokalen (bijv. : behang, verf), op voorwaarde dat deze uitsluitend ter beschikking van het contractpersoneel worden gesteld of, in voorkomend geval, in verhouding tot de bezetting van de lokalen voor het contract; - de kosten voor deelname aan externe activiteiten, zowel voor het begeleidend personeel als voor de begunstigden (bijv. : inkom attractieparken, bioscoop, ijspiste, ...); - de leasing van wagens (op voorwaarde dat in het contract in die leasing wordt voorzien of mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur-generaal van de AD VPB of van de Voorzitster van het Directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken). De restwaarde die de aankoop van het voertuig mogelijk maakt, blijft ten laste van de gemeente en kan in geen geval door de FOD Binnenlandse Zaken ten laste genomen worden; - de renting van voertuigen (op voorwaarde dat in het contract in renting wordt voorzien of mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur-generaal van de Algemene Directie VPB of van de Voorzitster van het Directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken); - de apothekerskosten.

Bijzonderheden Sommige maatregelen die in het kader van de voorkoming van druggerelateerde maatschappelijke overlast worden gefinancierd, hebben, door hun aard, specifieke uitgaven tot gevolg.

Dientengevolge zullen de volgende kosten, bovenop of in afwijking van de algemene uitgaven die in deze richtlijnen worden aanvaard, en met inachtneming van de opportuniteitsband tussen die uitgaven en de gesubsidieerde maatregelen, op het contract ingebracht kunnen worden.

Straathoekwerk : Werking - Budget voor contactname : - voorbehoedsmiddelen; - materiaal in de vorm van stérifix-verpakking of andere kits voor druggebruikers,....; - koude of warme dranken en kleine catering bestemd voor het doelpubliek.

Psychosociaal werk - Kosten die verbonden zijn aan de acties voor sociaal administratief herstel.

Geweigerde uitgaven : - de huur van lokalen die de gemeente ter beschikking stelt en waarvan zij eigenaar is; - de huur van gemeentematerieel (b.v. kantoorgerief, informaticamaterieel, audiovisuele toestellen, kopieermachine ...) dat ter beschikking van het contract gesteld wordt; - de onderhoudskosten (schoonmaak) van de lokalen van de preventiedienst die de gemeente ter beschikking stelt en/of van de lokalen en de gedecentraliseerde diensten, behalve indien er een beroep moest worden gedaan op de diensten van bedrijven die niet van de gemeente afhangen (in dat laatste geval is een verklarende nota nodig); - de facturatie van uren die gepresteerd worden door gemeentepersoneel buiten het contract.

INVESTERINGEN 1. Algemeen De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die gelijk of hoger is dan 100 euro en waarvan het voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft. In het contract moeten de aard en het aantal van iedere investering, en tevens het totale bedrag van de investeringen waarin voor het begrotingsjaar wordt voorzien uitdrukkelijk vermeld worden.

Enkel de investeringen die opgenomen zijn in het kader van het contract of van een schriftelijk akkoord waarin van de aanvaarde uitgaven wordt afgeweken, op het contract worden aangerekend.

De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet voorkomen in deze lijst, te kunnen weigeren/aanvaarden. 2. Bijzonderheden 2.1. Uitgaven die aanvaard worden indien er in het contract in voorzien wordt of door middel van een afwijkend schriftelijk akkoord - de aankoop van audiovisueel materieel; - de aankoop of leasing en installatie van informaticamaterieel (bijv.

PC, printer, scanner, monitor, draagbare computer, graveertoestel voor CD-ROM, informaticalicenties en -programma's, USB-poort, hardware); - de aankoop en installatie van tele/radio-communicatie materiaal (telefooncentrale, GSM en wagenkit, vaste telefoon, internetmodem). De GSM-toestellen die aangekocht worden ter vervanging van verloren of gestolen toestellen blijven ten laste van de gemeente; - de aankoop van kantoormeubelen; - de aankoop van meubels voor de inrichting van gedecentraliseerde infrastructuren en diensten die door het contract gefinancierd worden; - de aankoop en installatie van (een) kopieermachine(s); - de aankoop en installatie van beveiligingsmaterieel voor de gedecentraliseerde lokalen van de diensten die via het contract gefinancierd worden; - de aankoop van tentoonstellingswanden, van stand(s), luifel(s) ...; - de aankoop van fietsen en bromfietsen met een cylinderinhoud van max. 50 cc; - de aankoop van promotiematerieel (bijv. : uitstalkast voor materieel); - de aankoop van elektrische huishoudtoestellen. De bestemming van het materieel moet uitdrukkelijk in de afrekening worden vermeld; - de investeringen verbonden aan de goede werking van de dienst (voorbeelden : koelkast, wasmachine, droogkast, bed, matras, kapstok, afwas ...) - In het exclusieve kader van de onthaal- en opvangcentra. 2.2. Geweigerde uitgaven : - de aankoop van auto's en moto's; - de aankoop, de verbouwing (voorbeelden : het vergroten, de installatie van sanitair, de installatie van centrale verwarming, de installatie van telefoonlijnen, de installatie van vloerbedekking, de aankoop van behang/gordijnen) of renovatie van gebouwen (voorbeelden : de vervanging van het dak, de vervanging van ramen, de vervanging van vloerbekleding); - de aankoop van materieel voor sportactiviteiten.

KREDIETEN DIE AAN EEN VZW OF ELKE ANDERE INSTELLING MET RECHTSPERSOONLIJKHEID OVERGEDRAGEN WORDEN Het is toegestaan om sommige voorziene middelen (personeelskosten, actiemiddelen, investeringen) ter beschikking te stellen van een VZW of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid, die voor de uitvoering van de in het contract bedoelde doeleinden zal instaan.

Daartoe dient de gemeente een overeenkomst af te sluiten met deze instelling, waarin de rechten en plichten van elke partij worden opgenomen.

De algemene beginselen van deze richtlijnen (aard van de uitgaven, voorafgaande vergunnings-/afwijkingsprocedures, ...) blijven echter volledig van toepassing. Daaruit vloeit voort dat de kosten, die het loon van het door een vzw of een andere instelling met rechtspersoonlijkheid aangeworven personeel dekken, evenals de werkingsmiddelen en investeringen van het/de project(en) respectievelijk op de enveloppen van de personeelskosten, werkingsmiddelen en investeringen van het contract aangerekend worden.

In dit geval is de gemeente eveneens verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de acties en het voorleggen van de bewijsdocumenten.

Bij niet-naleving van één of meerdere bepalingen van het drugplan-contract, behoudt de Minister van Binnenlandse Zaken zich de mogelijkheid voor ofwel de toegekende subsidie te schorsen en/of te verminderen, ofwel haar volledig of gedeeltelijk terug te vorderen.

Zo initiatieven aan een vzw of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid worden toevertrouwd, dienen de uitgewerkte acties en/of projecten conform te zijn met de overeenkomst die tussen de stad/gemeente en de Minister van Binnenlandse Zaken wordt afgesloten, met de ingediende financiële documenten evenals met de wetgeving inzake de controle op de toekenning en aanwending van bepaalde subsidies. De gemeente is de enige gesprekspartner van de FOD Binnenlandse Zaken en blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het contract en voor het voorleggen en motivering van het financieel dossier.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 3 Documenten die in het kader van de voorlegging van het financieel dossier moeten ingediend worden A. Personeelskosten - In geval van aanwerving van personeel in de loop van het referentiejaar wordt een kopie van het aanwervingscontract of van de aanwervings- of toewijzingsbeslissing bijgevoegd en in geval van ontslag (op initiatief van de werknemer of van de werkgever), een kopie van de betekening van de einddatum van het arbeidscontract. - Een samenvattende staat van de maandelijkse betalingen (document waarin de identiteit van de werknemer voorkomt, evenals diens maandelijkse loonkost voor de ganse periode van tewerkstelling) wordt meegestuurd voor ieder in het kader van het contract aangeworven persoon. - Iedere wijziging in de tewerkstelling (aantal gepresteerde uren, verlof zonder wedde, niet door loon gedekte ziekte,...) moet vermeld worden.

B. Werkingskosten en investeringen Algemeen : Voor elke voorgelegde uitgave wordt een bewijsdocument toegevoegd (zie bepalingen artikel 18. § 2). Indien de uitgave werd gedaan bij het begin of einde van het referentiejaar, moet ook een kopie van de bestelbon toegevoegd worden en/of een kopie van de beslissing van de Gemeenteraad of van het College.

Daarenboven dient voor iedere uitgave het overeenstemmende betalingsbewijs (zie artikel 18. § 2) toegevoegd te worden.

Bijzonderheden : Jobstudenten - PWA-personeel - Reiskosten - Verzekeringscontract - Leasing-/rentingcontract - Vervanging van gestolen materieel - Jobstudenten : de arbeidscontracten en de maandelijkse loonstaten (zie A) - PWA-personeel : kopie van de gebruikte chequeboekjes - Reiskosten : het betalingsbewijs evenals de reden van de reis 1° Openbaar vervoer : kopie van de vervoersbewijzen die het mogelijk maken de dag van gebruik te identificeren.2° Privé-voertuig : maandelijkse staten van de verrichte kilometers en de per km betaalde prijs.3° Dienstvoertuig : collegebeslissing voor het ter beschikking stellen van het voertuig, samen met een omstandige nota, de naam van het personeelslid, maandelijkse staten van de afgelegde kilometers.4° Tankkaart : de factuur van de leverancier met identificatie van het voertuig en de eigenaar ervan, maandelijkse staten van de afgelegde kilometers. - Verzekeringscontracten voertuigen : kopie van het verzekeringscontract. - Leasing-/rentingcontract : kopie van het contract of de overeenkomst evenals van de premies (vervaldagberichten). -Vervanging van gestolen materiaal : kopie van het proces-verbaal dat door de politie werd opgesteld in het kader van aangifte van diefstal.

C. Aan VZW's of aan elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid overgedragen kredieten Wat de kredieten betreft die aan een VZW worden overgedragen, komen enkel de volgende documenten in aanmerking : - een kopie van het protocolakkoord waarin de rechten en plichten van de partijen zijn opgenomen en waarin de modaliteiten voor de overdracht van het budget worden bepaald; - de schuldvordering van de VZW; - het bewijs van de overschrijving van de overgedragen budgetten; - een verklaring van de burgemeester waaruit blijkt dat de verbintenissen die in het protocol voorkomen in de loop van het contractjaar werden nageleefd en dat alle in het kader van het contract ontvangen middelen in overeenstemming met de bewoordingen en doeleinden van het contract aangewend werden. Aan die verklaring wordt het activiteitenverslag van de VZW toegevoegd. * inzake de aanwerving van personeel (dat door de gemeente gedetacheerd wordt of door de VZW aangeworven wordt), dient de gemeente zich te schikken naar de richtlijnen inzake de loonkosten; * inzake de werkingskosten en de investeringen moeten de VZW's de richtlijnen betreffende de administratiekosten, reiskosten, actiemiddelen en investeringen naleven.

De gemeente blijft verantwoordelijk voor de voorlegging en de motivering van het financieel dossier jegens de betoelagende instantie.

De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich het recht voor een steekproefgewijze controle uit te voeren op de bewijsdocumenten die het deel van zijn subsidies betreffen die aan een VZW of aan iedere andere instelling met rechtspersoonlijkheid werden overgedragen.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Berekening van de dagen in 365ste :, waarbij de weekends, verlofdagen, ziekteverloven (tot 28, 30 of 31ste dag in geval van langdurige ziekte ...) gelijkgesteld worden met de gepresteerde dagen. (2) Onder gemeente-eigendom moet worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente /stad behoort. (3) Onder gemeentelijke gebouwen of lokalen moet worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente/stad behoort.

^