Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 december 2001
gepubliceerd op 29 december 2001

Ministerieel besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving inzake justitie

bron
ministerie van justitie
numac
2001010116
pub.
29/12/2001
prom.
14/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/14/2001010116/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving inzake justitie


De Minister van Justitie, Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 428ter, § 4, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 en laatst gewijzigd bij de wet van 4 juli 2001;

Gelet op de wet van 1 juni 1849 over de herziening der tarieven van gerechtskosten in strafzaken, gewijzigd bij de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen;

Gelet op de wet van 15 mei 1998 houdende bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de Richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft en van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot wijziging van de artikelen 428bis tot 428decies van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de Richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, inzonderheid op de artikelen 50, 51 en 62;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 maart 1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 augustus 1988 genomen ter uitvoering van artikelen 66, 67 en 85 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 28 december 1950;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 december 1998 tot vaststelling van het inschrijvingsgeld te betalen door de onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie die in België het beroep van advocaat wensen uit te oefenen;

Overwegende dat de bedragen gespecificeerd in de artikelen 50, 51 en 62 van het ministerieel besluit van 11 maart 1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, transparant moeten blijven;

Overwegende dat het bedrag gespecificeerd in artikel 1 van het ministerieel besluit van 4 augustus 1988 genomen ter uitvoering van artikelen 66, 67 en 85 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 28 december 1950, transparant moet blijven;

Overwegende dat het bedrag gespecificeerd in artikel 1 van het ministerieel besluit van 1 december 1998 tot vaststelling van het inschrijvingsgeld te betalen door de onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie die in België het beroep van advocaat wensen uit te oefenen, transparant moeten blijven;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 december 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, aansluitend bij de aanpassing van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, eveneens de ministeriële besluiten van 11 maart 1986 en 4 augustus 1988, beide genomen in uitvoering van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, dienen te worden aangepast. Deze aanpassingen worden beoogd met dit ministerieel besluit; evenals een omzetting naar de euro van het inschrijvingsgeld, te betalen door de onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie die in België het beroep van advocaat wensen uit te oefenen, vastgesteld bij ministerieel besluit van 1 december 1998. Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. De omzettingen treden vanaf 1 januari 2002 in werking. Het is dus noodzakelijk om de besluiten zo snel mogelijk bekend te maken zodat de rechtsonderhorigen vóór die datum zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat en de rechtsgebruikers in staat worden gesteld een behoorlijke uitvoering ervan voor te bereiden, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijziging van reglementaire bepalingen Afdeling 1. - Aanpassing van het ministerieel besluit van 11 maart

1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken

Artikel 1.In artikel 50 van het ministerieel besluit van 11 maart 1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, worden de woorden « 10 000 frank » vervangen door de woorden « 250 EUR ».

Art. 2.In artikel 51 van het ministerieel besluit van 11 maart 1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, worden de woorden « 10 000 frank » vervangen door de woorden « 250 EUR ».

Art. 3.In artikel 62 van het ministerieel besluit van 11 maart 1986 tot vaststelling van de uitgaven waarvoor voorafgaande machtiging of advies is vereist bij toepassing van de artikelen 50, 51 en 62 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, worden de woorden « 10 000 frank » vervangen door de woorden « 250 EUR ». Afdeling 2. - Aanpassing van het ministerieel besluit 4 augustus 1988

genomen ter uitvoering van artikelen 66, 67 en 85 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 28 december 1950

Art. 4.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 4 augustus 1988 genomen ter uitvoering van artikelen 66, 67 en 85 van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 28 december 1950, worden de woorden « 10 000 frank » vervangen door de woorden « 250 EUR ». Afdeling 3. - Aanpassing van het ministerieel besluit van 1 december

1998 tot vaststelling van het inschrijvingsgeld te betalen door de onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie die in België het beroep van advocaat wensen uit te oefenen

Art. 5.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 1 december 1998 tot vaststelling van het inschrijvingsgeld te betalen door de onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie die in België het beroep van advocaat wensen uit te oefenen worden de woorden « 15 000 BEF » vervangen door de woorden « 370 EUR ». HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Brussel, 14 december 2001.

M. VERWILGHEN

^