Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 februari 2006
gepubliceerd op 28 februari 2006

Ministerieel besluit betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2006022162
pub.
28/02/2006
prom.
14/02/2006
ELI
eli/besluit/2006/02/14/2006022162/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2006. - Ministerieel besluit betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, inzonderheid op artikel 6, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 mei 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, en op artikel 24;

Gelet het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, inzonderheid op artikel 3, § 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 februari 2002 betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004;

Gelet de Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen;

Gelet op de beschikking M (2000) 2 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 22 september 2000 tot intrekking en vervanging van de beschikking M/78/10 van 14 november 1978 inzake de methoden van onderzoek voor meststoffen, kalkmeststoffen, organische bodemverbeterende middelen en aanverwante waren, zoals aangevuld door de beschikking M (82) 8 van 5 oktober 1982;

Gelet op het advies nr. 39.487/3 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2005, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Besluit :

Artikel 1.De ontledingen van de monsters van meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten, zuiveringslib en alle producten bedoeld in de verordening nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen en het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten worden uitgevoerd volgens de methoden die door de Europese Gemeenschap zijn vastgesteld. Bij ontstentenis hiervan worden de ontledingen uitgevoerd volgens de methoden die goedgekeurd zijn door de Benelux Economische Unie. Bij ontstentenis hiervan worden de ontledingen uitgevoerd volgens de methoden die in gebruik zijn in de laboratoria van het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). De teksten van laatste genoemde methoden kunnen bij deze laboratoria verkregen worden.

Art. 2.Om de erkenning of de toelating bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 te kunnen bekomen, moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° Zorgen voor het algemeen plan van de inrichting, de technische schema's van de installaties en van het productieproces alsmede een lijst van de belangrijkste industriële uitrusting;2° Zorgen voor een exemplaar van de etiketten en/of begeleidende documenten die de aanvrager zinnens is te gebruiken;3° De fabricage en de bereiding van de bedoelde producten moeten plaatsvinden in een geschikte mechanische installatie die de mengsels volkomen homogeen maakt.Deze producten moeten worden opgeslagen in lokalen die een goede bewaring garanderen; 4° De aanvrager moet beschikken over een autocontrolesysteem zoals bepaald bij koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 18 februari 2002 betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 15 maart 2006.

Gegeven te Brussel, 14 februari 2006.

R. DEMOTTE

^