Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 januari 1998
gepubliceerd op 13 maart 1998

Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035271
pub.
13/03/1998
prom.
14/01/1998
ELI
eli/besluit/1998/01/14/1998035271/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JANUARI 1998. Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten


De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1992 tot delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 1993, Besluit :

Artikel 1.In toepassing van artikel 3, § 3, van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten worden de volgende periodes gelijkgesteld met een periode van vergoede volledige werkloosheid : 1° de periodes, gelegen tijdens een periode van vergoede volledige werkloosheid, die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een uitkering bij toepassing van wets- of reglementeringsbepalingen inzake verplichte verzekering tegen ziekte of invaliditeit of inzake moederschapsverzekering;2° de periodes van volledige werkloosheid, gedekt door vakantiegeld;3° de periodes van gevangenzetting tijdens een periode van vergoede volledige werkloosheid;4° de periodes van verblijf in het buitenland van een werknemer die samenwoont met een Belg, die werkzaam is in het kader van de stationering van de Belgische strijdkrachten;5° de periodes van aanwezigheid onder de wapens, wegens oproeping of wederoproeping en van dienst als gewetensbezwaarde;6° de periodes van wachttij in de zin van artikel 36, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 25 november 1991, tijdens dewelke de werkzoekende niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst, onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders of door een stageovereenkomst bedoeld in het koninklijk besluit nr.230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces; 7° de andere niet-vergoede periodes, inzonderheid de periodes tijdens dewelke de werknemer verbonden is door een arbeidsovereenkomst, met een samengevoegde duur van ten hoogste vier maanden.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1997.

Brussel, 14 januari 1998.

Th. KELCHTERMANS

^