14 NOVEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling, bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer, van de lijst van de ongezonde, hinderlijke of lastige werken of werken die gevoelens van onveiligheid, vrees en onzekerheid oproepen bij de personeelsleden die ermee belast zijn, die de toekenning van een vaste uurtoelage rechtvaardigen

De Minister van Leefmilieu, Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldingingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 360;

Gelet op het advies van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 2 mei 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 7 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 13 november 2002;

Gelet op het met redenen omkleed advies van de representatieve vakorganisaties uitgebracht ingevolge het Basisoverlegcomité van het Brussels Instituut voor Milieubeheer van 30 oktober 2002, Besluit :

Artikel 1.Aan de ambtenaren van het Brussels Instituut voor Milieubeheer die belast zijn met ongezonde, hinderlijke of lastige werken of werken die gevoelens van onveiligheid, vrees of onzekerheid oproepen, wordt een uurtoelage van 2,50 EUR toegekend wanneer ze een of meerdere van de werken uitvoeren als opgenomen in bijlage 1 en 2 bij dit besluit.

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt gekoppeld aan de schommelingen van de spilindex 138,01.

Art. 2.Alleen de personeelsleden van niveau D en E die hun functie uitoefenen bij de afdelingen « Parktoezicht », « Patrimonium en Ecobeheer » en « Groene Ruimten - Waters & Bossen » komen in aanmerking voor de in artikel 1 bedoelde toelage, voor werken die opgenomen zijn in de bijlagen 1 en 2 bij dit besluit en vlak naast hun functie staan vermeld.

Art. 3.§ 1. Voor de werken die opgenomen zijn in bijlage 1 bij dit besluit, wordt de uurtoelage betaald op grond van de werkelijk bestede tijd. De aangifte van uitvoering dient voor goedkeuring door de hiërarchische meerdere van de betrokken ambtenaar te worden geviseerd.

Zij wordt overgemaakt aan de dienst wedden, premies en toelagen voor uitbetaling. § 2. Voor de werken die opgenomen zijn in bijlage 2 bij dit besluit, wordt de uurtoelage betaald op grond van een vaste dagelijkse blootstellingsduur aan risico's en/of ongezonde of lastige omstandigheden. Deze vaste dagelijkse duurtijd wordt voor alle soorten werken en functies vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit.

Alleen de volledig gepresteerde dagen worden in aanmerking genomen, met een maximum van 200 werkdagen per jaar. § 3. Voor de berekening van de toelage kan de werkelijk aan de werken bestede tijd worden opgeteld bij de vaste tijdsduur m.b.t. de in § 2 bedoelde werken. De werkdag mag evenwel niet meer bedragen dan de maximale dagelijkse arbeidsduur zoals gesteld in de uurregeling van het desbetreffende personeelslid.

Art. 4.De uurtoelage wordt op maandbasis betaald na vervallen termijn.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 1 augustus 2002 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Brussel, 14 november 2002.

D. GOSUIN,

Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het Ministerieel besluit tot vaststelling, bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer, van de lijst van de ongezonde, hinderlijke of lastige werken of werken die gevoelens van onveiligheid, vrees en onzekerheid oproepen bij de personeelsleden die ermee belast zijn, die de toekenning van een vaste uurtoelage rechtvaardigen.

D. GOSUIN, Minister van Leefmilieu

Bijlage 2 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het Ministerieel besluit tot vaststelling, bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer, van de lijst van de ongezonde, hinderlijke of lastige werken of werken die gevoelens van onveiligheid, vrees en onzekerheid oproepen bij de personeelsleden die ermee belast zijn, die de toekenning van een vaste uurtoelage rechtvaardigen.

D. GOSUIN, Minister van Leefmilieu