Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 april 1997
gepubliceerd op 10 juli 1997

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 mei 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014114
pub.
10/07/1997
prom.
15/04/1997
ELI
eli/besluit/1997/04/15/1997014114/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 APRIL 1997. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 mei 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen


De Minister van Vervoer, Gelet op het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, en goedgekeurd door de wet van 30 april 1947, inzonderheid op bijlage 1;

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 31, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 augustus 1968 en op de artikelen 33 en 34;

Gelet op het ministerieel besluit van 21 mei 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen;

Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen van dit besluit;

Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 21 mei 1991 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van piloot dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen worden de woorden en de geslaagden voor de elementaire vliegopleiding » ingevoegd tussen de woorden « militair brevet van piloot » en het woord « kunnen ».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het derde lid, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° dat de aanvrager op de datum van afgifte van het attest, naargelang van het geval, houder is van : a) een getuigschrift dat hij geslaagd is voor de elementaire vliegopleiding;b) het hoger militair brevet van piloot op vliegtuigen;c) de bevoegdverklaring « instrumentvliegen op vliegtuigen »;d) de bevoegdverklaring « instructeur van vliegtuigbestuurders eerste graad »;e) de bevoegdverklaring « instructeur van vliegtuigbestuurders tweede graad »;f) de bevoegdverklaring « vluchtexaminator instrumentvliegen op vliegtuigen.»; 2° in het vierde lid worden de woorden « 12 maanden » vervangen door de woorden « dertig maanden »;3° het artikel wordt aangevuld als volgt : « Het attest moet ingediend worden bij de inschrijving voor de examens over de algemene kennis, voorgeschreven in de artikelen 5 en 7 ».»

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een onderdeel 5°, luidende : « 5° voldoen aan de vereisten inzake lichaams- en geestesgeschiktheid ».

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een onderdeel 5° luidende : « 5° voldoen aan de vereisten inzake lichaams- en geestesgeschiktheid ».

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° onderdeel 3° wordt vervangen als volgt : « 3° een vliegervaring aantonen van 1 200 uren als eerste bestuurder waarvan minstens 150 uren op militaire vliegtuigen »;2° het artikel wordt aangevuld met een onderdeel 6°, luidende : « 6° voldoen aan de vereisten inzake lichaams- en geestesgeschiktheid ».

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de paragrafen 1 en 2 vervangen als volgt : « 1. Een eerder in militaire actieve dienst behaalde bevoegdverklaring voor een groep van vliegtuigen wordt op de vergunning ingeschreven indien de aanvrager tijdens de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag als zelfstandig bestuurder tenminste 10 opstijgingen en 10 landingen heeft uitgevoerd met een vliegtuig van de groep bedoeld in de bevoegdverklaring. Bij gebrek aan deze ervaring kan de bevoegdverklaring verkregen worden op vertoon van een verklaring van een instructeur waarin het behoud van de bij de bevoegdverklaring vereiste bedrevenheid wordt bevestigd. 2. De bevoegdverklaring als medebestuurder voor de types C130, HS748, DA20, DA900, B727, B 707 of Swearingen III, wordt op de vergunning ingeschreven indien de aanvrager de bevoegdverklaring instrumentvliegen bezit en tijdens de zes maanden voorafgaand aan de aanvraag als zelfstandig bestuurder tenminste 10 opstijgingen en 10 landingen met een vliegtuig van het bedoelde type heeft uitgevoerd. Bij gebrek aan deze ervaring kan de bevoegdverklaring verkregen worden op vertoon van een verklaring van een instructeur waarin het behoud van de bij de bevoegdverklaring vereiste bedrevenheid wordt bevestigd. »

Art. 7.Artikel 8, 1° van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden « eerste graad ».

Art. 8.Artikel 9, 1° van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden « tweede graad ».

Art. 9.Artikel 10, 2° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 2° houder zijn van de burgerlijke bevoegdverklaringen instructeur tweede graad en instrumentvliegen. » Brussel, 15 april 1997.

M. DAERDEN

^