Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 januari 2019
gepubliceerd op 12 februari 2019

Ministerieel besluit betreffende de uitvaardiging van bepalingen met betrekking tot het indienen van aanvragen voor projectsubsidies voor de oproep 2019 `iedereen verdient vakantie'

bron
vlaamse overheid
numac
2019040155
pub.
12/02/2019
prom.
15/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/15/2019040155/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Internationaal Vlaanderen


15 JANUARI 2019. - Ministerieel besluit betreffende de uitvaardiging van bepalingen met betrekking tot het indienen van aanvragen voor projectsubsidies voor de oproep 2019 `iedereen verdient vakantie'


DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN, Gelet op het decreet van 19 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/03/2004 pub. 29/04/2004 numac 2004035613 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Toerisme Vlaanderen » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Toerisme Vlaanderen", artikel 5, § 1, 2° en 3°, en § 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 08/02/2013 numac 2013200569 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende toerismesubsidies sluiten betreffende toerismesubsidies, artikel 4, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 december 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 19 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, (1° of 2° ), van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° projectsubsidie: subsidie ter ondersteuning van de specifieke kosten voortvloeiend uit een activiteit die zowel qua opzet of doelstelling als in tijd kan worden afgebakend, overeenkomstig artikel 56, eerste lid, 3°, van het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof;2° drempel: allerlei mogelijke drempels die een individu of groep niet op eigen kracht kan overwinnen bij het plannen en realiseren van zijn of haar vakantie;3° goede praktijkvoorbeelden: een instrument, methode of methodiek die haar effectiviteit in de praktijk heeft bewezen;4° vernieuwend partnerschap: een niet-regulier partnerschap, waarin partijen vanuit hun complementaire expertise kunnen bijdragen tot een vernieuwende aanpak binnen een project;5° blijvend effect binnen de organisatie en/of partnerschap: mate waarin het project kan blijven bestaan na afloop van de subsidie;6° verbreding: een gepland proces om informatie over de resultaten van het project aan actoren in de sector door te geven.Verbreding vindt plaats naarmate en wanneer de resultaten van het project beschikbaar worden gesteld; 7° impact: de verandering die optreedt bij de doelgroepen en in de bredere samenleving, als resultaat van een project. HOOFDSTUK 2. - Inhoud en doel van de oproep 2019 Afdeling 1. - Thematische en geografische afbakening

Art. 2.De subsidieaanvragen in het kader van de oproep `iedereen verdient vakantie' hebben betrekking op projectsubsidies.

De oproep heeft betrekking op het Vlaamse Gewest en op het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Afdeling 2. - Doelstellingen

Art. 3.De subsidieaanvragen in het kader van de oproep `iedereen verdient vakantie' hebben als hoofddoelstelling `het verhogen van de participatie aan het toeristisch aanbod van individuen of groepen uit Vlaanderen en Brussel die een drempel ervaren die ze zelf niet kunnen overwinnen'.

Specifieke doelstellingen binnen de oproep zijn: 1° het inzetten op vernieuwende manieren om drempels te helpen wegwerken in de volledige vakantieketen, die een individu of groep niet op eigen kracht kan overwinnen bij het plannen en realiseren van zijn of haar vakantie, en die geen deel uitmaken van de reguliere werking.2° het overdragen van goede praktijkvoorbeelden om drempels te helpen wegwerken in de volledige vakantieketen, naar nieuwe doelgroepen en/of drempels, door middel van een vernieuwend partnerschap. HOOFDSTUK 3. - Termijn, voorwaarden, subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven Afdeling 1. - Indieningstermijn

Art. 4.Een subsidieaanvraag kan op zijn vroegst ingediend worden bij de inwerkingtreding van dit besluit en uiterlijk op 15 mei 2019. Afdeling 2. - Voorwaarden

Art. 5.De einddatum van de ingediende projecten is 31 december 2020.

De begunstigde dient ten laatste op 30 april 2021 de inhoudelijke en financiële eindrapportage van het project in te dienen. Na afloop van het project kan het project evenwel in stand gehouden worden met eigen middelen.

Art. 6.Er kan maximaal één project per indiener worden ingediend. Wel is samenwerking tussen verschillende projectindieners binnen een project mogelijk.

Binnen een samenwerkingsproject moet er een primaire indiener zijn die de subsidie aanvraagt en aan wie de eventuele subsidie wordt toegekend en uitbetaald. De mogelijkheid bestaat om een deel van de subsidie door te geven aan een of meer secundaire begunstigden indien deze intentie op voorhand werd aangegeven en dit werd opgenomen in het subsidiebesluit. Een indiener kan slechts één maal primaire indiener zijn.

Art. 7.De ingediende projecten mogen niet tot de reguliere werking van de organisatie behoren. Afdeling 3. - Subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven

Art. 8.Binnen de perken van de begrotingskredieten wordt in een maximale financiële steun voorzien van 75 % van de kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring. De maximale toegestane subsidie bedraagt 50.000 euro, waarvan maximum 50 % kan gaan naar personeelskosten.

Alleen aanvragen waarvan de totale kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring, minimaal 5.000 euro bedragen, komen in aanmerking.

Enkel kosten vanaf de indiendatum tot de einddatum van het project, zoals vastgelegd in het subsidiebesluit, komen voor subsidiëring in aanmerking.

Art. 9.De onderstaande uitgaven komen in aanmerking voor subsidiëring: 1° personeelskosten voor de duur van het project waarbij de jaarlijkse loonkosten maximaal het brutomaandloon x 20 bedragen.De factor 20 is een vaste coëfficiënt en omvat het brutojaarloon, de werkgeversbijdrage (RSZ), het wettelijke enkel en dubbel vakantiegeld en de eindejaarspremie. De personeelskosten kunnen maximum 50 % van de totale subsidie uitmaken; 2° animatiekosten en verblijfs- en transportkosten voor vakantiegangers en hun begeleiders in het kader van het ingediend project;3° huur van medische hulpmiddelen ter ondersteuning van vakantiegangers in het kader van het ingediend project;4° kosten voor vorming;5° toeleiding, promotie en communicatie voor de eerste ontsluiting van het project, inclusief kosten voor het behalen van het AnySurferlabel voor gesubsidieerde nieuwe websites;6° ontwikkeling van nieuwe digitale en audiovisuele producten;7° Kosten voor kennisdeling en verbreding binnen het netwerk `Iedereen verdient vakantie', inclusief kosten met betrekking tot een lanceringsevent van de uitkomsten van het project.

Art. 10.De volgende uitgaven komen in geen geval in aanmerking voor subsidiëring: 1° overheadkosten;2° verplaatsingskosten voor personeel;3° kosten voor de reguliere werking van de subsidieaanvrager;4° onderzoek en studies, tenzij dit deel uitmaakt van een fase van het ingediend project;5° kosten voor deelname aan beurzen;6° kosten voor voeding en drank;7° investeringen in verblijfsinfrastructuur;8° bouw- en renovatiewerken, inrichtingswerken, meubilair, technische installaties en nutsvoorzieningen;9° onderhoudswerken;10° aankoop van gronden en gebouwen;11° investeringen in commerciële activiteiten zoals horeca en shops;12° merchandising;13° aankoop en leasing van transportmiddelen;14° evenementen, met uitzondering van kosten met betrekking tot een lanceringsevent van de uitkomsten van het project;15° recupereerbare btw. HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria en adviesprocedure Afdeling 1. - Beoordelingscriteria

Art. 11.De aanvraagdossiers worden beoordeeld op de volgende criteria: 1° de mate waarin door het project drempels worden weggewerkt in de ruime vakantieketen die individuen of groepen verhinderen om op vakantie te gaan;2° de mate waarin het project een blijvend effect heeft binnen de organisatie en/of het partnerschap;3° de impact van de samenwerking en netwerking in het project op andere actoren in de vakantieketen;4° de haalbaarheid van het project naar timing toe en op financieel en praktisch vlak. Voor projecten ingediend binnen de eerste specifieke doelstelling, wordt er prioriteit gegeven aan nieuwe projecten, die nog niet eerder werden betoelaagd binnen de oproep `Iedereen verdient vakantie' van 2017 of 2018. Indien de projecten uit 2017 of 2018 een aantoonbare impact hebben gehad, en onder de tweede specifieke doelstelling worden verbreed, is de prioriteitsregel niet van toepassing. Afdeling 2. - Adviesprocedure

Art. 12.De projectaanvragen worden beoordeeld door een adviescommissie op basis van de hierboven vermelde beoordelingscriteria.

Deze adviescommissie verstrekt advies aan de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen over welke projecten in aanmerking komen voor subsidie uit het budget voor het impulsprogramma `Iedereen verdient vakantie'. De administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen neemt de beslissing conform artikel 17, eerste lid, 2° van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen.

Art. 13.De adviescommissie bestaat uit volgende actoren: 1° twee vertegenwoordigers van Toerisme Vlaanderen;2° minimum twee externe experten uit de sociaal-toeristische sector, afhankelijk van het aantal ingediende subsidieaanvragen.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 15 februari 2019.

Brussel, 15 januari 2019.

De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS

^