Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 juli 1997
gepubliceerd op 02 september 1997

Ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Ministerie van Ambtenarenzaken, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1997002070
pub.
02/09/1997
prom.
15/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/15/1997002070/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 1997. Ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Ministerie van Ambtenarenzaken, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen


De Minister van Ambtenarenzaken, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1969;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 1969 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1990 betreffende de adviseurs van het Openbaar Ambt, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 1994 houdende oprichting, organisatie en vastlegging van de personeelsformatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 april 1995, 6 februari 1996 en 10 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen die toepasselijk zijn op de Rijksambtenaren;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Ambtenarenzaken van 5 januari 1996, 6 mei 1996 en 24 maart 1997;

Gelet op het advies van de Vaste Wervingssecretaris;

Gelet op het protocol nr. 71/9 van 2 juni 1997 van het sectorcomité I, Algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de overheveling van de nieuwe besturen naar het Ministerie van Ambtenarenzaken op 1 januari 1996 verwezenlijkt is en dat het bijgevolg zonder verwijl noodzakelijk is het departement te reorganiseren;

Overwegende dat het Ministerie van Amtenarenzaken alle mogelijke schikkingen getroffen had om een beperkte uitwerking aan de terugwerkende kracht te geven maar dat de onderhandelingen in sectorcomité I over het geheel van de teksten betreffende de definitieve installatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken slechts op 30 april 1997 zijn kunnen beëindigd worden, Besluit : HOOFDSTUK I. Algemeenheden

Artikel 1.Dit besluit beheerst sommige bijzondere bepalingen betreffende het Rijkspersoneel van de diensten van het Ministerie van Ambtenarenzaken die zijn opgenomen in artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 september 1994 houdende oprichting, organisatie en vastlegging van de personeelsformatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken, zoals gewijzigd.

Art. 2.Onverminderd de verordeningsbepalingen van algemene aard die de loopbaan van het Rijkspersoneel beheersen, heeft de benoeming tot elk van de graden welke de ambtenaren kunnen bekleden die tot de diensten behoren welke door dit besluit worden beheerst, plaats onder de voorwaarden vastgelegd in de tabellen van de bijlagen van dit besluit. HOOFDSTUK II. Kennisgeving van vacatures en van de voorstellen tot bevordering en tot verandering van graad

Art. 3.1. Wat niveau 1 betreft, wordt het vacant zijn van betrekkingen die toegewezen kunnen worden door verandering van graad of bevordering per dienstnota ter kennis gebracht van de ambtenaren die bevorderd kunnen worden.

Elke indiening van een kandidatuur voor een betrekking van niveau 1 moet een uiteenzetting van de aanspraken bevatten die de kandidaat meent te kunnen doen gelden om naar de betrekking te dingen.

Een gedateerd visum wordt van de betrokkenen gevraagd.

Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief, met bericht van ontvangst naar de woonplaats van de ambtenaar gestuurd die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd.

Worden enkel in aanmerking genomen de titels van de ambtenaren die hun kandidatuur bij een ter post aangetekende brief hebben gericht aan de secretaris-generaal binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van het overhandigen aan de betrokkene of van het aanbieden door de post van het bericht van het vacant zijn van een betrekking. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

Het staat de ambtenaren vrij voorafgaandelijk naar elke betrekking te dingen die eventueel vacant zou worden verklaard tijdens hun afwezigheid. De geldigheid van een dergelijke kandidatuur is beperkt tot één maand. 2. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 die de reglementaire voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante betrekkingen in de niveaus 2+, 2, 3 en 4.In dat geval worden de voorstellen tot benoeming en bevordering hun ter kennis gebracht onder dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de kennisgeving van een vacature van een betrekking van niveau 1.

De in het vorige lid bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan de bevoegde overheid door verandering van graad of door bevordering een ambtenaar benoemen die de gestelde voorwaarden vervult. 3. Van de voorstellen tot verandering van graad of bevordering door verhoging in graad wordt eveneens aan de belanghebbende ambtenaren kennis gegeven via een dienstnota.Een gedateerd visum van de betrokkenen is eveneens vereist.

Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief, met bericht van ontvangst gestuurd naar de woonplaats van de ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd. 4. De termijn waarover de ambtenaar die zich benadeeld voelt beschikt voor het indienen van een klacht, loopt hetzij vanaf de dag waarop hij de dienstnota voor gezien heeft getekend, hetzij vanaf de dag waarop de aangetekende brief met de dienstnota door de post werd aangeboden op zijn woonplaats. HOOFDSTUK III. Onderzoek naar de beroepsgeschiktheid

Art. 4.Het onderzoek naar de beroepsgeschiktheid, waarvan sprake in de bij dit besluit gevoegde tabel, wordt georganiseerd door het Vast Wervingssecretariaat.

De Vaste Wervingssecretaris bepaalt de inhoud van het onderzoek voor elke graad na advies van het hoofd van het betrokken bestuur.

Hij wijst de leden van de beoordelingscommissie aan.

Hij stelt het reglement van orde vast betreffende de organisatie van het onderzoek, zorgt voor de bekendmaking en ziet toe op de toepassing ervan. HOOFDSTUK IV. Voorstellen van beoordeling en van tuchtstraf Toekenning van de ongunstige vermelding. Bevoegdheid.

Art. 5.De ambtenaren die voorkomen in de tabel van bijlage II van dit besluit worden aangewezen als bevoegde hiërarchische meerderen die gemachtigd zijn om : 1° inzake beoordeling : a) de feiten in te schrijven op de individuele fiche;b) de voorstellen inzake beoordeling en ongunstige vermelding op te maken;2° inzake tuchtzaken : een voorlopig voorstel uit te brengen.

Art. 6.Als de krachtens artikel 5 aangewezen ambtenaar niet tot dezelfde taalrol als de betrokkene behoort en geen wettelijk vastgestelde voldoende kennis van de taal van de betrokkene bezit, zullen de bij deze bepalingen voorgeschreven bevoegdheden, onverminderd de toepassing van het koninklijk besluit van 30 november 1966 betreffende de aanwijzing van tweetalige adjuncten in de centrale diensten, worden uitgeoefend door de ambtenaar van hetzelfde bestuur van de andere taalrol minstens bekleed met dezelfde rang en welke het dichtst die benadert van de in de bijgevoegde tabel aangewezen ambtenaar.

Art. 7.Het hoofd van het bestuur waartoe de ambtenaar behoort, kent de beoordeling toe aan de ambtenaren van niveau 3 en de ongunstige vermelding aan de ambtenaren van niveau 4.

Art. 8.Het ministerieel besluit van 15 februari 1995 tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Ministerie van Ambtenarenzaken, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996, met uitzondering van bijlage IV die in werking treedt op 1 januari 1998.

Brussel, 15 juli 1997.

A. FLAHAUT BIJLAGE I Bijlage bij het ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Ministerie van Ambtenarenzaken, van het Statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juli 1997.

De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT BIJLAGE II Bijlage bij het ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Ministerie van Ambtenarenzaken, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen voor de ambtenaren die bekleed zijn met een vlakke loopbaan in uitdoving Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juli 1997.

De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT BIJLAGE III Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juli 1997.

De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT BIJLAGE IV - die in werking treedt op 1 januari 1998 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juli 1997.

De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^