Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 juli 2014
gepubliceerd op 08 september 2014

Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2014009416
pub.
08/09/2014
prom.
15/07/2014
ELI
eli/besluit/2014/07/15/2014009416/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2014. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage


De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten en gewijzigd bij de wet van 31 januari 2007;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 september 2013Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/09/2013 pub. 30/09/2013 numac 2013009442 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage sluiten houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage;

Gelet op het besluit van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie van 25 juni 2014 waarbij de programma's voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar 2014-2015 worden goedgekeurd, Besluit :

Artikel 1.De programma's voor het gerechtelijk jaar 2014-2015 van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie samengekomen op 21 mei 2014 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 25 juni 2014, gevoegd als bijlage bij dit besluit, worden bekrachtigd.

Art. 2.Het ministerieel besluit van 26 september 2013Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/09/2013 pub. 30/09/2013 numac 2013009442 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage sluiten houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 15 juli 2014.

Mevr. A. TURTELBOOM

Bijlage HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Examenprogramma's voor het gerechtelijk jaar 2014-2015 Voorbereid door de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie tijdens haar vergadering van 21 mei 2014 Goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 25 juni 2014 Afdeling 1

Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bestaat uit twee delen : 1° een schriftelijk deel dat de volgende proeven omvat : a) De oplossing van een casus, aan de hand van een feitenrelaas, in de door de kandidaat gekozen materie. Deze proef heeft tot doel te peilen naar de volgende vermogens : 1) de juridische kennis;2) het analyse-, het denk- en het redactievermogen;3) het vermogen om de gekozen oplossing te verantwoorden. Er wordt aan de kandidaat gevraagd om de juridische oplossing te formuleren met inachtname van de specifieke en breed-maatschappelijke context die de casus kenmerkt.

De kandidaten beschikken over 5 uren.

De kandidaten hebben de keuze uit twee materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht.

Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelname aan het examen.

Zij mogen hun wetboeken meebrengen. b) Psychologische proeven : In het kader van het schriftelijke gedeelte, kunnen de kandidaten worden onderworpen aan psychologische proeven, meer bepaald : - een cognitief-analytische test die kan georganiseerd worden voor alle deelnemers aan de schriftelijke proef of enkel voor de kandidaten die geslaagd zijn in de schriftelijke proef; - een persoonlijkheidsvragenlijst die kan georganiseerd worden voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef.

De cognitief analytische test en de persoonlijkheidsvragenlijst zijn niet eliminerend, maar dienen, indien ze georganiseerd worden, enkel als bijkomende bron van informatie bij het mondelinge deel. De informatie afkomstig van de resultaten van psychologische proeven zal worden gevalideerd door een psycholoog na een bespreking met de kandidaat. 2° een mondeling deel dat omvat : a) Een verdere bespreking van de eerste proef van het schriftelijk deel. De kandidaten mogen hun wetboeken meebrengen. b) In voorkomend geval, een gedachtewisseling over : - andere juridische vragen van algemene aard; - de rechterlijke organisatie en de werking ervan; - de motivatie en de competenties van de kandidaat (met name : omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren); - de resultaten van de eventuele psychologische proeven.

De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef. Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven hebben afgelegd wanneer deze georganiseerd worden.

Worden gerangschikt, de kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald. Afdeling 2

Examen inzake beroepsbekwaamheid Het examen inzake beroepsbekwaamheid bestaat uit twee delen : 1° een schriftelijk deel dat de volgende proeven omvat : a) De oplossing van een casus, aan de hand van een stukkenbundel, in de door de kandidaat gekozen materie. Deze proef heeft tot doel te peilen naar de volgende vermogens : 1) de juridische kennis;2) het analyse-, het denk- en het redactievermogen;3) het vermogen om de gekozen oplossing te verantwoorden. Er wordt aan de kandidaat gevraagd om de juridische oplossing te formuleren met inachtname van de specifieke en breed-maatschappelijke context die de casus kenmerkt.

De kandidaten beschikken over 5 uren.

De kandidaten hebben de keuze uit drie materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht; - sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht.

Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelname aan het examen.

Zij mogen hun wetboeken meebrengen. b) Psychologische proeven : In het kader van het schriftelijke gedeelte, kunnen de kandidaten worden onderworpen aan psychologische proeven, meer bepaald : - een cognitief-analytische test die kan georganiseerd worden voor alle deelnemers aan de schriftelijke proef of enkel voor de kandidaten die geslaagd zijn in de schriftelijke proef; - een persoonlijkheidsvragenlijst die kan georganiseerd worden voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef.

De cognitief analytische test en de persoonlijkheidsvragenlijst zijn niet eliminerend, maar dienen, indien ze georganiseerd worden, enkel als bijkomende bron van informatie bij het mondelinge deel. De informatie afkomstig van de resultaten van psychologische proeven zal worden gevalideerd door een psycholoog na een bespreking met de kandidaat. 2° een mondeling deel dat omvat : a) Een verdere bespreking van de eerste proef van het schriftelijk deel. De kandidaten mogen hun wetboeken meebrengen. b) In voorkomend geval, een gedachtewisseling over : - andere juridische vragen van algemene aard; - de rechterlijke organisatie en de werking ervan; - de motivatie en de competenties van de kandidaat (met name : omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren); - de resultaten van de eventuele psychologische proeven.

De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef. Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven hebben afgelegd wanneer deze georganiseerd worden.

De kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald, behalen het getuigschrift van beroepsbekwaamheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 15 juli 2014 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage.

De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM

^