Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 december 1999
gepubliceerd op 18 december 1999

Ministerieel besluit tot vaststelling van de basisprincipes betreffende de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011461
pub.
18/12/1999
prom.
16/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/16/1999011461/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de basisprincipes betreffende de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas


De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en de Staatssecretaris voor Energie, Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 24, § 2, laatste lid;

Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/15, § 5, ingevoegd door de wet van 29 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, inzonderheid artikel 2, laatste lid;

Gelet op het koninklijk besluit waarbij aan de minister bevoegd voor Energie de bevoegdheid wordt opgedragen om bepaalde handelingen te stellen voor rekening van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, inzonderheid artikel 1;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid voortvloeit uit het feit dat de omzettingstermijn van Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, waarvan voornoemde wet van 29 april 1999 de omzetting in Belgisch recht beoogt, voor België op 19 februari 2000 verstrijkt; dat België de verplichting heeft om voor die datum alle nodige wettelijke en reglementaire bepalingen die nodig zijn om aan de richtlijn te voldoen in werking te doen treden; dat een aantal van deze reglementaire bepalingen wettelijk slechts kunnen worden vastgesteld na advies van de Commissie voor e Regulering van de Elektriciteit en het Gas;

Overwegende dat de oprichting van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas een onmisbare voorafgaande schakel is voor de volledige uitvoering van de wet van 29 april 1999 en omzetting van de bepalingen van voornoemde Richtlijn 96/92/EG; dat derhalve de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie onmiddellijk in functie dienen te treden en dat daarvoor, overeenkomstig artikel 24, § 2, laatste lid van de wet, de basisprincipes met betrekking tot hun bezoldiging bij ministerieel besluit moeten worden bepaald, opdat op die basis met de betrokkenen individuele overeenkomsten zouden kunnen worden gesloten; dat dit besluit bijgevolg zonder verwijl moet worden genomen, Besluiten :

Artikel 1.Het bedrag van de vergoeding van de voorzitter en van die van de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas wordt vastgelegd in een bijzondere overeenkomst afgesloten tussen enerzijds de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas en anderzijds de voorzitter en elk van de leden van het directiecomité.

Die overeenkomst wordt voor de voorzitter en voor elk lid afzonderlijk schriftelijk vastgesteld, voor zijn indiensttreding.

Bij het onderhandelen over en de ondertekening van deze overeenkomst wordt de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas vertegenwoodigd door de federale minister bevoegd voor Energie.

Worden als bezoldiging in de zin van dit besluit beschouwd, niet enkel de bezoldiging in de strikte betekenis en de voordelen voorzien in de artikelen 2 tot 5, maar ook elk voordeel of elke vergoeding die aan de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas toegekend worden wegens of naar aanleiding van de uitoefening van hun mandaat overeenkomstig de in het eerste lid voorziene bijzondere overeenkomst.

Art. 2.Met uitzondering van de voorzitter beschikken de vijf leden van het directiecomité over een identieke vergoeding.

Art. 3.De vergoedingen van de voorzitter en van de leden van het directiecomité zijn gekoppeld aan de schommelingen van de index der verbruiksprijzen. Zij zijn gekoppeld aan de waarde van de spilindex van de maand die voorafgaat aan de ondertekening van de bijzondere overeenkomst bedoeld bij artikel 1. De bezoldigingen worden maandelijks en na het vervallen van de termijn uitbetaald.

Art. 4.Aan de voorzitter en aan de leden van het directiecomité wordt een dertiende maand toegekend op basis van de vergoeding van december van het afgelopen jaar en a rato van de tijdens dat jaar geleverde diensten.

Art. 5.De voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas zullen genieten van een groepsverzekering volgens de modaliteiten voorzien door de bijzondere overeenkomst bedoeld in artikel 1 en door het in hun voordeel afgesloten groepsverzekeringsreglement.

Art. 6.Ter compensatie van het verbod bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, wordt aan de voorzitter of aan het betrokken lid, bij het verstrijken van zijn mandaat, een schadeloosstelling toegekend die gelijk is aan de helft van zijn brutobezoldiging voor de twaalf maanden die het einde van zijn mandaat voorafgaan.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 16 december 1999.

De Vice-Eerste Minister, Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, O. DELEUZE

^