Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 februari 1998
gepubliceerd op 07 mei 1998

Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van het Beoordelingscomité voorzien in artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016051
pub.
07/05/1998
prom.
16/02/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 1998. - Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van het Beoordelingscomité voorzien in artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het ministerieel besluit tot instelling van het beoordelingscomité voorzien in artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit, inzonderheid op de artikelen 3 en 5;

Gelet op de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, inzonderheid op de artikelen 2 en 2bis, zoals gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997;

Overwegende dat de Nationale Landbouwraad, de « Conseil Interuniversitaire de la Communauté française », de Vlaamse Interuniversitaire Raad en het Ministerie van Middenstand en Landbouw, overeenkomstig artikel 2, § 2, van voormelde wet, de onmogelijkheid hebben gemotiveerd de kandidatuur van minstens één man en één vrouw per mandaat voor te dragen, door het feit dat er een onvoldoende aantal personen van het vrouwelijk geslacht in hun schoot voorhanden is die tegelijk beschikken over de deskundigheid en het verantwoordelijkheidsniveau die noodzakelijk zijn om deze instanties geldig te vertegenwoordigen;

Overwegende dat de voorstellen uitgebracht door de instanties die geroepen zijn kandidaturen als lid van het Beoordelingscomité voor te dragen, niet het minimum aantal personen van het vrouwelijk geslacht bevatten waardoor zou voldaan worden aan de voorwaarde van artikel 2bis, § 1, van voormelde wet;

Overwegende dat de Minister bevoegd voor het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen op 13 februari 1998 op de hoogte werd gebracht van de onmogelijkheid om aan de voorwaarde te voldoen van artikel 2bis, § 1, van voormelde wet alsmede van de redenen van deze onmogelijkheid, Besluit :

Artikel 1.Worden benoemd tot leden van het Beoordelingscomité : 1° als vertegenwoordigers van de landbouworganisaties : - Prof.Dr. W. Vandepitte, met als plaatsvervanger Mevr. R. Neyts; - de heer J. Matthys, met als plaatsvervanger Mevr. S. Degelin; - Prof. Dr. A. Thonon, met als plaatsvervanger Mevr. I. Monjoie; - de heer A. Masure, met als plaatsvervanger Mevr. M. Fortamps; 2° als vertegenwoordigers van de universitaire kringen : - Prof.R. Hanus, met als plaatsvervanger Prof. M. Bodson; - Prof. H. Maraite, met als plaatsvervanger Prof. G. Maghuin-Rogister; - Prof. J. Vanderleyden, met als plaatsvervanger de heer L. Devuyst; - Prof. M. Höfte, met als plaatsvervanger Prof. I. Impens; 3° als vertegenwoordigers van het Ministerie van Middenstand en Landbouw : - de heer H.Keymeulen, met als plaatsvervanger de heer M. Guns; - de heer V. Thomas, met als plaatsvervanger de heer N. Van Ginderachter.

Art. 2.de heer C. Crohain, Secretaris-Generaal van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, wordt benoemd tot voorzitter van het Beoordelingscomité.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 16 februari 1998.

K. PINXTEN

^