Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 februari 2007
gepubliceerd op 06 maart 2007

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022275
pub.
06/03/2007
prom.
16/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/16/2007022275/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden


De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 12, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 oktober 2004 en 28 februari 2005;

Gelet op het voorstel van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 8 mei 2006 en 22 mei 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 november 2006;

Gelet op het advies 41.880/1 van de Raad van State, gegeven op 27 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.In het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 oktober 2004 en 28 februari 2005, wordt artikel 1, 11°, vervangen door het ministerieel besluit van 28 februari 2005, vervolledigd als volgt : « e) elke inrichting die het voorwerp uitmaakt van een overname na faillissement; ».

Art. 2.De titel van hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De financieringsnormen van het personeel ».

Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, wordt het woord « rechthebbenden » vervangen door het woord « patiënten »;2° in § 2, worden de woorden « de personeelsnormen » vervangen door de woorden « de financieringsnormen van het personeel », en wordt het woord « rechthebbenden » elke keer vervangen door het woord « patiënten ».

Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 februari 2005, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, wordt het woord « rechthebbenden » vervangen door het woord « patiënten »;2° in § 2, worden de woorden « de personeelsnormen » vervangen door de woorden « de financieringsnormen van het personeel », en wordt het woord « rechthebbenden » elke keer vervangen door het woord « patiënten ».

Art. 5.Artikel 4, § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 2. De leden van het personeel voor reactivering moeten over ten minste één van de volgende bekwamingen beschikken : - graduaat of licentiaat of master kinesitherapie; - graduaat of bachelor of licentiaat of master logopedie; - graduaat of bachelor ergotherapie; - graduaat of bachelor arbeidstherapie; - graduaat of bachelor readaptatiewetenschappen; - graduaat of bachelor dieetleer; - graduaat of bachelor of licentiaat of master in de ortho-pedagogie; - graduaat of bachelor of post-graduaat of master in de psychomotoriek; - licentiaat of master in de psychologie; - graduaat of bachelor psychologisch assistent en gelijkgestelden; - graduaat of bachelor maatschappelijk assistent en gelijkgestelden; - graduaat of bachelor in de gezinswetenschappen; - licentiaat of master in de gerontologie; - graduaat of bachelor opvoeder. »

Art. 6.In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit, wordt het woord « rechthebbenden » elke keer vervangen door het woord « patiënten ».

Art. 7.In artikel 6, a) van hetzelfde besluit, worden de woorden « de personeelsnorm » vervangen door de woorden « het genormeerde personeel volgend de bepalingen van hoofdstuk II ».

Art. 8.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.De financiering van het genormeerde personeel zoals bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 dekt de loonkost die voor elke personeelskwalificatie is samengesteld uit : a) het bruto maandloon b) de onregelmatige prestaties (14 % op het bruto maandloon van de verpleegkundigen en de leden van het verzorgend personeel en 0,48 % op het bruto maandloon van de leden van het personeel voor reactivering) c) het dubbel vakantiegeld (92 % van het bruto maandloon, inclusief de onregelmatige prestaties en de haard- en standplaatstoelage) d) de eindejaarspremie (vast bedrag + 2.5 % op bruto maandloon, verhoogd met haard- en standplaatstoelage) e) de patronale lasten volgens de bedragen die van toepassing zijn in de private sector (forfaitair 34,67 %) f) de jaarlijkse premie van 142,96 en 12,17 euro g) de jaarlijkse attractiviteitspremie (187.43 euro in 2006) h) twee bijkomende dagen verlof i) een tussenkomst in de arbeidsongevallen-verzekering (0,91 % van het bruto jaarsalaris) j) een tussenkomst in de kost voor sociaal secretariaat (186.78 euro per jaar per voltijds equivalent) k) een tussenkomst in de kost voor interbedrijfs-geneeskundige dienst (93.23 euro per jaar per voltijds equivalent) l) een tussenkomst in de kost voor verplaatsing van en naar het werk (269.13 euro per jaar per voltijds equivalent) m) een tussenkomst in de kost voor beroepskledij (240.30 euro per jaar per voltijds equivalent). ».

Art. 9.Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 oktober 2004, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 2, b), eerste lid, tweede streep, worden de woorden « het koninklijk besluit van 23 september 2002 tot uitvoering van artikel 59 van de programmawet van 2 januari 2001 » vervangen door de woorden « het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen »;2° in § 2, b), laatste lid, worden de woorden « van 23 september 2002 » vervangen door de woorden « van 15 september 2006 ».3° § 2, e), eerste lid, wordt vervangen als volgt : « e) om de vermindering zoals bedoeld in artikel 12, of de verminderingen zoals bedoeld in artikel 16, §§ 2 en 3, gedeeltelijk of volledig te vermijden, kunnen de effectief in zijn kwalificatie gepresteerde uren van de zelfstandige beheerder van een inrichting een tekort in deze kwalificatie compenseren, voor maximum 19 uur per week wat de toepassing van artikel 12 betreft, en voor maximum 38 uur per week wat de toepassing van artikel 16, §§ 2 of 3 betreft.De bepaling van het aantal gepresteerde uren per trimester en in de kwalificatie van deze beheerder, gebeurt door de zelfstandige beheerder zelf, met een verklaring op erewoord. »; 4° in § 2, f), worden de woorden « Hiervan wordt 50 % in aanmerking genomen » vervangen als volgt : « De effectief in zijn kwalificatie gepresteerde uren van deze loontrekkende of statutaire verantwoordelijke worden in aanmerking genomen voor maximum 50 % van zijn totale arbeidsduur voor het respecteren van de normen bedoeld in artikel 2, 3 of 5, § 2, en voor maximum 38 uur per week om de verminderingen bedoeld in artikel 16, §§ 2 of 3 te vermijden.»

Art. 10.In artikel 9, § 2 van hetzelfde besluit, wordt het woord « rechthebbenden » elke keer vervangen door het woord « patiënten », worden de woorden « gefactureerde dagen » vervangen door het woord « verblijfdagen », en worden de woorden « de personeelsnorm » vervangen door de woorden « de financieringsnormen van het personeel ».

Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit, worden de woorden « artikel 8, § 2, e) » vervangen door de woorden « artikel 8, § 2, e) of f) ».

Art. 12.Artikel 13, §§ 2 tot 5 van hetzelfde besluit, vervangen door het ministerieel besluit van 28 februari 2005, wordt vervangen als volgt : « § 2. De loonkost voor een voltijds equivalent gegradueerde verpleegkundige (A1) bedraagt, indien de gemiddelde anciënniteit van alle verpleegkundigen in de inrichting : a) kleiner is dan 8 jaar : 49.033 euro b) vanaf 8 jaar en kleiner is dan 12 jaar : 50.391 euro c) vanaf 12 jaar : 52.153 euro. § 3. De loonkost voor een voltijds equivalent verpleegkundige A2 of ziekenhuisassistent bedraagt, indien de gemiddelde anciënniteit van alle verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten in de inrichting : a) kleiner is dan 8 jaar : 44.611 euro b) vanaf 8 jaar en kleiner is dan 12 jaar : 45.944 euro vanaf 12 jaar : 47.690 euro. § 4. De loonkost voor een voltijds equivalent verzorgende bedraagt, indien de gemiddelde anciënniteit van alle verzorgenden in de inrichting : a) kleiner is dan 6 jaar : 37.485 euro b) vanaf 6 jaar en kleiner dan 10 jaar : 38.026 euro c) vanaf 10 jaar : 39.398 euro. § 5. De loonkost voor een voltijds equivalent personeelslid voor reactivering en voor een kinesitherapeut, een ergotherapeut of een logopedist bedraagt, indien de gemiddelde anciënniteit van alle leden van dit personeel in de inrichting : a) kleiner is dan 6 jaar : 40.587 euro b) vanaf 6 jaar en kleiner dan 10 jaar : 43.599 euro c) vanaf 10 jaar : 44.797 euro. »

Art. 13.In artikel 14 van hetzelfde besluit, wordt het woord « rechthebbenden » elke keer vervangen door het woord « patiënten ».

Art. 14.Artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen door het ministerieel besluit van 19 oktober 2004, wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.In de inrichtingen die voldoen aan de bepalingen van artikel 5, §§ 1 en 2, en waar de norm zoals bedoeld in artikel 2 kleiner is dan twee verpleegkundigen en drie verzorgenden, wordt bij de bepaling van het te financieren bedrag voor het genormeerde personeel zoals bedoeld in artikel 17, uitgegaan van twee voltijds equivalenten verpleegkundigen en drie voltijds equivalenten verzorgingspersoneel behalve als het niet toepassen van deze regel voordeliger blijkt voor de inrichting. »; 2° in §§ 2 et 3, worden de woorden « de personeelsnorm » vervangen door de woorden « het genormeerde personeel ».

Art. 15.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 17.Het basisbedrag van de financiering van het genormeerde personeel is gelijk aan : [de som van het aantal voltijds equivalenten in een bepaalde kwalificatie x de loonkost van deze kwalificatie]. waarbij : - het aantal voltijds equivalenten wordt bepaald in toepassing van de artikelen 8, 9, 11, 14, 15 en 16. - de loonkost wordt bepaald in toepassing van de artikelen 13 en 16, § 2.

Dit bedrag wordt desgevallend verminderd volgens de bepalingen van artikel 12, tenzij in geval van toepassing van de bepalingen van artikel 16, § 2 of § 3.

Het bedrag van de financiering van het genormeerde personeel per dag en per rechthebbende bedraagt : [Basisbedrag van de financiering van het genormeerde personeel/aantal verblijfdagen voor de patiënten in de referentieperiode] In afwijking van de bepalingen van het vorige lid, bedraagt het bedrag per dag en per rechthebbende van de financiering van het genormeerde personeel voor de inrichtingen waarop artikel 19 of artikel 37bis van toepassing is : [(Basisbedrag van de financiering van het genormeerde personeel/aantal verblijfdagen voor de patiënten in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis ) x (aantal kalenderdagen in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis /365)] ».

Art. 16.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, worden de woorden « 15 euro » vervangen door de woorden « 16,38 euro »;2° § 1 wordt vervolledigd als volgt : « Tussen 1 oktober 2005 en 31 mei 2006, wordt dit bedrag verminderd met 1,33 euro teneinde de terugvordering vermijden van de via de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen gefactureerde kinesitherapieprestaties.»; 3° in § 2, worden de woorden « 15 euro » vervangen door de woorden « 16,38 euro.Tussen 1 oktober 2005 en 31 mei 2006, wordt dit bedrag verminderd met 1,33 euro teneinde de terugvordering vermijden van de via de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen gefactureerde kinesitherapieprestaties. »

Art. 17.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 20.Indien een inrichting niet onder de toepassing valt van de bepalingen van artikel 12 of artikel 16, § 2, en indien de totale loonkost van de verpleegkundigen, het personeel voor reactivering en het verzorgingspersoneel, berekend volgens de kost zoals bedoeld in artikel 13, hoger is dan het basisbedrag voor de in artikel 17 of 19 bedoelde financiering van het genormeerde personeel, wordt een bijkomende tegemoetkoming bepaald als aanmoediging voor bijkomende zorginspanningen, op voorwaarde dat : [kostprijs aanwezig personeel - kostprijs gefinancierd personeel] groter is of gelijk aan 40.000 euro en dat : [(kostprijs aanwezig personeel - kostprijs gefinancierd personeel)/kostprijs gefinancierd personeel] groter is of gelijk aan 4 % waarbij : - de kostprijs van het aanwezig personeel overeenstemt met de loonkost per kwalificatie zoals bedoeld in artikel 13, vermenigvuldigd met het aantal voltijds equivalenten per kwalificatie; - de kostprijs van het gefinancierd personeel overeenstemt met het basisbedrag voor de financiering van het genormeerde personeel zoals bedoeld in artikel 17 of 19.

De tegemoetkoming bedraagt dan 75 % van [de kostprijs van aanwezig personeel - kostprijs van gefinancierd personeel] met een maximum van 8,4 % van de kostprijs van het gefinancierd personeel.

Het bedrag van de tegemoetkoming per dag en per rechthebbende bedraagt : [Totaal bedrag van de tegemoetkoming/aantal verblijfdagen voor de patiënten in de referentieperiode].

In afwijking van de bepalingen van het vorige lid, bedraagt het bedrag per dag en per rechthebbende voor de inrichtingen waarop artikel 19 of artikel 37bis van toepassing is : [(Totaal bedrag van de tegemoetkoming/aantal verblijfdagen voor de patiënten in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis ) x (aantal kalenderdagen in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis /365)] ».

Art. 18.Artikel 30, 5° van hetzelfde besluit wordt vervolledigd als volgt : « Het vakantiegeld bedoeld in artikel 7, c) wordt betaald aan de werknemers van de openbare sector, zoals die gefinancierd wordt of op een andere manier, op voorwaarde dat er een akkoord bestaat of een akkoord overeengekomen is met de vakbondsorganisaties op niveau van het bevoegde Comité, dat als gevolg heeft of vaststelt dat gelijkaardige rechten zijn toegekend, eventueel onder een andere vorm en volgens een vooropgestelde timing.

Indien die niet begrepen zijn in hogervermelde akkoorden, worden de jaarlijkse premies bedoeld in artikel 7, f) betaald aan de werknemers van de openbare sector, zoals die gefinancierd worden of op een andere manier, op voorwaarde dat er een akkoord bestaat of een akkoord overeengekomen is met de vakbondsorganisaties op niveau van het bevoegde Comité, dat als gevolg heeft of vaststelt dat gelijkaardige rechten zijn toegekend, eventueel onder een andere vorm en volgens een vooropgestelde timing.

Indien deze niet begrepen is in hogervermelde akkoorden, wordt de jaarlijkse attractiviteitspremie bedoeld in artikel 7, g) toch toegekend vanaf 1 december 2006 aan de werknemers van de openbare sector die gefinancierd worden door dit besluit. »

Art. 19.In artikel 32 van hetzelfde besluit, worden de woorden « een keer per jaar » geschrapt en, in 1°, worden de woorden « binnen de 60 dagen nadat de Dienst erom vraagt » vervangen door de woorden « ieder trimester ».

Art. 20.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervolledigd als volgt : « 4° de gegevens zoals bedoeld in artikel 29 met betrekking tot de coördinerend geneesheer. »

Art. 21.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 22.In artikel 35 van hetzelfde besluit, worden de woorden « de gestelde termijn » vervangen door de woorden « de 90 dagen volgend op de referentieperiode « , worden de woorden « 120 dagen na het verstrijken van de in artikel 32, 1° bedoelde termijn » vervangen door de woorden « 60 dagen na het versturen van deze herinnering », en worden de woorden « met een vertraging van meer dan 120 dagen » vervangen door de woorden « meer dan 60 dagen na het versturen van deze herinnering ».

Art. 23.Artikel 36, § 4 van hetzelfde besluit wordt vervolledigd door de volgende leden : « Voor de referentieperiode van 1 juli 2004 tot 31 maart 2005, is de personeelsnorm die dient toegepast te worden op de rechthebbenden geklasseerd in de afhankelijkheidscategorie Cc degene die van toepassing is op de rechthebbenden geklasseerd in de afhankelijkheidscategorie C in RVT. Voor de factureringsperiode 2006 wordt de volledige tegemoetkoming van de instellingen met een door de bevoegde overheid geselecteerd rust- en verzorgingstehuis, overeenkomstig het protocol van 24 mei 2004, verhoogd met (274/365 x 32,50 euro x gemiddeld aantal rechthebbenden in de afhankelijkheidscategorie Cc tijdens de referentieperiode)/totaal aantal rechthebbenden tijdens de referentieperiode. »

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007, met uitzondering van artikel 12, dat uitwerking heeft met ingang op 1 april 2006, van artikel 16, dat uitwerking heeft met ingang op 1 oktober 2005, van artikel 9, 3° en 4°, dat uitwerking heeft met ingang op 1 juli 2005, en van artikelen 11 en 23, die uitwerking hebben met ingang op 1 juli 2004.

Brussel, 16 februari 2007.

R. DEMOTTE

^