Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 januari 2020
gepubliceerd op 23 januari 2020

Ministerieel besluit houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020010229
pub.
23/01/2020
prom.
16/01/2020
ELI
eli/besluit/2020/01/16/2020010229/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JANUARI 2020. - Ministerieel besluit houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken


De Minister van Natuur en Landelijke Aangelegenheden, Gelet op het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, artikel 19, lid 1, 5° ;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, en 84, § 1, lid 1, 3° ;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid verantwoord is door het feit dat de sanitaire crisis die de Afrikaanse varkenspest is, een ernstige, zeer snel evoluerende crisis is, die vereist dat beslissingen onmiddellijk dienen te worden genomen rekening houdend met de situatie op het terrein;

Overwegende dat er, om de ziekte doeltreffend te bestrijden en te voorkomen dat ze in een endemische fase treedt, talrijke maatregelen door het Waals Gewest zijn aangenomen;

Overwegende dat deze maatregelen niet samen kunnen gaan met onaangepast verkeer in de bossen daar dit zowel een veiligheidsrisico inhoudt voor leden van teams die ingezet worden om de ziekte te bestrijden en de uitroeiing ervan te beogen, of daartoe bijdragen, als een verspreidingsrisico buiten het geïnfecteerd gebied;

Overwegende dat er bijgevolg, bij ministerieel besluit, een verbod op verkeer in de bossen is genomen en dat het laatste besluit het ministerieel besluit van 1 oktober 2019 is, houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, waarbij evenwel bepaalde afwijkingen zijn voorzien voor een beperkt aantal rechthebbenden;

Overwegende dat er naast deze maatregelen door het Waalse Gewest talrijke beslissingen zijn aangenomen of voortgezet om de ziekte doeltreffend te bestrijden, zoals grootschalige vernietigingsverrichtingen door het uitzetten van vallen en nachtschoten, door de installatie van een omvangrijke afschotinstallatie met talrijke punten voor de loerjacht en lokvoeder in de nabijheid van de verharde wegen van het geïnfecteerde gebied, door de installatie van een meer dan 300 km lang net van omheiningen, door intense prospectieverrichtingen en afvoer van karkassen van wilde zwijnen en de uitvoering van bioveiligheidsmaatregelen;

Overwegende dat deze beslissingen door de Europese deskundigen, gespecialiseerd terzake, als doeltreffend worden beschouwd;

Overwegende dat dit nog verder aan bewijskracht heeft gewonnen sinds het aantreffen van het primair geval van Afrikaanse varkenspest daar recent een verlaging is vastgesteld in de wilde zwijnenpopulatie en in het aantreffen van besmette kadavers in het geïnfecteerd gebied, waardoor ook de aanwezigheid van het virus verminderde, zoals blijkt uit de laatste prospectiekaart de dato 18 december 2019;

Overwegende dat deze vaststelling met name kon worden opgemaakt na het intensiever en georganiseerd opsporen van kadavers met de inzet van meer menselijke krachten tussen 6 november 2019 en 10 december 2019, namelijk na het groeiseizoen, op een ogenblik waarop de ondergroei afsterft en de zichtbaarheid verbetert;

Overwegende dat de vernietigingsverrichtingen tijdens deze periode, en na bekendmaking van het vorig ministerieel besluit van 1 oktober 2019 houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, in het geïnfecteerd gebied aanzienlijk opgedreven werden;

Overwegende dat de combinatie van deze maatregelen, naast de reeds bestaande, ervoor gezorgd heeft dat recentelijk via georganiseerde prospectie nieuwe karkassen of beenderen van wild zwijn zijn aangetroffen in het geïnfecteerd gebied (30.483 hectare bos, op datum van 13 december - met laatst aangetroffen positieve karkassen van dieren die doodgingen tussen 3 tot 6 maanden geleden, op 9 december 2019 en 3 januari 2020), waarvan de virologische analyses, uitgevoerd door het Belgisch referentielaboratorium Sciensano aantonen dat ze positief reageren op het virus van de Afrikaanse varkenspest;

Overwegende dat deze intense prospectiewerkzaamheden aanzienlijk zijn gelet op de uitgestrektheid van het gebied en een hoge inzet van menselijke krachten vereisen;

Overwegende dat de Afrikaanse varkenspest, ondanks de dalende wilde zwijnenpopulatie en de aanwezigheid van het virus in het geïnfecteerd gebied, steeds actief en virulent is in het geïnfecteerd gebied;

Overwegende dat overigens niet kan worden uitgesloten dat zich in het geïnfecteerd gebied een endemische situatie voordoet en dat voor een uitbreiding van de epidemie naar niet-geïnfecteerd gebied gevreesd wordt;

Overwegende dat het Waals Gewest daarenboven, door het aantreffen op 9 december 2019 van nieuwe, positief op het virus van de Afrikaanse varkenspest geteste, beenderen van wilde zwijnen waarvan vermoed wordt dat ze doodgingen drie tot zes maanden geleden, zich ertoe verplicht zag om enerzijds een wijziging van de buitengrenzen van het geïnfecteerd gebied aan Europa voor te leggen - wat niet meer het geval was geweest sinds 19 maart 2019 - en om anderzijds de dienovereenkomstige beheersmaatregelen aan te passen (besluiten van de Waalse Regering van 12/12/2019 en van 18/12/2019 tot wijziging van het besluit van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen);

Overwegende dat die nieuwe elementen en de recente ontdekking, op 3 januari 2020, van nieuwe positief op AVP geteste karkassen van dieren die drie tot zes maanden geleden doodgingen, een aanpassing vereisen van de beslissingen en maatregelen aangenomen door het Waalse Gewest, of de aanneming van nieuwe maatregelen;

Overwegende dat deze verschillende parameters, om redenen die inherent zijn aan de ziekte en de uitgestrektheid van het betrokken gebied, evolutief zijn en niet volledig geanticipeerd kunnen worden;

Bijgevolg zouden de gegevens reeds voorbijgestreefd zijn bij het inachtnemen van een termijn van dertig dagen voor het aanvragen van het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State;

De ingeroepen dringende noodzakelijkheid is vervuld;

Gelet op advies nr. 66.882/4 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het Waals Gewest, overeenkomstig Richtlijn 2002/60 van de Raad van 27 juni 2002 houdende specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot gecontamineerde varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest, en sinds de bevestiging, op 13 september 2018, van een primair geval van Afrikaanse varkenspest bij het wild zwijn, verplicht is om onmiddellijk meerdere bepalingen en beslissingen te treffen om de verspreiding van de ziekte af te remmen, te voorkomen en uit te roeien, waaronder de afbakening van een geïnfecteerd gebied, en daartoe de gepaste maatregelen te treffen;

Overwegende dat deze bepalingen en beslissingen, die ertoe strekken te voorkomen dat de ziekte uitbreidt naar varkensfokkerijen, aangepast kunnen en moeten worden naar gelang de sanitaire toestand evolueert;

Overwegende dat de beoogde bepalingen en beslissingen, wanneer aangenomen, vastgesteld worden aan de hand van de aanbevelingen van de gewestelijke, nationale en Europese deskundigen en wetenschappers gespecialiseerd in de beheersing van Afrikaanse varkenspest;

Overwegende dat de verschillende aanwezige belangen bij het vaststellen van deze bepalingen in overweging zijn genomen, met inbegrip van de particuliere belangen, maar dat de globale beoordeling van de potentiële risico's van elke activiteit in termen van waarschijnlijkheid dat de ziekte zich verspreidt, ertoe leidt, ze te weigeren of toe te laten volgens modaliteiten en voorwaarden die nu eens gelijklopend dan weer uiteenlopend zijn;

Overwegende dat het leefmilieu en het leefgebied van de soort wild zwijn, als enige wildsoort die besmet kan worden met het virus van de Afrikaanse varkenspest, hoofdzakelijk het bosmilieu is (zie GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS et S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 8);

Overwegende dat het virus door de wilde zwijnen die de ziekte ontwikkeld hebben, op varkensfokkerijen kan overslaan;

Overwegende dat via de verschillende maatregelen, aangenomen bij ministeriële besluiten sedert het aantreffen van het primaire geval van Afrikaanse varkenspest, gestreefd wordt naar het beperken en, beter nog, het voorkomen dat zieke dieren die hoofdzakelijk in het bosmilieu vertoeven zich verplaatsen van het geïnfecteerd gebied naar nog niet geïnfecteerde gebieden en, erger nog, naar varkensfokkerijen;

Overwegende dat de bestaande wetenschappelijke documentatie over de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest aantoont dat menselijke activiteit deze verspreiding tussen dieren die de ziekte zouden kunnen ontwikkelen, bevordert (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 7);

Overwegende dat er, bij toepassing van deze doctrine, van uit kan worden gegaan dat het behoud van het verkeer in het bosmilieu wegens enerzijds het verstoren van de zieke wilde dieren en anderzijds de (onrechtstreekse) mechanische virusoverdracht ten gevolge van een contact met een kadaver van wild zwijn of biologische stoffen uit geïnfecteerde wilde zwijnen een reëel risico inhoudt op verspreiding van het virus naar niet-geïnfecteerde beboste gebieden, en dus het risico verhoogt op verspreiding van het virus naar varkensfokkerijen;

Overwegende dat de menselijke activiteit die er, in het bosmilieu, het meest toe kan leiden dat potentieel geïnfecteerde dieren naar andere niet-besmette gebieden vluchten, de bosactiviteit in het algemeen is, en in het bijzonder buiten wegen en paden om (Wetenschappelijk comité FAVV - sneladvies nr 09/2019 - Risico op introductie van Afrikaanse varkenspest (AVP) in varkensbedrijven gelinkt aan het hernemen van bosbouwwerkzaamheden in zone II (wilde fauna geïnfecteerd met AVP) (dossier SciCom 2019/10, blz. 14);

Overwegende dat een verstoring van de wilde zwijnen in open gebied daarentegen, vooral als het een open plek omringd door bos is, de opgeschrikte wilde zwijnen ertoe aan zal zetten terug te keren naar hun natuurlijk leefmilieu, namelijk het bos;

Overwegende dat het, als de indamming van de ziekte dus niet gewaarborgd kan worden en de gevreesde verspreiding plaats vindt, weinig waarschijnlijk is dat de ziekte kan worden beheerd;

Overwegende dat het Waalse Gewest, om te handelen als normaal voorzichtige en naarstige beheerder van het algemeen nut, veiligheid en voorzichtigheid moet voorstaan door de epidemie in te sluiten en strikte maatregelen in die zin aan te nemen;

Overwegende dat de resultaten van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest sinds het verkeersverbod waar het Waalse Gewest voor geopteerd heeft bij de verschillende opeenvolgende besluiten sinds het aantreffen van het eerste primair geval van Afrikaanse varkenspest uitwijzen dat de maatregel doeltreffend is : de verspreiding van de ziekte is ingeperkt;

Overwegende dat bijgevolg geacht wordt dat het verkeersverbod in de bossen een doeltreffende, evenredige oplossing is die behouden moet worden, zowel om een overslaan van ziekte naar varkensfokkerijen te voorkomen als om de bestrijdingsbepalingen en -beslissingen te garanderen die het Waals Gewest heeft aangenomen om de ziekte uit te roeien;

Overwegende dat dit een zaak is van bescherming van het algemeen nut;

Overwegende dat het verkeersverbod in de bossen met het oog op de indamming van de ziekte en het voorkomen van de verspreiding ervan naar niet-besmet bosgebied en varkensfokkerijen evenwel de noodzaak vereist om bepaalde inrichtingen te verrichten rekening houdend met de evolutie van de ziekte en de ingezamelde veldgegevens ten gevolge van de opeenvolgende bepalingen en beslissingen aangenomen door het Waals Gewest;

Overwegende dat de toegang tot het geïnfecteerd gebied, om duidelijke redenen van ziektebeheersing, gemachtigd moet worden voor de personen belast met de bestrijding van deze ziekte;

Overwegende dat deze bestrijding de vorm heeft aangenomen, en verder aanneemt, van verschillende, samenhangende en langetermijnmaatregelen, goedgekeurd door het Waals Gewest, waaronder met name grootschalige vernietigingsverrichtingen door het uitzetten van vallen en door nachtschoten, door de installatie van een omvangrijke afschotverrichting bestaande uit talrijke aandrijf- en voederpunten in de nabijheid van verharde wegen in het geïnfecteerd gebied, door de installatie van een meer dan 300 km lang net van omheiningen, intense prospectie- en afvoerverrichtingen van karkassen van wilde zwijnen en de uitvoering van bioveiligheidsmaatregelen;

Overwegende dat de gelijktijdige uitvoering van de indamming van de epidemie en van de bestrijdingsbepalingen en -beslissingen, aangenomen door het Waals Gewest, door de deskundigen doeltreffend wordt geacht : niet alleen wordt de verspreiding van de ziekte beperkt tot het geïnfecteerd gebied, maar uit de laatste tellingen van levende wilde zwijnen, op het terrein uitgevoerd via prospectieverrichtingen (zoals de prospectiekaarten van 18 december 2019 en 14 januari 2020 uitwijzen) en de virologische analyses, uitgevoerd door het Belgisch referentielaboratorium Sciensano op de krengen of karkassen van, bij diezelfde verrichtingen, gedode of dood aangetroffen wilde zwijnen blijkt ook dat, in het geïnfecteerd gebied, sinds de ontdekking van het primair geval van Afrikaanse varkenspest de concentratie van op de ziekte positief reagerende wilde zwijnen gedaald is;

Overwegende dat de toestand in het geïnfecteerd gebied, zelfs als de resultaten en vaststellingen bemoedigend zijn, niettemin kritiek blijft en zal blijven tot volledige uitroeiing van de ziekte : er worden, via de ingeleide prospectieverrichtingen, nog steeds karkassen van wilde zwijnen die positief reageren op het virus aangetroffen (de laatste nog op 9 december 2019 en 3 januari 2020;

Overwegende dat deze prospectieverrichtingen werkelijk een race tegen de tijd zijn daar er, rekening houdend met de grootte van het te belopen areaal, de weinige zichtbaarheid in de onderste boslagen en de snelheid waarmee de kadavers ontbinden, slechts een ongekende fractie van kadavers van wilde zwijnen opgespoord kan worden;

Overwegende dat het lage niveau van de wilde zwijnenpopulatie dat afgeschoten wordt en aan de ziekte bezwijkt daarenboven het aantal potentiële gastheren voor de ziekte en dus het aantal doden door de ziekte dienovereenkomstig beperkt, wat de opsporingskans even zo veel beperkt;

Overwegende dat de Europese Commissie de ziekte als uitgeroeid beschouwt twaalf maanden nadat het laatste wild zwijnkadaver dat positief test op Afrikaanse varkenspest is aangetroffen en dat zij, na deze vaststelling, het behoud van drastische beheersmaatregelen en de voortzetting van de prospectieverrichtingen oplegt;

Overwegende dat het dus duidelijk van belang is om de prospectieverrichtingen in stand te houden om de kadavers van wild zwijn te kunnen dateren. Er wordt daarvoor een wetenschappelijke methode gebruikt (SAMSUWAN et al., A method for extracting DNA from hard tissues for use in forensic identification, Biomedical reports, 9 433-438, 2018), die erop wijst dat het laatst aangetroffen kadaver, op 3 januari 2020, dat positief heeft gereageerd, doodging drie tot zes maanden voor de datum van de vondst, wat uitwijst dat het viropositief dier in de zomer van 2019 bezweek;

Overwegende dat de geboden mogelijkheid en de kadans waarmee de prospectie en de afvoer van kadavers van wild zwijn uitgevoerd worden, nog verantwoording vindt in het feit dat bewezen is dat wilde zwijnen kannibaal gedrag vertonen; gezonde wilde zwijnen kunnen ertoe gebracht worden, wezens van hun eigen soort die potentieel besmet zijn, te eten (Cukor, J., Linda, R., Václavek, P., Mahlerová, K., Satrán, P. and Havránek, F. (2020), Confirmed cannibalism in wild boar and its possible role in African swine fever transmission. Transbound Emerg Dis. 30 december 2019, via: https://doi.org/10.1111/tbed.13468) (januari 2020);

Overwegende dat deze praktijk een belangrijke vector is voor besmetting met AVP binnen de soort;

Overwegende dat het wild zwijn, zelfs zonder systematisch kannibaal gedrag aan te nemen, desalniettemin aangetrokken blijft door een soortgenoot in staat van ontbinding (likken, snuffelen);

Overwegende dat het virus langer in karkassen overleeft in koude en vochtige periodes, en minder lang in warme en droge periodes (hittegolven);

Overwegende dat deze gedachtegang op de noodzaak wijst om prospectie en afvoer verder te blijven zetten om deze sylvatische cyclus te kunnen doorbreken;

Overwegende dat, bij het overschouwen van deze parameters, nog niet uitgesloten kan worden dat de situatie in het geïnfecteerd gebied endemisch wordt (zie V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS et S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 18-19 en blz. 25) en dat de ziekte naar niet-geïnfecteerd gebied overslaat;

Overwegende dat het risico dat de ziekte in de weken of maanden na het afnemen van de populatie weer opduikt, inherent is aan deze fase;

Overwegende dat het heropduiken van de ziekte waarschijnlijk bepaald zou worden door meerdere factoren, met name : wilde zwijnen die het geïnfecteerd gebied bevolken door de komende geboortes in de lente (maart 2020) ofwel door binnendringen en het « sluimerend » virus uit de karkassen van besmette wilde zwijnen hebben opgelopen, door necrofagie, eenvoudig contact of een ongewilde verspreiding van de ziekte buiten het geïnfecteerd gebied;

Overwegende dat het, rekening houdend met het voorgaande, niet mogelijk is te concluderen dat de ziekte verdwenen is;

Overwegende dat het Waals Gewest, om de situatie volledig onder controle te houden en de verkregen goede resultaten te bestendigen, acht de gezamenlijke bestrijdingsbeslissingen en - bepalingen, tot dan aangenomen, te moeten aanhouden;

Overwegende dat het sanitair vacuüm (op ongewone uren, dagen en plaatsen) in het geïnfecteerd gebied in stand dient te worden gehouden om deze endemische fase in te dijken en de uitroeiing van de ziekte te waarborgen;

Overwegende dat het tegelijk opvoeren van een ad hoc jachtdruk en het snel weghalen van de karkassen in de endemische fase volgens de wetenschappelijke literatuur de waarschijnlijkheid dat het virus uitgeroeid zal worden, nog verder zal doen toenemen (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 26);

Overwegende dat de schoten, in het geïnfecteerd gebied, deze laatste maanden nog opgedreven zijn en de populatie aan wilde zwijnen in het geïnfecteerd gebied aanzienlijk hebben teruggedrongen;

Overwegende dat, als de gevolgen van de vernietiging onmiddellijk na uitvoering van deze afschotmaatregelen zichtbaar waren, daar mettertijd onvermijdelijk sleet op komt;

Overwegende dat de populatie van wilde zwijnen inderdaad, onder invloed van deze vernietiging, gedaald is en dat het bijgevolg moeilijker is de overige wilde zwijnen in het geïnfecteerd gebied te doden;

Overwegende dat de terreinwaarnemingen nog steeds op de aanwezigheid van, weliswaar een klein aantal, levende, en dus potentieel besmette, wilde zwijnen wijzen;

Overwegende dat de instandhouding van deze regeling, om overduidelijke redenen van veiligheid van personen en van verstoring van het wild, onverenigbaar is met niet-essentieel verkeer in de bossen;

Overwegende dat de toegang tot het geïnfecteerd gebied voor personen belast met de bestrijding van Afrikaanse varkenspest bijgevolg volledig gewaarborgd moet blijven;

Overwegende dat er evenwel, mits enkele voorzorgs- en bioveiligheidsmaatregelen, voorzien kan worden in maatregelen ter tempering van dat algemeen verkeersverbod in de bossen voor een beperkt aantal rechthebbenden met het oog op de openbare veiligheid of de bereikbaarheid van bepaalde woonsten en tweede verblijven;

Overwegende dat deze inrichtingen personen en activiteiten beogen die niet verband houden met het beheer van Afrikaanse varkenspest;

Overwegende dat deze inrichtingen dus strikt beoordeeld moeten worden op de mate waarin er een potentieel risico op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest bestaat door deze ziekte te kunnen doen overslaan naar niet-geïnfecteerd bosgebied en varkensfokkerijen;

Overwegende dat talrijke activiteiten van het type bosbouw, landbouw, visteelt en cultuur eveneens onder het algemeen verkeersverbod in bos en woud, nodig voor de inperking van de epidemie van Afrikaanse varkenspest en dus de uitroeiing ervan, lijden;

Overwegende dat de mogelijkheid tot toekenning van individuele afwijkingen daarvoor beoordeeld en geëvalueerd wordt met behulp van wetenschappelijke studies en ten opzichte van de evolutie van de ziekte, aangetoond door de uitgevoerde prospectieverrichtingen (het laatste in geïnfecteerd gebied op 3 januari 2020 positief aangetroffen karkas was van een dier dat doodging drie tot zes maanden geleden) om een hervatting van deze activiteiten mogelijk te maken zonder dat dit schade kan toebrengen aan de maatregelen en beslissingen ter bestrijding van de verspreiding van de ziekte met het oog op de bescherming van het algemeen nut;

Overwegende dat de in het geding zijnde belangen, met oog voor de risicograad, tegen elkaar afgewogen moeten worden en dat dit leidt tot machtigingen voor de ene, maar niet voor de andere activiteit, al lijken ze op elkaar, omdat dit net afhangt van het milieu waarin ze plaatsvinden : bosmilieu of open milieu;

Overwegende dat een advies in verband met het risico op introductie van Afrikaanse varkenspest in de varkensfokkerijen, gepaard gaand met werkhervattingen in de bossen van zone II (met de ziekte besmet), is aangevraagd bij het wetenschappelijk comité van het FAVV om te bepalen of een hervatting van activiteiten en uitbatingen in de bosbouw rekening houdend met de evolutie van de epidemie te overwegen valt;

Overwegende dat dat advies (sneladvies nr 09/2019 - Risico op introductie van Afrikaanse varkenspest (AVP) in varkensbedrijven gelinkt aan het hernemen van bosbouwwerkzaamheden in zone II (wilde fauna geïnfecteerd met AVP) (dossier SciCom 2019/10)) uitgebracht is door het wetenschappelijk comité van het FAVV, op 4 juni 2019;

Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV het risico op indirecte transmissie via de personen en het materieel naar niet-gecontamineerde gebieden via de hervatting van bosbouwactiviteiten (namelijk, voorbereiding van de bodems - met inbegrip van het aanbrengen van bodemverbeteraars, het aanplanten en inzaaien, het snoeien, het merken van bomen in dunning en bosuitbating) als gematigd labelt, namelijk niveau 3 op 4 in de risicobepalingsschaal;

Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV verder in bedoeld advies nog aanstipt dat « het aantal aannemers die de beoogde bosbouwwerkzaamheden uitvoert beperkt is waardoor ze zichzelf en hun materiaal dienen te verplaatsen tussen verschillende exploitatiesites verspreid over het land en vaak verwijderd zijn van elkaar. Gezien het invasieve karakter van de bosbouwwerkzaamheden is de kans om in contact te komen met gecontamineerd materiaal (kadavers, excreties) in zone II aanzienlijk. Daarnaast bezit het AVP virus een hoge overlevingsduur in biologisch materiaal en dus in de omgeving. Door deze twee factoren bestaat er een aanzienlijk risico op verspreiding van het virus via deze werkzaamheden. »;

Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV bijgevolg momenteel afraadt « om de bosbouwwerkzaamheden te hervatten en dit niet wegens het risico op introductie van het virus in de varkensbedrijven en vooral wegens het risico op verdere verspreiding van het AVP virus in de wilde fauna »;

Overwegende dat deze overweging en de geuite aanbeveling verantwoord zijn « gezien het invasieve karakter van de bosbouwwerkzaamheden [en de] aanzienlijke kans om in contact te komen met gecontamineerd materiaal »;

Overwegende dat dit advies door het FAVV niet in vraag wordt gesteld;

Overwegende dat de meeste dood aangetroffen wilde zwijnen, positief bevonden op Afrikaanse varkenspest, op datum van 3 juni 2019, aangetroffen zijn in het bosecosysteem gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke vochtige en frisse milieus, namelijk daar waar de bosbouwactiviteiten en -uitbatingen uitgevoerd worden;

Overwegende dat de wilde zwijnen die met de Afrikaanse varkenspest zijn besmet, immers door de koorts waaraan ze lijden, koele en vochtige gebieden opzoeken om er te sterven;

Overwegende dat een bosuitbating, hoe beperkt en gericht ook, noodzakelijkerwijs geluidshinder veroorzaakt en invasief is en dus de wilde zwijnen uit het gebied zou kunnen verstoren en verjagen, zoals ANSES acht in een advies van 24 januari 2019 (aanhangigmaking nr. 2018-SA-0250) betreffende de evaluatie van de impact van de activiteiten in het bos op het risico op verspreiding van Arikaanse varkenspest op het nationaal grondgebied;

Overwegende dat het risico op transmissie en verspreiding van Afrikaanse varkenspest door toegang tot het bosmilieu om bosbouwactiviteiten en -uitbatingen uit te voeren, naar andere niet-besmette gebieden, dus reëel is en blijft;

Overwegende dat het enig gekend geval van succesvolle uitroeiing van Afrikaanse varkenspest in Europa zich in de Tsjechische Republiek heeft voorgedaan;

Overwegende dat de strategie die in dat land is gevolgd, het verbod inhield op activiteiten in bossen en wouden van het gecontamineerde gebied, behoudens wat viel onder de bestrijding van Afrikaanse varkenspest (Petr Satran, From ASF infection in wild boar to eradication and free status recovery in the Czech Republic, GF-TADs, Praha, 11.3.2019);

Overwegende dat dit succes en de conclusies van het advies van het wetenschappelijk comité van het FAVV eerder op een maximaal verbod wijzen van bosbouwactiviteiten en -uitbatingen, wil men voorkomen dat de Afrikaanse varkenspest verder uitbreidt naar nieuwe gebieden;

Overwegende dat enkel om deze dwingende, sanitaire redenen overwogen zou kunnen worden om het verkeer in bosgebied toe te laten wanneer de ziekte zich in fase van ontwikkeling bevindt;

Overwegende dat zulks nog eens bevestigd wordt door de Europese experts inzake Afrikaanse varkenspest (REPORT ASF Expert Mission to Belgium, EUVET Initiative, 7-8 January 2019, by Vittorio GUBERTY - ISPRA, Italy);

Overwegende dat, in de omstandigheden die betrekking hebben op de Afrikaanse varkenspest, als sommige bosbouwwerkzaamheden onontbeerlijk zijn voor het overleven van de bestanden, andere werkzaamheden enkel een betere vormgeving en dus een beter economisch rendement voor de eigenaar beogen; een goede vormgeving voor bomen bekomen is niet doorlsaggevend tegenover het algemeen belang, namelijk voorkomen dat de varkenspest zich verspreidt; het gemechaniseerd interveniëren is niet toegelaten daar het weghalen van struikgewas aanwezige wilde zwijnen verjaagt, en het risico op verspreiding van de ziekte wegens dergelijke verplaatsingen wordt niet aanvaardbaar geacht; anderzijds houdt het weghalen van struikgewas met gemechaniseerde werktuigen het risico in dat potentieel viropositieve kadavers in staat van ontbinding of beenderen van wilde zwijnen per ongeluk vernietigd of verspreid worden;

Overwegende dat deze gedachtegang en het risico door de uitoefening van bosactiviteiten in het gebied geïnfecteerd door Afrikaanse varkenspest evenwel beoordeeld en indien nodig getemperd moeten worden met twee afzonderlijke elementen, namelijk het verlagen van de densiteit van wilde zwijnen aanwezig in het geïnfecteerd gebied en anderzijds de sanitaire crisis door de exponentiële ontwikkeling van de populatie van een schadelijk insect (de boomkever ofte « ips typographicus ») in naaldbomen,en specifiek de spar;

Overwegende dat recent werd vastgesteld dat de dichtheid van wilde zwijnen en het aantreffen van besmette kadavers in het geïnfecteerd gebied aan het dalen zijn, en daarmee ook een verminderde aanwezigheid van het virus, zoals blijkt uit de laatste prospectiekaart met datum van 18 december 2019;

Overwegende dat deze vaststelling gerelativeerd moet worden door het feit dat de sporadische aanwezigheid van levende wilde zwijnen ondanks de bepalingen en beslissingen tot vernietiging door het Waals Gewest en het letaal effect eigen aan de ziekte overal in het geïnfecteerd gebied aangetoond wordt dank zij de rechtstreekse (nachtrondes of automatische fototoestellen) of onrechstreekse (sporen) waarnemingen op het terrein; Overwegende dat de lokalisering van de positieve gevallen overigens nog gecompliceerder wordt gemaakt door de moeilijkheid om kadavers op te sporen die wel eens onder een dikke groenlaag verdoken zijn en gelet ook op het aanzienlijk areaal van het geïnfecteerd gebied (30.483 hectare woud op 13 december);

Overwegende dat een intensivering van de opsporingen van kadavers georganiseerd is onder grote inzet van manschappen tussen 6 november 2019 en 10 december 2019, bij uitdoven van de groeiperiode, op een ogenblik waarop de zichtbaarheid in de onderste boslagen er beter op wordt;

Overwegende dat, deze intensieve prospectieverrichtingen in combinatie met andere maatregelen aangenomen door het Waalse Gewest ervoor gezorgd hehebbeneft dat recentelijk via georganiseerde prospectie nieuwe karkassen van wilde zwijnen zijn aangetroffen in het geïnfecteerd gebied (laatste positief aangetroffen karkassen op 9 december 2019 en 3 januari 2020 ontdekt), waarvan de virologische analyses, uitgevoerd door het Belgisch referentielaboratorium Sciensano aantonen dat ze positief reageren op het virus van de Afrikaanse varkenspest;

Overwegende dat de Afrikaanse varkenspest, ondanks de dalende wilde zwijnenpopulatie en de aanwezigheid van het virus in het geïnfecteerd gebied, steeds actief en virulent is in het geïnfecteerd gebied maar evenwel een nieuwe beoordeling vereist van de maatregelen die aangenomen dienen te worden in verband met bosactiviteiten;

Overwegende dat, rekening houdend met deze ogenschijnlijk kalme periode, het afwegen van de belangen bepaalde dringende en weinig invasieve bosactiviteiten opnieuw te overwegen vallen, namelijk het merken en inventariseren van loof- en naaldbestanden en niet-gemechaniseerde aanplantingsactiviteiten die uitgevoerd mogen worden in het geïnfecteerd gebied mits inachtneming van sommige veiligheids- en bioveiligheidsmaatregelen ten laste van de exploitanten, waarbij zij identiek zijn aan de vereisten opgelegd aan het personeel dat de prospectie van kadavers van wilde zwijnen in goede banen leidt en onder voorbehoud van verificaties ter plaatse wat de aanwezigheid of niet betreft van karkassen van potentieel geïnfecteerde karkassen (de prospectieverrichtingen hebben aangetoond dat het aangetroffen karkas positief is en dat wanneer een karkas van wild zwijn aangetroffen wordt, daar niet licht mee omgesprongen mag worden);

Overwegende dat, voor wat specifiek de aanplantingen betreft, enkel zachte wijzen van aanplantingen mogelijk zijn voor stekken verworven voor de datum waarop de betrokken eigendom opgenomen is in het geïnfecteerd gebied, op grond van de opeenvolgende besluiten ter bepalingen van de buitengrenzen van dit gebied, en wel de besluiten van de Waalse Regering van 12 oktober 2018, 11 januari 2019, 19 februari 2019 en 19 maart 2019;

Overwegende dat deze beperking ingegeven wordt door het dringend karakter van het aanplanten van verworven stekken, namelijk dat ze zoniet verloren gaan of maar slecht wortel zouden schieten;

Overwegende dat die dringende noodzakelijkheid niet opgeworpen zou kunnen worden voor het aanwerven van toekomstige stekken na de inwerkingtreding van dit besluit, terwijk de crisis gerelateerd aan de Afrikaanse varkenspest nog volop actief is;

Overwegende dat de aanpak die het Waals Gewest voorstaat naar een in princiep coherent beleid streeft in zijn doel om de ziekte uit te roeien : het bosverkeer is verboden wegens de nog actieve aanwezigheid van de ziekte, maar kan zich lenen tot bepaalde aanpassingen mits het nemen van sommige voorzorgsmaatregelen;

Overwegende dat de eventuele voorbereiding van het terrein voor aanplantingen voor het overige enkel mogelijk is met een handbosmaaier op één lijn, enkel over een breedte van ongeveer 50 cm;

Overwegende dat het werken met behulp van gemechaniseerde werktuigen voor het vrijmaken van de aanplantingslijn en voor de voorbereidingen enkel toegelaten zou kunnen worden daar deze werktuigen de potentieel door de ziekte geïnfecteerde wilde zwijnen zouden kunnen doen opschrikken en anderzijds per ongeluk potentiële karkassen of beenderen van potentieel door het virus geïnfecteerde wilde zwijnen zouden kunnen vernietigen of verspreiden;

Overwegende dat, ten opzichte van de dalende wilde zwijnenpopulatie in de bossen, levend of dood, het risico op verspreiding van de ziekte bij het merken van hout en het niet-gemechaniseerd aanplanten van reeds verworven stekken als aanvaardbaar wordt beschouwd, voor zover de verwachte verstoring niet groter zou moeten zijn dan wanneer prospectietochten gehouden worden;

Overwegende dat deze bosactiviteiten evenwel afhankelijk worden gemaakt van het vooraf versturen van een kennisgeving door de exploitant aan de houtvester, die dan kan tot controle over kan gaan met de specifieke informatie die hij via deze kennisgeving krijgt;

Overwegende dat de wouden niettemin, samen met de epidemie van Afrikaanse varkenpest die heden in het Waalse Gewest woedt, onder een bijkomende sanitaire crisis lijden door de exponentiële ontwikkeling van de populatie van een schadelijk insect;

Overwegende dat het voor doeleinden van bescherming en vrijwaring van het bosecosysteem passend is, maatregelen te nemen om de woekering van dit insect zo goed mogelijk in te dijken om te voorkomen dat de bosbestanden diepgaand en langdurig ondermijnd worden, dat het beheer der eigendommen daardoor verstoord wordt en dat er landschapsverstoring optreedt;

Overwegende dat de vrijwaring en de bescherming van het bosecosysteem eveneens van algemeen nut is;

Overwegende dat de enige manier om doeltreffend te strijden tegen de woekerende boskevers hierin bestaat, elke nieuwe boom, aangetast door het schadelijk insect, zo snel mogelijk en in ieder geval om de vier weken in de periode waarin het insect actief is, uit de bossen weg te halen;

Overwegende dat het daartoe en in deze specifieke context te overwegen valt en passend is, mits enige voorzorgsmaatregelen op vlak van veiligheid en bioveiligheid, die identiek zijn met de maatregelen opgelegd aan het personeel dat met de opsporingsverrichtingen belast is wegens wilde zwijnenkadavers en onder voorbehoud van verificaties ter plaatse wat de aanwezigheid, of niet, betreft van potentieel aangetaste wilde zwijnenkadavers, van het algemeen verkeersverbod in bossen en wouden af te wijken om de uitbating van, enkel, de door schorskevers aangetaste sparrenbestanden mogelijk te maken;

Overwegende dat hier sprake is van een evenwicht tussen de verplichte voortzetting van de strijd tegen Afrikaanse varkenspest en de noodzaak om de woekering van schorskever over het gehele Waalse grondgebied te voorkomen;

Overwegende dat deze enige bosactiviteit, daar zij een doel van algemeen belang nastreeft en rekening houdend met de verstoring die zij voor de wilde zwijnen die de ziekte ontwikkeld hebben teweeg kan brengen door het inzetten van gemotoriseerde en gemechaniseerde werkuitgen, in het geïnfecteerd gebied toegelaten zou kunnen worden;

Overwegende dat de uitoefening van deze activiteit een aanzienlijk risico inhoudt inzake de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest waarvan de beheersing een plicht is voor het Waals Gewest;

Overwegende dat het nog ruimer toelaten van bosexploitaties in geïnfecteerde zones bij zou dragen tot een hoger verspreidingsrisico wegens een ergere verstoring en dus een hoger risico op overslaan van het virus naar niet-geïnfecteerd gebied, wat tegen de beheersmaatregelen en -bepalingen die het Waalse Gewest genomen heeft om de ziekte uit te roeien in zou druisen;

Overwegende dat die risico's op verspreiding, van bosmilieus naar andere milieus, niet licht opgevat mogen worden en strikt beperkt moeten worden, ook vandaag nog;

Gelet ook op, overigens, bepaalde economische activiteiten op vlak van landbouw, visteelt, cultuur, lijdend onder de maatregelen aangenomen ter zake van strijd tegen de Afrikaanse varkenspest in geïnfecteerd gebied;

Overwegende dat, net als voor de bosbouwactiviteiten en -uitbatingen, dient te worden bekeken of een snelle hervatting van genoemde activiteiten overwogen kan worden zonder schade te berokkenen aan de aangenomen veiligheids- en bioveiligheidsmaatregelen om doeltreffend te strijden tegen de epidemie en de verspreiding ervan te voorkomen;

Overwegende dat het virus inzake Afrikaanse varkenspest een resistent virus is wanneer het gepaard gaat met organisch materiaal (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 11-13);;

Overwegende dat het virus op leefbare wijze meerdere weken in het bloed en in (zelfs ontbonden) kadavers en beenderen van gecontamineerde dieren voort kan woekeren, als dit in gangbare waarden van zgn. omgevingstemperaturen gebeurt (met seizoensvariaties/streekvariaties/bodemdieptevariaties al naar gelang);

Overwegende dat het virus veel minder lang contamineerbaar blijft, slechts enkele dagen, in uitwerpselen (faeces, urine) van zieke wilde zwijnen, te meer omdat grillige weersomstandigheden de leefbaarheid van het virus nog sterker kunnen aantasten;

Overwegende dat de overleving van het virus overigens in het speeksel en in de lucht zeer beperkt is, met name in vochtige en/of zonnige streken;

Overwegende dat er dus een afnemend gradiënt in de resistentie van het virus, schalend van gecontamineerd karkas naar inorganische dragers (zoals asfalt- of met kassei en natuursteen verharde wegen), waar te nemen valt (Advies ANSES vatting nr. 2018-SA-0237 betreffende « mise à jour des connaissances sur les méthodes et procédés d'inactivation du virus de la peste porcine africaine (PPA)) »;

Overwegende dat de overlevensduur van het virus, door de blootstelling aan klimaatgrillen en aan wegspoelen van organisch materiaal, bijgevolg veel korter is op wegen en met kassei en natuursteen verharde wegen dan dit in bossen en wouden het geval is;

Overwegende dat dit verschil er dus voor zorgt dat de risicobeoordeling en de belangenafweging resulteert in een gedifferentieerde behandeling van de toegangen die enkel gebeuren via wegen en met kassei en natuursteen verharde wegen, met een laag risico, dan bij toegangen tot het bosmilieu op zich, waar het risico vele malen hoger is;

Overwegende dat de landbouwactiviteiten hoofdzakelijk betrekking hebben op landbewerking en runderteelt;

Overwegende dat de velden en weilanden waar deze activiteiten beoefend worden, in open milieu plaatsvinden, weg van het bosmilieu;

Overwegende dat daar niet de hoofdzakelijke habitat van wilde zwijnen ligt;

Overwegende dat het verspreidingsrisico inzake Afrikaanse varkenspest wegens uitwerpselen van zieke wilde zwijnen die potentieel aanwezig zouden zijn op veld en wei, bij een eenvoudige transit van deze dieren, als laag gelabeld wordt wegens de aard zelf van hun matrix en hun blootstelling aan klimaatgrillen buiten het bos;

Overwegende dat, van alle in het bos aangetroffen kadavers, een zeer beperkt aantal kadavers zijn aangetroffen in de nabijheid van met kassei en natuursteen verharde wegen en dat de waarschijnlijkheid dat het tot een contact komt beperkt is op deze ondergrond;

Overwegende dat het niet-bestaan van de parameters inzake verspreiding, namelijk het bosmilieu, alwaar de incubatie plaatsvindt, en de gradiënt in de resistentie tegen het virus aantonen dat het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest voor het uitoefenen van de landbouwactiviteiten laag is voor zover toegang tot veld en wei verkregen wordt via verharde wegen in kassei of natuursteen;

Overwegende dat dit risico niet verhoogd wordt voor een veld of een weide, gelegen op een grondstuk toegankelijk via het bos over wegen in kassei of natuursteen;

Overwegende dat de activiteiten van landbouwsoort er niet toe bijdragen dat dit een risico inhoudt op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest naar niet-geïnfecteerde beboste gebieden, in tegenstelling tot de bosactiviteiten, die wilde zwijnen, aanwezig in het gecontamineerd bosmilieu, zouden kunnen verstoren en verplaatsen naar niet-gecontamineerd gebied;

Overwegende dat de eventuele wilde zwijnen, aanwezig in velden en weiden, net als de bosactiviteiten, verstoord zullen worden door storingsgeluiden van landbouw en dus zullen vluchten naar hun natuurlijke leefomgeving, namelijk het bos;

Overwegende dat er, om deze eventualiteit het hoofd te bieden, een reeks bioveiligheidsmaatregelen, toegepast op de bossector, zijn aangenomen door de landbouwsector, in overleg met het Waalse Gewest;

Overwegende dat geen garantie gegeven kan worden op een nulrisico inzake verspreiding van Afrikaanse varkenspest door de uitoefening van dit soort activiteit, maar dat dit risico evenwel vermindert gelet op de persistentie en de resistentie van het virus in genoemd milieu, en op de verhoudingsgewijs genomen maatregelen ter voorkoming van de ziektespreiding;

Overwegende dat het daartoe, en in deze specifieke context, te overwegen valt en passend is, mits de inachtneming van vastgestelde voorwaarden af te wijken van het algemeen verkeersverbod in bos en woud om een snelle hervatting van deze activiteiten mogelijk te maken;

Overwegende dat de activiteiten zoals visteelt of visvangst, zoals alle activiteiten van het landbouwtype, buiten het bosmilieu plaatsvinden;

Overwegende dat er, hoewel bepaalde economische activiteiten zoals visteelt plaatsvinden in koel en vochtig gebied, sprake is van een gebeuren aan de rand van aangelegde watervlakken waar menselijk bezoek onder toezicht van de exploitant en menselijke activiteiten in verband met die activiteiten regelmatig en verstorend zijn, waardoor deze plekken niet bepaald geliefd zijn bij potentieel aangetaste wilde zwijnen, die het rustige bosmilieu als sterfplek zullen verkiezen;

Overwegende dat bewezen is dat de resistentie van het virus vanuit een gecontamineerd karkas aanzienlijk is ten opzichte van de fecaliën;

Overwegende dat het risico dat een kadaver van een aangetast wild zwijn aangetroffen wordt op plaatsen waar dit soort activiteiten uitgeoefend wordt ten opzichte van het bosmilieu laag is;

Overwegende dat menselijke activiteiten rondom gebieden van visvangst en visteelt de rust van het wild zwijn verstoren terwijl het wild zwijn eerder rustige vochtige gebieden zal opzoeken die gelegen zijn in zijn leefgebied;

Overwegende dat de toegang tot dit soort activiteiten enkel via wegen en verharde wegen uit kassei en natuursteen gebeurt;

Overwegende dat de verspreiding van het virus in het water overigens geen bewijsdragende verspreidingsparameter is, gelet op de oplossing ervan in een omvangrijk waterlichaam;

Overwegende dat de garantie op een nulrisico voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest ten opzichte van de uitoefening van dit soort activiteit onmogelijk is, maar dat het risico wel bijna nul is door gereglementeerde verplichtingen terzake;

Overwegende dat deze activiteiten daarnaast onderworpen zijn aan de inachtneming van net dezelfde bereikbaarheidsvoorwaarden als voor landbouw;

Overwegende dat het rekening houdend met deze verschillende parameters te overwegen valt en passend is van het algemeen verkeersverbod in bos en woud af te wijken om de hervatting van visteelt en visvangst mogelijk te maken;

Overwegende dat een vergelijkbare redenering kan worden gemaakt voor cultureel waardevolle gebieden;

Overwegende dat dit soort activiteiten, indien ze indoor plaatsvinden, zonder dwingende voorwaarden georganiseerd kunnen worden onder het voorbehoud dat de toegang tot de gronden, gelegen in bos of woud, gebeurt via wegen en verharde wegen;

Overwegende dat als deze activiteiten outdoor plaatsvinden, dit niet in bosgebied mogelijk is;

Overwegende dat, voor zover de toegang tot deze culturele activiteiten gebeurt via wegen en/of verharde wegen, het risico op verspreiding van de ziekte laag is;

Overwegende dat het in deze omstandigheden te overwegen valt en passend is voor deze activiteiten af te wijken van het algemeen verkeersverbod in bossen om de activiteiten inzake cultuur te laten hervatten mits de inachtneming van de gestelde voorwaarden;

Overwegende dat het samengaan van de aangenomen maatregelen met de bepalingen en beslissingen die het Waals Gewest heeft aangenomen tijdens herfst en winter en de komende maanden bestendigd zullen worden, regelmatig op het terrein geëvalueerd zal worden, zoals blijkt uit de laatste prospectiekaarten van 18 december 2019 en 14 januari 2020;

Overwegende dat het blijkens de wetenschappelijke literatuur nodig is alle wilde zwijnen, aanwezig in het geïnfecteerde gebied, uit te roeien om de endemie te voorkomen en de ziekte uit te roeien;

Overwegende dat de ziekte, zoals uiteen is gezet, in het bosmilieu nog steeds actief is, zoals blijkt uit de prospectieverrichtingen en de virologische analyses, gedaan op zowel de afgeschoten dieren als op de kadavers en beenderen van de aangetroffen wilde zwijnen (laatste positieve gevallen met datum 9 december 2019 en 3 januari 2020);

Overwegende dat de groei, na afloop van de, voor de prospectie gunstige, winterperiode weer inzet bij de eerste mooie dagen;

Overwegende dat de lenteperiode eveneens gunstig zal zijn voor de worpen die mogelijks aanleiding zullen geven tot een nieuwe piek in de epidemie;

Overwegende dat het, rekening houdend met deze gezamenlijke elementen, redelijk en verantwoord voorkomt de bij dit ministerieel besluit aangenomen maatregelen aan te houden tot half mei 2020;

Overwegende dat het Waals Gewest op die datum over nieuwe elementen zal beschikken om in overleg met de gewestelijke, nationale en Europese experts de gebieden waar de ziekte actief is en de beheersmaatregelen die toegelaten zouden kunnen worden, te herzien;

Overwegende dat de Waalse Overheidsdienst een publieke voorlichtingscampagne heeft gevoerd en verder blijft voeren door informatiebrochures en -folders te verspreiden "La peste porcine africaine, agissons ensemble" en door een informatiecampagne langs de mediakanalen te voeren;

Overwegende dat die gekaderde, gerichte en beperkte toegangen niet meer dan een marginale impact zouden moeten hebben op de rust van het wild en de eventuele verspreiding van de zieke wilde zwijnen, Besluit :

Artikel 1.In afwijking van de artikelen 19 tot 23 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek is het éénieder verboden zich in de bossen en wouden te verplaatsen buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek aan de binnenkant van de buitengrenzen van het buffergebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van het Waals Gewest van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen.

De eventuele toegangsmachtigingen, verkregen op grond van voornoemde artikelen voor de datum van bevestiging van het eerste geval van Afrikaanse varkenspest in het Waalse Gewest, ofte 13 september 2018, worden opgeschort.

Gemachtigd tot afwijking van het verbod van lid 1 zijn enkel, binnen de perken van de handelingen die strikt nodig zijn voor de beheersing van Afrikaanse varkenspest, o.a. het opsporen van nieuwe haarden, de vernietiging van wilde zwijnen en het verwijderen van karkassen van dood aangetroffen of gedode wilde zwijnen, en op voorwaarde dat zij de vorming bioveiligheid in acht nemen als bedoeld in artikel 1, lid 1, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen en zij tot de ontsmetting overgaan bedoeld in artikel 11 van het besluit, om de verspreiding van de ziekte te voorkomen : het personeel van het Departement Natuur en Bossen en van het Departement Onderzoek naar het Natuurlijk en Landbouwmilieu van de Waalse Overheidsdienst en iedere persoon, gemandateerd door deze departementen, de jachtrechthouders en hun beëdigde opzichters, de eigenaren, het personeel van Sanitair toezichtsnet voor Wild in Wallonië, het personeel van de burgerbescherming, het personeel van diensten van de sanitaire ordehandhaving, het personeel van federale en lokale politie, het personeel van de administraties of van gespecialiseerde ondernemingen, belast met het installeren van een omheining om de verplaatsingen van wilde zwijnen in het gecontamineerde gebied te beperken.

Het personeel van de ondernemingen belast met de ontsmetting van de voertuigen en het materieel gebruikt in besmet gebied wordt eveneens gemachtigd om binnen de perken van de enkele handelingen nodig voor het beheer van de Afrikaanse varkenspest af te wijken van het verbod uit het eerste lid.

Die personen, alsmede hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden dan wel binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op, al naar gelang, voor de personen bedoeld in lid drie, eerste volzin, de ontsmettingsmaatregelen en, voor de personen bedoeld in in lid drie, tweede volzin, iedere interventie in het geïnfecteerd gebied.

Art. 2.In afwijking van artikel 1 worden de interventies die niet verband houden met de beheersing van Afrikaanse varkenspest en die een toegang, buiten de wegen om, tot de bossen en wouden in de omtrek van het gecontamineerde gebied vereisen, tegen volgende voorwaarden toegelaten: 1° de interventie wordt verricht in de uitoefening van hun ambt door de hulpdiensten, door de burgerbescherming, de politiediensten, de beambten en beheerders van de watertoevoernetten of gas- of elektriciteitsnetten, door de beambten van Infrabel en door de werknemers van mobiele telefonie-operatoren en door de beambten of afgevaardigden van gemeenschapsinfrastructuren of infrastructuren van openbaar nut;2° behoudens spoedeisende gevallen waarbij mensenlevens in gevaar zijn, wordt van de interventie vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;3° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;4° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig, het schoeisel en de uitrustingen na gebruik uitgevoerd overeenkomstig artikel 11;5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;6° die personen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen. Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.

Art. 3.In afwijking van artikel 1 worden de personen wier woonst of tweede verblijf gelegen is in de bossen en wouden in het geïnfecteerd gebied en die niet over een toegang via een weg beschikken gemachtigd om zich buiten de wegen om tegen de volgende voorwaarden te verplaatsen: 1° het verkeer buiten wegen om is enkel beperkt tot de toegang tot bedoelde woonst of bedoeld tweede verblijf;2° de toegang gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;3° van het gebruikte traject wordt schriftelijk kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;5° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig en eventueel het schoeisel uitgevoerd overeenkomstig artikel 11;6° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;7° de personen bedoeld bij dit artikel en hun voertuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de 72 uren volgend op de toegang tot hun woonst of hun tweede verblijf.

Art. 4.De eigenaars en bezetters die een terrein hebben gebruikt voor landbouw-, visteelt- of visserijdoeleinden omsloten door de bossen en wouden in het gecontamineerde gebied en die geen toegang hebben via een weg, maar door een verharde wegel en die toegang ertoe wensen te hebben zonder dat voor hun interventie het einde van de verbodperiode afgewacht kan worden, dienen een voorafgaandelijke schriftelijke en gemotiveerde aanvraag in bij de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen. Laatstgenoemde kan een toegangsmachtiging verstrekken die minstens de inachtneming van volgende voorwaarden inhoudt: 1° de machtiging is beperkt tot de toegang tot dit omsloten terrein gebruikt voor landbouw-, visteelt- en visserijdoeleinden;2° van het gebruikte traject wordt schriftelijk kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;3° de toegang gebeurt enkel via verharde wegen, en het is strikt verboden van de verharde weg af te gaan voor het omsloten terrein te hebben bereikt;op het omsloten terrein kan de verharde weg enkel worden verlaten in open milieu met inbegrip van de oevers van het watervlak; 4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;6° de personen bedoeld bij dit artikel, hun voertuigen en bedrijfstuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op iedere interventie op het omsloten landbouw- of visteeltterrein. Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.

Art. 5.In afwijking van lid 1 wordt het verkeer op de verharde wegen toegelaten voor de voertuigen gebruikt bij nachtelijke abundantie-inventarissen met het oog op de evaluatie van de afschotplannen voor dierensoort hert, georganiseerd door het Departement Natuur en Bossen.

Bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd.

Die personen, alsmede hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden dan wel binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur na iedere interventie in het geïnfecteerd gebied.

Art. 6.In afwijking van artikel 1 kan het verkeer, buiten de wegen in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de inventaris en het merken van de bomen tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden: 1° een voorafgaandelijke kennisgeving die overeenstemt met het model van bijlage 1 wordt door de eigenaar of diens gemachtigde overgemaakt aan de territoriaal bevoegde houtvester, minstens 48u voor de toegang tot het bestand;deze kennisgeving dekt een toegangsperiode tot het bestand van hoogstens 10 werkdagen; 2° de toegang met voertuig tot het bestand gebeurt enkel via verharde wegen;3° na afloop van iedere interventie worden schoeisel en uitrusting van degenen die de interventie verrichten, op eigen kosten ontsmet worden overeenkomstig artikel 11;4° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;5° de betrokkenen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied.

Art. 7.In afwijking van artikel 1 kan het verkeer buiten de wegen in de bossen en wouden, in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de exploitatie van de naaldbomen, aangetast door de schorskever, door de territoriaal bevoegde houtvester toegelaten worden tegen volgende minimumvoorwaarden : 1° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;2° na afloop van iedere interventie worden het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen die de verharde wegen verlaten hebben, ontsmet overeenkomstig artikel 11;3° de ontsmetting van de bedrijfstuigen gebeurt op kosten van Wallonië in het kader van een overheidsopdracht, door de Waalse Overheidsdienst gegund aan een gespecialiseerde firma;4° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;5° de betrokkenen, evenals hun voertuigen en de bedrijfsvoertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied.

Art. 8.In afwijking van artikel 1 kan het verkeer, buiten de wegen in de bossen en wouden in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor het verrichten van aanplantingen tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden: 1° enkel de aanplanting met hout-, bos- en tuingereedschap aangekocht of besteld voor de datum waarop de betrokken eigendom opgenomen is in het geïnfecteerd gebied op grond van opeenvolgende besluiten tot vaststelling van de buitengrenzen ervan of die voor die datum reeds in het bezit waren, wordt toegelaten;2° in voorkomend geval is enkel de grondvoorbereiding met een handgestuurde bosmaaier, enkel in een ongeveer 50 cm brede aanplantingslijn, voor de betrokken aanplanting toegelaten;3° een voorafgaandelijke kennisgeving die overeenstemt met het model van bijlage 1 wordt door de eigenaar of diens gemachtigde overgemaakt aan de territoriaal bevoegde houtvester, minstens 48u voor aanvang van de aanplanting of manuele vrijmaking als bovenbedoeld;deze kennisgeving dekt een toegangsperiode tot het bestand van hoogstens 10 werkdagen; 4° de toegang gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;5° na afloop van iedere interventie worden het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voor het vervoer van de stekken gebruikte voertuigen die de verharde wegen verlaten hebben, op eigen kosten ontsmet overeenkomstig artikel 11;6° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;7° de betrokkenen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen of iedere interventie in geïnfecteerd gebied.

Art. 9.In afwijking van artikel 1 kan het in de bossen en wouden langs de wegen en verharde wegen omgehakt en opgeslagen hout door hun eigenaar of diens bedienden weggehaald worden zonder dat de gebruikte tuigen de betrokken weg verlaten.

Van de interventie wordt vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester.

Bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd.

Die personen, alsmede hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden dan wel binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur na iedere interventie in het geïnfecteerd gebied.

Art. 10.In afwijking van artikel 1 kunnen de in de bossen en wouden omsloten cultureel waardevolle gebieden zoals musea, kastelen of erfgoedsites waarvan de hoofdactiviteiten binnen plaatsvinden, toegankelijk worden gemaakt na machtiging van de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende voorwaarden: 1° de toegang gebeurt enkel via verharde wegen die onder geen enkel beding verlaten mogen worden door de uitbaters, het personeel, de bezoekers en gebruikers van de cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden;2° in het cultureel waardevolle gebied zijn de buitenactiviteiten in bosmilieu verboden;3° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;4° de bezoekers van het cultureel waardevolle gebied, de uitbater, diens personeel en de voertuigen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op het bezoek van bedoelde gebieden. De exploitant van elke cultureel waardevol gebied waartoe de toegang gemachtigd wordt door de houtvester heeft de verplichting om aangepaste tekens aan te brengen om de verbodsbepaling van dit besluit een materiële omzetting te waarborgenEr wordt aan zijn personeel, aan de bezoekers en de gebruikers van bedoeld gebied informatie verstrekt over de risico's in verband met de Afrikaanse varkenspest en met de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden om genoemde ziekte zo goed mogelijk in te perken.

Art. 11.Wanneer dit besluit een desinfectie oplegt, zijn volgende minimummaatregelen van toepassing : 1° voor het materieel en de voertuigen (met inbegrip van de autotapijten, de wielen en de zijafdichtingsplaten) bij toegang buiten de verharde wegen;a) elk spoor van aarde wordt verwijderd, indien nodig met de borstel;b) er wordt een eerste keer met zeepwater gereinigd;c) de eigenlijke desinfectie gebeurt dan met een besproeiing met een oplossing met virusdodende middelen toegelaten volgens Verordening nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden waarvan de doeltreffendheid in de bestrijding van het virus veroorzaker van de Afrikaanse varkenspest is bewezen; d) laarzen en schoeisel worden, naast gereinigd en ontsmet, opgeslagen in het voertuig in een daartoe voorziene plastic zak of doos : daarna worden ze een hele nacht in een tegen 10 % verdunde oplossing ondergedompeld van zuiver natriumhypochloriet (NaClO) in een zout/wateroplossing (NaCl) (type bleekwater);2° voor de personen : a) zo snel mogelijk wordt een douche genomen;b) de gedragen kledij wordt op een hoge temperatuur gewassen : als de prospectie over meerdere opeenvolgende dagen gespreid wordt, kan het wassen van de kledij op het einde van de periode gebeuren, maar de kledij wordt enkel voor de prospectie gebruikt;c) bij aanraking met een wild zwijn wordt de gedragen kledij de dag zelf op minstens 60° gewassen.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 15 mei 2020.

Namen, 16 januari 2020.

C. TELLIER

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^