Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 juli 1998
gepubliceerd op 31 juli 1998

Ministerieel besluit tot wijziging van de artikelen 77 en 80 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012655
pub.
31/07/1998
prom.
16/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/16/1998012655/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JULI 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van de artikelen 77 en 80 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering (1)


De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 en 13 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 132;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 77 en 80;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juli 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de huidige bepalingen betreffende de overgang van de werkloze naar een andere uitbetalingsinstelling voor werkloosheidsuitkeringen, zowel voor de werklozen als voor de uitbetalingsinstellingen, een juridische onzekerheid in het leven roept waaraan zonder verwijl moet verholpen worden, Besluit :

Artikel 1.Artikel 77 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van het werkloosheidsreglementering wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 77.De werkloze kan van uitbetalingsinstelling veranderen op voorwaarde dat hij bij de afgevende uitbetalingsinstelling geen schuld heeft voortvloeiende uit de toepassing van de werkloosheidsreglementering, gelet op de door het werkloosheidsbureau verworpen of uitgeschakelde uitgaven.

In afwijking van het vorige lid wordt de overgang van de werkloze, die een schuld heeft tegenover de afgevende uitbetalingsinstelling, toegestaan indien één van de volgende voorwaarden is vervuld: 1° de totale schuld van de werkloze tegenover de afgevende uitbetalingsinstelling bedraagt minder dan 1.000 F; 2° de afgevende uitbetalingsinstelling heeft de betaling van de schuld niet gevorderd van de werkloze voor de ontvangst van de aanvraag van overgang. In afwijking van het tweede lid, 2°, kan de afgevende uitbetalingsinstelling die de aanvraag om overgang ontvangt binnen de drie maanden die volgen op de betekening van de eerste of van de definitieve beslissing tot uitschakeling of verwerping van de uitgaven, zich alsnog verzetten tegen de overgang van de werkloze die tegenover haar een totale schuld van ten minste 1.000 F heeft, indien zij binnen de negen kalenderdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag bij de werkloze de betaling van de schuld vordert. ».

Art. 2.Artikel 80, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Binnen een termijn van vijf dagen ingaande de dag volgend op deze waarop het formulier C8 werd ontvangen, maakt het werkloosheidsbureau dit formulier over aan de afgevende uitbetalingsinstelling. Deze instelling vermeldt of de werkloze tegenover haar al dan niet schuldenaar in de zin van artikel 77 is. ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1998.

Brussel, 16 juli 1998.

Mevr. SMET _______ (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951;

Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;

Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963;

Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967;

Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967;

Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978;

Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982;

Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985;

Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989;

Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992;

Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994;

Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996;

Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997;

Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998;

Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991;

Ministerieel besluit van 26 november 1991, Belgisch Staatsblad van 25 januari 1992;

^