Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 juni 2016
gepubliceerd op 08 juli 2016

Ministerieel besluit houdende toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016 betreffende de opleiding in de bijenteelt

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016203586
pub.
08/07/2016
prom.
16/06/2016
ELI
eli/besluit/2016/06/16/2016203586/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 2016. - Ministerieel besluit houdende toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016 betreffende de opleiding in de bijenteelt


De Minister van Landbouw, Gelet op Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, artikelen D. 4, D. 5, D. 6, D. 7, D. 9, D. 11, D. 12, D. 13, D. 14, D. 102, D. 103, D.105, D. 107, D. 108, D. 109, D. 110, D. 113, D. 114, D. 241, D. 242 en D. 243 Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016 betreffende de opleiding in de bijenteelt, artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 28, 30, 31, 34, 36, 37 en 38;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 februari 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 18 februari 2016;

Gelet op het overleg gepleegd tussen de Gewestregeringen en de Federale overheid op 18 februari 2016;

Gelet op het rapport van 24 januari 2016, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies 59.185/4 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 127 ervan.

Dit besluit waarborgt de naleving van de bepalingen van de artikelen 1, 3 tot 10, 12, 13 en 21 van Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016, het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016 betreffende de opleiding in de bijenteelt. HOOFDSTUK II. - De organisatie van de opleidingsactiviteiten Afdeling 1. - De cursussen

Art. 3.De basiscursus wordt over minstens twee jaar verstrekt en bedraagt niet meer dan drie jaar.

De initiatiecursus duurt vijftien uur waarvan drie uur praktische cursus per deelnemer.

De initiatiecursus en de basiscursus tellen in totaal een minimale duur van honderd uur en een maximale duur van honderdtwintig uur, waarvan minstens veertig uur van theoretische cursussen en minimum veertig uur van praktische cursussen per deelnemer.

De specialisatiecursus heef een minimale duur van acht uur per deelnemer.

Art. 4.Een basiscursus is georganiseerd voor een aantal ingeschreven leerlingen dat tussen twaalf en zesendertig ligt.

De specialisatiecursus wordt georganiseerd voor een minimum van acht ingeschreven leerlingen behalve als een lager minimum aantal deelnemers kan worden gerechtvaardigd door het scholingscentrum tijdens de oproep tot projecten.

Een initiatiecursus wordt georganiseerd voor een minimum aantal ingeschreven leerlingen van acht deelnemers. Afdeling 2. - De lezingen

Art. 5.De vereniging voor bijenteelt kan drie tot zes lezingen per jaar organiseren.

De lezing heeft een minimumduur van twee uur en telt minstens tien deelnemers. HOOFDSTUK III. - De inschrijving voor de basiscursus en voor het examen

Art. 6.Voor het slagen van het examen bedoeld in artikel 9, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016, moet de leerling zestig percent van de punten voor de theoretische proef en zeventig percent van de punten voor de praktische proef behalen. HOOFDSTUK IV. - De selectie van de projecten van cursussen Afdeling 1. - De toelaatbaarheidsvoorwaarden en bijzondere

selectiecriteria

Art. 7.De drie uren praktische cursus van de initiatiecursus bedoeld in artikel 30, tweede lid, bestaan uit een demonstratie in de bijenstal die aan de kandidaat bijenhouder een eerste rechtstreeks contact met de bijen moet bezorgen.

Art. 8.De Administratie maakt een referentielijst van de vaardigheden bekend voor de basiscursus en de initiatiecursus op de website " Portail de l'Agriculture wallonne"(Portaal Waalse Landbouw). Deze referentielijst bepaalt de sokkel van minimale vaardigheden die zijn verworven door een kandidaat bijenhouder na afloop van de basiscursus of de initiatiecursus. Afdeling 2. - De oproepen tot projecten

Art. 9.§ 1. De Minister dient de oproepen tot projecten in.

De dossiers worden bij de Administratie ingediend volgens een patroon en binnen de termijn voorzien in de oproep tot projecten.

Voor de invoering van de rangschikking van de geselecteerde projecten maakt de Administratie een rooster van becijferde selectiecriteria op die eindigt met de berekening van een globaal cijfer. Dit rooster wordt samen met de oproep tot projecten gepubliceerd.

De Administratie maakt de rangschikking van de geselecteerde projecten aan de Minister over binnen twee maanden na afsluiting van de projectenoproep. § 2. De dossiers ingediend in het kader van een oproep tot projecten worden naar de Administratie gestuurd door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent in de zin van de artikelen D. 15 en D. 16 van het Wetboek, en bevatten het geheel van de documenten die toelaten om de naleving van de toelaatbaarheidsvoorwaarden te controleren en de selectiecriteria te wegen. Ze maken het voorwerp uit van een bericht van ontvangst binnen tien werkdagen na de indiening ervan.

Het bericht van ontvangst bedoeld in het eerste lid vermeldt: 1° de ontvangstdatum van de aanvraag;2° de al dan niet ontvankelijkheid van de aanvraag zoals bepaald in de oproep tot projecten;3° de termijn waarin de beslissing genomen wordt, beroep inbegrepen 4° in voorkomend geval, de vermelding dat bij gebrek aan antwoord van de Administratie binnen de voorgeschreven termijn, eventueel verlengd, de toelating als nietig wordt beschouwd. Indien het dossier onvolledig is, richt de administratie bij elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D. 15 en D. 16 van het Wetboek een schrijven aan de aanvrager waarin hij verzocht wordt zijn dossier binnen de vijftien dagen na ontvangst van dat schrijven te vervolledigen. De termijn van vijftien dagen kan worden verlengd op gemotiveerd verzoek van de aanvrager.

Na het verstrijken van de termijn en als het dossier niet volledig is, wordt het dossier onontvankelijk verklaard door de Administratie die de aanvrager daarvan op de hoogte brengt binnen vijftien dagen na de beslissing.

Art. 10.In het kader van de verificatie van de organisatienormen van de opleidingen, wordt het volgende aan de Administratie overgemaakt: 1° de verwachting van de groepsgrootte van de deelnemers;2° het aantal lesuren;3° voor een basiscursus, het aantal lesuren georganiseerd over twee jaar en hun verdeling tussen praktische en theoretische cursussen en tussen de twee jaren;4° voor een initiatiecursus of een basiscursus, de begeleidingsnormen van de deelnemers aan de praktische cursus, alsook het aantal deelnemers per bijenkorf.

Art. 11.In het kader van de selectie van de dossiers wordt het volgende overgemaakt aan de Administratie : 1° voor een basiscursus : a) de pedagogische doelstellingen en de specificiteiten van de opleiding;b) het omstandig programma van de opleiding, met referentie naar de minimale sokkel van vaardigheden;2° voor een specialisatiecursus: a) de op te lossen problemen of de bestaande toestand in Wallonië; b) de doelstelling en de aard van de te ontwikkelen opleiding i.v.m. punt a); c) de specificiteiten van de opleiding, met inbegrip van haar originaliteit;d) de economische gevolgen die voor Wallonië worden verwacht;e) de andere maatschappelijke inbreng die wordt verwacht.

Art. 12.Het scholingscentrum voor bijenteelt deelt aan de Administratie mee: 1° het activiteitenverslag van de cursussen die tevoren georganiseerd werden in het kader van de oproep tot projecten en waarvoor het centrum geselecteerd werd, alsook de balans en de resultatenrekeningen van de jaren die betrokken zijn bij deze cursussen;2° de geactualiseerde lijst van het personeel;3° elk ander document als deze documenten verschillen van de documenten overgemaakt in het kader van de analyse van de naleving van de toelaatbaarheidsvoorwaarden;4° in voorkomend geval, een verklaring op erewoord waarbij bevestigd wordt dat hij de toelaatbaarheidsvoorwaarden naleeft. In afwijking van het eerste lid is het scholingscentrum vrijgesteld, mits akkoord van de Administratie, van het verstrekken van de documenten bedoeld in het eerste lid waarover de Administratie of de sociale inspectie beschikt of waarover hij kan beschikken via een gegevensbank van authentieke bronnen.

De sociale inspectie kan elke vorm van toezicht en controle uitoefenen om de naleving na te gaan van de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de selectiecriteria.

Art. 13.Voor het kalenderjaar 2016 worden de dossiers ingediend bij de Administratie binnen de termijnen vastgelegd in de oproep tot projecten.

De Administratie maakt de rangschikking van de geselecteerde projecten aan de Minister over volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 9 binnen een termijn van één maand na het afsluiten van de oproep tot projecten.

Art. 14.Het maximum aantal projecten van geselecteerde specialisatiecursussen per jaar en per scholingscentrum wordt vastgelegd op zes.

Art. 15.Een schoolgeld van minstens 150 euro wordt aan de deelnemer gevraagd tijdens zijn inschrijving voor de basiscursus voor de totale duur van de cursus, dit schoolgeld kan o.a. de investeringskosten dekken. HOOFDSTUK V. - De organisatie van de lezingen

Art. 16.De verenigingen voor bijenteelt doen uitsluitend beroep op sprekers die de vaardigheden bezitten die vereist worden in artikel 16, § 2, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016.

Art. 17.De Minister bepaalt de uiterste datum voor de indiening van het programma en de vooruitlopende begroting van de lezingen die het grondgebied van het Waalse Gewest dekken. HOOFDSTUK VI. - De toekenningsmodaliteiten van de subsidies Afdeling 1. - De toekenningsmodaliteiten van de subsidies i.v.m. de

cursussen

Art. 18.De subsidie toegekend voor de organisatie van een cursus wordt toegekend op basis van de vooruitlopende begroting voorgesteld in het selectiedossier van het project en goedgekeurd door de Minister.

Art. 19.De gezamenlijke organisatie van een initiatiecursus en van een basiscursus maakt het voorwerp uit van eenzelfde subsidie. De uitgaven die in aanmerking komen voor de subsidie zijn : 1° de bezoldigingen van de theoretische en praktische opleiders;2° de werkingskosten zijn kosten van : a) huur van het lokaal en de daarop betrekking hebbende lasten;b) zendingen;c) kopieën, het drukken van syllabi;d) verplaatsing van de opleiders; e) werking i.v.m. de bijenkorven van de pedagogische bijenstal; f) wettelijke publicaties i.v.m., in voorkomend geval, de oprichting van de vereniging zonder winstoogmerk scholingscentrum voor bijenteelt; g) verzekering i.v.m. de cursussen en de lezingen.

Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, d), is de kilometervergoeding dezelfde als degene die aan de personeelsleden van het Openbaar ambt wordt uitbetaald.

Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, e), bestaan de werkingskosten uit de verbruikbare basisgoederen die verband houden met het onderhoud van de koloniën en de bijenkorven.

Het bedrag van de subsidie toegekend om de werkingskosten vermeld in het eerste lid, 2° te dekken, wordt beperkt tot 1.250 euro per project. Een forfaitair bedrag van 15 euro per lesuur dat de honderd uur overschrijdt, kan worden toegevoegd aan dit plafond.

Art. 20.De uitgaven die in aanmerking komen voor de subsidie toegekend voor de organisatie van een initiatiecursus, los van de organisatie van een basiscursus, zijn de uitgaven vermeld in artikel 19, eerste lid, 1° en 2°, a), b), c), d) en g).

Het bedrag van de subsidi, toegekend om de werkingskosten vermeld in artikel 19, eerste lid, 2°, te dekken, wordt beperkt tot 187 euro per project.

Art. 21.De uitgaven die in aanmerking komen voor de subsidie toegekend voor de organisatie van een specialisatiecursus, zijn de uitgaven vermeld in artikel 19, eerste lid, 1°, en 2°, a), b), c) en d).

Het totaalbedrag van de subsidie wordt beperkt tot 2.500 euro per specialisatiecursus. Afdeling 2. - De toekenningsmodaliteiten van de subsidies i.v.m. de

lezingen

Art. 22.De forfaitaire subsidie toegekend voor de organisatie van een lezing bedraagt honderd tweeënveertig euro. HOOFDSTUK VII. - De betaling van de subsidies Afdeling 1. - De betaling van de subsidies i.v.m. de cursussen

Art. 23.De subsidies worden verleend voor zover het scholingscentrum voor bijenteelt het minimum aantal ingeschrevenen voor de opleidingen naleeft, zoals bedoeld in artikel 4.

Art. 24.Voor de organisatie van een basiscursus, met inbegrip van de initiatiecursus in verband daarmee, kan een voorschot van maximum twintig percent van het provisionele bedrag van de subsidie worden aangevraagd door het scholingscentrum voor bijenteelt. In dit geval wordt het voorschot uitbetaald als de toekenning van de subsidie door de Administratie wordt meegedeeld, wordt het teruggevorderd bij de eerste schuldvorderingsverklaring en wordt het volledig gerechtvaardigd vóór het einde van het project.

Binnen de twee maanden die volgen op het einde van elk leerjaar, maakt het scholingscentrum voor bijenteelt aan de Administratie een schuldvorderingsverklaring over door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, in de zin van de artikelen D. 15 en D. 16 van het Wetboek. De schuldvorderingsverklaring vermeldt de totaliteit van de uitgaven, die werkelijk vastgelegd en betaald zijn door de begunstigde van de subsidie, en die betrekking heeft op de cursus georganiseerd tijdens het betrokken jaar.

De definitieve verwerving van de subsidie wordt onderworpen aan de ontvangst door de Administratie van het rapport vermeld in artikel 30, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016.

Art. 25.Voor de initiatiecursus en de specialisatiecursus maakt het scholingscentrum voor bijenteelt, binnen de dertig dagen die volgen op het einde van elke cursus, aan de Administratie een schuldvorderingsverklaring over door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, in de zin van de artikelen D. 15 en D. 16 van het Wetboek. De schuldvorderingsverklaring vermeldt de totaliteit van de in aanmerking komende uitgaven, die werkelijk vastgelegd en betaald zijn door de begunstigde van de subsidie, en die betrekking heeft op de betrokken cursus.

Voor de specialisatiecursus wordt de definitieve verwerving van de subsidie onderworpen aan de ontvangst door de Administratie van het rapport vermeld in artikel 30, vierde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 16 juni 2016.

Art. 26.De schuldvorderingsverklaringen, samen met de bijhorende bewijsstukken en de desbetreffende betalingsbewijzen, worden ingediend bij de Administratie volgens de modaliteiten die zij bepaalt en meedeelt aan de begunstigde samen met de kennisgeving van de toekenning van de subsidies.

De subsidies toegekend aan de opleidingscentra zijn verworven na ontvangst van de bewijsstukken overgemaakt door het centrum en gevalideerd door de Administratie t.o.v. de in aanmerking komende uitgaven. Wanneer het dossier onvolledig is of om hem toe te laten om zijn opdrachten goed te vervullen, kan de Administratie van het scholingscentum voor bijenteelt elk document of bewijsstuk opeisen die hij nodig acht.

Het scholingscentrum voor bijenteelt verbindt zich ertoe een boekhouding bij te houden van de uitgaven betreffende de verschillende gesubsidieerde elementen van het project en legt voor de controle van zijn opdracht, de bewijsstukken voor, aan elke persoon die daartoe door het Waals Gewest gemachtigd is, alsook aan het Rekenhof. Afdeling 2 - De betaling van de subsidies i.v.m. de lezinen

Art. 27.Binnen de twee maanden die volgen op het einde van de laatste lezing, maakt de vereniging die op het provinciaal niveau actief is, aan de Administratie een schuldvorderingsverklaring over door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, in de zin van de artikelen D. 15 en D. 16 van het Wetboek. De schuldvorderingsverklaring vermeldt, volgens de voorschriften van de Administratie die haar worden meegedeeld bij de kennisgeving van de toekenning van de subsidie, het detail van de lezingen die onder haar voogdij worden georganiseerd.

De bij de schuldvorderingsverklaring bijgevoegde bewijsstukken hebben uitsluitend betrekking op de bezoldiging van de sprekers. HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingsbepalingen

Art. 28.In artikel 8, § 1, tweede lid, 2°, van het ministerieel besluit van 10 september 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 10 september 2015 betreffende steun voor ontwikkeling en investering in de landbouwsector wordt het woord "werkdagen" vervangen door het woord "dagen".

Namen, 16 juni 2016.

R COLLIN

^