Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 maart 2015
gepubliceerd op 16 april 2015

Ministerieel besluit tot bepaling van bijkomende structurele voorafnames voor de toekenning van een erfgoedpremie volgens de bijzondere procedure

bron
vlaamse overheid
numac
2015035424
pub.
16/04/2015
prom.
16/03/2015
ELI
eli/besluit/2015/03/16/2015035424/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed


16 MAART 2015. - Ministerieel besluit tot bepaling van bijkomende structurele voorafnames voor de toekenning van een erfgoedpremie volgens de bijzondere procedure


De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, Gelet op het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten, artikel 10.2.1 en 10.2.2;

Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, artikel 11.2.6;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 december 2014;

Gelet op advies 56.986/1 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Enig artikel. Naast de structurele voorafnames vermeld in artikel 11.2.6, tweede lid van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, worden bijkomend de volgende aanvragen voor een erfgoedpremie ingediend volgens de bijzondere procedure voorafgenomen : 1° de aanvragen met een dwingend karakter vanwege de koppeling aan een cofinanciering door een andere subsidiërende door een andere overheid of een instantie van de Europese Unie, waarvan de kredieten dreigen verloren te gaan door een latere toekenning;2° de aanvragen met een hoogdringend karakter vanwege de staat van het erfgoed waardoor de openbare veiligheid, de stabiliteit of de erfgoedwaarde van het goed in het gedrang komt, waarbij het hoogdringend karakter wordt aangetoond in een objectief rapport;3° de aanvragen ingediend door premienemers die in het beschermde goed waarvoor de premie wordt aangevraagd als natuurlijke persoon hun hoofdverblijfplaats hebben of van plan zijn hun hoofdverblijfplaats te vestigen;4° de aanvragen die passen binnen een investering waarvoor de geraamde kost van de beheerswerkzaamheden die voor de toekenning van een premie in aanmerking komen, niet meer bedraagt dan een derde van de totale investeringskosten. Brussel, 16 maart 2015.

De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. BOURGEOIS

^