Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 mei 2001
gepubliceerd op 08 juni 2001

Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden, gesteld aan de personen en de diensten of instellingen die het onderricht verstrekken, en aan de personen die de examens of tests afnemen, nodig voor het bekomen van het A.D.R. -opleidingsgetuigschrift

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2001014101
pub.
08/06/2001
prom.
17/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/17/2001014101/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MEI 2001. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden, gesteld aan de personen en de diensten of instellingen die het onderricht verstrekken, en aan de personen die de examens of tests afnemen, nodig voor het bekomen van het A.D.R. -opleidingsgetuigschrift


De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Gelet op het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (A.D.R.) en op de bijlagen, ondertekend te Genève op 30 september 1957 en goedgekeurd bij de wet van 10 augustus 1960, inzonderheid op de randnummers 240.106(4), 240.200 tot 240.203 en 240.400 tot 240.402 (*);

Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 28 juli 1987;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1993 betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die gevaarlijke, andere dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren, inzonderheid op artikel 9, eerste lid, en artikel 10;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 augustus 1996 tot vaststelling van de voorwaarden, gesteld aan de personen en de diensten of instellingen die het onderricht verstrekken, en aan de personen die de examens of tests afnemen, nodig voor het bekomen van het A.D.R. - opleidingsgetuigschrift;

Gezien de richtlijn 94/55/EG van de Raad van de Europese Unie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Voorwaarden gesteld aan de personen die het onderricht verstrekken

Artikel 1.De personen die bedoeld worden in artikel 10, § 1, van het koninklijk besluit van 26 maart 1993 betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die gevaarlijke, andere dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren en die het theoretisch onderricht verstrekken betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de categorieën A, B of D, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° volle 21 jaar oud zijn;2° van goed gedrag en zeden zijn;3° in het bezit zijn van het brevet van ADR - lesgever.

Art. 2.Om het brevet van ADR - lesgever te bekomen zenden de kandidaten de minister die bevoegd is voor het vervoer te land, de volgende gegevens, aanvragen en bewijsstukken toe : 1° naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, volledig adres en nummer van de identiteitskaart of het paspoort;2° een bewijs van goed zedelijk gedrag, bestemd voor de openbare besturen, dat minder dan drie maanden oud is;3° de taal of de talen waarin zij de opleiding zullen verstrekken; 4° een inschrijvingsaanvraag voor het examen bestemd om de kennis en de geschiktheid na te gaan voor de A.D.R. -opleiding; deze aanvraag vermeldt de categorieën waarvoor de kandidaat zich inschrijft.

Art. 3.Het examen bedoeld in artikel 2, 4°, omvat een schriftelijk en mondeling gedeelte, en betreft de volgende vakken : 1° de basiscursus, die gemeenschappelijk is voor de categorieën van vervoer van gevaarlijke goederen A, B en D;2° de specialisatiecursus, eigen aan de categorieën van vervoer A of B die de kandidaat wil onderwijzen;3° een modelles met vragen over de bij die les toegepaste onderwijsmethode.

Art. 4.§ 1. De organisatie van het in artikel 2, 4°, bedoelde examen wordt toevertrouwd aan een examencommissie. § 2. De examencommissie bestaat uit : 1° de directeur-generaal van het bestuur van wegverkeer en infrastructuur, die haar voorzit;2° twee ambtenaren van de directie ADR die door de directeur-generaal worden aangeduid.Indien de directeur-generaal verhinderd is, wordt het voorzitterschap van de commissie vervuld door de adviseur-generaal die de dienst verkeer leidt. § 3. De secretaris van de examencommissie wordt door de voorzitter aangeduid. § 4. De examencommissie organiseert de examens, stelt de datum en de plaats ervan vast en brengt deze ter kennis van de kandidaten via een aangetekend schrijven.

Art. 5.De resultaten van de examens worden opgenomen in een proces-verbaal dat wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie.

Het in artikel 1, 3°, bedoelde brevet wordt verleend aan de kandidaat die voor elk van de in artikel 3 genoemde vakken 80 % van de punten behaalt.

Art. 6.De voorzitter van de examencommissie stelt de kandidaten met een gewone brief op de hoogte van de resultaten van hun examen.

Art. 7.De lesgevers erkend volgens de bepalingen voorafgaand aan het van kracht worden van dit besluit, worden geacht in het bezit te zijn van het brevet van A.D.R. -lesgever.

Art. 8.De personen die bedoeld worden in artikel 10, § 1, van het genoemde besluit van 26 maart 1993 die het praktisch onderricht verstrekken betreffende de eerste hulp en de maatregelen die moeten getroffen worden bij incident of ongeval, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° volle 21 jaar oud zijn;2° van goed gedrag en zeden zijn;3° in bezit zijn van het geldig Europees brevet van eerste hulp, goedgekeurd in 1993 door de maatschappijen van het Rode Kruis van de landen van de Europese Unie of van een ander diploma dat ten minste gelijkwaardig wordt geacht door de in artikel 4 bedoelde commissie. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden gesteld aan de personen die de examens of testen afnemen

Art. 9.§ 1. De personen bedoeld in artikel 10, § 2, van het genoemde besluit van 26 maart 1993 die belast zijn met het afnemen van de examens of testen, voorafgaand aan de afgifte van de opleidingsgetuigschriften voor de categorieën van vervoer van gevaarlijke goederen A, B of D of voorafgaand aan de verlenging van de geldigheid ervan, moeten voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 1 of 7 van dit besluit. § 2. De Minister of zijn gemachtigde erkent elke persoon die belast is met het afnemen van de examens of testen, voorafgaand aan de afgifte van de genoemde opleidingsgetuigschriften of voorafgaand aan de verlenging van de geldigheid ervan.

De erkenningsaanvragen worden ingediend bij de minister die bevoegd is voor het vervoer te land. § 3. Het personeel van niveau 1, 2 en 2+ van de A.D.R. -directie van het bestuur van wegverkeer en infrastructuur is bevoegd om de examens en testen af te nemen.

Art. 10.Indien de persoon die erkend is om de examens of tests af te nemen niet meer voldoet aan de in het artikel 9 gestelde voorwaarden, zich niet voegt naar de onderrichtingen van de minister of diens gemachtigde, of de bepalingen van het A.D.R. niet in acht neemt, stuurt de minister of diens gemachtigde de betrokken persoon een ter post aangetekende brief, waarin hij de betrokkene op de hoogte brengt van de vastgestelde tekortkomingen en hem verzoekt zijn standpunt daarover uiteen te zetten. Indien de betrokken persoon zijn standpunt niet uiteenzet binnen een maand na het versturen van die brief of indien de verstrekte uitleg niets afdoet aan de vastgestelde tekortkomingen, kan de erkenning door de minister of diens gemachtigde worden ingetrokken. HOOFDSTUK III. - Erkenning van de diensten of instellingen die het onderricht verstrekken

Art. 11.De minister erkent de diensten of instellingen die voor de categorieën van vervoer A, B of D de opleidingscursus en de vervolmakingscursus verstrekken met het oog op de afgifte of de verlenging van het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die gevaarlijke stoffen over de weg vervoeren. De erkenningsvoorwaarden zijn de volgende : 1° de opleidings- of vervolmakingscursussen waarvoor de erkenning wordt gevraagd, wordt enkel op het Belgisch grondgebied uitgeoefend;2° de dienst of de instelling is samengesteld uit een vereniging zonder winstgevend doel, uit een vereniging die rechtspersoonlijkheid bezit krachtens de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen of uit een instelling opgericht door de openbare macht;3° beschikken over een gepaste infrastructuur, inzonderheid lokalen en gronden, alsook het lesmateriaal dat nodig is om de volledige opleidings- en vervolmakingscursus te verstrekken voor ten minste één van de categorieën van vervoer A, B of D, en dit voor groepen van ten minste 10 personen;4° de cursussen worden verstrekt door lesgevers die voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 1, 7 of 8, naar gelang van het geval;5° het aantal kandidaten dat per cyclus kan aanvaard worden, mag niet meer dan 30 personen bedragen;6° het inschrijvingsrecht dat aan de deelnemers wordt gevraagd, mag enkel de kosten dekken veroorzaakt door de opleiding;7° zich ertoe verbinden om ten minste één maand vooraf de minister die bevoegd is voor het vervoer te land in te lichten omtrent de datum, de plaats en de taal van iedere opleidings- of vervolmakingscursus;8° zich ertoe verbinden om, zonder om het even welke discriminatie, elke kandidaat voor elke sessie, tot aan het hoogst aantal beschikbare plaatsen, in te schrijven.

Art. 12.Indien een dienst of een instelling niet meer voldoet aan de in het artikel 11 gestelde voorwaarden, zich niet voegt naar de onderrichtingen van de minister of diens gemachtigde, of de bepalingen van het A.D.R. niet in acht neemt, stuurt de minister of diens gemachtigde de betrokken dienst of instelling een ter post aangetekende brief, waarin hij de betrokken dienst of instelling op de hoogte brengt van de vastgestelde tekortkomingen en hem verzoekt zijn standpunt daarover uiteen te zetten. Indien de betrokken dienst of instelling zijn standpunt niet uiteenzet binnen een maand na het versturen van die brief of indien de verstrekte uitleg niets afdoet aan de vastgestelde tekortkomingen, kan de erkenning door de minister of diens gemachtigde worden ingetrokken.

Art. 13.De erkenningsaanvragen worden ingediend bij de minister die bevoegd is voor het vervoer te land.

Deze aanvraag bevat de volgende gegevens : 1° de benaming, het statuut en het adres van de dienst of instelling;2° de lijst van de personen die de voornoemde opleidingen zullen geven, met opgaaf, voor elk van hen, van de volgende gegevens : a) naam, voornamen, volledig adres en nummer van de identiteitskaart of van het paspoort;b) de aard van zijn juridische band met de dienst of instelling die de aanvraag indient;3° een origineel exemplaar, of een door de gemeentelijke overheid voor éénsluidend verklaarde kopie van het bediendencontract of de arbeidsovereenkomst tussen de dienst of de instelling en elk van de lesgevers;4° de taal of talen waarin de cursussen verstrekt zullen worden;5° een beschrijving van de infrastructuur en het lesmateriaal dat ter beschikking staat, met opgaaf van het adres van de lokalen, de ligging van de gronden, alsook de aard en de hoeveelheid van het gebezigde lesmateriaal;6° het bedrag van het inschrijvingsrecht dat aan de deelnemers gevraagd wordt.

Art. 14.De dienst of instelling meldt onverwijld aan de minister die bevoegd is voor het vervoer te land, iedere wijziging in de gegevens omschreven in artikel 13, tweede lid. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding

Art. 15.Het ministerieel besluit van 1 augustus 1996 tot vaststelling van de voorwaarden, gesteld aan de personen en de diensten of instellingen die het onderricht verstrekken, en aan de personen die de examens of tests afnemen, nodig voor het bekomen van het A.D.R. - opleidingsgetuigschrift, wordt opgeheven.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 17 mei 2001.

Mevr. I. DURANT _______ Nota (*) Belgisch Staatsblad van 18 juni 1997/pag. 1931 tot 1933.

^