Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 september 1998
gepubliceerd op 07 november 1998

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016261
pub.
07/11/1998
prom.
17/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/17/1998016261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 1998. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, gewijzigd bij de wetten van 24 maart 1987 en 23 maart 1998;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld de toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 te bepalen, voortvloeit uit de behoefte om dringend het controlebeleid uit te voeren voor de kwaliteit van de producten van de pluimvee- en konijnenfokkerij, en voor de instandhouding van de bedreigde pluimvee- en konijnenrassen, Besluit :

Artikel 1.De definities vermeld in het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen zijn, indien nodig, toepasbaar voor dit besluit.

Art. 2.§ 1. De zoötechnische erkenning van de gespecialiseerde pluimveebedrijven, bedoeld in artikelen 2 tot 4 van voornoemd koninklijk besluit, wordt toegekend door de Dienst indien het bedrijf de vastgestelde erkenningsvoorwaarden naleeft. § 2. De zoötechnische erkenning van een gespecialiseerd pluimveebedrijf wordt door de Dienst voor een bepaalde periode geschorst indien het bedrijf de vastgestelde erkenningsvoorwaarden tijdelijk niet meer naleeft. § 3. De zoötechnisch erkenning van een gespecialiseerd pluimveebedrijf wordt door de Dienst ingetrokken indien het bedrijf de vastgestelde erkenningsvoorwaarden niet meer duurzaam naleeft. § 4. Het verlenen, het weigeren tot verlening, het schorsen of het intrekken van een erkenning wordt zonder termijn, schriftelijk en met de motivering van de beslissing door de Dienst aan de exploitant van het betrokken bedrijf medegedeeld. § 5. De Dienst houdt de officiële lijst van de broederijen, selectie- en vermeerderingsbedrijven bij die in bezit zijn van de zoötechnische erkenning.

Art. 3.Indien broedeieren, afkomstig van een selectie- of vermeerderingsbedrijf met een capaciteit lager dan deze bepaald in artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit, ingelegd worden in een erkende broederij, dan dienen ze in het selectie- of vermeerderingsbedrijf waar ze worden geproduceerd, afzonderlijk gestempeld te worden met een onuitwisbaar zwart merk van minstens 10 mm2 oppervlakte.

Art. 4.De organisaties bedoeld in artikel 18 van het voornoemd koninklijk besluit, alsook de opdrachten die eraan worden toevertrouwd, zijn vermeld in bijlage I van dit besluit.

Art. 5.De organisaties bedoeld in artikel 19 van het voornoemd koninklijk besluit, alsook de opdrachten die eraan worden toevertrouwd, zijn vermeld in bijlage 11 van dit besluit.

Art. 6.Het ministerieel besluit van 2 september 1992 betreffende de verbetering van de pluimvee- en konijnenrassen wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Brussel, 17 september 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlage I Organisaties waaraan opdrachten worden toevertrouwd ter uitvoering van artikel 18 van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen - De Landsbond van Bedrijfspluimvee- en Konijnenhouders vzw wordt belast met de volgende opdrachten, meer in detail beschreven in een lastenboek opgesteld door de Dienst en aanvaard door genoemde Landsbond: 1° het toezicht op de gespecialiseerde pluimveebedrijven;2° het inzamelen en het controleren van de gegevens over het inleggen van broedeieren en het opzetten van ééndagskuikens en moederdieren;3° het uitvoeren van prestatiecontroles bij pluimvee en konijnen, met als doel het objectief vergelijken van de zoötechnische prestaties van verschillende rassen, lijnen of variëteiten;4° het uitvoeren van preventieve begeleiding en bewaking ten voordele van de ondernemingen in de pluimvee- en konijnensector, om de naleving van de officiële reglementering te verbeteren. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 september 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlage II Organisaties waaraan opdrachten worden toevertrouwd ter uitvoering van artikel 19 van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en de konijnenrassen - De Landsbond van Fokkers van Neerhofdieren vzw wordt belast met de volgende opdrachten, meer in detail beschreven in een lastenboek opgesteld door de Dienst en aanvaard door genoemde Landsbond: 1° de organisatie en coördinatie van een programma voor het beheer van de pluimvee- en konijnenrassen aanwezig in België;2° de organisatie en coördinatie van een programma voor de instandhouding van de genetische hulpbronnen van de Belgische pluimvee- en konijnenrassen. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 september 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^