Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 oktober 1999
gepubliceerd op 09 november 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 februari 1972 dat aan bepaalde ambtenaren van de Bestuursafdeling voor de Volksgezondheid overdrachten van bevoegdheid verleent

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022982
pub.
09/11/1999
prom.
18/10/1999
ELI
eli/besluit/1999/10/18/1999022982/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 OCTOBRE 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 februari 1972 dat aan bepaalde ambtenaren van de Bestuursafdeling voor de Volksgezondheid overdrachten van bevoegdheid verleent


De Minister belast met Consumentenzaken, Volksgezondheid, en Leefmilieu, Gelet op het koninklijk besluit van 6 april 1921, houdende organiek reglement van het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat toepasselijk gemaakt werd op het Ministerie van Volksgezondheid bij koninklijk besluit van 29 juni 1936, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op het ministerieel besluit van 24 februari 1972 dat aan bepaalde ambtenaren van de Bestuursafdeling voor de Volksgezondheid overdrachten van bevoegdheid verleent, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 oktober 1977, 29 november 1982, 22 november 1994 en 14 maart 1996, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1, 7° en 8° van het ministerieel besluit van 24 februari 1972 dat aan bepaalde ambtenaren van de Bestuursafdeling voor de Volksgezondheid overdrachten van bevoegdheid verleent, vervangen bij het ministerieel besluit van 22 november 1994, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « 7° De Adviseur-generaal van de Algemene Farmaceutische Inspectie is gemachtigd de uitvoeringsakten te tekenen, omschreven in de bepalingen van : a) de artikelen 3, 5, 11 behalve in geval van weigering en 17, § 2 van het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen;b) de artikelen 2, 5, 38, 39, 39bis, 40, 41, 42 en 43 van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen;c) artikel 1, behalve in geval van weigering, van het koninklijk besluit van 12 april 1974 betreffende sommige verrichtingen in verband met stoffen met hormonale, anti-hormonale, anabole, anti-infectieuze, anti-parasitaire en anti-inflammatoire werking;d) de artikelen 3, 5, 12, § 2, tweede lid, 18, 20, 26, 29, 31, 32 en 33 van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen;e) de artikelen 3, 5, 7, 9 en 11 van het koninklijk besluit van 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, behalve indien het om beslissingen tot weigering gaat;f) de artikelen 2, 10, 13, 21, eerste lid, 22, 34 en 36 voor wat betreft de bevoegdheden van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, van het koninklijk besluit van 30 maart 1995 betreffende de gemedicineerde voormengsels en diervoeders;g) artikel 6 van het koninklijk besluit van 19 december 1997 betreffende de controle en de analyse van de grondstoffen die door de officina-apothekers gebruikt worden;h) de artikelen 6, 8, 10, 11, § 2 behalve in geval van weigering en 12 § 3 van het koninklijk besluit van 15 juli 1997 betreffende de actieve implanteerbare medische hulpmiddelen;i) de artikelen 4, tweede lid en 6 voor wat betreft de bevoegdheden van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, 10, § 4 behalve in geval van weigering alsook 18, § 3 voor wat betreft de bevoegdheden van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft van het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen;j) artikel 16, behalve in geval van weigering van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de voorlichting en de reclame inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik;k) de artikelen 1, § 1, 2, 8°, 2sexies, § 2, 4, 6, § 5, 6bis behalve in geval van weigering, 7, § 1, 7bis, 7ter, 9, 10bis, 11, § 3, en 18, § 1 van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen;l) artikel 4, § 3, 2°, van het koninklijk besluit nr.78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, in geval van toepassing van artikel 15 van het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken. 8° In afwijking van punt 7°, oefenen de ambtenaren van rang 13 die functies bekleden bij de Algemene Farmaceutische Inspectie, bij afwezigheid, verhindering of ontstentenis van de Adviseur-generaal, de in punt 7° vermelde bevoegheden uit.»

Art. 2.Een voor eensluidend verklaarde copie van dit besluit wordt overgemaakt aan het Rekenhof en aan de belanghebbende ambtenaren.

Brussel, 18 oktober 1999.

Mevr. M. AELVOET

^