Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 mei 2004
gepubliceerd op 12 augustus 2004

Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende de adviescheques

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036304
pub.
12/08/2004
prom.
19/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/19/2004036304/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende de adviescheques


De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, Gelet op het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, inzonderheid op hoofdstuk I en IV, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2003, en op hoofdstuk XII tot en met XVII;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende de adviescheques;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2003 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 29 augustus 2003, 24 oktober 2003 en 18 februari 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 februari 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de synthesetekst van de Vlaamse ondernemingsconferentie bepaalt dat maatregelen waarbij het ondernemerschap wordt gestimuleerd onverwijld moeten worden genomen zodat de economische laagconjunctuur verder wordt omgebogen. Om deze redenen het bestaande stelsel van de adviescheques dringend moet worden bijgestuurd zodat de steun voor de dienstverlening aan ondernemingen wordt geoptimaliseerd, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° advieschequebesluit : het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende de adviescheques;2° decreet : het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;4° afdeling : de afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de administratie Economie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;5° ondernemingen : ondernemingen als bedoeld in artikel 3, 2° en 3°, van het decreet, en toegelicht in artikel 2, 3 en 4 van het advieschequebesluit;6° erkende adviesinstantie : een onafhankelijke private dienstverlener die geheel of gedeeltelijk is gespecialiseerd in het in kaart brengen en onderzoeken van problemen betreffende het bedrijfsfunctioneren, die vervolgens passende acties kan aanbevelen en kan helpen met de implementatie ervan, en die door de minister wordt erkend voor het systeem van de Vlaamse adviescheques;7° uitgever : de na mededinging aangewezen instelling die belast is met de uitgifte en de betaling van de adviescheques;8° adviescheque : betaalinstrument waarmee adviesprojecten kunnen worden betaald die een erkende adviesinstantie factureert aan een onderneming;9° adviesproject : project dat betrekking heeft op de bepalingen in artikel 1, 8°, 9°, 10° en 11°, van het advieschequebesluit;10° kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december. HOOFDSTUK II. - De adviescheque

Art. 2.De adviescheque bevat minstens de volgende vermeldingen : 1° de titel « adviescheque »;2° het logo van de Vlaamse Gemeenschap;3° de naam en het erkenningsnummer van de erkende adviesinstantie waarmee de onderneming een overeenkomst heeft gesloten voor een adviesopdracht en het reserveringsnummer in kwestie;opleiding; 4° de besteldatum;5° de geldigheidsduur van de adviescheque als betaalmiddel voor de onderneming;6° de periode waarbinnen de adviesinstantie de adviescheque moet verzilveren bij de uitgever;7° de naam en het adres van de onderneming;8° het BTW-nummer of KBO-nummer als de onderneming BTW-plichtig is;9° de waarde van de adviescheque. HOOFDSTUK III. - Erkenning adviesinstantie

Art. 3.§ 1. De adviesinstantie wordt door de minister erkend voor het systeem van de Vlaamse adviescheques.

De volgende adviesinstanties komen in aanmerking voor erkenning voor het systeem van de Vlaamse adviescheques : 1° de adviesinstantie die beschikt over een Q*for-, een ISO- of een CEDEO-certificaat dat de kwaliteit van de dienstverlening inzake advies garandeert, uitgereikt door een geaccrediteerde certificeringsinstelling.De duur van de erkenning wordt bepaald door de geldigheidsduur van het certificaat; 2° de adviesinstantie die beschikt over een andere door de Vlaamse overheid uitgereikte erkenning op voorwaarde dat de erkenning de kwaliteit van de adviesverlening garandeert zodat de adviesinstantie zich op de markt als een door de overheid erkende adviesinstantie mag profileren en mits akkoord van de functioneel bevoegde minister, die voorwaarden kan koppelen aan de overdracht van de erkenning.De duur van de erkenning wordt bepaald door de geldigheidsduur van de erkenning, verleend door de Vlaamse overheid; 3° natuurlijke personen die positief worden beoordeeld na het doorlopen van een screening, uitgevoerd door een privaat arbeidsbemiddelingsbureau, erkend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2000 tot uitvoering van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddelingsbureaus in het Vlaamse Gewest, en door de minister aangewezen.Die screening heeft een geldigheidsduur van twee jaar. De duur van de erkenning wordt bepaald door de geldigheidsduur van de screening. Als deze adviseur ook na die periode van twee jaar in aanmerking wil komen voor het systeem van de Vlaamse adviescheques, legt die een certificaat voor als bedoeld in 1° of een erkenning als bedoeld in 2°. § 2. De adviesinstanties, die hun erkenning verkregen op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 14 februari 2003 betreffende de adviescheques, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 2003, behouden voor de toepassing van dit besluit hun erkenning voor de resterende duur van de erkenning. § 3. De erkenningsaanvraag kan enkel worden ingediend door registratie via de website. De adviesinstantie legt de deontologische code, die als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd, ondertekend voor. De adviesinstantie, genoemd in § 1, 1° en 3°, legt eveneens een kopie van het kwaliteitscertificaat of de screening voor. § 4. Er wordt een erkenningsnummer verleend aan de erkende adviesinstantie.

Art. 4.Als een erkende adviesinstantie niet langer wil functioneren binnen het systeem van de Vlaamse adviescheques, meldt ze dat minstens zes maanden op voorhand per aangetekende brief aan de minister. De erkende adviesinstantie beëindigt echter de door haar aangegane overeenkomsten met de ondernemingen conform de in de overeenkomst vastgestelde voorwaarden.

Art. 5.De minister kan de erkenning intrekken of schorsen als de voorwaarden van het decreet, het advieschequebesluit en dit besluit niet worden nageleefd.

Art. 6.§ 1. Het willig en oneigenlijk beroep tegen een weigering, intrekking of schorsing van een erkenning wordt ondertekend door de gevolmachtigde van de adviesinstantie, wordt uiterlijk dertig werkdagen na de datum van de betwiste beslissing ingediend en bevat op straffe van onontvankelijkheid de volgende elementen : 1° de naam en het adres van de adviesinstantie;2° een uitvoerige motivering van het beroep. § 2. De minister beslist over de ontvankelijkheid van het beroep, neemt een gemotiveerde beslissing en brengt de adviesinstantie daarvan op de hoogte binnen dertig werkdagen na ontvangst van het beroepschrift. HOOFDSTUK IV. - Aankoopprocedure van de adviescheques

Art. 7.§ 1. De adviescheques kunnen uitsluitend worden gereserveerd door on line een aanvraag in te dienen op de website. Ze worden verder aangekocht on line overeenkomstig de instructies, vermeld op de website. § 2. De onderneming wordt on line geïdentificeerd overeenkomstig de volgende criteria zoals vermeld op de website : 1° de BTW-plichtige onderneming identificeert zich aan de hand van haar BTW-nummer of KBO-nummer en volgt de instructies inzake omzet en balanstotaal, tewerkstelling, zelfstandigheidscriterium en overheidsparticipatie;2° de niet-BTW-plichtige onderneming die een RSZ-nummer heeft, identificeert zich aan de hand van haar RSZ-stamnummer en volgt de instructies inzake omzet en balanstotaal, tewerkstelling, zelfstandigheidscriterium en overheidsparticipatie;3° de beoefenaar van een vrij beroep die noch BTW-plichtig is, noch over een RSZ-nummer beschikt, vult de gegevens in. Nadat het systeem de ingevoerde gegevens getoetst heeft aan de centrale referentiedatabank, worden een login-ID en een paswoord toegekend.

Art. 8.§ 1. Een onderneming kan per overeenkomst met een erkende adviesinstantie op basis van de daarin overeengekomen prijs het vereiste aantal adviescheques reserveren. Het maximum aantal te reserveren adviescheques bedraagt de in de overeenkomst bepaalde prijs (exclusief BTW, eventuele voorschotfacturen en facturen waartegenover geen geleverde prestaties staan), gedeeld door 30 euro, afgerond naar de lagere eenheid en eventueel beperkt tot het maximale contingent van 820 adviescheques per kalenderjaar. § 2. De adviesinstantie met wie de overeenkomst werd gesloten, bevestigt de juistheid van de overeenkomst uiterlijk binnen tien kalenderdagen, anders vervalt de reservering. Pas nadat de adviesinstantie zich akkoord heeft verklaard met de reservering, wordt een nummer aan de reservering toegekend en kan de onderneming adviescheques bestellen. § 3. Een reservering kan enkel geannuleerd worden als er nog geen adviescheques besteld zijn. § 4. Een reservering kan enkel stopgezet worden als er al bestellingen geplaatst zijn. § 5. De uitgever verstuurt de aangekochte adviescheques naar de maatschappelijke zetel van de onderneming. § 6. Het jaarlijkse contingent van maximaal 820 adviescheques per kalenderjaar kan over verschillende overeenkomsten gespreid worden.

Art. 9.De aanvraag tot reservering, bedoeld in artikel 7, is mogelijk zolang de voorraad adviescheques strekt. De voorraad vervalt op 31 december van elk kalenderjaar.

Art. 10.De onderneming en de adviesinstantie delen elke identificatiewijziging onmiddellijk mee aan de afdeling. HOOFDSTUK V. - Inlevering door de adviesinstantie

Art. 11.De adviescheques worden uitbetaald op het rekeningnummer van de adviesinstantie, dat ze zelf heeft ingegeven bij haar registratie als bedoeld in artikel 3, § 3. HOOFDSTUK VI. - Terugbetaling van de adviescheques

Art. 12.Ter uitvoering van artikel 11, § 7, van het advieschequebesluit wordt enkel op basis van de volgende documenten overgegaan tot een eventuele terugbetaling : 1° de stopzetting van de activiteit van de onderneming wordt met de volgende twee documenten gestaafd : a) een kopie van de Verklaring van stopzetting, ingediend bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen of een kopie van de akte van ontbinding in geval van vennootschappen;b) een kopie van de akte van overlijden of een medisch attest met expliciete vermelding van volledige arbeidsonbekwaamheid;2° de stopzetting van de activiteit van de adviesinstantie wordt met een van de volgende documenten gestaafd : a) een kopie van de Verklaring van stopzetting, ingediend bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen;b) een kopie van de akte van ontbinding of van vereffening in geval van vennootschappen;c) een kopie van het vonnis van het faillissement. HOOFDSTUK VII. - Controle

Art. 13.Onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Inspectie van Financiën en het Rekenhof is de administratie Economie belast met het toezicht en de controle op de naleving van dit besluit. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 14.§ 1. Dit besluit treedt in werking op 7 juni 2004. § 2. Het advieschequebesluit treedt in werking op 7 juni 2004. § 3. Hoofdstuk I, IV en XII tot en met XVII van het decreet treden voor de toepassing van het advieschequebesluit in werking op 7 juni 2004.

Brussel, 19 mei 2004.

P. CEYSENS

^