Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 september 2013
gepubliceerd op 26 september 2013

Ministerieel besluit houdende vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen, toelagen en voordelen van de personeelsleden van het Departement internationaal Vlaanderen die de Vlaamse Regering in het buitenland vertegenwoordigen

bron
vlaamse overheid
numac
2013035825
pub.
26/09/2013
prom.
19/09/2013
ELI
eli/besluit/2013/09/19/2013035825/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Internationaal Vlaanderen


19 SEPTEMBER 2013. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen, toelagen en voordelen van de personeelsleden van het Departement internationaal Vlaanderen die de Vlaamse Regering in het buitenland vertegenwoordigen


De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1en § 3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;

Gelet op het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, artikel VII 91, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 27/03/2013 numac 2013201647 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012 type besluit van de vlaamse regering prom. 01/02/2013 pub. 10/04/2013 numac 2013035282 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de integratie van de gewestelijk ontvangers, het zeewezen en andere bepalingen sluiten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 januari 2013;

Gelet op protocol nummer 322.1033 van 26 april 2013 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op advies nr. 53.460/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het in artikel VII 91 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/01/2006 pub. 27/03/2006 numac 2006035334 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid sluiten voorgeschreven ministerieel overleg, dat heeft plaatsgevonden op 23 juli 2013;

Besluit : DEEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° hoofdbestuur : de diensten van het departement in Brussel;2° departement : het Departement internationaal Vlaanderen;3° vertegenwoordiger : het personeelslid van het departement dat de Vlaamse Regering in het buitenland, bij de internationale organisaties in Genève of bij de permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie vertegenwoordigt;4° partner : de persoon die met de vertegenwoordiger op post samenwoont en die onder één van de volgende categorieën ressorteert : a) de echtgeno(o)t(e); b) de samenwonende conform de artikelen 1475 tot 1479 B.W. met wie er geen huwelijksbeletsel is conform de artikelen 143 tot 164 B.W.; c) de samenwonende in een land waar het samenlevingsverband wettelijk geregeld is en met wie er geen huwelijksbeletsel is in de zin van de artikelen 143 tot 164 B.W.; d) de samenwonende in een land waar het samenlevingsverband niet wettelijk geregeld is, maar met wie de vertegenwoordiger een samenlevingscontract heeft gesloten en met wie er geen huwelijksbeletsel is in de zin van de artikelen 143 tot 164 B.W.; 5° post : de diplomatieke of consulaire zending of permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie, zowel in België als in het buitenland, waaraan de vertegenwoordiger is toegevoegd;6° standplaats : de vaste plaats van tewerkstelling;7° kind ten laste : het kind voor wie kinderbijslag als vermeld in artikel VII 109septies van het VPS, wordt toegekend;8° gezin : de partner en een of meer kinderen ten laste.

Art. 2.De bedragen, vermeld in dit besluit, tegen 100 %, volgen de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig artikel VII 9 van het VPS. TITEL 2. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de statutaire vertegenwoordigers (rang A2) en de statutaire personeelsleden van het departement van niveau A die naar een diplomatieke post in het buitenland uitgezonden worden. HOOFDSTUK 2. - Specifieke categorieën

Art. 4.De adjunct-vertegenwoordigers hebben geen recht op de vergoedingen en de toelagen, vermeld in artikel 12, 13, derde lid, artikel 14, derde lid, artikel 17, 19, 30, 33 tot en met 42, 45 en 46.

In het eerste lid wordt verstaan onder adjunct-vertegenwoordiger : een ander statutair personeelslid van niveau A van het departement dan de vertegenwoordiger, vermeld in artikel 1, 3°, dat naar een post in het buitenland uitgezonden wordt.

Art. 5.De vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering bij de internationale organisaties in Genève (met standplaats bij het hoofdbestuur) heeft geen recht op de vergoedingen en de toelagen, vermeld in artikel 13, 15, 16, 19, 20, tweede lid, 1° tot en met 5°, artikel 21, 22, 28 tot en met 44, 47 en 48.

Art. 6.De vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering bij de permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie heeft geen recht op de vergoedingen en de toelagen, vermeld in artikel 13, 15, 16, 19, 20, tweede lid, 1° tot en met 5°, artikel 21, 22, 28 tot en met 44, 47 en 48.

DEEL 2. - VERGOEDINGEN, TOELAGEN EN VOORDELEN TITEL 1. - De postvergoeding HOOFDSTUK 1. - Definitie

Art. 7.De postvergoeding wordt toegekend aan de vertegenwoordigers op een post om de kosten te vergoeden als die niet vergoed worden door een andere vergoeding die beantwoordt aan een specifieke doelstelling, en die verbonden zijn met : 1° de uitoefening van de functie van vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering en meer bepaald het representatieve karakter van die functie;2° specifieke functies die de vertegenwoordiger in zijn loopbaan gedurende regelmatige intervallen moet uitoefenen, zowel in België als in het buitenland;3° de regelmatige verplichte mutatie van de ene post naar de andere. HOOFDSTUK 2. - Bestanddelen

Art. 8.De postvergoeding is samengesteld uit : 1° een forfaitair gedeelte, standplaats en mobiliteit genoemd, waarvoor geen bewijsstukken voorgelegd hoeven te worden en dat de volgende elementen omvat : mobiliteit, standplaats, passieve representatie, verwijdering en hardship;2° een vergoeding voor de actieve representatiekosten. HOOFDSTUK 3. - Basisbedragen

Art. 9.Als basisbedragen gelden de bedragen zoals die periodiek vastgesteld zijn door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken voor de diplomatieke medewerkers die de enige diplomatieke medewerkers zijn van het posthoofd (categorie DM3).

De huidige basisbedragen die opgenomen zijn in bijlage 1 bij dit besluit worden door het hoofd van het departement geactualiseerd na de in het eerste lid bedoelde periodieke vaststelling. HOOFDSTUK 4. - Levensduurtecoëfficiënt

Art. 10.De levensduurtecoëfficiënt is de mathematische weergave van de vergelijking van de levensduurte voor uitgezonden personeel in de plaats waar een buitenlandse post gelokaliseerd is, met de levensduurte in België. De coëfficiënt houdt rekening met koersschommelingen.

De levensduurtecoëfficiënten worden periodiek herberekend.

De huidige levensduurtecoëfficiënten die opgenomen zijn in bijlage 2 bij dit besluit worden door het hoofd van het departement geactualiseerd na de in het tweede lid bedoelde periodieke herberekening. HOOFDSTUK 5. - Representatiecoëfficiënt

Art. 11.De representatiecoëfficiënt is de mathematische weergave van het belang en de omvang van de representatieverplichtingen die verbonden zijn aan een bepaalde functie. Hij wordt gebruikt voor de berekening van de voorlopige tegemoetkomingen voor actieve representatie.

Voor de vertegenwoordigers geldt dezelfde representatiecoëfficiënt als voor categorie DM3, namelijk 1,50. HOOFDSTUK 6. - Berekening van de postvergoeding Afdeling 1. - Forfaitair gedeelte

Onderafdeling 1. - Mobiliteit

Art. 12.Het bedrag van de mobiliteitsvergoeding is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

De mobiliteitsvergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt die geldt voor de post.

Deze wordt verhoogd met 25 % voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner.

Onderafdeling 2. - Standplaats

Art. 13.Het bedrag van de standplaatsvergoeding is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

De standplaatsvergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt die geldt voor de post.

De standplaatsvergoeding wordt verhoogd met 25 % voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner.

Onderafdeling 3. - Passieve representatie

Art. 14.Het bedrag van de passieve representatievergoeding is opgenomenin bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

De passieve representatievergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt die geldt voor de post.

De passieve representatievergoeding wordt verhoogd met 25 % voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner.

Onderafdeling 4. - Verwijdering

Art. 15.Het bedrag van de vergoeding voor verwijdering is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

De posten worden volgens hun graad van verwijdering ingedeeld in rangen. De indeling van de posten volgens rang van verwijdering is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner, wordt de vergoeding voor verwijdering vermeerderd met 100 %. Per kind ten laste is er een vermeerdering van 50 % van het basisbedrag. Voor alleenstaande vertegenwoordigers met kinderen ten laste bedraagt de toeslag 100 % voor het eerste kind en 50 % voor ieder van de volgende kinderen.

Onderafdeling 5. - Hardship

Art. 16.Het bedrag van de vergoeding voor hardship is opgenomenin bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

De posten worden volgens hun graad van hardship ingedeeld in rangen.

De indeling van de posten volgens rang van hardship is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner, wordt de vergoeding voor hardship vermeerderd met 100 %. Per kind ten laste is er een vermeerdering van 25 % van het basisbedrag. Voor alleenstaande vertegenwoordigers met kinderen ten laste bedraagt de toeslag 50 % voor het eerste kind en 25 % voor ieder van de volgende kinderen. Afdeling 2. - Vergoeding voor actieve representatie

Art. 17.Het bedrag van de voorschotten voor actieve representatie is opgenomenin bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Dat bedrag wordt vermenigvuldigd met de levensduurte- en de representatiecoëfficiënt. Voor de vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner, wordt daarop nog een toeslag van 25 % berekend.

De vertegenwoordigers zijn verplicht om de volledige vergoeding voor actieve representatie te verantwoorden. Het departement kent als voorschot het maximale bedrag toe per maand om de actieve representatie mogelijk te maken. De vertegenwoordiger rechtvaardigt periodiek het gebruik van die voorschotten.

Het departement kan op voorstel van de vertegenwoordiger voor bepaalde ontvangsten thuis forfaitaire bedragen per gast toekennen. HOOFDSTUK 7. - Betaling postvergoeding bij afwezigheid

Art. 18.Gedurende de periode van voltijdse loopbaanonderbreking en onbetaald verlof van meer dan twintig kalenderdagen heeft de vertegenwoordiger geen recht op de postvergoeding.

Bij deeltijds werken of deeltijdse loopbaanonderbreking wordt de postvergoeding voor de vertegenwoordiger prorata berekend.

Bij ziekte van meer dan dertig kalenderdagen en in geval van moederschapsrust ontvangt de vertegenwoordiger vanaf de 31ste kalenderdag 75 % van het forfaitaire gedeelte van de postvergoeding.

De vergoeding voor actieve representatie vervalt vanaf de 31ste kalenderdag.

TITEL 2. - De terugkeertoelage

Art. 19.Een maandelijkse terugkeertoelage wordt toegekend aan de vertegenwoordigers die, na gedurende minstens één jaar de functie in het buitenland te hebben bekleed, tijdelijk aan het hoofdbestuur worden toegevoegd.

De toelage wordt toegekend voor een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum waarop de vertegenwoordiger naar het hoofdbestuur terugkeert.

De terugkeertoelage bedraagt 15 % van de geïndexeerde brutomaandwedde van de vertegenwoordiger.

TITEL 3. - De vergoeding voor dienstreizen

Art. 20.De kosten van dienstreizen van de vertegenwoordiger op post worden vergoed volgens de algemene regeling die geldt voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid inzake buitenlandse dienstreizen.

In afwijking van het eerste lid geldt voor de vertegenwoordiger evenwel het volgende : 1° de vertegenwoordiger heeft geen recht op voorschotten voor dienstreizen op post;2° voor dienstreizen met vertrek en terugkeer binnen hetzelfde etmaal waarvan de afwezigheid minstens tien uur bedraagt, wordt een volledige forfaitaire dagvergoeding uitbetaald;3° dienstreizen binnen hetzelfde etmaal waarvan de afwezigheid minder dan tien uur bedraagt, worden terugbetaald op basis van de reële kosten op voorwaarde dat bewijsstukken worden voorgelegd, en met de volgende maxima : a) ontbijt : 15 % van de forfaitaire dagvergoeding;b) middagmaal : 35 % van de forfaitaire dagvergoeding;c) avondmaal : 45 % van de forfaitaire dagvergoeding;d) kleine uitgaven : 5 % van de forfaitaire dagvergoeding;4° voor dienstreizen vanuit Nederland en Frankrijk naar België (en omgekeerd) en binnen Frankrijk en Nederland hoeft geen voorafgaande toestemming gevraagd te worden op voorwaarde dat de dienstreis geen overnachting omvat.Er wordt geen forfaitaire dagvergoeding toegekend voor dergelijke eendaagse dienstreizen; 5° de vertegenwoordiger die een dienstreis naar België maakt, die minstens één overnachting omvat, heeft recht op een specifieke dagvergoeding van 10 euro, tegen 100 %, en een vergoeding voor hotelkosten;6° de vertegenwoordiger die een verkennende dienstreis maakt in het kader van een indiensttreding of een mutatie naar een andere standplaats, kan zijn reële kosten terugbetaald krijgen, alsook de vervoers- en hotelkosten van de partner die hem vergezelt.

Art. 21.Schade bij verlies of diefstal van bagage of geld wordt vergoed als geen aanspraak kan worden gemaakt op een andere verzekering. Het geldt alleen voor de bagage die voor eigen gebruik wordt meegenomen.

Als de schade is veroorzaakt door eigen fout of onvoorzichtigheid, wordt geen vergoeding uitbetaald.

TITEL 4. - De vergoeding voor een verlofreis naar België

Art. 22.De vertegenwoordiger op post in het buitenland kan, eventueel samen met zijn partner en kinderen ten laste die met de vertegenwoordiger op de post verblijven, na verloop van een bepaalde termijn gebruikmaken van het recht op terugbetaling van de kosten van een verlofreis naar België en van de terugreis naar de post.

De periodiciteit van de terugkeer en de reisdagen die als werkdagen gelden, worden door het hoofd van het departement bepaald op basis van de post waar de vertegenwoordiger werkt.

TITEL 5. - De vergoeding voor verhuiskosten HOOFDSTUK 1. - Begunstigden

Art. 23.Een vertegenwoordiger die op de post vertrekt of muteert, heeft recht op de terugbetaling van de verhuiskosten.

Ook bij pensionering heeft de vertegenwoordiger recht op de terugbetaling van de verhuiskosten naar België of naar een andere bestemming op voorwaarde dat die kosten niet meer bedragen dan de kosten voor een verhuizing naar België.

Als de vertegenwoordiger gedwongen wordt te verhuizen door externe omstandigheden en onafhankelijk van zijn wil, komen de verhuiskosten ook ten laste van het departement.

Als de vertegenwoordiger een beargumenteerde aanvraag tot vrijwillige verhuizing binnen de standplaats indient en die aanvraag aanvaard wordt door het departement, komen de verhuiskosten ten laste van het departement.

Het departement betaalt de verhuiskosten van de leden van het gezin van een vertegenwoordiger die overlijdt tijdens de ambtsperiode op post.

Het departement neemt slechts één enkele verhuizing ten laste. Bij de verhuizing vanuit een post in het buitenland naar een andere post in het buitenland wordt geen bijkomende verhuizing vanuit België toegestaan op kosten van het departement, met uitzondering van goederen waarvoor meubelbewaring is toegestaan. HOOFDSTUK 2. - Tegemoetkoming van het departement Afdeling 1. - Verhuizing van personen

Art. 24.De reiskosten van de vertegenwoordiger, de partner en kinderen ten laste worden terugbetaald door het departement. Afdeling 2. - Verhuizing van goederen

Art. 25.De vertegenwoordiger heeft inzake het verhuisvolume recht op de volgende maxima : 1° 40 m3;2° 60 m3 voor vertegenwoordigers waarvan de partner inwoont op de standplaats;3° 4 m3 extra per kind ten laste. Als de vertegenwoordiger die maxima overschrijdt, zijn de daaruit voortkomende extra kosten voor zijn persoonlijke rekening. Afdeling 3. - Verzekering

Art. 26.Het maximale door het departement te verzekeren bedrag voor de inboedel wordt krachtens de volgende normen vastgesteld : 1° één tiende van het toegelaten volume inboedel aan een bedrag van 5.364 euro, tegen 100 %, per kubieke meter; 2° het resterende volume ongeacht de kubering aan een bedrag van 537 euro, tegen 100 %, per kubieke meter. HOOFDSTUK 3. - Meubelbewaring

Art. 27.Als de vertegenwoordiger naar België terugkeert of van post verandert en niet onmiddellijk een nieuwe woning vindt, neemt het departement de kosten van maximaal drie maanden meubelbewaring ten laste.

TITEL 6. - De vergoeding voor de huur van een woning in het buitenland HOOFDSTUK 1. - Voorlopige huisvestingskosten

Art. 28.De vergoeding door het departement van de kosten die door de vertegenwoordiger worden gemaakt voor een voorlopig verblijf, bij de aankomst op de post of bij het definitieve vertrek uit de post, wordt vastgesteld op 65 % voor een hotel en op 85 % voor de huur van een gemeubeld verblijf, op voorwaarde dat de huurprijs van het gemeubelde verblijf in kwestie lager is dan de prijs van de overnachtingen in een hotel.

De voorlopige huisvestingskosten mogen de door de Vlaamse overheid gehanteerde maximumbedragen voor logies niet overschrijden. Als de partner of de kinderen van de vertegenwoordiger ook van de voorlopige huisvesting moeten gebruikmaken, worden de tarieven als volgt aangepast : 1° vertegenwoordiger + partner tot en met twee kinderen = tarief x 1,5;2° vertegenwoordiger + partner en meer dan twee kinderen = tarief x 2. De kosten van de voorlopige huisvesting worden bij een mutatie of terugkeer naar België beperkt tot een termijn van twee maanden. HOOFDSTUK 2. - Kosten van definitieve huisvesting

Art. 29.De kosten van de definitieve huisvesting worden volledig ten laste genomen door het departement.

Art. 30.Het departement stort op verzoek van de vertegenwoordiger renteloos en bij wijze van voorschot, op de rekening van de vertegenwoordiger, het bedrag van de huurwaarborg dat verschuldigd is aan de verhuurder van de woning in het land van de aanstelling, zoals blijkt uit de huurovereenkomst tussen de vertegenwoordiger en bedoelde verhuurder.

Voor de terugbetaling van dat voorschot wordt gedurende vierentwintig maanden 1/24ste van het bedrag van de huurwaarborg afgehouden van de toegekende postvergoeding.

Art. 31.Als de vertegenwoordiger bij het zoeken van een woning een beroep doet op een makelaar, komt het departement eenmalig tegemoet voor 50 % van de kosten van de commissielonen van makelaars.

Het bedrag waarop de bijdrage van het departement wordt berekend, bedraagt maximaal drie maanden huishuur.

Als het commissieloon van de makelaar meer dan 1.442 euro, tegen 100 %, bedraagt, moet de vertegenwoordiger een voorafgaande schriftelijke goedkeuring krijgen van het departement. In dat geval zal de persoonlijke bijdrage van de vertegenwoordiger een forfaitair bedrag zijn van 721 euro, tegen 100 %.

Als geen voorafgaande schriftelijke toestemming gevraagd is aan het departement en het commissieloon hoger is dan 1.442 euro, tegen 100 %, blijft de tegemoetkoming van het departement beperkt tot 721 euro, tegen 100 %.

Art. 32.Gedurende de periode van voltijdse loopbaanonderbreking en onbetaalde vakantie van meer dan twintig dagen om humane redenen blijft de tegemoetkoming van het departement in de huur gedurende maximaal zes maanden lopen.

TITEL 7. - De vergoeding voor schoolkosten HOOFDSTUK 1. - In aanmerking komende kinderen

Art. 33.De schoolkosten van kinderen ten laste die een leeftijd hebben tussen 2,5 jaar en 25 jaar worden vergoed door het departement.

De bijdrage van het departement wordt berekend vanaf het begin van het schooljaar in België van het jaar waarin het kind de leeftijd van 2,5 jaar bereikt.

De kosten worden in aanmerking genomen tot en met het trimester waarin de 25ste verjaardag valt. HOOFDSTUK 2. - In aanmerking komende studies

Art. 34.Alleen studies met een voltijds leerplan die tijdens de normale schooluren plaatsvinden en de regelmatige aanwezigheid van de leerling in de klas vereisen, komen in aanmerking voor vergoeding. HOOFDSTUK 3. - In aanmerking komende kosten Afdeling 1. - Strikte schoolkosten

Art. 35.De inschrijvingskosten en het examengeld worden terugbetaald. Afdeling 2. - Huisvestingskosten

Art. 36.In de gevallen waarin het studerende kind de vertegenwoordiger niet vergezelt op de post, worden de daadwerkelijke uitgaven voor huisvesting terugbetaald. Als het kind in een woning verblijft die eigendom is van de vertegenwoordiger, kan de tegenwaarde van de huurprijs of het inkomensverlies niet in aanmerking genomen worden.

Voor de huisvestingskosten is er een maximale jaarbijdrage van 1.442 euro, tegen 100 %. Afdeling 3. - Kosten voor reizen naar de familie

Art. 37.De reiskosten die het kind van een vertegenwoordiger of een van zijn ouders moet maken om bij de vertegenwoordiger op bezoek te gaan, worden terugbetaald als het kind tijdens de studies niet bij de vertegenwoordiger woont.

Per kind kan slechts één reis per schooljaar worden terugbetaald. HOOFDSTUK 4. - Terugbetalingsvoorwaarden Afdeling 1. - Principieel plafond

Art. 38.Voor de terugbetaling van de in aanmerking komende schoolkosten geldt een principieel plafond van 3.717 euro, tegen 100 %, per kind per schooljaar, franchise inbegrepen.

De bijdrage voor de aanvullende lessen in een van de landstalen die het kind volgt met het oog op de latere terugkeer naar België, is beperkt tot 673 euro, tegen 100 %, per kind per schooljaar.

De bijdrage voor inhaallessen die de overgang van het kind naar een ander schoolsysteem moeten vergemakkelijken, is beperkt tot 1.346 euro, tegen 100 %, per kind en per affectatie. Afdeling 2. - Franchise

Art. 39.Per kind valt een eerste schijf van schoolkosten ten laste van de vertegenwoordiger. Die franchise geldt niet voor de reiskosten voor familiebezoek. Afdeling 3. - Aanvullende tegemoetkoming in de strikte schoolkosten

Art. 40.Een aanvullende tegemoetkoming boven het principiële plafond, vermeld in artikel 38, wordt, onder de voorwaarden, vermeld in artikel 41, door het departement verleend in de gevallen waarbij de strikte schoolkosten hoger liggen dan het principiële maximum van 3.717 euro per schooljaar, tegen 100 %.

Art. 41.De aanvullende tegemoetkoming zal toegekend worden als de volgende voorwaarden tegelijk vervuld zijn : 1° het kind volgt kleuteronderwijs of onderwijs in de lagere of middelbare cyclus;2° het kind vergezelt de vertegenwoordiger op de post en gaat in dezelfde stad of agglomeratie naar school.

Art. 42.De aanvullende tegemoetkoming van het departement wordt conform de volgende tabel uitbetaald :

bedrag per schooljaar

franchise (per kind)

tegemoetkoming departement

tot 3.717 euro (100 %) (principieel plafond)

239 euro (100 %)

100 %

van 3.717 euro tot 9218 euro (100 %)

479 euro (100 %)

100 %

van 9.218 euro tot 13.827 euro (100 %)

479 euro (100 %)

75 %

van 13.827 euro tot 18.428 euro (100 %)

479 euro (100 %)

50 %


TITEL 8. - Verzekering voor medische kosten en repatriatie

Art. 43.Het departement sluit voor de vertegenwoordiger een aanvullende verzekering af voor geneeskundige verzorging.

Art. 44.Het departement sluit voor de vertegenwoordiger en zijn gezin een aanvullende verzekering af voor repatriatie.

TITEL 9. - De inrichtingsvergoeding HOOFDSTUK 1. - Begunstigden

Art. 45.Een inrichtingsvergoeding wordt toegekend bij de verhuizing van een vertegenwoordiger naar een huurwoning : 1° in het kader van een mutatie;2° bij een ambtshalve terugkeer naar België, behalve in geval van pensionering of ontslag;3° bij een goedgekeurde verhuizing in dezelfde standplaats. HOOFDSTUK 2. - Bedrag

Art. 46.De inrichtingsvergoeding wordt geplafonneerd tot een maximum van 3.785 euro, tegen 100 %, te verhogen met : 1° 10 %, wanneer de vertegenwoordiger wordt vergezeld door zijn partner;2° 5 % per kind ten laste. TITEL 10. - De vergoeding voor beveiliging van een woning en inwonenden bij aanstelling in een risicopost

Art. 47.Kosten voor de beveiliging van de woning van de vertegenwoordiger worden terugbetaald tot maximaal 6.730 euro, tegen 100 %, voor de volledige duur van zijn aanstelling bij de risicopost.

Art. 48.Kosten voor de beveiliging van de vertegenwoordiger en zijn inwonende gezinsleden bij aanstelling in een risicopost worden terugbetaald tot maximaal 4.374 euro, tegen 100 %, per jaar.

DEEL 3. - INWERKINGTREDING

Art. 49.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Brussel, 19 september 2013.

De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS

Bijlage 1 Maandelijkse basisbedragen vanaf 1 juni 2012

mobiliteit

849,74

standplaats

679,80


passieve representatie dipl. medewerkers :


DM1

1 189,63

DM2

849,74

DM3

849,74

DM4

764,77

DM5

679,80

DM6

509,84

verwijdering :


rang 1

0,00

rang 2

63,06

rang 3

126,13

rang 4

189,19

rang 5

252,24

hardship :


rang 1

0,00

rang 2

135,95

rang 3

271,92

rang 4

407,87

rang 5

543,83

rang 6

679,80

rang 7

1 215,57

actieve representatie dipl. medewerkers :

653,65


Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 19 september 2013 houdende vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen, toelagen en voordelen van de personeelsleden van het Departement internationaal Vlaanderen die de Vlaamse Regering in het buitenland vertegenwoordigen.

Brussel, 19 september 2013.

De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS

Bijlage 2 Coëfficiënten van verwijdering - hardship - levensduurte

POST

VERWIJDERING 01/06/2012

HARDSHIP 01/06/2012

LEVENSDUURTE 01/06/2012

Abidjan

3

6

0,97

Abu Dhabi

3

3

0,91

Abuja

4

6

0,93

Addis Abeba

4

5

0,85

Algiers

2

5

0,80

Alicante

2

1

0,88

Amman

3

2

0,92

Ankara

3

2

0,89

Astana

4

5

0,96

Athene

2

1

0,92

Atlanta

4

1

0,92

Bakoe

3

4

1,11

Bamako

4

6

1,00

Bangkok

4

3

0,80

Barcelona

2

1

0,88

Beijing

4

3

1,00

Belgrado

2

2

0,80

Berlijn

2

1

0,95

Bern

2

1

1,25

Beiroet

3

3

0,80

Bogota

5

4

0,90

Brasilia

5

2

1,00

Bratislava

2

1

0,80

Brazzaville

4

5

1,17

Brussel Cops

1

1

1,00

Brussel N.A.V.O.

1

1

1,00

Brussel E.U.

1

1

1,00

Boekarest

2

1

0,80

Boedapest

2

1

0,80

Buenos Aires

5

2

0,80

Bujumbura

4

6

0,90

Canberra

5

1

1,16

Caracas

4

4

0,90

Casablanca

2

2

0,80

Keulen

1

1

1,00

Conakry

4

6

0,80

Kopenhagen

2

1

1,27

Cotonou

4

4

0,98

Dakar

3

3

0,92

Damascus

3

4

0,80

Dar es Salaam

4

4

0,80

Doha

3

3

0,87

Dublin

2

1

1,03

Genève

2

1

1,28

Genève O.V.N.

2

1

1,28

Guangzhou

5

3

1,00

Hanoi

5

4

0,80

Helsinki

2

1

1,13

Hongkong

5

2

1,01

Islamabad

4

7

0,80

Istanbul

2

2

0,89

Jakarta

5

6

0,80

Johannesburg

4

2

0,80

Jeruzalem

3

5

1,09

Kaboel

4

7

0,93

Kampala

4

4

0,80

Kiev

2

3

0,80

Kigali

4

5

0,86

Kingston

5

4

1,02

Kinshasa

4

6

1,53

Koeweit

4

3

0,85

Kuala Lumpur

5

2

0,80

Havana

4

4

0,80

Den Haag

1

1

0,96

Den Haag

1

1

0,96

La Paz

5

4

0,80

Valletta

2

1

0,84

Caïro

3

4

0,80

Kaapstad

5

2

0,80

Rijsel

1

1

1,03

Lima

5

4

0,88

Lissabon

2

1

0,85

Ljubljana

2

1

0,80

Londen

1

1

1,04

Los Angeles

5

1

0,92

Luanda

4

7

1,22

Lubumbashi

5

6

1,53

Luxemburg

1

1

1,00

Madrid

2

1

0,88

Manilla

5

5

0,80

Maputo

5

4

0,86

Marseille

2

1

1,03

Mexico

5

3

0,80

Milaan

2

1

0,96

Montreal

4

1

0,93

Moskou

2

4

1,11

Mumbai

4

5

0,80

Nairobi

4

4

0,80

New Delhi

4

5

0,80

New York

4

1

0,94

New York

4

1

0,94

Niamey

4

6

0,88

Nicosia

3

1

0,90

Oslo

2

1

1,41

Ottawa

1

0,93

Ouagadougou

4

5

0,97

Parijs

1

1

1,03

Parijs 0.E.S.O.

1

1

1,03

Parijs

1

1

1,03

Praag

2

1

0,80

Pristina

3

3

0,80

Pretoria

4

2

0,80

Quito

5

4

0,80

Rabat

2

2

0,80

Riga

2

1

0,80

Rio de Janeiro

5

2

1,00

Riyad

4

5

0,80

Rome

2

1

0,96

Rome Heilige Stoel

2

1

0,96

Sint-Petersburg

3

4

1,11

San José

5

2

0,91

Santa Cruz de Tenerife

3

1

0,88

Santiago

5

2

0,80

Sao Paulo

5

2

1,00

Sjanghai

5

3

1,00

Singapore

5

2

1,24

Sofia

2

1

0,80

Stockholm

2

1

1,16

Straatsburg

1

1

1,03

Straatsburg Belgeurope

1

1

1,03

Seoul

5

2

1,09

Tallinn

2

1

0,80

Tanger

2

2

0,80

Taipei

5

2

0,89

Tbilissi

3

4

0,80

Tel Aviv

3

3

1,04

Tirana

2

3

0,80

Tokyo

5

2

1,47

Toronto

4

1

0,93

Tripoli

3

5

0,80

Tunis

2

2

0,80

Teheran

3

5

0,88

Warschau

2

1

0,80

Wenen

2

1

0,98

Wenen 0.V.S.E

2

1

0,98

Vilnius

2

1

0,80

Washington

4

1

0,92

Yaounde

4

6

0,96

Zagreb

1

0,80


Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 19 september 2013 houdende vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen, toelagen en voordelen van de personeelsleden van het Departement internationaal Vlaanderen die de Vlaamse Regering in het buitenland vertegenwoordigen.

Brussel, 19 september 2013.

De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS

^