Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 20 januari 2006
gepubliceerd op 15 februari 2006

Ministerieel besluit houdende de vastlegging van de bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2006035209
pub.
15/02/2006
prom.
20/01/2006
ELI
eli/besluit/2006/01/20/2006035209/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende de vastlegging van de bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op de afdeling 1 van bijlagen I tot en met VI, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 30 maart 1999, 8 juni 1999, 17 december 1999, 5 mei 2000, 10 november 2000, 30 maart 2001, 10 juli 2001, 30 november 2001, 14 december 2001, 1 februari 2002, 15 maart 2002, 5 juli 2002, 6 december 2002, 17 januari 2003, 28 november 2003 en 5 december 2003, 30 april 2004 en 4 juni 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd op 15 oktober 2004;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 2 van de bijlagen I tot en met V bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd, en overeenkomstig artikel 3 van de bijlage VI bij hetzelfde besluit, de minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, periodiek de bevolkingsprojecties moet vastleggen voor de bepaling van de programmacijfers voor de welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg;

Overwegende dat bij ministerieel besluit van 26 januari 1999 houdende de vaststelling van de bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijke kalenderjaren 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 werden vastgelegd voor de bepaling van de programmacijfers voor de jaren 1999, 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 voor wat betreft de voorzieningen zoals bedoeld in de bijlage I en voor de jaren 1999 en 2000 voor wat betreft de voorzieningen zoals bedoeld in de bijlagen II tot en met VI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd;

Overwegende dat bij ministerieel besluit van 22 december 2000 houdende de vastlegging van bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de welzijnvoorzieningen in de thuiszorg, de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijke kalenderjaren 2006 en 2007 werden vastgelegd voor de bepaling van de programmacijfers voor de jaren 2001 en 2002;

Overwegende dat bij ministerieel besluit van 25 februari 2003 houdende de vastlegging van bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de welzijnvoorzieningen in de thuiszorg, de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijke kalenderjaren 2008 en 2009 werden vastgelegd voor de bepaling van de programmacijfers voor de jaren 2003 en 2004;

Overwegende dat bij ministerieel besluit van 7 februari 2005 houdende de vastlegging van bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de welzijnvoorzieningen in de thuiszorg, de bevolkingsprojecties voor het afzonderlijke kalenderjaar 2010 werden vastgelegd voor de bepaling van het programmacijfer voor het jaar 2005;

Overwegende dat de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, de bevolkingsprojectie voor de hierop volgende jaren dient vast te leggen zodat de programmacijfers voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 kunnen worden bepaald;

Overwegende dat de voorwaarden waaraan de resultaten van de bevolkingsprojectie tenminste moeten voldoen, bepaald worden in artikel 2, laatste lid van de bijlagen I tot en met V bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd en in artikel 3, laatste lid van de bijlage VI bij hetzelfde besluit;

Overwegende dat de Update 2005 van de bevolkingsprojectie die ten behoeve van de Milieu- en natuurrapportage in Vlaanderen (MIRA-rapporten) door het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur werd uitgevoerd, resultaten levert voor de kalenderjaren 2007 tot en met 2015, voor elke gemeente van het Nederlandse taalgebied voor de van toepassing zijnde leeftijdsgroepen;

Overwegende dat wat het Nederlandse taalgebied betreft deze derhalve voldoen aan de bepalingen vervat in artikel 2, laatste lid, van de bijlagen I tot en met V bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd, en in artikel 3,laatste lid van de bijlage VI bij hetzelfde besluit;

Overwegende dat de bevolkingsprojectie vervat in Bevolkingsvooruitzichten 2000-2050' die werd uitgevoerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek en het Federaal Planbureau, resultaten levert voor de kalenderjaren 2007 tot en met 2015 voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voor de van toepassing zijnde leeftijdsgroepen;

Overwegende dat wat het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad betreft, deze derhalve voldoen aan de bepalingen vervat in artikel 2, laatste lid, van de bijlagen I tot en met V bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd, en in artikel 3,laatste lid van de bijlage VI bij hetzelfde besluit;

Overwegende dat het aantal oudere Nederlandstalige inwoners van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad geschat wordt op 30 % van de totale bevolking, Besluit :

Artikel 1.Voor het Nederlandse taalgebied worden de resultaten voor de afzonderlijke kalenderjaren 2007 tot en met 2011 van de Update 2005 van de MIRA-projecties die werden uitgevoerd door het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers bedoeld in artikel 2 van bijlage I, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd, voor de diensten voor gezinszorg;

Art. 2.Voor het Nederlandse taalgebied worden de resultaten voor de afzonderlijke kalenderjaren 2011 tot en met 2015 van de Update 2005 van de MIRA-projecties die werd uitgevoerd door het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers bedoeld in : 1° artikel 2 van bijlage II, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, voornoemd, voor de lokale dienstencentra;2° artikel 2 van bijlage III, gevoegd bij hetzelfde besluit, voor de regionale dienstencentra;3° artikel 2 van bijlage IV, gevoegd bij hetzelfde besluit, voor de dagverzorgingscentra;4° artikel 2 van bijlage V, gevoegd bij hetzelfde besluit, voor de centra voor kortverblijf;5° artikel 3 van bijlage VI, gevoegd bij hetzelfde besluit, voor de diensten voor oppashulp.

Art. 3.§ 1. Voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt 30 % van de resultaten van de bevolkingsprojectie voor de afzonderlijke kalenderjaren 2007 tot en met 2011, zoals vervat in « Bevolkingsvooruitzichten 2000-2050 » van het Nationaal Instituut voor de Statistiek en het Federaal Planbureau vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers zoals bedoeld in artikel 1 van dit besluit. § 2. Voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt 30 % van de resultaten van de bevolkingsprojectie voor de afzonderlijke kalenderjaren 2011 tot en met 2015, zoals vervat in « Bevolkingsvooruitzichten 2000-2050 » van het Nationaal Instituut voor de Statistiek en het Federaal Planbureau vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers zoals bedoeld in artikel 2 van dit besluit

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Brussel, 20 januari 2006.

I. VERVOTTE

^