Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 20 september 2002
gepubliceerd op 10 oktober 2002

Ministerieel besluit tot wijziging, wat de financiering van eindeloopbaanmaatregelen betreft, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022774
pub.
10/10/2002
prom.
20/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/20/2002022774/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging, wat de financiering van eindeloopbaanmaatregelen betreft, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op het artikel 97, zoals het bestond vóór de vervanging ervan bij de wet van 14 januari 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 26 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 21 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994, 28 december 1994, 27 december 1995, 30 december 1996, 8 september 1997, 10 december 1997, 29 december 1997, 26 augustus 1998, 30 december 1998, 24 maart 1999, 15 juni 1999, 22 juni 1999, 23 december 1999, 25 september 2000, 12 januari 2001, 4 juli 2001 en 4 oktober 2001;

Gelet op het protocol nr. 120/2 van 28 november 2000 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 14 maart 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 april 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 14 mei 2002;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 31 mei 2002, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies n° 33.579/1/V van de Raad van State gegeven op 29 augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Besluit :

Artikel 1.In artikel 48 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, wordt een § 31 toegevoegd, luidend als volgt : « § 31. 1° Definitie Voor de toepassing van huidige paragraaf dient verstaan te worden onder : « het sociaal akkoord » : het sociaal akkoord van 1 maart 2000 afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profit sector en het protocol nr. 120/2 van 28 november 2000 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten. « de sociale akkoorden » : de collectieve arbeids-overeenkomst, afgesloten in het bevoegde paritaire comité of de protocolakkoorden afgesloten in de bevoegde onderhandelingscomités, voorzien door de wet van 19 december 1974, tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. « eindeloopbaanmaatregelen » : de maatregelen genomen in de sociale akkoorden, zijnde de toekenning van een voordeel vanaf 45 jaar, 50 jaar en 55 jaar, toegekend onder vorm van een vrijstelling van arbeidsprestaties van respectievelijk 2 uur vanaf 45 jaar, 4 uur vanaf 50 jaar en 6 uur vanaf 55 jaar of onder vorm van een bijkomend voordeel equivalent aan de financiering van de toepasbare vrijstelling van arbeidsprestaties voor de personen die opteren voor het voortzetten van hun arbeidstijd. « personeelsleden » : het verplegend en verzorgend personeel in de zin van artikel 87, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, dat effectief verplegende en verzorgende taken uitoefent, evenals het verplegend en verzorgend personeel dat hen omkadert en het gelijkgesteld personeel, dat de werkgever heeft ingelicht over zijn keuze. Onder gelijkgesteld personeel dient te worden verstaan, de werknemers die elke maand, en dit gedurende de referentieperiode van 12 maanden voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de aanvraag is ingediend, ten minste 2 van de 5 onregelmatige prestaties (zondag, zaterdag, feestdag, nachtdienst of onderbroken diensten) op een afzonderlijke manier verrichten, waarvoor de werknemer een bijkomend geldelijk voordeel ontvangt, waarbij de voornaamste vakantiemaand en de maanden tijdens dewelke de werknemer afwezig is wegens arbeidsongeschiktheid voor een ononderbroken periode van meer dan 7 kalenderdagen geneutraliseerd worden; wanneer met toepassing van voormelde neutralisatieregel meer dan zes maanden worden geneutraliseerd in de referentieperiode van 12 maanden, wordt de referentieperiode verlengd met het nodig aantal maanden om te kunnen nagaan of de voorwaarde van het verrichten van 2 van de 5 onregelmatige prestaties over een periode van ten minste 6 maanden is vervuld.

Worden beschouwd : - als onregelmatige prestaties, de prestaties die als dusdanig worden bezoldigd; - als nachtprestaties en als onderbroken prestaties, de prestaties die in de instelling als dusdanig zijn omschreven; - ofwel als nachtprestaties die tijdens de nachten van zaterdag of zondag worden verricht, ofwel als zaterdag- of zondagprestaties, de prestaties die ofwel als nachtprestaties ofwel als zaterdag- of zondagprestaties worden genoemd, naar gelang van de keuze van de werknemer.

Deze drie personeelscategorieën dienen te werken in het ziekenhuis, de gemeenschappelijke diensten, de ondersteunende diensten, de zorgeenheden, de medisch-technische diensten, de consultaties en de apotheek. Het personeel dat tewerkgesteld is in de diensten die beschouwd worden als niet-ziekenhuisactiviteiten, vallen buiten beschouwing. « arbeidsduur » : de wekelijkse arbeidsduur zoals overeengekomen in het arbeidscontract of zoals het van toepassing is op het personeelslid van een openbaar ziekenhuis. 2° Financieringsregels a) Teneinde de eindeloopbaanmaatregelen te financieren, wordt aan de ziekenhuizen een forfaitair bedrag (F) toegekend, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde regelen en voor zover de principes van het sociaal akkoord ten laatste op 31 december 2001 omgezet werden in een collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in het bevoegde paritaire comité of in een protocolakkoord afgesloten in de bevoegde onderhandelingscomités, voorzien in de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Het forfaitair bedrag zal toegekend worden binnen de beperking van de voorwaarden van de collectieve arbeids-overenkomst of het protocolakkoord hierboven beschreven, wat betreft het tijdschema voor de uitwerking van de maatregel, de voorwaarden voor de keuze tussen de vrijstellingen van prestaties en de premie, evenals de perioden van eventuele schorsingen van het voordeel van de maatregel. Ingeval van gecombineerde opties vanaf de leeftijd van 50 jaar, wordt het forfaitair bedrag toegekend op basis van een verdeling in volledige schijven van 2 uur equivalent voltijdse betrekking.

Het forfaitair bedrag wordt als volgt berekend : F = F1 + F2 Waar : F1 = het verschuldigd bedrag voor het personeelslid dat voor de wekelijkse vrijstelling van arbeidsprestaties opteert en wordt als volgt berekend : F 1 = A x H/38 x X/12 x T/S Waar : A = EUR 37.733,44 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verplegend personeel A = EUR 30.459,57 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verzorgend personeel A = EUR 30.430,64 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het gelijkgesteld personeel H : aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties waarop een voltijdse werknemer recht heeft S : wekelijks arbeidsregime toegepast in het ziekenhuis X : het aantal maanden in de periode vermeld onder § 29, 2°, c), 1., 2., 3., 4., of § 30, 2°, 1., 2., 3., 4., in de vereiste leeftijd, gedurende dewelke de maatregel van de eindeloopbaan vastgesteld onder 1°, van toepassing is op het personeel T : aantal te presteren uren per week zoals blijkt uit het arbeidscontract of de individuele benoemingsakte, verricht in voorkomend geval in de functie die het voordeel van de in deze paragraaf bedoelde maatregel verantwoordt En waar : F2 = het verschuldigd bedrag voor het personeelslid dat opteert voor de premie, wordt als volgt berekend : F 2 = A x H/38 x X/12 x T/S Waar : A = EUR 51.564,80 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verplegend personeel A = EUR 38.404,90 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verzorgend personeel A = EUR 34.701,38 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het gelijkgesteld personeel H = equivalent aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de toekenning van een premie voor een voltijdse werknemer En S, T en X hebben dezelfde betekenis als in de formule F1. b) Inlichtingen te verstrekken door de ziekenhuisinstelling 1) de naam en voornaam van het personeelslid;2) zijn geboortedatum;3) zijn functie;4) de gekozen optie tussen de vrijstelling van arbeidsprestaties en de premie;5) de kostenplaats, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 tot bepaling van de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel van de ziekenhuizen waar de lasten in rekening gebracht worden;6) het aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties dat hij kan verkrijgen ten opzichte van zijn leeftijd;7) het wekelijks uurregime van kracht in het ziekenhuis; 8) aantal maanden in de vereiste leeftijd tussen de eerste van de maand waarin de verjaardag valt en het einde van de periode waarvan vermelding onder § 29, 2°, c), 1., 2., 3. en 4., ou § 30, 2°, 1., 2.., 3. en 4.; 9) het aantal door het personeelslid te presteren uren zoals blijkt uit het arbeidscontract of de individuele benoemingsakte, verminderd in voorkomend geval naar verhouding van de prestaties verricht in de functie die het voordeel van de in deze paragraaf bedoelde maatregel verantwoordt.10) de datum van zijn aanwerving;11) de eventuele vertrekdatum;12) in geval van gelijkgesteld personeel, de verantwoording voor onregelmatige prestaties;13) het aantal maanden schorsing of onderbreking van de maatregel bij toepassing van een bepaling van de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of van het toepasselijk protocolakkoord. Deze inlichtingen dienen medegedeeld te worden naargelang de instructies die, indien mogelijk, aan de ziekenhuizen tegen 30 juni 2001 zullen verstuurd worden. c) Bijkomende bepalingen Voor de personeelsleden die geopteerd hebben voor de wekelijkse vrijstelling van arbeidsprestaties, dient de beheerder het bewijs te leveren dat de vrijgemaakte arbeidstijd en de toegekende financiering gecompenseerd werden door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de wekelijkse arbeidsduur door andere personeelsleden.De werknemers die aangeworven zijn onder het regime van de Sociale Maribel, van een startbaanovereenkomst of het interdepartementeel begrotingsfonds worden niet in aanmerking genomen.

De gerecupereerde arbeidstijd en de toegekende financiering per sector dienen gecompenseerd te worden in dezelfde sector, hetzij : - de diensten waar het personeel gedekt wordt door het onderdeel B2 van het budget van financiële middelen; - de gemeenschappelijke diensten waarvan sprake in artikel 11, § 1, van huidig besluit, - en de medisch-technische diensten, de consultaties en de apotheek.

De toegekende financiering wordt, in voorkomend geval, begrensd tot het gebruikt bedrag rekening houdend met de hierboven vastgelegde verdeling per sectoren, op basis van de berekening F1 in punt a), toegepast op de vervangingsfunctie.

Daarom dient de beheerder, terzelfdertijd als de inlichtingen die dienen voor de definitieve berekening, een lijst met volgende inlichtingen over te maken : - Naam en voornaam van het aangeworven personeelslid of van het personeelslid dat het voorwerp uitmaakt van een vermeerdering van zijn arbeidstijd; - kostenplaats voor verrekening; - bijkomende VTE; - aanvangsdatum van het contract; - einddatum van het contract.

Een kopie van het arbeidscontract of van de individuele benoemingsakte dient bij deze lijst gevoegd te worden.

Art. 2.Paragraaf 31 van artikel 48 van het voormelde ministerieel besluit van 2 augustus 1986, ingevoegd door artikel 1 van het huidig besluit, is van toepassing op de werkgevers die, voor de periode bedoeld in artikel 48, §§ 29 en 30, van hetzelfde besluit, integraal de bepalingen voorzien in artikel 48, § 31, van dat besluit respecteren. In dat geval, kunnen de werkgevers geen aanspraak maken op de financiële tussenkomst voorzien in artikel 48, §§ 29 of 30 van het voormelde ministerieel besluit van 2 augustus 1986.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 juni 2002.

Gegeven te Brussel op 20 september 2002.

De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^