Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 juni 1999
gepubliceerd op 30 juni 1999

Ministerieel besluit tot verdeling in weddeschalen van de betrekkingen van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 2 juni 1999

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000529
pub.
30/06/1999
prom.
21/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/21/1999000529/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot verdeling in weddeschalen van de betrekkingen van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 2 juni 1999


De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Veiligheid, Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 1999 en 31 maart 1999;

Gelet op de akkoorden van de Minister van Begroting, gegeven op 15 april en 29 april 1999;

Gelet op de akkoorden van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 15 april en 29 april 1999;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Tussenoverlegcomité 240 van 14 juni 1999, Besluiten :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden verdeeld als volgt : 1° de betrekking van ingenieur-directeur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 13E;2° 20 van de 79 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13B;3° 1 van de 2 betrekkingen van industrieel ingenieur-directeur wordt bezoldigd in de weddeschaal 13B;4° 1 van de 2 betrekkingen van vertaler-revisor-directeur wordt bezoldigd in de weddeschaal 13B;5° 2 van de 6 betrekkingen van ingenieur worden bezoldigd in de weddeschaal 10F, en 3 in de weddeschaal 10E;6° 5 van de 15 betrekkingen van industrieel ingenieur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C;7° 99 van de 282 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C;8° 5 van de 13 betrekkingen van vertaler-revisor worden bezoldigd in de weddeschaal 10C;9° 3 van de 12 betrekkingen van programmeringsanalist worden bezoldigd in de weddeschaal 28L;10° 2 van de 8 betrekkingen van eerstaanwezend directiesecretaris worden bezoldigd in de weddeschaal 28B;11° 3 van de 18 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler worden bezoldigd volgens weddeschaal 28I;12° 2 van de 16 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent worden bezoldigd in de weddeschaal 28F;13° 1 van de 8 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus wordt bezoldigd in de weddeschaal 28F;14° 45 van de 168 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22B; 15° 6 van de 23 betrekkingen van operationeel adjunct worden bezoldigd in de bijzondere weddeschaal : 851.145 - 1.217.634 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.) 16° 7 van de 20 betrekkingen van veiligheidsassistent worden bezoldigd in de bijzondere weddeschaal : 684.383 - 1.008.171 31 x 10.676 22 x 28.463 62 x 24.907 62 x 14.232 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.) 17° 30 van de 120 betrekkingen van operationeel brigadier worden bezoldigd in de bijzondere weddeschaal : 588.591 - 796.820 31 x 8.733 42 x 10.655 102 x 13.941 (R. 32 - G.A.- Kl. 18 j.) 18° 24 van de 298 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30I, 77 in de weddeschaal 30H en 60 in de weddeschaal 30F. 19° 136 van de 218 betrekkingen van veiligheidsbeambte worden bezoldigd in de bijzondere weddeschaal : 565.790 - 770.733 31 x 8.733 52 x 10.655 92 x 13.941 (R. 30 - Kl. 18 j. - G.A.) 20° 144 van de 480 betrekkingen van operationeel agent worden bezoldigd in de bijzondere weddeschaal : 537.046 - 721.064 31 x 5.595 52 x 7.775 62 x 10.655 (R. 30 - G.A. - Kl. 18 j.) 21° 4 van de 74 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42E, 16 in de weddeschaal 42D, en 21 in de weddeschaal 42C, 22° 40 van de 83 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42E. Art. 2. - 45 betrekkingen van adjunct-adviseur bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 1 betrekking van vertaler-revisor bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 1 betrekking van programmeringsanalist bezoldigd in de weddeschaal 28L; - 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent bezoldigd in de weddeschaal 28F; - 1 betrekking van eerstaanwezend paramedicus bezoldigd in de weddeschaal 28F; - 13 betrekkingen van bestuurschef bezoldigd in de weddeschaal 22B; - de 7 betrekkingen van veiligheidsassistent bezoldigd in de bijzondere weddeschaal vermeld in artikel 1, 16°; - 6 betrekkingen van klerk, bezoldigd in de weddeschaal 30F, 8 bezoldigd in de weddeschaal 30H en 3 bezoldigd in de weddeschaal 30I; - de 136 betrekkingen van veiligheidsbeambte bezoldigd in de bijzondere weddeschaal vermeld in artikel 1, 19°; - 33 betrekkingen van operationeel agent bezoldigd in de bijzondere weddeschaal vermeld in artikel 1, 20°; - 3 betrekkingen van beambte bezoldigd in de weddeschaal 42C en 2 bezoldigd in de weddeschaal 42D; - 1 betrekking van geschoold arbeider bezoldigd in de weddeschaal 42E, opgericht ter vervanging van arbeidsposten van contractuelen en opgenomen in § 1 van de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, kan slechts worden voorzien bij de afvloeiing van de betrokken contractuelen.

Art. 3.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 4.Het ministerieel besluit van 24 juni 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 4 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Brussel, 21 juni 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Veiligheid, J. PEETERS

^