Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 mei 2000
gepubliceerd op 26 juli 2000

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 1992 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2000016155
pub.
26/07/2000
prom.
22/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/22/2000016155/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MEI 2000. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 1992 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren


De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van pluimvee en andere neerhofdieren, alsook het in de handel brengen van broedeieren, eendagskuikens en fokpluimvee, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 1992 en 6 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren en bepaalde produkten van dierlijke oorsprong, ingevoerd uit derde landen;

Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 1992 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren, gewijzigd bij ministerieel besluit van 14 juli 1997;

Gelet op de Richtlijn 1999/90/EG van de Raad van 15 november 1999 houdende wijziging van Richtlijn 90/539/EEG tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996 en 8 september 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de nationale wetgeving dringend aan de gewijzigde communautaire regelgeving dient aangepast te worden, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3, § 4, van het ministerieel besluit van 21 december 1992 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren wordt vervangen door volgende bepaling : « § 4. Voor pluimvee en broedeieren bestemd voor lidstaten of gebieden van lidstaten waarvan de bijzondere status ten aanzien van de ziekte van Newcastle werd vastgesteld overeenkomstig artikel 12, lid 2 van Richtlijn 90/539/EEG, gelden de volgende bepalingen : a) broedeieren moeten afkomstig zijn van koppels die : - hetzij niet zijn gevaccineerd, - hetzij zijn gevaccineerd met een geïnactiveerd vaccin, - hetzij zijn gevaccineerd met een levend vaccin, indien de vaccinatie ten minste 30 dagen vóór de verzameling van de broedeieren heeft plaatsgevonden;b) eendagskuikens, inclusief kuikens die bestemd zijn om in het wild te worden uitgezet, mogen niet tegen de ziekte van Newcastle zijn gevaccineerd en moeten afkomstig zijn van : - broedeieren die voldoen aan de onder a) gestelde voorwaarden, - een broeierij waar de arbeidsmethoden zodanig zijn dat wordt gegarandeerd dat deze eieren worden uitgebroed op volstrekt andere plaatsen en tijdstippen dan eieren die niet aan de onder a) gestelde voorwaarden voldoen;c) fok- en gebruikspluimvee : - mag niet tegen de ziekte van Newcastle zijn gevaccineerd, - moet in de laatste 14 dagen voorafgaand aan de verzending onder toezicht van de inspecteur-dierenarts hetzij in een pluimveebedrijf, hetzij in een quarantainestation zijn afgezonderd.In dit verband mag geen enkel dier van het op het pluimveebedrijf van oorsprong of, eventueel, in het quarantainestation aanwezige pluimvee in de laatste 21 dagen voorafgaand aan de verzending tegen de ziekte van Newcastle zijn gevaccineerd en mag er in diezelfde periode, met uitzondering van de dieren die deel uitmaken van de verzending, geen pluimvee op het pluimveebedrijf of in het quarantainestation zijn binnengebracht; voorts mag binnen de quarantainestations geen inenting plaatsvinden, en - moet in de laatste 14 dagen voorafgaand aan de verzending aan de hand van een representatieve serologische test met negatief resultaat op de aanwezigheid van antistoffen tegen de ziekte van Newcastle zijn onderzocht.

De representatieve serologische tests voor de opsporing van antistoffen tegen de ziekte van Newcastle, evenals de test voor het isoleren van het virus van de ziekte van Newcastle moeten aan de in bijlage B vastgestelde eisen voldoen. Daartoe maakt de bedrijfsdierenarts de vereiste stalen over aan het Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie (CODA). De kosten van deze onderzoekingen vallen ten laste van de uitvoerder. »

Art. 2.Hoofdstuk II, afdeling 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 11bis luidend als volgt : «

Artikel 11bis.De bepalingen van artikel 11 gelden niet voor partijen loopvogels of broedeieren van loopvogels. »

Art. 3.Artikel 12, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 12, § 3. Het Hoofd van de Dienst kan : 1° algemene of bijzondere afwijkingen toestaan op de bepalingen van de § 1;2° aanvullende waarborgen eisen voor exotische ziekten;3° op grond van de Beschikkingen van de Europese Commissie : - eisen dat ingevoerd pluimvee, ingevoerde broedeieren of uit ingevoerde eieren verkregen pluimvee in quarantaine of in afzondering moeten worden gehouden gedurende ten hoogste twee maanden; - de invoer toestaan van pluimvee en broedeieren uit derde landen wanneer die invoer niet aan de voorschriften van artikel 12, § 2, en de artikelen 14 en 15 van dit besluit voldoet. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 22 mei 2000.

J. GABRIELS

^