Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 oktober 2018
gepubliceerd op 20 december 2018

Ministerieel besluit houdende de programmatie van een basissubsidie en een subsidie voor inkomenstarief voor bestaande plaatsen gezinsopvang in 2018

bron
vlaamse overheid
numac
2018015109
pub.
20/12/2018
prom.
22/10/2018
ELI
eli/besluit/2018/10/22/2018015109/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


22 OKTOBER 2018. - Ministerieel besluit houdende de programmatie van een basissubsidie en een subsidie voor inkomenstarief voor bestaande plaatsen gezinsopvang in 2018


DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 12, § 1, tweede lid;

Gelet op het Procedurebesluit van 9 mei 2014, artikel 57, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/10/2015 pub. 27/11/2015 numac 2015036430 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 57 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, wat betreft de programmatieregels voor subsidies sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2017 en 14 september 2018;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 augustus 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 10 juli 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° basissubsidie: de subsidie, vermeld in artikel 1, 1°, van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;2° bezetting: de bezetting, vermeld in artikel 21 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en berekend zoals vermeld in artikel 16 van het ministerieel besluit van 23 april 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/04/2014 pub. 04/07/2014 numac 2014203367 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 sluiten tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;3° groepsopvang samenwerkende onthaalouders: de groepsopvang die georganiseerd wordt door organisatoren die werken met samenwerkende onthaalouders en die daarvoor een subsidie ontvangen conform artikel 59, § 1, van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;4° subsidie voor inkomenstarief: de subsidie, vermeld in artikel 1, 17°, van het Subsidiebesluit van 22 november 2013. HOOFDSTUK 2. - Basissubsidie

Art. 2.In 2018 is er een te verdelen subsidiebudget van 998.813,85 euro voor de toekenning van een basissubsidie voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen gezinsopvang zonder basissubsidie naar kinderopvangplaatsen gezinsopvang met basissubsidie.

Het geografische gebied, vermeld in artikel 57, § 2, 4° en 5°, van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, is het volledige grondgebied Vlaanderen en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad samen.

Art. 3.De aanvraag van een subsidie uit het subsidiebudget, vermeld in artikel 2, is ontvankelijk als ze voldoet aan al de volgende criteria: 1° het aanvraagformulier dat Kind en Gezin ter beschikking stelt op zijn website, is ingevuld;2° de aanvraag is naar het e-mailadres gestuurd dat vermeld wordt op het aanvraagformulier;3° de aanvraag is ingediend voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen gezinsopvang zonder basissubsidie naar kinderopvangplaatsen met basissubsidie;4° de aanvraag is ingediend voor de omschakeling van kinderopvangplaatsen in een kinderopvanglocatie waar de organisator niet werkt met het systeem inkomenstarief, vermeld in artikel 27 tot en met 34 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013.

Art. 4.De aanvraag van een subsidie uit het subsidiebudget, vermeld in artikel 2, wordt uitgesloten als aan een of meer van de volgende criteria is voldaan: 1° er zijn ernstige dossiermatige indicaties die erop wijzen dat de vergunningsvoorwaarden of de subsidievoorwaarden niet nageleefd kunnen worden;2° er is een gemotiveerd en gegrond negatief advies van het lokaal bestuur naar aanleiding van een gebrek aan medewerking van de organisator aan het lokaal loket voor kinderopvang van de gemeente, of omdat de aanvraag niet tegemoetkomt aan de lokale behoeften voor de kinderopvang van baby's en peuters;3° er is geen duidelijk en realistisch perspectief op een concrete realisatie van de gevraagde subsidieerbare kinderopvangplaatsen tegen de opgegeven realisatiedatum of tegen 31 december 2020.

Art. 5.Voor de aanvragen van een subsidie uit het subsidiebudget, vermeld in artikel 2, rangschikt Kind en Gezin de aanvragen op basis van de opstartdatum van de kinderopvanglocatie. De aanvraag met de oudste startdatum komt het hoogst in de rangschikking. Kind en Gezin behandelt de aanvragen achtereenvolgens op basis van de rangschikking tot het budget op is.

In het eerste lid wordt verstaan onder opstartdatum: de startdatum van de huidige vergunning van de kinderopvanglocatie of de startdatum van het attest van toezicht voor de kinderopvanglocatie, toegekend op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/02/2009 pub. 23/04/2009 numac 2009201722 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen type besluit van de vlaamse regering prom. 13/02/2009 pub. 23/04/2009 numac 2009201720 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen sluiten houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen, als dat attest onmiddellijk aan de huidige vergunning voorafging. HOOFDSTUK 3. - Subsidie voor inkomenstarief

Art. 6.In 2018 is er een te verdelen subsidiebudget van 2.129.903,98 euro voor de toekenning van een subsidie voor inkomenstarief voor gezinsopvang en voor groepsopvang samenwerkende onthaalouders, met inbegrip van de basissubsidie indien nodig, voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen zonder subsidie voor inkomenstarief naar kinderopvangplaatsen met subsidie voor inkomenstarief.

Het geografische gebied, vermeld in artikel 57, § 2, 4° en 5°, van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, is de zorgregio.

Art. 7.De aanvraag van een subsidie uit het subsidiebudget, vermeld in artikel 6, is ontvankelijk als ze voldoet aan al de volgende criteria: 1° het aanvraagformulier dat Kind en Gezin ter beschikking stelt op zijn website, is ingevuld;2° de aanvraag is naar het e-mailadres gestuurd dat vermeld wordt op het aanvraagformulier;3° de aanvraag is ingediend voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen gezinsopvang of groepsopvang samenwerkende onthaalouders zonder subsidie voor inkomenstarief naar kinderopvangplaatsen gezinsopvang of groepsopvang samenwerkende onthaalouders met subsidie voor inkomenstarief;4° de aanvraag is ingediend voor de omschakeling van kinderopvangplaatsen in een kinderopvanglocatie waar de organisator werkt met het systeem inkomenstarief, vermeld in artikel 27 tot en met 34 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;5° de aanvraag is ingediend voor kinderopvangplaatsen in een subsidiegroep waarvoor de organisator in 2017 een bezetting van meer dan 95% had en waarvoor geldt dat bij simulatie door Kind en Gezin, waarbij er één subsidieerbare kinderopvangplaats wordt toegevoegd aan het aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen in die subsidiegroep in 2017, er nog altijd een bezetting van minstens 95% zou gehaald worden.

Art. 8.De aanvraag van een subsidie uit het subsidiebudget, vermeld in artikel 6, wordt uitgesloten als aan een of meer van de volgende criteria is voldaan: 1° er zijn ernstige dossiermatige indicaties die erop wijzen dat de vergunningsvoorwaarden of de subsidievoorwaarden niet nageleefd kunnen worden;2° er is geen duidelijk en realistisch perspectief op een concrete realisatie van de gevraagde subsidieerbare kinderopvangplaatsen tegen de opgegeven realisatiedatum of tegen 31 december 2019;3° als het plaatsen gezinsopvang betreft: er wordt een plaats-onthaalouderratio van meer dan vier gehaald.De aanvraag wordt niet uitgesloten als de organisator aantoont op basis van het aantal kinderbegeleiders en hun werkregime binnen de subsidiegroep dat voldaan wordt aan de voorwaarde, vermeld in artikel 42, tweede lid, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013; 4° als het plaatsen groepsopvang samenwerkende onthaalouders betreft: er wordt een plaats-onthaalouderratio van meer dan veertien gehaald;5° het aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen dat de organisator aanvraagt heeft tot gevolg dat bij een simulatie door Kind en Gezin, waarbij het aantal gevraagde plaatsen wordt toegevoegd aan het aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen in 2017 in de betreffende subsidiegroep, de organisator in 2017 voor die subsidiegroep geen bezetting van 95% zou halen.De aanvraag wordt alleen uitgesloten voor het aantal aangevraagde subsidieerbare plaatsen die tot gevolg hebben dat bij de voormelde simulatie de bezetting minder dan 95% wordt.

In het eerste lid, 3° en 4°, wordt verstaan onder plaats-onthaalouderratio: de som van het huidige aantal subsidieerbare plaatsen en het gevraagde aantal subsidieerbare plaatsen, gedeeld door het aantal kinderopvanglocaties en het te verwachten aantal startende en stoppende kinderopvanglocaties in de subsidiegroep. HOOFDSTUK 4. - Toekenning

Art. 9.Voor een kinderopvangplaats waarvoor de organisator op de dag van de beslissing tot toekenning van een subsidiebelofte geen vergunning meer heeft, kan geen subsidiebelofte worden toegekend. HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtredingsbepaling

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2018.

Brussel, 22 oktober 2018.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^