Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 december 2014
gepubliceerd op 27 januari 2015

Ministerieel besluit tot bepaling van de modaliteiten voor de uitvoering van en de controle op de goede uitvoering van de spreidingscontracten en van de opvolgingsdocumenten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2015027006
pub.
27/01/2015
prom.
23/12/2014
ELI
eli/besluit/2014/12/23/2015027006/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2014. - Ministerieel besluit tot bepaling van de modaliteiten voor de uitvoering van en de controle op de goede uitvoering van de spreidingscontracten en van de opvolgingsdocumenten


De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, Gelet op hoofdstuk IV van Boek II van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.167 en D.177, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/05/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007027096 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de inspraak van het publiek inzake het leefmilieu sluiten;

Gelet op artikel R.211, § 8, van Boek II van het Milieuwetboek, vervangen bij het besluit van 13 juni 2014;

Gelet op het advies 56.572/2/V van de Raad van State, gegeven op 20 augustus 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het evaluatierapport over de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen, overeenkomstig het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen Gelet op het advies van de "Commission consultative de l'eau" (Wateradviescommissie), gegeven op 4 december 2014 ;

Overwegende dat het noodzakelijk is de modaliteiten voor de uitvoering van en de controle op de goede uitvoering van de spreidingscontracten en van de opvolgingsdocumenten te bepalen, Besluit :

Artikel 1.Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen wordt bij dit besluit gedeeltelijk omgezet.

Art. 2.De spreidingscontracten en de opvolgingsdocumenten ingesteld bij artikel R.211 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voldoen aan de voorschriften van dit besluit.

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "overdrager": de natuurlijke of rechtspersoon die organische meststoffen afstaat aan een overnemer;2° "overnemer": de natuurlijke of rechtspersoon die organische meststoffen van de overdrager aanvaardt;3° "bestuur": de Directie Bodembescherming van het Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Art. 4.§ 1. Al naar gelang de ruil betrekking heeft op reeds bestaande dierlijke mest of op dierlijke mest die tijdens de begrazing bij de overnemer wordt geproduceerd, wordt het op een papieren drager opgemaakte spreidingscontract opgesteld overeenkomstig het model bepaald in bijlage 1 of in bijlage 2. Het elektronisch opgemaakte spreidingscontract vermeldt dezelfde informatie. § 2. Naast de vermeldingen bedoeld in artikel R.211, § 3, van het Waterwetboek vermeldt het contract de namen en adressen van de overnemer en van de overdrager, hun producentennummers als het gaat om landbouwexploitanten die om een steun vragen, en de ondertekeningen van de contracterende partijen.

Indien één van die elementen ontbrekend is, kan dit contract niet in aanmerking worden genomen door het bestuur. § 3. Met het contract verbindt de overdrager zich ertoe om de in dit contract bepaalde hoeveelheid organische meststoffen feitelijk over te dragen aan de overnemer die zich ertoe verbindt de eigendom ervan te aanvaarden. § 4. De andere organische meststoffen dan de dierlijke mest maken het voorwerp uit van een contract dat de in artikel R.211, § 3, van het Waterwetboek vermeldt.

Art. 5.§ 1. Wanneer het spreidingscontract m.b.t. de dierlijke mest elektronisch wordt opgemaakt, wordt het in twee exemplaren gedrukt na de overmaking ervan door de overdrager op het daartoe door het bestuur ter beschikking gestelde elektronische adres. Die gedrukte versie wordt door beide partijen ondertekend. Een van de getekende exemplaren is in het bezit van de overdrager en de andere van de overnemer. Het contract mag beginnen te lopen op de dag waarop het overgemaakt wordt aan het bestuur.

Het elektronisch opgemaakte spreidingscontract heeft dezelfde duur als het op een papieren drager opgemaakte spreidingscontract, zoals bepaald in artikel R.211 van het Waterwetboek, namelijk minimum één jaar en maximum drie jaar. § 2. De overdrager stelt het ondertekende exemplaar van het contract onmiddellijk en op gewoon verzoek ter beschikking van het bestuur. Hij behoudt het drie jaar na het verstrijken van het contract. § 3. Er mag geen overdracht van organische meststoffen verricht worden voordat het contract begint te lopen.

Het geheel van de overdachten heeft betrekking op de aangelegenheid bedoeld in het contract en wordt verricht tijdens de geldigheidsduur ervan.

Art. 6.§ 1. Mits een bij aangetekend schrijven of bij elk ander middel dat de verzending bevestigt, betekende opzegging kan elke van de partijen eenzijdig een einde maken aan het contract.

Het bestuur krijgt een afschrift van die opzegging.

De minimale duur van de opzegging is één jaar behalve bij overmacht of in geval van een onvoorziene gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van de overdrager of de overnemer.

In dit geval wordt de overmacht of het evenement schriftelijk aan de andere partij meegedeeld binnen drie maanden waarin het plaatsgevonden heeft. § 2. In geval van onregelmatigheid vastgesteld in de uitvoering van dit contract wordt het bestuur er zo spoedig mogelijk in kennis daarvan gebracht.

Art. 7.§ 1. Het opvolgingsdocument gaat gepaard met de overdracht van de organische meststof van de overdrager aan de overnemer. § 2. Het opvolgingsdocument m.b.t. de overdracht van dierlijke mest wordt op een papieren drager of elektronisch opgemaakt.

Het omvat : - een gedeelte over de voorafgaande kennisgeving van de overdracht van een bepaalde hoeveelheid dierlijke mest die het voorwerp uitmaakt van een spreidingscontract; het model daarvan wordt in bijlage 3 bepaald; - een gedeelte over de latere kennisgeving om te bevestigen dat de hoeveelheid dierlijke mest wel overgedragen is; het model daarvan wordt in dezelfde bijlage bepaald.

Het elektronisch opgemaakte document vermeldt dezelfde informatie als het op een papieren drager opgemaakte document en omvat de door het bestuur gekende en voorgeregistreerde informatie. § 3. Het opvolgingsdocument m.b.t. de overdracht van andere organische meststoffen wordt op een papieren drager of elektronisch opgemaakt.

Het omvat : - een gedeelte over de voorafgaande kennisgeving van de overdracht van een bepaalde hoeveelheid organische meststoffen die het voorwerp uitmaakt van een spreidingscontract, waarvan het model in bijlage 4 wordt bepaald; - een gedeelte over de latere kennisgeving om te bevestigen dat de hoeveelheid organische meststoffen wel overgedragen is; het model daarvan wordt in dezelfde bijlage bepaald.

Art. 8.Wanneer het opvolgingsdocument op een papieren drager wordt opgemaakt, wordt het gedeelte over de voorafgaande kennisgeving behoorlijk ingevuld en per fax aan het bestuur overgemaakt binnen twee werkdagen voor de overdracht.

Wanneer het opvolgingsdocument elektronisch wordt opgemaakt, wordt het gedeelte over de voorafgaande kennisgeving aan het bestuur overgemaakt voor het begin van de overdracht en minstens 3 uur voor het begin van de overdracht in geval van gier bestemd om op de hoeve opgeslagen te worden.

Een afschrift van het opvolgingsdocument waarvan het gedeelte over de voorafgaande kennisgeving wordt ingevuld, wordt in elk voertuig waarmee de overdracht tussen de overdrager en de overnemer wordt verricht, geplaatst.

Art. 9.§ 1. Na de overdracht wordt het gedeelte over de latere kennisgeving elektronisch of op een papieren drager ingevuld.

Naast de bevestiging dat de overdracht volgens de bevestigde modaliteiten plaatsgevonden heeft, vermeldt het gedeelte over de latere kennisgeving de werkelijk vervoerde hoeveelheden. § 2. Wanneer het gedeelte over de latere kennisgeving van het opvolgingsdocument op een papieren drager ingevuld wordt, wordt het bij schrijven of per fax in de vormen bepaald in artikel R.211, § 5, van het Waterwetboek aan het bestuur overgemaakt.

Artikel R.211, § 6, van het Waterwetboek is van toepassing bij gebrek aan de inlichtingen vermeld in § 1 alsook indien ze niet binnen de voorgeschreven termijnen overgemaakt worden. § 3. Wanneer het gedeelte over de latere kennisgeving van het opvolgingsdocument elektronisch wordt ingevuld, wordt het door beide partijen gedrukt en ondertekend.

Met het oog op een verificatie stelt de overdrager het ondertekende exemplaar van het opvolgingsdocument onmiddellijk en op gewoon verzoek ter beschikking van het bestuur . Het behoudt het volgens de voorschriften van artikel R.211, § 5, van het Waterwetboek. § 4. Het bestuur kan op elk ogenblik en bij elk middel dat het nuttig acht nagaan of de meegedeelde overdracht werkelijk plaatsgevonden heeft.

Art. 10.Het bestuur stuurt jaarlijks een attest betreffende de vrijstelling van de in artikel R.211, §§ 5 en 6 bedoelde verplichtingen volgens het in bijlage 5 bedoelde model aan de overdragende landbouwbedrijven. Een afschrift van dit attest wordt bij de ondertekening van het contract aan de overnemer overgemaakt. Een afschrift van het attest moet op gewoon verzoek overgelegd worden.

Art. 11.De voor de inwerkingtreding van dit besluit gesloten contracten blijven geldig tot het verstrijken ervan en uiterlijk tot 31 december 2017 of tot hun opzegging door één van beide partijen, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 4.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Tot de inwerkingtreding van het besluit betreffende de compost en digestaten op of in de grond moeten de andere organische meststoffen dan de dierlijke mest het voorwerp uitmaken van een contract zoals bedoeld in artikel 4, § 4.

Namen, 23 december 2014.

C. DI ANTONIO

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 23 december 2014 tot bepaling van de modaliteiten voor de uitvoering en de controle van de goede uitvoering van de spreidingscontracten en van de opvolgingsdocumenten.

Namen, 23 december 2014.

De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

^