Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 februari 2009
gepubliceerd op 16 maart 2009

Ministerieel besluit dat delegaties van bevoegdheden en handtekeningen toekent binnen de Pensioendienst voor de Overheidssector

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2009022086
pub.
16/03/2009
prom.
23/02/2009
ELI
eli/besluit/2009/02/23/2009022086/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 FEBRUARI 2009. - Ministerieel besluit dat delegaties van bevoegdheden en handtekeningen toekent binnen de Pensioendienst voor de Overheidssector


De Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, Gelet op de wet van 12 januari 2006 tot oprichting van de « Pensioendienst voor de Overheidssector », inzonderheid de artikelen 17, tweede lid, en 18, § 1, derde lid;

Gelet op de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, inzonderheid artikel 39, eerste lid, vervangen door het koninklijk besluit nr. 216 van 20 december 1935;

Gelet op de wetten op de militaire pensioenen, samengeordend op 11 augustus 1923, inzonderheid artikel 64, vervangen door het koninklijk besluit van 20 december 1935;

Gelet op artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 mei 1936 betreffende de wijze om van de rechten op pensioenen te laten blijken, vervangen door het koninklijk besluit van 24 januari 1990 en gewijzigd bij de wet van 12 januari 2006;

Gelet op artikel 12, § 1, van de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden, gewijzigd bij de wet van 12 januari 2006;

Gelet op artikel 6, § 1, vierde lid, van de wet van 30 april 1958 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 254 en 255 van 12 maart 1936 waarbij eenheid wordt gebracht in het regime van de pensioenen der weduwen en wezen van het burgerlijk rijkspersoneel en van de leden van het leger en van de rijkswacht, en tot instelling van een begrafenisvergoeding ten gunste van de rechthebbenden van gepensioneerde rijksambtenaren;

Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, laatst gewijzigd bij de wet van 23 december 2005 houdende diverse bepalingen, inzonderheid artikel 6, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid de artikelen 7, 14 en 43;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1996 betreffende het voorafgaand toezicht en de overdracht van bevoegdheid inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake de toekenning van concessies voor openbare werken op federaal niveau, inzonderheid artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, inzonderheid artikel 8, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 2002 en 5 september 2002, en artikel 84, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 februari 2009, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit zijn de administrateur-generaal, de adjunct administrateur-generaal, de ambtenaren en de personeelsleden deze van de Pensioendienst voor de overheidssector.

Art. 2.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal voor de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 4, 5, 8, 10, 1°, 11, 12, 14, 1°, 15 en 16. § 2. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om de in artikel 19 bedoelde stukken en documenten te ondertekenen. § 3. Bij afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal worden de met toepassing van de §§ 1 en 2 gedelegeerde bevoegdheden en bevoegdheden inzake handtekeningen uitgeoefend door de adjunct-administrateur-generaal. Bij afwezigheid of verhindering van zowel de administrateur-generaal als de adjunct-administrateur-generaal, worden deze bevoegdheden en bevoegdheden inzake handtekeningen uitgeoefend door het oudste lid van het directiecomité.

Art. 3.De administrateur-generaal is gemachtigd om bepaalde bevoegdheden en bepaalde bevoegdheden inzake handtekeningen, die hem zijn toevertrouwd door de wet van 12 januari 2006 tot oprichting van de « Pensioendienst voor de Overheidssector » of met toepassing van artikel 1, te delegeren. HOOFDSTUK II. - Delegaties van bevoegdheden Sectie 1.

Delegaties van bevoegdheden met betrekking tot personeelszaken.

Art. 4.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal voor : 1° De relaties met de gedelegeerd bestuurder van SELOR, met inbegrip van de selectie en de werving van ambtenaren;2° De vakantverklaring van de statutaire betrekkingen;3° De uitoefening van de bevoegdheden met betrekking tot de stage;4° Het afnemen van de eed van de ambtenaren van niveau A;5° De benoeming van de ambtenaren van de niveaus B, C en D;6° Het afsluiten van arbeidsovereenkomsten voor contractuele personeelsleden van de niveaus B, C en D, de opschorting van deze overeenkomsten en de wijzigingen die eraan worden aangebracht;7° De bevordering in graad of de benoeming bij verandering van graad van de ambtenaren van de niveaus B, C en D;8° De bevordering door verhoging in weddenschaal;9° Het uitspreken van tuchtstraffen ten aanzien van ambtenaren van de niveaus B, C en D;10° De inontvangstneming van vrijwillige ontslagen;11° Het eervol ontslag van de ambtenaren van de niveaus B, C en D;12° Het voorstellen van ontslag wegens arbeidsongeschiktheid van de ambtenaren van de niveaus B, C en D;13° Het ontslag van de contractuele personeelsleden van de niveaus B, C en D;14° De aanstelling voor de uitoefening van een hoger ambt in een functie van de niveaus B, C en D;15° Het verlenen van de toelagen voor de uitoefening van hogere functies, ter uitvoering van de beslissingen betreffende de aanwijzing om deze functies uit te oefenen;16° De machtiging tot het uitoefenen van een cumulatie van beroepsactiviteiten;17° Het uitspreken van het in disponibiliteit stellen wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst voor de ambtenaren van de niveaus B, C en D en het terugroepen in dienstactiviteit;18° De beslissing betreffende de toekenning van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding;19° Het opstellen van onthaal- en opleidingsprogramma's;20° De schorsing in het belang van de dienst van ambtenaren van de niveaus B, C en D;21° De aanstelling van de « bevoegde hiërarchische meerdere » voor tuchtzaken;22° De vaststelling van de wedde van de ambtenaren en de toekenning van toelagen en vergoedingen met toepassing van het geldelijk statuut en de aanvullende reglementaire en uitvoerende besluiten;23° De beslissing betreffende het verrichten van betaald overwerk;24° Het uitspreken van het in disponibiliteit stellen wegens ziekte;25° De juridische beslissing met betrekking tot de erkenning van arbeidsongevallen, van ongevallen op de weg van en naar het werk en van beroepsziekten, de toekenning van schadevergoedingen, het voorstellen en vaststellen van de rente;26° Het bij de Kamer van beroep aanhangig maken, de aanstelling van de ambtenaar die het betwiste voorstel moet verdedigen en de betekening van de beslissing van de Minister die niet in overeenstemming is met het advies van de Kamer van beroep;27° De machtiging om een eigen voertuig te gebruiken om dienstredenen en de jaarlijkse verdeling van het kilometercontingent voor gebruik van het eigen voertuig om dienstredenen, binnen de perken van de daarvoor beschikbare kredieten en binnen de perken van de reglementering;28° De eventuele weigering van verblijfsvergoedingen;29° De machtiging om verplaatsingen en zendingen te doen in het buitenland;30° De machtiging om deel uit te maken van examencommissies bij overheidsinstellingen en ministeriële departementen, als deze daarom verzoeken;31° De machtiging om interviews toe te staan of om voordrachten of toespraken te houden als vertegenwoordiger van de « Pensioendienst voor de Overheidssector ». § 2. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om : 1° in naam van de Minister van Pensioenen die de pensioenen van de openbare sector onder zijn bevoegdheid heeft het basisoverlegcomité voor de Pensioendienst voor de Overheidssector voor te zitten;2° bij afwezigheid van het lid van de Beleidscel dat de Minister die de pensioenen van de openbare sector onder zijn bevoegdheid heeft vertegenwoordigt, het vice-presidentschap uit te oefenen van het Sectorcomité II voor wat het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector betreft.

Art. 5.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om het arbeidsreglement en de variabele uurregeling vast te stellen.

Art. 6.§ 1. De directeur die verantwoordelijk is voor de dienst human ressources wordt gemachtigd om : 1° de eed af te nemen van de ambtenaren van de niveaus B, C en D;2° via hiërarchische weg, de cumulatieaanvragen van het personeel in ontvangst te nemen en, in voorkomend geval, bijkomende informatie of bewijsstukken hieromtrent te vragen aan het betrokken personeelslid;3° onder voorbehoud van de bevoegdheden terzake van de Minister en de administrateur-generaal, niet bezoldigde verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen toe te kennen, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen : a.het verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van de gewest- en gemeenschapsraden, van de provincieraden, van de gemeenteraden of van de Europese vergaderingen; b. het verlof voor een stage of een proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst of van het gesubsidieerd onderwijs;c. het ouderschapsverlof;d. het ouderschapsverlof in het kader van de loopbaanonderbreking;e. het verlof om dwingende redenen van familiaal belang;f. de terbeschikkingstelling wegens ziekte;g. de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden;h. het verlof voor loopbaanonderbreking;i. verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid;4° onder voorbehoud van de bevoegdheden terzake van de Minister en de administrateur-generaal, de in punt 3° bedoelde verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen toe te kennen aan de contractuele personeelsleden, in de mate waarin dergelijke verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen hen toegekend kunnen worden;5° onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, § 1, 22°, de wedde van de ambtenaren vast te stellen en de toelagen en vergoedingen toe te kennen met toepassing van het geldelijk statuut en de aanvullende reglementaire uitvoeringsbesluiten. § 2. Bij verlof of afwezigheid van lange duur van de directeur van de dienst human ressources, wordt de hoogste ambtenaar in graad van deze dienst gemachtigd om de in § 1 bedoelde bevoegdheden uit te oefenen.

Art. 7.De hoogste ambtenaar in graad in elke directie of dienst wordt gemachtigd om bezoldigde verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen toe te kennen, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

In de mate waarin dergelijke verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen toegekend kunnen worden aan de contractuele personeelsleden, wordt de hoogste ambtenaar in graad in elke directie of dienst gemachtigd om hen de in het eerste lid bedoelde verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen toe te kennen.

Sectie 2 Delegaties van bevoegdheden met betrekking tot juridische zaken

Art. 8.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal voor : 1° het afsluiten van abonnementsovereenkomsten met de advocaten die de PDOS vertegenwoordigen voor de hoven en rechtbanken van de Rechterlijke Macht;2° het aanduiden buiten abonnement van een advocaat om de belangen van de PDOS te verdedigen voor de Raad van State en de hoven en rechtbanken van de rechterlijke macht;3° het instellen van een rechtsvordering, hetzij als eiser, hetzij als verweerder, hetzij als tussenkomende partij voor de hoven en rechtbanken; Deze delegatie omvat die beslissingen om : a) rechtsvorderingen in te stellen;b) alle vereiste processtukken te verzamelen;c) hoger beroep in te stellen tegen de vonnissen en arresten of om er, in voorkomend geval, in te berusten.4° het afsluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen;5° het goedkeuren en betalen van uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen;6° het nemen van alle beslissingen tot berusting of afstand inzake rechtsgedingen en het goedkeuren van alle dadingen en de eruit voortvloeiende uitgaven, zowel inzake hoofdsom als inzake intresten, op voorstel of na advies van de juridische dienst;7° de beslissing om, bij burgerlijke aansprakelijkheid van de Pensioendienst voor de Overheidssector, een schadevergoeding toe te kennen aan de personeelsleden die bij een ongeval schade opliepen;8° de beslissing om, wanneer de Pensioendienst voor de Overheidssector niet burgerlijk aansprakelijk is, een schadevergoeding toe te kennen aan de personeelsleden die een materiële schade hebben geleden die voortvloeit uit de bijzondere risico's die zij lopen bij de uitoefening van hun functie, wanneer de schade niet opzettelijk door het personeelslid werd veroorzaakt of wanneer de schade werd veroorzaakt door een derde op wie regres onzeker of onmogelijk lijkt;9° de verklaringen van derdenbeslagen bedoeld in artikel 1452 van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 9.De ambtenaren en contractuele personeelsleden van niveau A van de dienst « Studies en Geschillen » worden gemachtigd om de Pensioendienst voor de Overheidssector of de Minister die de pensioenen van de openbare sector onder zijn bevoegdheid heeft te vertegenwoordigen op de zittingen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de zaken die betrekking hebben op de pensioenen van de openbare sector in de zin van artikel 2, 3°, van de wet van 12 januari 2006 tot oprichting van de « Pensioendienst voor de Overheidssector ».

Sectie 3 Delegaties van bevoegdheden met betrekking tot overeenkomsten

Art. 10.Inzake de keuze van de gunningswijze, de toekenning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de zin van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, waarvan de uitgaven ten laste zijn van de begroting van de Pensioendienst voor de Overheidssector, voor, onder andere, het vaststellen van het bijzonder bestek of de vervangende documenten, het kiezen van de gunningswijze van een opdracht, het inzetten van de procedure en het afsluiten van voormelde opdracht, wordt delegatie van bevoegdheid verleend : 1° aan de administrateur-generaal tot tweehonderdvijftigduizend (250.000) euro, inclusief BTW; 2° aan de IT-manager van de dienst « Informatietechnologie » voor alle opdrachten inzake informatica en technische bijstand tot eenendertigduizend (31.000) euro, inclusief BTW; 3° aan de directeur van de dienst « Facility Management » voor alle opdrachten inzake materiaal en diensten, met inbegrip van informatica hardware en software tot eenendertigduizend (31.000) euro, inclusief BTW; 4° aan de andere kredietbeheerders, aangeduid in artikel 13, tot eenendertigduizend (31.000) euro, inclusief BTW.

Art. 11.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal voor het afsluiten van alle conventies waarbij de PDOS aanvaardt om op contractuele wijze de rustpensioenen van de gewezen personeelsleden van een openbare macht of instelling te beheren, evenals de overlevingspensioenen van de rechthebbenden van deze gewezen personeelsleden. § 2. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal voor het afsluiten van alle conventies waarbij de PDOS aanvaardt om op contractuele wijze de rustpensioenen van bepaalde plaatselijke mandatarissen te beheren evenals de overlevingspensioenen van hun rechthebbenden.

Sectie 4. - Delegaties van bevoegdheden met betrekking tot budgettaire en financiële zaken

Art. 12.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om alle maandelijkse of terugkerende uitgaven inzake wedden en pensioenen goed te keuren en uit te voeren.

Art. 13.De hierna aangeduide kredietbeheerders worden, na akkoord van de dienst « Begroting en Controle van de uitgaven », gemachtigd om alle uitgaven ten laste van de door hen beheerde kredieten goed te keuren. 1° Inzake « Personeel » : de directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Human Ressources »;2° Inzake « Facility Management » : de directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Facility Management »;3° Inzake « Informatietechnologie » : de IT-manager van de dienst « Informatica »;4° Inzake « Kennisbeheer » : de directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Kennisbeheer »;5° Inzake « Communicatie » : de directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Communicatie »;6° Inzake « Geschillen » : de door de administrateur-generaal aangeduide directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Studies en Geschillen »;7° Inzake beheerskosten : de directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Begroting en Controle van de uitgaven »;8° Inzake interne audit : de door de administrateur-generaal aangeduide directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Interne audit ».

Art. 14.Delegatie wordt verleend aan volgende personen om de dotaties die toegekend worden aan de Pensioendienst voor de Overheidssector te ordonnanceren : 1° de administrateur-generaal;2° de directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Begroting en Controle van de uitgaven ».

Art. 15.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om : 1° het recht op een rust- of overlevingspensioen of op een ander voordeel bedoeld in artikel 2, 3°, van voormelde wet van 12 januari 2006 te erkennen of de toekenning van een dergelijk pensioen of een dergelijk voordeel te weigeren;2° het bedrag van een in 1° bedoeld pensioen of voordeel vast te stellen of dat bedrag te herzien;3° toestemming te geven voor de uitgaven die betrekking hebben op 1° of 2°.

Art. 16.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om op naam van de Pensioendienst voor de Overheidssector een rekening te openen bij een bank of een financiële instelling.

Art. 17.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 15, wordt delegatie verleend aan de ambtenaren en de contractuele personeelsleden van niveau A van de operationele diensten belast met de toekenning en de berekening van de pensioenen, om : 1° het recht op een rust- of overlevingspensioen of een ander voordeel bedoeld in artikel 2, 3°, van voormelde wet van 12 januari 2006 te erkennen;2° het bedrag van een in 1° bedoeld pensioen of voordeel vast te stellen of dat bedrag te herzien;3° toestemming te geven voor de uitgaven die betrekking hebben op 1° of 2°.

Art. 18.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 15, wordt delegatie verleend aan de ambtenaren van de klasse A 3 en A 4 van de diensten die belast zijn met de toekenning en de berekening van de pensioenen, om de toekenning van een rust- of overlevingspensioen of een ander voordeel bedoeld in artikel 2, 3°, van voormelde wet van 12 januari 2006 te weigeren. HOOFDSTUK III. - Delegaties van handtekeningen

Art. 19.In het kader van de opdrachten van de Pensioendienst voor de Overheidssector wordt delegatie verleend aan de administrateur-generaal voor : 1° de ondertekening van de geschriften en alle procedurestukken bestemd voor de Raad van State en de inontvangstneming van alle briefwisseling en documenten die uitgaan van de Raad van State;2° het voor eensluidend verklaren van de afschriften, bedoeld in artikel 85 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;3° de ondertekening van de « goed voor druk » bestemd voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de ministeriële en koninklijke besluiten en de officiële berichten met betrekking tot de Pensioendienst voor de Overheidssector;4° de ondertekening van de verklaringen van derdenbeslagen als bedoeld bij artikel 1452 van het Gerechtelijk Wetboek;5° de ondertekening voor ontvangst van aan de Pensioendienst voor de Overheidssector betekende deurwaardersexploten;6° de ondertekening van de fiscale fiche die de persoonlijke pensioenbijdragen vermeldt die gestort werden met toepassing van het koninklijk besluit nr.442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten; 7° de ondertekening van overschrijvingsopdrachten met betrekking tot pensioenen, renten en als pensioen geldende toelagen;8° de ondertekening van overschrijvingsopdrachten met betrekking tot uitgaven inzake het beheer van de Pensioendienst voor de Overheidssector;9° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op de overdrachten van de bijdragen in het kader van de wet van 5 augustus 1968 tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privésector;10° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op overdrachten van de bijdragen in het kader van de wet van 10 februari 2003 van tot regeling van de overdracht van pensioenrechten tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht;11° de ondertekening van de documenten met betrekking tot ontvangsten ten gunste van de Pensioendienst voor de Overheidssector.

Art. 20.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 19, wordt delegatie verleend aan de ambtenaren van klasse A4 en A3 van de dienst « Studies en Geschillen » voor : 1° de ondertekening van de geschriften en alle procedurestukken bestemd voor de Raad van State en de inontvangstneming van alle briefwisseling en documenten die uitgaan van de Raad van State;2° het voor eensluidend verklaren van de afschriften, bedoeld in artikel 85 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;3° de ondertekening van de « goed voor druk » bestemd voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de ministeriële en koninklijke besluiten en de officiële berichten met betrekking tot de Pensioendienst voor de Overheidssector.

Art. 21.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 19, wordt delegatie verleend aan de ambtenaren en de contractuele personeelsleden van niveau A van de dienst « Facility Management » voor : 1° de ondertekening van de verklaringen van derdenbeslagen als bedoeld bij artikel 1452 van het Gerechtelijk Wetboek;2° de ondertekening voor ontvangst van aan de Pensioendienst voor de Overheidssector betekende deurwaardersexploten.

Art. 22.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 19 wordt delegatie verleend aan de ambtenaren en contractuele personeelsleden van niveau A van de dienst « Begroting en Controle van de uitgaven » voor : 1° de ondertekening van de fiscale fiche die de persoonlijke pensioenbijdragen vermeldt die gestort werden met toepassing van het koninklijk besluit nr.442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten; 2° de ondertekening van overschrijvingsopdrachten met betrekking tot pensioenen, renten en als pensioen geldende toelagen;3° de ondertekening van overschrijvingsopdrachten met betrekking tot uitgaven inzake het beheer van de Pensioendienst voor de Overheidssector. Voormelde overschrijvingsopdrachten moeten mede ondertekend worden door twee ambtenaren of personeelsleden bedoeld in het eerste lid.

Art. 23.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 19 wordt delegatie verleend aan de ambtenaren en contractuele personeelsleden van niveau A van de operationele diensten die bevoegd zijn voor : 1° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op de overdrachten van de bijdragen in het kader van de wet van 5 augustus 1968 tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privésector;2° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op de overdrachten van de bijdragen in het kader van de wet van 10 februari 2003 tot regeling van de overdracht van pensioenrechten tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht.

Art. 24.Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 19, 8°, wordt voor de documenten die betrekking hebben op de ontvangsten van de pensioenbegroting van de Pensioendienst voor de Overheidssector, delegatie verleend aan de directeur die verantwoordelijk is voor de « Dienst Begroting en Controle van de Uitgaven » met uitzondering van : 1° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op de nalatigheidsintresten, waarvoor delegatie verleend wordt aan de directeurs van de betrokken operationele dienst;2° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op de invordering van de gerechtelijke intresten en de kosten waarvoor delegatie verleend wordt aan de door de administrateur-generaal aangeduide directeur die verantwoordelijk is voor de dienst « Studies en Geschillen »;3° de ondertekening van de documenten die betrekking hebben op de invordering van de persoonlijke bijdragen voor het valideren van perioden van loopbaanonderbreking, waarvoor delegatie verleend wordt aan de personeelsleden van niveau A van de betrokken operationele dienst. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling

Art. 25.De artikelen 2, 3, 5, 8, § 2, 9 en 10 van het ministerieel besluit van 31 mei 2006 dat delegaties van handtekeningen aan bepaalde ambtenaren van de Pensioendienst voor de Overheidssector toekent, worden afgeschaft.

Brussel, 23 februari 2009.

Mevr. M. ARENA

^