Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 juli 1998
gepubliceerd op 01 augustus 1998

Ministerieel besluit houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016186
pub.
01/08/1998
prom.
23/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/23/1998016186/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JULI 1998. - Ministerieel besluit houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998, inzonderheid het artikel 9bis;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1981 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende klassieke varkenspest en de Afrikaanse varkenspest, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1982, 31 januari 1990, 22 mei 1990, 14 juli 1995 en 31 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en produkten, inzonderheid het artikel 11;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten;

Gelet op het ministerieel besluit van 13 maart 1997 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 24 maart 1997, 19 januari 1998, 27 januari 1998, 10 februari 1998 en 27 maart 1998;

Gelet op de Beschikking 98/413/EG van de Commissie van 26 juni 1998 tot wijziging van de Beschikking 98/104/EG van de Commissie tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Duitsland;

Gelet op de Beschikking 98/412/EG van de Commissie van 26 juni 1998 tot intrekking van Beschikking 97/216/EG wat betreft bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland;

Gelet op de Beschikking 98/411/EG van de Commissie van 26 juni 1998 tot wijziging van de Beschikking 98/339/EG van de Commissie tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Spanje;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de evolutie van de situatie van de klassieke varkenspest in Duitsland en Spanje het nemen van bijzondere tijdelijke maatregelen van toezicht op bedrijven waar varkens of varkenssperma afkomstig uit deze landen worden aangevoerd, dringend noodzakelijk maakt, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Het binnenbrengen van fok- en gebruiksvarkens uit de gebieden in Duitsland en Spanje, vermeld in bijlage I, is verboden. § 2. Het binnenbrengen van fok- en gebruiksvarkens uit andere delen van Duitsland of Spanje is verboden tenzij : 1° drie dagen vooraf door de bevoegde plaatselijke veterinaire autoriteit aangifte is gedaan bij het Hoofdbestuur van de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;2° alle varkens geïdentificeerd zijn met een oormerk van het bedrijf van herkomst en desgevallend met een oormerk van elke verzamelplaats waar zij verbleven hebben;3° de varkens vergezeld zijn van een geldig gezondheidscertificaat overeenkomstig het model voorzien in het ministerieel besluit van 17 juli 1995 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautair verkeer van runderen en varkens;4° op de plaats van bestemming de controle wordt uitgevoerd volgens de onderrichtingen van het Hoofd van de Dienst. § 3. Elke invoerder die fok- en gebruiksvarkens uit Duitsland of Spanje wenst binnen te brengen dient 48 uren voorafgaand aan de aankomst van de zending, de inspecteur-dierenarts bevoegd voor de gemeente waar het beslag van bestemming gelegen is, op de hoogte te brengen van de voorziene bestemming en het tijdstip van aankomst. § 4. Elke verantwoordelijke die fok- of gebruiksvarkens uit Duitsland of Spanje in zijn beslag binnenbrengt is gehouden : 1° onmiddellijk de inspecteur-dierenarts bevoegd voor de gemeente waar het beslag gelegen is te verwittigen met vermelding van het aantal binnengebrachte varkens en het nummer van het gezondheidscertificaat;2° onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, de bedrijfsdierenarts, aangewezen in toepassing van artikel 2 van hetzelfde besluit, wekelijks te ontbieden om alle varkens van zijn beslag te laten onderzoeken;3° alle varkenskrengen binnen de 24 uren na de sterfte naar het opsporingscentrum over te brengen onder begeleiding van een vervoersdocument zoals bedoeld in artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995. Ingeval de varkens op een zaterdag, zondag of feestdag gestorven zijn, dienen de krengen naar het opsporingscentrum te worden gebracht op de eerstvolgende werkdag. Deze verplichting geldt tot de verantwoordelijke er door de inspecteur-dierenarts van in kennis wordt gesteld dat de resultaten van de bloedonderzoeken bedoeld in § 5, negatief zijn. § 5. De bedrijfsdierenarts opgeroepen in toepassing van § 4, 2°, dient het bedrijf eenmaal per week te bezoeken en er : 1° alle varkens aan een klinisch onderzoek te onderwerpen en een controle uit te voeren op de identificatie van de varkens en op de inventaris;2° de datum en tijdstip van elk bezoek in te schrijven op de inventaris, en er zijn handtekening en stempel aan te brengen;3° van elk controlebezoek zijn bevindingen te vermelden in een bezoekrapport en dit op te sturen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995;4° tussen de 14e en de 21e dag en tussen de 35e en 42e dag na aankomst een bloedstaal te nemen van ten minste 10 % van de aangevoerde varkens, bedoeld in artikel 1, § 2, met een duidelijke en correcte vermelding op de bloedstalen en op de documenten, van de Belgische oormerknummers van de bemonsterde varkens;5° de bloedstalen met de begeleidende documenten op te sturen naar het provinciaal laboratorium. De termijn tussen twee opeenvolgende bezoeken moet ten minste 5 en mag ten hoogste 10 dagen zijn en het wekelijks bezoek wordt uitgevoerd zolang alle resultaten van de serologische onderzoeken niet bekend zijn.

Onverminderd de bepalingen van artikel 3, § 2, 1° van het koninklijk besluit van 15 februari 1995, is de bedrijfsdierenarts ertoe gehouden bij iedere vaststelling van klinische symptomen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van klassieke varkenspest of van onregelmatigheden betreffende identificatie en registratie dit onmiddellijk aan de bevoegde inspecteur-dierenarts te melden.

Art. 2.Alle kosten voor het wekelijks bezoek van de bedrijfsdierenarts, voor de staalnames en voor het serologisch onderzoek in het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie, hierna genoemd het CODA, zijn ten laste van de verantwoordelijke.

Art. 3.De afvoer van varkens van een beslag waar varkens afkomstig uit Duitsland of Spanje werden binnengebracht, is verboden, met uitzondering van rechtstreeks vervoer naar een slachthuis, tot de verantwoordelijke er door de inspecteur-dierenarts van in kennis wordt gesteld dat het resultaat van de serologische onderzoeken bedoeld in artikel 1, § 5, negatief zijn.

Art. 4.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 1 en 3 wordt het binnenbrengen van slachtvarkens uit Duitsland en Spanje slechts toegestaan mits : 1° de varkens niet afkomstig zijn uit een gebied gelegen in Duitsland of Spanje vermeld in de bijlage I bij dit besluit;2° drie dagen vooraf door de bevoegde plaatselijke veterinaire autoriteit aangifte is gedaan bij het Hoofdbestuur van de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;3° door de invoerder twee dagen vooraf aangifte is gedaan bij de inspecteur-dierenarts bevoegd voor de gemeente waar het slachthuis van bestemming is gelegen;4° de varkens vergezeld zijn van een geldig gezondheidscertificaat overeenkomstig het model voorzien in het ministerieel besluit van 17 juli 1995 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautair verkeer van runderen en varkens.

Art. 5.Het binnenbrengen van sperma afkomstig van beren die worden gehouden in spermacentra gelegen in de delen van Duitsland en Spanje bedoeld in bijlage I bij dit besluit, is verboden.

Art. 6.Elke varkensvervoerder die met zijn vervoermiddel terugkeert uit Spanje en hiermee varkens wenst te vervoeren in België, dient zich bij zijn terugkeer aan te bieden bij de inspecteur-dierenarts, bevoegd voor het bedrijf waar varkens zullen worden geladen, teneinde te bewijzen dat : 1° hij sinds 48 uren geen contact heeft gehad met een varkensbedrijf, -slachthuis of -verzamelplaats gelegen in Spanje;2° zijn vervoermiddel onder officieel toezicht gereinigd en ontsmet werd na het laatste vervoer en vóór er opnieuw varkens worden geladen op een bedrijf gelegen in België. De inspecteur-dierenarts, of zijn afgevaardigde, levert een verklaring af waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd en dat een geldigheidsduur van 24 uur heeft.

Art. 7.Onverminderd de toepassing van de bepalingen van de wet van 6 april 1843 op de beteugeling van de sluikhandel en van deze van het Strafwetboek, worden de inbreuken op dit besluit gestraft overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VI van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.

Dieren binnengebracht in overtreding met de bepalingen van dit besluit worden onmiddellijk op kosten van de invoerder naar de plaats van verzending teruggezonden; zoniet worden ze vernietigd volgens de richtlijnen van de Dienst.

Art. 8.Het ministerieel besluit van 13 maart 1997 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 24 maart 1997, 19 januari 1998, 27 januari 1998, 10 februari 1998 en 27 maart 1998, wordt opgeheven. De bepalingen van dit besluit blijven echter van toepassing op de varkens, die vóór de opheffing zijn ingevoerd.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 26 juni 1998.

Brussel, 23 juli 1998.

K. PINXTEN

Bijlage I bij het ministerieel besluit van 23 juli 1998 houdende tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest Delen van het grondgebied van Duitsland waarvoor verbodsbepalingen gelden in verband met de klassieke varkenspest : Bundesland Mecklenburg-Vorpommern : Kreise : - Nordwestmecklenburg - Parchim - Bad Doberan - Güstrow - Müritz - Nordvorpommern - Demmin - Mecklenburg-Strelitz Kreisefreie Städte : - Neubrandenburg, Stadt - Rostock, Hansestadt - Schwerin, Landeshauptstadt - Stralsund, Hansestadt - Wismar, Hansestadt Delen van het grondgebied van Spanje waarvoor verbodsbepalingen gelden in verband met de klassieke varkenspest : Comarcas in de Provincie Lerida : - Pla d'Urgell - Urgell - Noguera - Segrià - Garrigues - Segarra Comarcas Veterinarias in de Provincie Zaragossa : - Alagón - Borja - Tauste - Zaragoza - Illueco - La Almunia De Do±a Godina Comarcas Veterinarias in de Provincie Sevilla : - Los Alcores.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 23 juli 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlage II bij het ministerieel besluit van 23 juli 1998 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest Attest te gebruiken in toepassing van artikel 6 van het ministerieel besluit van 23 juli 1998 houdende bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van klassieke varkenspest.

De ondergetekende (vervoerder) : . . . . .

Naam en voornaam : Volledig adres : . . . . .

Nummerplaat van het voertuig : . . . . .

Oorsprong : Volledig adres : . . . . . verklaart hierbij dat hij in de voorbije 48 uur geen contact gehad heeft met een varkensbedrijf in Spanje en dat zijn voertuig ontsmet is te . . . . . . . . . . op . . . . .

Datum en handtekening Visum voor akkoord De . . . . . om . . . . . uur Stempel en handtekening De inspecteur-dierenarts Dit attest heeft een geldigheidsduur van 24 uur die ingaat op het ogenblik dat het afgeleverd werd Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 23 juli 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^