Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 juli 2020
gepubliceerd op 14 september 2020

Ministerieel besluit betreffende de organisatie en de inhoud van opleidingen en permanente opleidingen, alsook betreffende de inhoud en de organisatie van en de deelname aan het examen in het kader van de certificering "Water" voor bebouwde onroerende goederen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020203719
pub.
14/09/2020
prom.
23/07/2020
ELI
eli/besluit/2020/07/23/2020203719/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JULI 2020. - Ministerieel besluit betreffende de organisatie en de inhoud van opleidingen en permanente opleidingen, alsook betreffende de inhoud en de organisatie van en de deelname aan het examen in het kader van de certificering "Water" voor bebouwde onroerende goederen


Minister van Leefmilieu, Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel D.227quater, § 2, eerste lid, 4°, en tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/02/2019 pub. 02/04/2019 numac 2019201525 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en tot invoering van een certificering "Water" voor bebouwde onroerende goederen, "CertIBEau" genoemd type decreet prom. 28/02/2019 pub. 09/04/2019 numac 2019201617 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen type decreet prom. 28/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019202056 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen sluiten;

Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel R. 307bis-22 en R. 307bis-27, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 juli 2019;

Gelet op het advies 63.551/4 van de Raad van State, gegeven op 6 juli 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder 1° Wetboek : Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt;2° Administratie : het Departement Leefmilieu en Water van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu;3° centrum : het opleidings- en examencentrum van "CertIBEau"-certificeerders, erkend overeenkomstig de vereisten van artikel R.307bis-28 van het Wetboek; 4° kandidaat : de natuurlijke persoon die een aanvraag tot erkenning als "CertIBEau"-certificeerder heeft ingediend, overeenkomstig artikel R.307bis-22 van het Wetboek; 5° opleiding: de opleiding bedoeld in de artikelen D.227quater, § 2, 4° en R.307bis-22, § 2, van het Wetboek; 6° examen: het examen bedoeld in artikel D.227quater, § 3 en R. 307bis-22, § 3, van het Wetboek; 7° opleider: het lid van het gekwalificeerd onderwijzend personeel zoals gedefinieerd in artikel D.227quater, § 3, 3°, van het Wetboek.

Art. 2.§ 1. De "S.P.G.E." stelt het centrum ter beschikking : 1° de leermiddelen voor opleiding en permanente opleiding, met inbegrip van ten minste : a) het certificeringsaanvraagformulier, het attest en het bezoekverslag zoals gedefinieerd in artikel R.307bis-14 van het Wetboek; b) de pedagogische inhoud van de opleiding vastgelegd op dia's of op elke andere drager;2° de administratieve instrumenten met betrekking tot de organisatie van de opleiding en het examen, met inbegrip van ten minste de meerkeuzevragenlijsten van het examen, samen met de antwoorden en de scoringsmethode. § 2. De hulpmiddelen kunnen ter beschikking van het centrum gesteld worden langs de elektronische weg. § 3. De Administratie en de "S.P.G.E." maakt de inschrijvingsmodaliteiten voor de opleiding en de permanente opleiding alsook de door het centrum geplande data van de zittingen op haar internetsite bekend.

Art. 3.§ 1. Het centrum : 1° controleert de voorwaarden voor toegang tot de opleiding van de kandidaten, overeenkomstig de voorwaarden van de artikelen D.227quater, § 2 en R.307bis-22 van het Wetboek; 2° bevestigt de inschrijving van kandidaten en geeft hen kennis van de plaatsen, de data en de praktische modaliteiten van de opleiding en het examen; 3° gebruikt, uitsluitend, elk van de door de "S.P.G.E." ter beschikking gestelde pedagogische en administratieve dragers voor de opleiding; 4° wijzigt de inhoud van de opleidingsdragers niet en gebruikt geen andere drager, behalve met de voorafgaande toestemming van de "S.P.G.E".; 5° stelt de permanente opleidingsdragers ter beschikking van elke kandidaat die voor de opleiding ingeschreven is, met inbegrip van een syllabus waarin de pedagogische inhoud opgenomen is;6° stelt de lokalen en het materiaal, met inbegrip van het informaticamateriaal, die nodig zijn voor het goede verloop van de opleiding en het examen ter beschikking van elke kandidaat die voor de opleiding ingeschreven is; 7° verstrekt de "S.P.G.E." langs elektronische weg een verslag over de opleiding en het examen, met daarin de lijst van kandidaten met de behaalde cijfers voor het examen. Het verslag wordt opgesteld volgens het door de "S.P.G.E." verstrekte model.; 8° deelt onverwijld elke wijziging die een gevolg kan hebben op de erkenning van het opleidingscentrum van "CertIBEau"-certificeerders, aan de "S.P.G.E." mede; 9° doet uitsluitend een beroep op de opleiders die in de erkenningsaanvraag opgegeven worden als opleidingscentrum om de opleiding en het examen te verzorgen, behoudens voorafgaande toestemming aangevraagd via het door de "S.P.G.E." ter beschikking gestelde formulier. 10° organiseert jaarlijks de permanente opleiding, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5. § 2. De dragers voor de opleiding zijn uitsluitend voor de opleiding van de kandidaten bestemd.

Ze worden in geen enkele vorm verspreid, noch gedeeltelijk noch integraal, buiten het kader van de opleiding, behalve voorafgaand schriftelijk akkoord van de "S.P.G.E." waarvan zij het exclusieve eigendom zijn.

Art. 4.De duur van de door de centra verstrekte opleiding bedraagt ten minste : - twee halve dagen voor het theoretische gedeelte met betrekking tot binnenwaterinstallaties; - twee halve dagen voor het theoretische gedeelte met betrekking tot de behandeling en de afvoer van afval en regenwater en het beheer ervan op het perceel; - twee halve dagen voor het praktische gedeelte met betrekking tot de eerste twee delen; - een halve dag voor het gedeelte dat betrekking heeft op het wettelijk en regelgevend kader van CertIBEau en zijn administratief en informaticabeheer.

Art. 5.§ 1. Het centrum organiseert permanente opleidingen, die verplicht zijn voor erkende certificeerders. Ze vinden elk jaar plaats en duren minstens een halve dag.

De inhoud van deze permanente opleidingen wordt bepaald door de "S.P.G.E." en wordt onder elektronisch formaat aan het centrum verstrekt. § 2. Uiterlijk op 31 januari van elk jaar informeert het centrum de "S.P.G.E." over de kalender van de voor het lopende jaar georganiseerde permanente opleidingen en de plaatsen waar deze zullen plaatsvinden.

Art. 6.§ 1. Het examen bestaat uit een schriftelijk gedeelte met vragen van de "S.P.G.E." en een mondeling gedeelte op basis van een op te lossen praktijkgeval.

Er zijn twee examensessies gepland. De tweede is bedoeld voor kandidaten die de eerste niet hebben gehaald of die overeenkomstig paragraaf 2 kunnen aantonen dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden buiten hun wil om. Indien de kandidaat in de tweede sessie niet slaagt, meldt hij zich aan voor een nieuwe opleiding en een nieuwe examensessie. § 2. In geval van uitzonderlijke omstandigheden buiten de wil van de kandidaat, en op basis van een bewijsstuk dat de afwezigheid rechtvaardigt, is de kandidaat gemachtigd om het examen af te leggen op een nieuwe examensessie. Het bewijsstuk wordt door het centrum bewaard en een kopie wordt bij het sessie- en examenverslag gevoegd.

Het Centrum is bevoegd om de relevantie van het bewijsstuk te beoordelen. § 3. Kandidaten die het examen niet bijwonen zonder dat zij hun afwezigheid kunnen rechtvaardigen overeenkomstig artikel 6, paragraaf 2, of die afwezig zijn van een dag opleiding zonder dat zij bewijsstukken kunnen overleggen om hun afwezigheid te rechtvaardigen als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden buiten hun wil om, worden uitgesloten van de bevordering van kandidaten.

Om de erkenning te verkrijgen, schrijft de uitgesloten kandidaat zich in voor een nieuwe opleiding en een nieuwe examensessie.

Art. 7.Het Centrum beheert de geschillen over de examenresultaten.

De verantwoordelijke van het centrum beheert de beroepen van de kandidaten tegen een opleider en informeert de "S.P.G.E." over het gevolg dat aan het beroep wordt gegeven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Namen, 23 juli 2020.

C. TELLIER

^