Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 maart 2010
gepubliceerd op 01 april 2010

Ministerieel besluit houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2010015054
pub.
01/04/2010
prom.
23/03/2010
ELI
eli/besluit/2010/03/23/2010015054/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MAART 2010. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies


De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Gelet op het besluit van de Regent van 29 april 1948, waarbij aan de Minister van Buitenlandse Zaken volmacht werd verleend, vergoedingen toe te kennen aan de agenten die hun functies in België of in het buitenland uitoefenen, als vereffening voor de buitengewone lasten die zij dragen in het belang van de dienst of van de nationale handel;

Op de voordracht van de Voorzitter van het Directiecomité, Besluit :

Artikel 1.De verblijfsvergoedingen, toegekend aan de afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies, bestaan uit dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen en vergoedingen voor het dekken van de huisvestingskosten.

Art. 2.De dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen worden onderverdeeld in twee categorieën : Categorie 1 (DFV - IFJ 1) voor de agenten behorende tot de carrière Hoofdbestuur; de niet naar het buitenland uitgezonden agenten van de carrière van de Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière en van de carrière van de Attachés voor Ontwikkelingssamenwerking; niet naar het buitenland uitgezonden agenten van andere overheidsadministraties en personen die niet de hoedanigheid van Rijksambtenaar bezitten die in opdracht van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dienstreizen ondernemen.

Categorie 2 (DFV - IFJ 2) voor de naar het buitenland uitgezonden agenten van de carrière Buitenlandse dienst, van de Kanselarijcarrière, van de carrière van de Attachés voor Ontwikkelingssamenwerking en van de carrière Hoofdbestuur; de naar het buitenland uitgezonden agenten van andere overheidsadministraties die in opdracht van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dienstreizen ondernemen; naar het buitenland uitgezonden hulpagenten.

Art. 3.De bedragen van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen dekken niet de huisvestings- en verplaatsingskosten der begunstigden.

Art. 4.De vergoedingen ter dekking van de huisvestingskosten (IL-LV) worden uitbetaald op basis van de daadwerkelijk verrichte en bewezen uitgaven en ten belope van de per land vastgestelde maximumrichtprijzen. Overschrijdingen kunnen alleszins worden toegepast.

Art. 5.De bedragen van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen en maximumrichtprijzen voor huisvesting worden vastgesteld overeenkomstig bijgaande tabel. Sommige worden uitgedrukt in vreemde valuta en geconverteerd in euro. De betaling wordt gedaan in euro aan de dagkoers of aan de koers toegepast door de kredietkaart maatschappijen.

Art. 6.Het besluit van 30 maart 2009, tot vaststelling van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen, wordt opgeheven.

Art. 7.De Voorzitter van het Directiecomité is belast met de uitvoering van dit besluit, dat uitwerking zal hebben op 1 april 2010.

Art. 8.Een afschrift van dit besluit zal ter inlichting worden overgemaakt aan het Rekenhof.

Brussel, 23 maart 2010.

S. VANACKERE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^