Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 december 2020
gepubliceerd op 05 januari 2021

Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 64, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2020205717
pub.
05/01/2021
prom.
24/12/2020
ELI
eli/besluit/2020/12/24/2020205717/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 DECEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 64, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers


De Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 25, eerste en tweede lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/01/2003 pub. 03/02/2003 numac 2003022082 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd op 19 december 1939, de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, en het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 64, § 8, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 januari 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 december 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 22 december 2020;

Besluit :

Artikel 1.In toepassing van artikel 64, § 8, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, worden de jaarbedragen bedoeld in artikel 64, § § 2 en 3, van voormeld koninklijk besluit van 21 december 1967, laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 18 december 2019, met ingang vanaf 1 januari 2021, aangepast als volgt: 1° de bedragen van 24.243,00 EUR en 19.394,00 EUR, bedoeld in paragraaf 2, A, worden op de bedragen van respectievelijk 24.540,00 EUR en 19.632,00 EUR gebracht; 2° de bedragen van 8.393,00 EUR en 6.714,00 EUR, bedoeld in paragraaf 2, B, worden op de bedragen van respectievelijk 8.496,00 EUR en 6.797,00 EUR gebracht; 3° de bedragen van 19.542,00 EUR en 15.634,00 EUR, bedoeld in paragraaf 2, C en D, worden op de bedragen van respectievelijk 19.782,00 EUR en 15.826,00 EUR gebracht; 4° de bedragen van 19.394,00 EUR, 6.714,00 EUR, 15.634,00 EUR, 4.197,00 EUR, 3.357,00 EUR, 5.246,00 EUR, 4.886,00 EUR en 3.908,00 EUR, bedoeld in paragraaf 3, worden op de bedragen van respectievelijk 19.632,00 EUR, 6.797,00 EUR, 15.826,00 EUR, 4.248,00 EUR, 3.398,00 EUR, 5.310,00 EUR, 4.946,00 EUR en 3.956,00 EUR gebracht.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Brussel, 24 december 2020.

K. LALIEUX

24 DECEMBER 2020. - Bericht betreffende de indexering, vanaf 1 januari 2021, van de jaarbedragen bedoeld in de artikelen 78, 80, 82, 85 en 86 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten De programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten bevat in hoofdstuk 1 van titel 8 "Pensioenen" de regeling van de cumulatie van pensioenen van de overheidssector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit.

Overeenkomstig artikel 89, eerste lid, van deze wet van 28 juni 2013 zullen de in de artikelen 78, 80, 82, 85 en 86 bedoelde jaarbedragen vanaf 2014 op 1 januari van elk jaar aangepast worden in functie van het indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden van het derde trimester volgens volgende formule: de nieuwe bedragen zijn gelijk aan de basisbedragen vermenigvuldigd met het nieuw indexcijfer en gedeeld door de startindex. Het bekomen resultaat wordt afgerond tot op de naast hogere eenheid wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is; in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd. De nieuwe bedragen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Ze zijn van toepassing vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van hun aanpassing.

De in de artikelen 78, 80, 82, 85 en 86 bedoelde jaarbedragen worden dan ook gewijzigd overeenkomstig bovenvermelde formule met ingang van 1 januari 2021.

De volgende tabel geeft een overzicht van de gewijzigde bedragen:

Artikel Article

Basisbedragen Montants de base

Nieuwe bedragen vanaf 1.1.2021 Nouveaux montants à partir du 1.1.2021

78, 1° en 3° 78, 1° et 3°

21 865,23

24 540,00

78, 2°

17 492,17

19 632,00

80, 1° en 3° 80, 1° et 3°

7 570,00

8 496,00

80, 2°

6 056,01

6 797,00

82, 1° en 3° 82, 1° et 3°

17 625,60

19 782,00

82, 2°

14 100,48

15 826,00

85

17 492,17 6 056,01 14 100,48

19 632,00 6 797,00 15 826,00

86, eerste lid, eerste streepje 86, alinéa premier, premier tiret

21 865,23 4 731,27

24 540,00 5 310,00

86, eerste lid, tweede streepje 86, alinéa premier, deuxième tiret

17 492,17 3 785,00

19 632,00 4 248,00

86, eerste lid, derde streepje 86, alinéa premier, troisième tiret

7 570,00 3 785,02

8 496,00 4 248,00

86, eerste lid, vierde streepje 86, alinéa premier, quatrième tiret

6 056,01 3 028,00

6 797,00 3 398,00

86, eerste lid, vijfde streepje 86, alinéa premier, cinquième tiret

17 625,60 4 406,40

19 782,00 4 946,00

86, eerste lid, zesde streepje 86, alinéa premier, sixième tiret

14 100,48 3 525,12

15 826,00 3 956,00


Brussel, 24 december 2020.

De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

^