Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 februari 2014
gepubliceerd op 12 maart 2014

Ministerieel besluit met betrekking tot de bemiddeling in de integrale jeugdhulp

bron
vlaamse overheid
numac
2014035244
pub.
12/03/2014
prom.
24/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/24/2014035244/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


24 FEBRUARI 2014. - Ministerieel besluit met betrekking tot de bemiddeling in de integrale jeugdhulp


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot en met 14;

Gelet op het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 53 tot en met 57;

Gelet op het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 30;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014035219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 38;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 februari 2014;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013206869 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene regels inzake subsidiëring sluiten betreffende de algemene regels inzake subsidiëring;

Overwegende het decreet van 31 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/05/2013 pub. 21/06/2013 numac 2013035527 bron vlaamse overheid Decreet houdende toekenning van bepaalde bevoegdheden aan de provincies in de aangelegenheden, vermeld in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen sluiten houdende toekenning van bepaalde bevoegdheden aan de provincies in de aangelegenheden, vermeld in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en overwegende de bestuursakkoorden die ter uitvoering van dat decreet met de provincies zijn gesloten;

Overwegende de Bijzondere Wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 64 en 65;

Overwegende dat artikel 30 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp de jeugdhulp oplegt om de continuïteit van de jeugdhulpverlening te verbeteren voor minderjarigen, hun ouders en, in voorkomend geval, hun opvoedingsverantwoordelijken; dat artikel 30, tweede lid, vereist dat alle partijen die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening aan een minderjarige, samenwerken door bemiddeling te organiseren tussen de minderjarige, zijn vertrouwenspersoon, zijn ouders en, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken, de betrokken personen uit de leefomgeving en de betrokken jeugdhulpaanbieders in geval van onenigheid of conflict tussen een of meer van die partijen; dat die bemiddeling moet plaatsvinden onder leiding van een persoon die onafhankelijk is van de betrokken jeugdhulpaanbieders; dat artikel 30, tweede en derde lid, een aantal voorwaarden en kwaliteitseisen vastlegt voor de bemiddeling in de integrale jeugdhulp;

Overwegende dat artikel 38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014035219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp bepaalt dat de minister, binnen de beschikbare begrotingskredieten, middelen toekent om bemiddeling in te zetten in de integrale jeugdhulp en dat de minister de voorwaarden en de modaliteiten voor de subsidiëring van de bemiddeling bepaalt; dat de bemiddeling in hetzelfde besluit gedefinieerd wordt, Besluit :

Artikel 1.Ten laste van programma GB0/1GE-D-2-A/WT van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 wordt aan de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel een subsidie toegekend van in totaal 58.330 euro (achtenvijftigduizend driehonderddertig euro) voor de organisatie van bemiddeling in de jeugdhulp.

De middelen worden als volgt verdeeld over de verschillende regio's: 1° Antwerpen: 18.841 euro (achttienduizend achthonderdeenenveertig euro); 2° Oost-Vlaanderen: 12.327 euro (twaalfduizend driehonderdzevenentwintig euro); 3° Vlaams-Brabant: 6.698 euro (zesduizend zeshonderdachtennegentig euro); 4° West-Vlaanderen: 10.723 euro (tienduizend zevenhonderddrieëntwintig euro); 5° Brussel: 1.983 euro (duizend negenhonderddrieëntachtig euro); 6° Limburg: 7.758 euro (zevenduizend zevenhonderdachtenvijftig euro).

Art. 2.De bemiddeling voldoet aan de voorwaarden en de kwaliteitseisen, vermeld in artikel 30, tweede lid en derde lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, en verloopt volgens de deontologische code bemiddeling in de integrale jeugdhulp, die is goedgekeurd door het Managementcomité Integrale Jeugdhulp.

Alleen een partij die betrokken is bij een conflict kan een aanmelding doen voor bemiddeling in de jeugdhulp.

Bij de bemiddeling werken de partijen aan een gedragen en gedeelde oplossing. Dat kan inhouden dat jeugdhulpverlening wordt opgestart of dat bestaande jeugdhulpverlening wordt voortgezet, aangepast of stopgezet. De bemiddeling kan niet worden ingezet ten aanzien van de toegangspoort, de Sociale Dienst voor Gerechtelijke Jeugdhulpverlening en de gemandateerde voorzieningen. Ze kan alleen worden ingezet in een conflict tussen de minderjarige, zijn ouders of, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken en een jeugdhulpaanbieder of tussen de minderjarige en zijn ouders of, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken. Het betreft alleen bemiddeling tussen cliënten en hulpverleners. De bemiddeling schort het proces bij de gemandateerde voorzieningen, de toegangspoort of de Sociale Dienst voor Gerechtelijke Jeugdhulp niet op.

Het resultaat van een bemiddeling kan, als alle partijen daarmee instemmen, worden neergeschreven in een overeenkomst. Partijen kunnen in de overeenkomst opnemen of ze erover willen rapporteren, ten aanzien van wie en op welke manier.

Art. 3.Om vergoed te worden, moeten de bemiddelaars naast het uitvoeren van bemiddelingen: 1° een anonieme registratie bijhouden per bemiddeling, in een systeem dat de Vlaamse overheid daarvoor ter beschikking stelt;2° een aannemingscontract met de provinciale overheid ondertekenen, alsook met de Vlaamse overheid;3° minimaal één keer per jaar deelnemen aan een intervisiemoment in het kader van bemiddeling;4° een door de Vlaamse overheid georganiseerde vorming tot bemiddelaar in de jeugdhulp gevolgd hebben;5° als een partij daarnaar vraagt, een attest opmaken dat er een bemiddelingspoging heeft plaatsgevonden. De vorming, vermeld in het eerste lid, 4°, is alleen toegankelijk voor personen die een basisopleiding bemiddeling hebben gevolgd, erkend door de federale overheid. Personen die in het verleden lid waren van de bemiddelingscommissie in de bijzondere jeugdbijstand, hoeven, in afwijking van de bepaling opgenomen in het eerste lid, 4°, alleen de basisopleiding bemiddeling te volgen en kunnen die afronden binnen twee jaar na de start van de activiteiten als bemiddelaar in de jeugdhulp. Personen die een ruime ervaring hebben in bemiddeling, kunnen vrijgesteld worden van de vorming, vermeld in het eerste lid, 4°, als hun eerder verworven competenties, aangetoond in een dossier, geaccepteerd worden door een daarvoor door het departement welzijn, volksgezondheid en gezin aangestelde beoordelingscommissie.

Art. 4.Het subsidiebedrag wordt als volgt besteed: 1° voor de vergoeding van de bemiddelaars: a) een forfaitaire onkostenvergoeding van 25 euro voor de voorbereiding, administratie en registratie van de bemiddeling, op voorwaarde dat de bemiddelaar ook effectief handelingen in het dossier heeft gesteld;b) een ereloon van 25 euro per uur (inclusief btw) en een forfaitaire onkostenvergoeding van 22 euro per uur om te bemiddelen in de jeugdhulp;c) een forfaitaire onkostenvergoeding van 70 euro per intervisiemoment voor de deelname aan intervisie voor de bemiddelaars in de jeugdhulp;2° voor de ondersteuning door de provincies voor elke provincie en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie een forfait van 100 euro per ingediend aanvraagformulier bemiddeling dat voldoet aan de ontvankelijkheidsvereisten vastgelegd door het Managementcomité Integrale Jeugdhulp. Bemiddelaars kunnen per dossier aanspraak maken op de vergoeding, vermeld in het eerste lid, 1°, b), voor maximaal 8 uur effectieve bemiddeling per dossier. Met effectieve bemiddeling wordt bedoeld het voeren van bemiddelingsgesprekken en, in voorkomend geval, de opmaak van een overeenkomst op het einde van de bemiddeling.

Art. 5.Het forfait, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, vergoedt het provinciebestuur of het bestuur van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de volgende opdrachten: 1° het verstrekken van informatie en advies aan minderjarigen, ouders, opvoedingsverantwoordelijken en jeugdhulpaanbieders en andere personen en voorzieningen die jeugdhulpverlening aanbieden;2° de beoordeling van de aanmeldingen en de dispatching ervan aan de bemiddelaars;3° de mandatering van bemiddelaars in de jeugdhulp op basis van een uniform aannemingscontract;4° de administratieve opvolging van de aanmeldingen, met name het opvolgen en controleren van de registratie van een dossier en de bijbehorende gegevensverwerking;5° een eenvormige jaarlijkse rapportage aan het Managementcomité Integrale Jeugdhulp en het Intersectoraal Overleg Jeugdhulp voor Vlaanderen en Brussel op basis van een sjabloon die aangeleverd is door de Vlaamse overheid;6° de vergoeding van de bemiddelaars in de jeugdhulp op een eenvormige wijze voor Vlaanderen en Brussel volgens de bepalingen, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° ;7° de bekendmaking van bemiddeling in de jeugdhulp in de provincie of in Brussel;8° de organisatie van intervisie voor de bemiddelaars in de jeugdhulp;9° de ondersteuning van de bemiddelaar bij de praktische organisatie van de bemiddeling.

Art. 6.De middelen die worden toegekend op basis van dit besluit, kunnen besteed worden van 1 maart 2014 tot en met 31 december 2014.

Het subsidiebedrag wordt uitbetaald in één schijf na de ondertekening van dit besluit door de minister.

Art. 7.Het provinciebestuur of de Vlaamse Gemeenschapscommissie is verantwoordelijk voor de afrekening en rechtvaardiging van de aangewende middelen en legt de nodige bewijsstukken voor om de aanwending van de subsidie te staven.

Art. 8.De provincie en de Vlaamse Gemeenschapscommissie richten uiterlijk eind maart 2015 een verantwoording voor de ontvangen subsidie met betrekking tot de uitgevoerde bemiddelingen en de opdrachten vermeld in artikel 5 aan het afdelingshoofd van de afdeling Beleidsontwikkeling van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Die verantwoording bestaat uit een kopie van het financieel verslag, de bewijsstukken van de vergoeding van de bemiddelaars en een overzicht van de activiteiten die met de middelen zijn gefinancierd.

De Vlaamse Gemeenschap zal de middelen die niet binnen de termijn of niet correct besteed zijn en de middelen die niet verantwoord kunnen worden, terugvorderen bij de provincie of de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Art. 9.De subsidiebedragen worden uitbetaald op de volgende rekeningnummers: 1° voor de provincie Antwerpen: provinciebestuur Antwerpen, dienst Welzijn en Gezondheid, Boomgaardstraat 22, bus 101, 2600 Antwerpen-Berchem, rekeningnummer 776-5956722-49;2° voor de provincie Oost-Vlaanderen: provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Ontvangerij, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent, rekeningnummer 091-0005494-91;3° voor de provincie Vlaams-Brabant: provincie Vlaams-Brabant, directie Financiën, Provincieplein 1, 3010 Leuven, rekeningnummer 091-0106177-88;4° voor de provincie West-Vlaanderen: provinciebestuur West-Vlaanderen, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge (Sint-Andries), rekeningnummer 091-0005483-80;5° voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie: Vlaamse Gemeenschapscommissie, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel, rekeningnummer 091-00015599-11;6° voor de provincie Limburg: provincie Limburg, Decentrale Ontvangsten, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, rekeningnummer 091-01361280-68. Brussel, 24 februari 2014.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^