Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 juni 1997
gepubliceerd op 30 augustus 1997

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022476
pub.
30/08/1997
prom.
24/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/24/1997022476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 JUNI 1997. Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Rijks dienst voor jaarlijkse vakantie;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie, gegeven op 1 maart 1996 en 3 september 1996;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris vertegenwoordiger van de Minister van Financiën, gegeven op 29 maart 1996 en 1 oktober 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 21 april 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister voor Ambtenarenzaken, gegeven op 21 april 1997, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie worden de volgende betrekkingen onderverdeeld als volgt : Administratief personeel 2 van de 6 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; de betrekking van sociaal-inspecteur-directeur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 13 B; 6 van de 16 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 2 van de 6 betrekkingen van sociaal inspecteur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; de betrekking van vertalerrevisor kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 C; 1 van de 4 betrekkingen van programmeringsanalyst wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 L; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 F; 1 van de 2 betrekkingen van eerste vertaler kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 I; 2 van de 12 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur worden bezoldigd in de weddeschaal 28 J; de betrekking van eerstaanwezend paramedicus kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 F; 7 van de 26 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 21 van de 104 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 27 van de 104 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 8 van de 104 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 5 van de 16 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 4 van de 16 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D; 1 van de 16 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E;

Meester-, vak en dienstpersoneel 1 van de 6 betrekkingen van vakman wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 G; 1 van de 6 betrekkingen van vakman wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 J; 1 van de 4 betrekkingen van geschoold arbeider wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren, die met toepassing van de verorderingsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 30 juni 1995 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie wordt opgeheven.

Art. 4.Het huidig besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie.

Brussel, 24 juni 1997.

Mevr. M. DE GALAN

^