Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 maart 1999
gepubliceerd op 30 juli 1999

Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035812
pub.
30/07/1999
prom.
24/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/24/1999035812/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 28 september 1998 en 19 december 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op de artikelen 2, 5, 6, 7, 13, 62, 90, 91, 96 en 97;

Gelet op het advies van de Vlaamse Commissie voor de OCMW-boekhouding, gegeven op 12 maart 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de nieuwe modellen en instructies voor de financiële verslaggeving van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in 1998 een eerste maal zijn toegepast in pilootbesturen; dat uit die toepassing is gebleken dat er aanpassingen vereist zijn; dat deze aanpassingen dringend dienen te worden doorgevoerd ten einde de betrokken besturen de mogelijkheid te bieden om vanaf het boekjaar 1999 met de nieuwe modellen en instructies te werken, Besluit :

Artikel 1.De financiële verslaggeving van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die de boekhouding voeren overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gebeurt overeenkomstig de modellen en instructies die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Art. 2.Het ministerieel besluit van 23 december 1997 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt opgeheven.

Art. 3.De openbare centra voor maatschappelijk welzijn die tijdens de boekjaren 1998 of 1999 een financiële verslaggeving voeren overeenkomstig de modellen en instructies uit de bijlage bij het ministerieel besluit van 23 december 1997, mogen dit blijven doen tot en met het boekjaar 2000.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van het boekjaar 1999.

Brussel, 24 maart1999.

L. MARTENS

Bijlage bij het ministerieel besluit van 24 maart 1999 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Inhoudsopgave : BOEK I MODELSCHEMA'S 2 Deel 1 Meerjarenplanning 2 Schema 1 Meerjarenplanning exploitatie 2 Schema 2 Meerjarenplanning investeringen 4 Schema 3 Liquiditeitenplanning en berekening gemeentelijke bijdrage 6 Schema 4 Balans gebudgetteerd over meerdere jaren 8 Deel 2 Budget 10 Schema 5 Exploitatiebudget 10 Schema 6 Investeringsbudget 12 Schema 7 Liquiditeitenbudget en berekening gemeentelijke bijdrage 14 Schema 8 Gebudgetteerde balans 16 Deel 3 Jaarrekening 18 Schema 9 Balans na resultaatsverdeling 18 Schema 10 Resultatenrekening 20 Schema 11 Schema van de financiële stromen 22 Deel 4 Omschrijving van de rubrieken 24 BOEK II MINIMUM GENORMALISEERD REKENINGSTELSEL 34 BOEK III OVERZICHT ANALYTISCHE CODES 50 BOEK IV TOELICHTING 51 BOEK I : Modelschema's Deel 1 : Meerjarenplanning Schema 1 : Meerjarenplanning exploitatie OCMW van...

Activiteitencentrum...

MEERJARENPLANNING EXPLOITATIE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deel 4 : Omschrijving van de rubrieken Hoofdstuk 1 : Rubrieken van de balans Rubriek I : Oprichtingskosten Hieronder worden vermeld (voor zover ze niet op een andere wijze ten laste van de resultatenrekening van het lopende boekjaar worden gebracht) : de kosten in verband met de oprichting, de verdere ontwikkeling of de herstructurering van het O.C.M.W., in het bijzonder de kosten van oprichting en schenkingen, de kosten bij uitgifte van leningen,... en de herstructureringskosten.

Rubriek II : Immateriële vaste activa Hieronder worden geboekt : a) de kosten van onderzoek en ontwikkeling;b) de concessies, verworven licenties en andere soortgelijke rechten;c) de goodwill;d) de vooruitbetalingen op immateriële vaste activa. Onder kosten van onderzoek en ontwikkeling moet worden verstaan : de kosten van onderzoek, vervaardiging en ontwikkeling van prototypes en van producten, uitvindingen en know-how alsmede plannen en studies voorzover deze verricht worden als voorbereiding op nieuwe projecten, die nuttig zijn voor de toekomstige activiteiten van het O.C.M.W. Onder goodwill dient voor de toepassing van dit besluit te worden verstaan : de prijs betaald voor de verwerving van een activiteit voorzover die hoger is dan de nettowaarde van de actief-minus-passiefbestanddelen van de verworven activiteit.

Rubriek III.A : Terreinen en gebouwen Hieronder worden opgenomen : de bebouwde en onbebouwde terreinen en bossen, de constructies daarop evenals de inrichting daarvan, waarvan het O.C.M.W. eigenaar is en die duurzaam voor zijn activiteit worden aangewend.

Worden hier eveneens opgenomen : de andere zakelijke rechten die het O.C.M.W. bezit op een onroerend goed dat het bestemd heeft om duurzaam te worden gebruikt voor zijn activiteit wanneer de vergoedingen bij aanvang van het contract werden vooruitbetaald.

Rubriek III.D : Leasing en soortgelijke rechten Hieronder worden opgenomen : 1° de gebruiksrechten op lange termijn op bebouwde onroerende goederen waarover het O.C.M.W. beschikt op grond van erfpacht, opstal, leasing of soortgelijke overeenkomsten, wanneer de contractueel te storten termijnen, naast de rente en de kosten van de verrichting, ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het gebouw heeft geïnvesteerd; 2° de gebruiksrechten op roerende goederen waarover het O.C.M.W. beschikt op grond van leasing of soortgelijke overeenkomsten, wanneer de contractueel te storten termijnen, verhoogd met het bedrag dat moet worden betaald bij optielichting indien de nemer een koopoptie bezit, naast de rente en de kosten van de verrichting, ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. Het bedrag dat moet worden betaald om een koopoptie te lichten komt evenwel enkel in aanmerking als het ten hoogste vijftien procent vertegenwoordigt van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd.

Met een prijs voor het lichten van de in het 2° bedoelde koopoptie, binnen de voormelde beperking van vijftien procent, wordt de kapitaalsfractie gelijkgesteld met de contractueel bedongen vergoeding bij gebruik van een mogelijkheid om de verrichting te verlengen.

Met een in het 1° en 2° bedoelde termijn wordt het bedrag gelijkgesteld, voorzover bepaald : a) dat de nemer verschuldigd is voor de verwerving van de zakelijke rechten die de gever bezit op het betrokken onroerend of roerend goed wanneer de nemer er zich bij het afsluiten van de verrichting, eventueel ten gevolge van een koopoptie, toe verbonden heeft deze rechten te verwerven;b) dat de gever van een derde moet ontvangen voor de overdracht van de zakelijke rechten die hij bezit op het betrokken onroerend of roerend goed wanneer deze derde er zich bij het afsluiten van de verrichting, eventueel ten gevolge van een verkoopoptie, toe verbonden heeft deze rechten te verwerven. Rubriek III.E : Overige materiële vaste activa Hieronder worden de onroerende goederen opgenomen die worden aangehouden als onroerende reserve, de woongebouwen, de buiten gebruik of buiten de exploitatie gestelde materiële vaste activa, evenals de roerende en onroerende goederen die in erfpacht, opstal, huur handelshuur of landpacht werden gegeven. De onroerende goederen die werden aangekocht of gebouwd met het oog op herverkoop worden hier niet in deze rubriek opgenomen maar afzonderlijk onder de voorraden vermeld.

De overige materiële vaste activa omvatten onder meer die onroerende goederen die tot het privaat patrimonium van het O.C.M.W. behoren.

De kosten voor inrichting van gehuurde gebouwen worden hier eveneens in deze rubriek vermeld, voorzover ze niet ten laste werden genomen van de resultatenrekening van het lopende boekjaar.

Rubriek IV.A : Belangen in rechtspersonen Worden als belangen in rechtspersonen beschouwd : de maatschappelijke rechten in rechtspersonen die ertoe strekken door het scheppen van een duurzame en specifieke band met die rechtspersonen de dienstverlening van het O.C.M.W. te vergroten, uit te breiden of te ondersteunen.

Rubriek IV.B : Vorderingen en effecten Hieronder worden de vorderingen op rechtspersonen geboekt, ongeacht de contractuele looptijd, de oorsprong of de vorm ervan, wanneer die vorderingen tot doel hebben de activiteit van deze rechtspersonen of verenigingen duurzaam te steunen.

Effecten : hieronder worden de door het O.C.M.W. aangekochte overheidseffecten opgenomen.

Rubriek IV.C : Borgtochten betaald in contanten Hieronder worden opgenomen : de borgtochten in contanten gestort als doorlopende waarborg.

Rubriek V : Vorderingen op meer dan één jaar Hieronder worden opgenomen opgenomen : de vorderingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar. De vorderingen of het gedeelte van de vorderingen met een looptijd van meer dan één jaar, die binnen twaalf maanden vervallen, worden uit de postrubriek gelicht en, al naar gelang van het geval, onder rubriek VII. A of VII. B opgenomen.

Naast de vorderingen waarvoor een titel bestaat, worden eveneens onder overeenstemmende posten van deze rubriek opgenomen : de te ontvangen opbrengsten die tijdens het boekjaar of tijdens een vorig boekjaar zijn ontstaan en waarvoor nog geen rechtstitel bestaat, indien het bedrag daarvan vaststaat of met nauwkeurigheid kan worden geschat. De pro rata van opbrengsten worden evenwel onder de overlopende rekeningen geboekt.

Inzonderheid worden in de overeenstemmende posten van deze rubriek opgenomen : de vorderingen op meer dan één jaar die ontstaan zijn uit onder de vorm van lening ontvangen subsidies.

Rubriek VII : Vorderingen op ten hoogste één jaar Hieronder worden opgenomen : de vorderingen waarvan de oorspronkelijke looptijd ten hoogste één jaar bedraagt, evenals de vorderingen of de gedeelten van vorderingen die oorspronkelijk op langer dan één jaar werden toegestaan doch die binnen twaalf maanden vervallen.

Naast de vorderingen waarvoor een titel bestaat, worden eveneens onder de overeenstemmende posten van deze rubriek opgenomen : de te ontvangen opbrengsten die tijdens het boekjaar of tijdens een vorig boekjaar zijn ontstaan en waarvoor nog geen rechtstitel bestaat, indien het bedrag daarvan vaststaat of met nauwkeurigheid kan worden geschat. De pro rata van opbrengsten worden evenwel onder de overlopende rekeningen geboekt.

Onder rubriek "B. Overige vorderingen" worden onder meer opgenomen : de nog te innen werkingssubsidies alsmede de vorderingen op meer dan één jaar maar binnen het jaar vervallend die ontstaan zijn uit onder de vorm van lening ontvangen subsidies.

Rubriek VIII : Geldbeleggingen Hieronder worden opgenomen : de vorderingen op kredietinstellingen, uit termijndeposito's, alsmede de met beleggingsdoeleinden verkregen effecten die niet het kenmerk hebben van financiële vaste activa. De aandelen van deelnemingen mogen hier niet worden opgenomen, tenzij het om effecten gaat die zijn verkregen of waarop is ingeschreven met het oog op de wederafstand daarvan, of tenzij ze, krachtens een beslissing van het O.C.M.W. bestemd zijn om binnen twaalf maanden te worden gerealiseerd.

Rubriek IX : Liquide middelen De liquide middelen omvatten, behalve de kasmiddelen en de te incasseren vervallen waarden, alleen de tegoeden op zicht bij kredietinstellingen.

Rubriek X : Overlopende rekeningen (actief) Hieronder worden opgenomen : a) de over te dragen kosten, dit wil zeggen de pro rata van kosten die werden gemaakt tijdens het boekjaar of tijdens een vorig boekjaar maar die ten laste van één of meerdere volgende boekjaren moeten worden gebracht;b) de verworven opbrengsten, dit wil zeggen de pro rata van opbrengsten die slechts in de loop van een volgend boekjaar zullen worden geïnd maar die betrekking hebben op een verstreken boekjaar. Rubriek I : Kapitaal Het kapitaal van het O.C.M.W. wordt bij de opstelling van de allereerste beginbalans conform dit besluit gevormd door het verschil tussen activa en alle overige passiva-elementen.

In latere jaren kan het kapitaal verhogen door ontvangen inbrengen of schenkingen zonder specifiek doel of bestemming.

Rubriek III : Herwaarderingsmeerwaarden Onder herwaarderingsmeerwaarden moet worden verstaan de in de rekeningen bijgeschreven, niet gerealiseerde meerwaarden op vaste activa.

Rubriek IV : Gemeentelijke bijdrage en reserves Wanneer het resultaat positief is kan de raad voor maatschappelijk welzijn, eventueel per activiteitencentra, beslissen om een reserve aan te leggen Rubriek VI : Investeringssubsidies en schenkingen met specifiek doel Deze rubriek omvat : a) de investeringssubsidies die van overheidswege werden verkregen voor investeringen in vaste activa;b) de ontvangen schenkingen en legaten verkregen met specifiek doel of bestemming. Deze bedragen worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de rubriek "IV.C. overige financiële opbrengsten" volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen op de vaste activa voor de verwerving waarvan ze werden verkregen of, in voorkomend geval, ten belope van het saldo, bij realisatie of buitengebruikstelling van de betrokken vaste activa.

De investeringssubsidies, schenkingen en legaten die niet afhankelijk zijn van een investering in vaste activa worden bij de verkrijging geboekt onder rubriek "I.D Andere opbrengsten" of onder rubriek "IV.C. Overige financiële opbrengsten".

Rubriek VII.A : Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Hieronder worden opgenomen : de voorzieningen die door het O.C.M.W. werden gevormd om te voldoen aan de verplichtingen inzake rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere pensioenen en renten die het ten opzichte van zijn actuele of gewezen voorzitters, raadsleden, personeels- of directieleden heeft aangegaan.

Rubriek VIII : Schulden op meer dan één jaar Hieronder worden opgenomen : de schulden die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar. De schulden of de gedeelten van de schulden op meer dan één jaar die binnen de twaalf maanden vervallen worden uit deze rubriek gelicht en overgebracht naar rubriek IX.A. Onder de overeenkomstige rubriek worden geboekt : de te betalen kosten die in de loop van het boekjaar of van een vorig boekjaar werden gemaakt en waarvoor nog geen titel bestaat maar waarvan het bedrag vaststaat of met nauwkeurigheid kan worden geschat. De pro rata van kosten worden evenwel onder de overlopende rekeningen geboekt.

De verplichtingen die voortvloeien uit leasing of soortgelijke overeenkomsten worden vermeld onder de daarvoor bestemde rubriek en, ook al zijn ze aangegaan jegens kredietinstellingen of leveranciers of worden ze door een handelseffect vertegenwoordigd.

Inzonderheid worden in de overeenstemmende posten van deze rubriek opgenomen : de schulden op meer dan één jaar die ontstaan zijn uit onder de vorm van lening ontvangen subsidies.

Rubriek IX : Schulden op ten hoogste één jaar Hieronder worden opgenomen : de schulden die een contractuele looptijd hebben van minder dan één jaar.

Onder de overeenkomstige rubriek worden geboekt : de te betalen kosten die in de loop van het boekjaar of van een vorig boekjaar werden gemaakt en waarvoor nog geen titel bestaat maar waarvan het bedrag vaststaat of met nauwkeurigheid kan worden geschat. De pro rata van kosten worden evenwel onder de overlopende rekeningen geboekt.

Inzonderheid worden in de overeenstemmende posten van deze rubriek opgenomen : de schulden op minder dan één jaar die ontstaan zijn uit onder de vorm van lening ontvangen subsidies.

Rubriek X : Overlopende rekeningen (passief) Hieronder worden inzonderheid opgenomen : a) de toe te rekenen kosten, dit wil zeggen de pro rata van kosten die pas in een later boekjaar zullen worden betaald maar die betrekking hebben op een verstreken boekjaar, met uitzondering van intresten op rentedragende schulden die onder IX.B.1. worden opgenomen; b) de over te dragen opbrengsten, dit wil zeggen de pro rata van opbrengsten die in de loop van het boekjaar of van een vorig boekjaar zijn geïnd, doch die betrekking hebben op een later boekjaar. Hoofdstuk 2 : Rubrieken van de resultatenrekening Rubriek I.A : Werkingsopbrengsten Onder werkingsopbrengsten wordt verstaan : het bedrag van de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden, in het kader van de gewone activiteitsuitoefening van het O.C.M.W., onder aftrek van de op de verkoopprijs toegestane kortingen, en de gerecupereerde bedragen inzake steunverlening; deze bedragen omvatten niet de belasting over de toegevoegde waarde, noch enige andere rechtstreeks met de werkingsopbrengsten verbonden belasting.

Rubriek I.D : Andere opbrengsten Hieronder worden de van derden ontvangen en met de activiteit van het O.C.M.W. verbonden opbrengsten opgenomen die, a) niet hun oorsprong vinden in een verkoop of een dienstverlening aan derden, binnen het kader van de gewone activiteitenuitoefening, en b) niet als een financiële of uitzonderlijke opbrengst kunnen worden aangemerkt. In het bijzonder worden de subsidies of compenserende bedragen hieronder opgenomen.

Hier worden ook de meerwaarden die werden verwezenlijkt bij de realisatie van werkingsvorderingen, opgenomen.

Rubriek II.A : Verbruikte goederen en verstrekte diensten Na aftrek van de in de handel toegestane kortingen en van de belasting over de toegevoegde waarde, voorzover die aftrekbaar is, worden hieronder opgenomen : a) de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen dienstig voor de totstandkoming van de diensten en leveringen door het O.C.M.W. verstrekt; b) de uitgaven inzake sociale bijstand. Rubriek II.B.1 : Diensten, diverse leveringen en interne facturatie Na aftrek van de in de handel toegestane kortingen en van de belasting over de toegevoegde waarde, voorzover die aftrekbaar is, worden hieronder opgenomen : de kosten verbonden met de dienstverlening of de levering van goederen door derden in kader van de activiteitsuitoefening door het O.C.M.W., tenzij deze kosten onder andere rubrieken moeten worden geboekt.

Rubriek II.D : Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten en op immateriële en materiële vaste activa Hieronder worden opgenomen : de afschrijvingen die werden geboekt op oprichtingskosten - andere dan de kosten bij uitgifte van leningen - en op immateriële en materiële vaste activa tenzij deze afschrijvingen en waardeverminderingen wegens hun uitzonderlijke aard als een uitzonderlijke kost moeten worden geboekt.

De terugnemingen van afschrijvingen of van waardeverminderingen worden hier opgenomen maar worden geboekt onder de uitzonderlijke opbrengsten.

Rubriek II.E : Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen Hieronder worden opgenomen : de waardeverminderingen die werden geboekt op voorraden of op werkingsvorderingen op meer of op minder dan één jaar.

De terugnemingen van op voorraden en op werkingsvorderingen geboekte waardeverminderingen worden op deze rubriek aangerekend.

Rubriek II.F : Voorzieningen voor risico's en kosten Hieronder worden opgenomen : a) de voorzieningen gevormd voor werkingsrisico's en verplichtingen;b) de bestedingen van voorzieningen voor risico's en kosten die vroeger werden gevormd, voorzover deze risico's en verplichtingen tot werkingskosten aanleiding hebben gegeven;c) de terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten die tijdens een vorig boekjaar werden gevormd voor gewone werkingsrisico's en -verplichtingen en die overtollig zijn gebleken. Rubriek II.G : Andere werkingskosten Hieronder worden de aan derden betaalde of verschuldigde met de activiteit van het O.C.M.W. verbonden kosten opgenomen, die : a) niet hun oorsprong vinden in een dienstverlening of een levering door derden, binnen het kader van de gewone activiteit;b) niet als een financiële of uitzonderlijke kost kunnen worden aangemerkt. In het bijzonder worden hieronder opgenomen : de belastingen die als een bedrijfskost moeten worden aangemerkt.

Rubriek IV.B : Opbrengsten uit vlottende activa Hieronder worden opgenomen : de opbrengsten (intresten, dividenden, enz.) uit activa opgenomen onder de rubrieken V, VII, VIII, IX en X. Rubriek IV.C : Overige financiële opbrengsten Worden onder meer hieronder opgenomen : 1° de meerwaarden verwezenlijkt bij de realisatie van vorderingen, andere dan werkingsvorderingen, van geldbeleggingen en van liquide middelen;2° de als opbrengst geboekte investerings- en intrestsubsidies;3° de gerealiseerde wisselresultaten en de resultaten uit de omrekening van vreemde valuta's tenzij deze specifiek verbonden zijn met een andere rubriek van de resultatenrekening, in dit laatste geval mogen ze hieronder worden opgenomen;4° alle opbrengsten van financiële aard die geen verband houden met welbepaalde activa. Rubriek V.A : Kosten en schulden Hieronder worden opgenomen : 1° de intresten, de commissies en de kosten verbonden aan schulden;2° de afschrijving van de kosten bij uitgifte van leningen en van het disagio. De geactiveerde intresten worden afgetrokken van het bedrag van de hieronder opgenomen kosten.

Rubriek V.B : Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. Hieronder worden opgenomen : de waardeverminderingen geboekt op vorderingen andere dan werkingsvorderingen, op geldbeleggingen en op liquide middelen. De terugnemingen van waardeverminderingen op deze vlottende activa worden eveneens hieronder geboekt.

Rubriek V.C : Andere financiële kosten Hieronder worden opgenomen : alle kosten van financiële aard die niet werden geboekt onder de rubrieken V.A. of V.B. en in het bijzonder : 1° de minderwaarden verwezenlijkt bij de realisatie van vorderingen, andere dan werkingsvorderingen, van geldbeleggingen en van liquide middelen; 2° het disconto ten laste van het O.C.M.W. bij het verhandelen van vorderingen; 3° de gerealiseerde wisselresultaten en de resultaten uit de omrekening van vreemde valuta's tenzij deze specifiek verbonden zijn met een andere rubriek van de resultatenrekening;in dit laatste geval mogen ze daaronder worden opgenomen; 4° de kosten betreffende rubriek en van het eigen vermogen;5° de commissies. Rubriek VII : Uitzonderlijke opbrengsten Hieronder worden de opbrengsten opgenomen die geen verband houden met de gewone activiteit van het O.C.M.W. Rubriek VII.A : Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa.

Hieronder worden onder meer opgenomen : de terugnemingen van waardeverminderingen die tijdens een vorig boekjaar werden geboekt op immateriële en materiële vaste activa en die te hoog zijn gebleken.

Rubriek VII.C : Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten Hieronder worden de terugnemingen geboekt opgenomen van voorzieningen voor risico's en kosten die tijdens een vorig boekjaar werden gevormd en die te hoog zijn gebleken, tenzij het gaat om voorzieningen die werden gevormd voor risico's en kosten die verband houden met de gewone activiteit van het O.C.M.W. Rubriek VII.D : Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa Hieronder worden de meerwaarden opgenomen die worden verwezenlijkt bij de realisering van vaste activa. Gaat het om materiële vaste activa dan mogen deze meerwaarden onder de rubriek I.D worden opgenomen.

Andere opbrengsten worden opgenomen wanneer de realisering past in de gewone activiteit van het O.C.M.W.; dit laatste zal blijken uit de regelmaat waarmee dergelijke activa worden gerealiseerd en het normale karakter daarvan.

Rubriek VIII : Uitzonderlijke kosten Hieronder worden de kosten opgenomen die geen verband houden met de gewone activiteit van het O.C.M.W. Rubriek VIII : Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Hieronder worden volgende afschrijvingen en waardeverminderingen, voor zover ze van uitzonderlijke aard zijn, opgenomen : 1° aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen ten gevolge van technische ontaarding of wegens de wijziging van economische of technische omstandigheden;2° duurzame minderwaarde of ontwaarding van materiële en immateriële vaste activa waarvan de gebruiksduur niet is beperkt; 3° de aanvullende afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa wegens stopzetting van de activiteit van het O.C.M.W. of een onderdeel daarvan.

Rubriek VIII.C : Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten Hieronder worden de voorzieningen opgenomen die werden gevormd voor risico's en kosten die geen verband houden met de gewone activiteit van het O.C.M.W. Rubriek VIII.D : Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa Hieronder worden de minderwaarden opgenomen die worden verwezenlijkt bij de realisering van vaste activa. Gaat het om materiële vaste activa dan mogen deze minderwaarden onder de rubriek II.G worden opgenomen. Andere werkingskosten worden opgenomen wanneer de realisering past in de gewone activiteit van het O.C.M.W.; dit laatste zal blijken uit de regelmaat waarmee dergelijke activa worden gerealiseerd en het normale karakter daarvan.

BOEK II : MINIMUM GENORMALISEERD REKENINGSTELSEL Het rekeningstelsel is een minimum in die zin dat elk O.C.M.W. het naar gelang van zijn behoeften verder kan onderverdelen.

Het rekeningstelsel is genormaliseerd in die zin dat de onderverdeling moet plaatsvinden binnen de bestaande rubrieken.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BOEK IV : TOELICHTING Algemeen De toelichting wordt op geconsolideerde basis voor het gehele O.C.M.W. opgesteld.

Hoofdstuk 1 : Waarderingsregels Samenvatting van de waarderingsregels.

Hoofdstuk 2 : Staat van de oprichtingskosten De staat van de oprichtingskosten vermeldt hun netto-boekwaarde op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties tijdens het boekjaar (nieuwe kosten van het boekjaar, afschrijvingen, andere) alsmede de netto-boekwaarde op het einde van het boekjaar. Deze laatste wordt uitgesplitst in : - kosten van oprichting en schenkingen; - kosten bij uitgifte van leningen; - andere oprichtingskosten; - herstructureringskosten.

Hoofdstuk 3 : Staat van de immateriële vaste activa De staat van de immateriële vaste activa (rubriek II van de activa) geeft een uitsplitsing in : - plannen en studies; - concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten; - goodwill; - vooruitbetalingen. en vermeldt voor elk van deze rubriek en : a) het bedrag van de aanschaffingswaarde op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa, overdrachten en buitengebruikstellingen, overboekingen van een rubriek naar een andere) en het bedrag ervan op het einde van het boekjaar;b) het bedrag van de afschrijvingen en de waardeverminderingen op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (geboekt via de resultatenrekening, verworven van derden, afgeboekt, overgeboekt van een rubriek naar een andere) en het bedrag van deze afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar;c) het bedrag van de netto-boekwaarde op het einde van het boekjaar. Hoofdstuk 4 : Staat van de materiële vaste activa De staat van materiële vaste activa bevat een uitsplitsing in : - terreinen en gebouwen; - installaties, machines en uitrusting; - meubilair en rollend materieel; - leasing en soortgelijke rechten; - overige materiële vaste activa; - activa in aanbouw en vermeldt voor elk van deze rubrieken : a) het bedrag van de aanschaffingswaarde op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa, overdrachten en buitengebruikstellingen, overboekingen van een rubriek naar een andere) en het bedrag ervan op het einde van het boekjaar;b) het bedrag van de meerwaarden op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (geboekte meerwaarden, meerwaarden verworven van derden, afgeboekte meerwaarden, overboekingen van een rubriek naar een andere) en het bedrag ervan op het einde van het boekjaar;c) het bedrag van de afschrijvingen en de waardeverminderingen op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (geboekt via de resultatenrekening, verworven van derden, afgeboekt, overgeboekt van een rubriek naar een andere) en het bedrag van deze afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar;d) het bedrag van de netto-boekwaarde op het einde van het boekjaar. Voor de rechten waarover het O.C.M.W. beschikt op grond van leasing of een gelijkaardige overeenkomst, wordt de netto-boekwaarde op het einde van het boekjaar gesplitst in : - terreinen en gebouwen; - installaties, machines en uitrusting; - meubilair en rollend materieel; - overige materiële vaste activa; - activa in aanbouw.

Hoofdstuk 5 : Staat van de financiële vaste activa De staat van de financiële vaste activa omvat twee substaten. Afdeling 1 : Belangen in rechtspersonen

De staat van de belangen : a) het bedrag van de aanschaffingswaarde op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa, overdrachten en buitengebruikstellingen, overboekingen van een rubriek naar een andere) en het bedrag ervan op het einde van het boekjaar;b) het bedrag van de meerwaarden op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (geboekte meerwaarden, meerwaarden verworven van derden, afgeboekte meerwaarden, overboekingen van een rubriek naar een andere) en het bedrag ervan op het einde van het boekjaar;c) het bedrag van de waardeverminderingen op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (geboekt of teruggenomen via de resultatenrekening, verworven van derden, afgeboekt, overgeboekt van een rubriek naar een andere) en het bedrag van deze afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar;d) het bedrag van de netto-boekwaarde op het einde van het boekjaar.e) het bedrag van de niet opgevraagde bedragen op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar en het bedrag op het einde van het boekjaar. Afdeling : Staat van de vorderingen

De staat van de vorderingen vermeldt de netto boekwaarde op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (toevoegingen, terugbetalingen, geboekte en teruggenomen waardeverminderingen, wisselkoersverschillen, overige), de boekwaarde op het einde van het boekjaar en het gecumuleerde bedrag van de waardeverminderingen op het einde van het boekjaar.

Hoofdstuk 6 : Staat van de vorderingen op meer dan één jaar De staat van de vorderingen op meer dan één jaar geeft een uitsplitsing in : - vorderingen op de overheid ten gevolge van subsidies onder de vorm van leningen; - overige vorderingen.

De overige vorderingen worden verder gedetailleerd indien het om substantiële bedragen gaat.

De staat van de vorderingen op meer dan één jaar vermeldt de netto-boekwaarde op het einde van het vorige boekjaar, de mutaties ervan tijdens het boekjaar (toevoegingen, terugbetalingen, geboekte en teruggenomen waardeverminderingen, wisselkoersverschillen, overige), de boekwaarde op het einde van het boekjaar en het gecumuleerde bedrag van de waardeverminderingen op het einde van het boekjaar.

Hoofdstuk 7 : Staat van de vorderingen op minder dan één jaar De staat van de vorderingen op minder dan één jaar wordt uitgesplitst in : - vorderingen op de overheid; - overige vorderingen.

De vergelijkende bedragen over het vorige boekjaar worden vermeld.

Hoofdstuk 8 : Staat van de geldbeleggingen De staat van de geldbeleggingen wordt uitgesplitst in : - aandelen, met vermelding van het niet-opgevraagde bedrag; - vastrentende effecten, met afzonderlijke vermelding van de effecten uitgegeven door kredietinstellingen en de overheid; - termijnrekeningen op kredietinstellingen, uitgesplitst naargelang de resterende looptijd of de opzegtermijn hoogstens één maand, meer dan één maand en hoogstens één jaar, of meer dan één jaar bedraagt.

De vergelijkende bedragen over het vorige boekjaar worden vermeld.

Hoofdstuk 9 : Staat van de overlopende rekeningen actief De staat van de overlopende rekeningen actief betreft een uitsplitsing van deze rubriek indien daaronder één of meerdere belangrijke bedragen voorkomen.

Hoofdstuk 10 : Staat van de voorzieningen voor risico's en kosten De staat van de voorzieningen voor risico's en kosten betreft een uitsplitsing van de rubriek VII.D. Overige risico's en kosten (passiva) wanneer hieronder een belangrijk bedrag voorkomt.

Hoofdstuk 11 : Staat van de schulden De staat van de schulden omvat drie twee substaten. Afdeling 1 : Staat van de schulden met een oorspronkelijke looptijd

van meer dan één jaar.

De staat van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar vermeldt een uitsplitsing, per post van rubriek VIII van de passiva, van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar naar gelang van hun resterende looptijd hoogstens één jaar, meer dan één jaar doch hoogstens vijf jaar, of meer dan vijf jaar bedraagt.

Van iedere rubriek in deze staat wordt vermeld of de lasten geheel of gedeeltelijk door een derde gesubsidieerd worden. Afdeling 2 : Staat van de voor schulden gegeven waarborgen

De staat van de voor schulden gegeven waarborgen vermeldt het bedrag van de schulden of van het gedeelte van de schulden waarvan de aflossing door het O.C.M.W. dient gedragen te worden en die gewaarborgd zijn door : 1° de overheid; 2° zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op activa van het O.C.M.W. De bedragen bedoeld onder 1° en 2° worden uitgesplitst per post voorzien in de rubrieken VIII en IX van de passiva, maar zonder onderscheid naar gelang van hun termijn.

Hoofdstuk 12 : Staat van de overlopende rekeningen passief De staat van de overlopende rekeningen passief betreft een uitsplitsing van deze rubriek indien daaronder een of meerdere belangrijke bedragen voorkomen.

Hoofdstuk 13 : Staat van de werkingsresultaten De staat van de werkingsresultaten omvat drie substaten. Afdeling 1 : Staat van de andere opbrengsten

De staat van de andere opbrengsten vermeldt het totaal bedrag van de subsidies - andere dan investeringssubsidies - en van de overheid ontvangen/te ontvangen compenserende bedragen en wordt uitgesplitst volgens het voorwerp van de subsidie. De vergelijkende bedragen over het vorige boekjaar worden vermeld. Afdeling 2 : Staat van de waardeverminderingen

De staat van de waardeverminderingen vermeldt het respectieve bedrag van de geboekte waardeverminderingen eensdeels en van de terugnemingen van waardeverminderingen anderdeels, uitgesplitst naar : 1° voorraden;2° vorderingen. De vergelijkende bedragen over het vorige boekjaar worden vermeld. Afdeling 3 : Staat van de voorzieningen voor risico's en kosten

De staat van de voorzieningen voor risico's en kosten betreft een uitsplitsing van het bedrag naar toevoegingen eensdeels en bestedingen en terugnemingen anderdeels.

De vergelijkende bedragen over het vorige boekjaar worden vermeld.

Hoofdstuk 14 : Staat van de uitzonderlijke resultaten De staat van de uitzonderlijke resultaten geeft een uitsplitsing van de rubrieken "VII.E. Andere uitzonderlijke opbrengsten" en "VIII.E. Andere uitzonderlijke kosten" indien het om belangrijke bedragen gaat.

De vergelijkende bedragen over het vorige boekjaar worden vermeld.

Hoofdstuk 15 : Staat van de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Er moet een toelichting gegeven worden bij de substantiële en relevante bedragen die werden opgenomen in klasse 0.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 24 maart 1999 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Brussel, 24 maart 1999.

De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS

^