Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 mei 2019
gepubliceerd op 24 september 2019

Ministerieel besluit tot vaststelling van het onroerenderfgoedrichtplan voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren

bron
vlaamse overheid
numac
2019014421
pub.
24/09/2019
prom.
24/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/24/2019014421/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Omgeving


24 MEI 2019. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het onroerenderfgoedrichtplan voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren


DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, Gelet op het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten, artikel 7.1.1;

Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, artikel 7.1.1, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2018 pub. 31/01/2019 numac 2019010463 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 63, § 2, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2018 pub. 25/01/2019 numac 2019010316 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 1, 20quater en 21, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen en tot wijziging van artikel 95, 99 en 106 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten, Besluit :

Artikel 1.Het onroerenderfgoedrichtplan voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, wordt vastgesteld.

Art. 2.De gebieden in het beveiligd digitaal bestand van dezelfde datum als dit besluit, worden vastgesteld als afbakening van het onroerenderfgoedrichtplan.

Art. 3.De afbakening van het onroerenderfgoedrichtplan is in de vorm van een GIS-laag beschikbaar op de website van het agentschap Onroerend Erfgoed.

Brussel, 24 mei 2019.

De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. BOURGEOIS

Bijlage BIJLAGE bij het ministerieel besluit tot vaststelling van het ONROERENDERFGOEDRICHTPLAN VOOR DE HOOGSTAMBOOMGAARDEN IN HASPENGOUW EN VOEREN Partners: - Vlaamse Overheid: agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap Natuur en Bos (ANB), departement Landbouw en Visserij, Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) en Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Ook Toerisme Vlaanderen, Ruimte Vlaanderen (nu Departement Omgeving) en het Departement Cultuur, Jeugd en Media (vanaf oktober 2018), zijn steeds uitgenodigd voor stuurgroepen en workshops en kregen de gelegenheid om documenten te adviseren, maar namen niet actief deel. - Lokale overheden: Provincie Limburg, Toerisme Limburg en de gemeenten en steden Alken, Bilzen, Borgloon, Diepenbeek, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Hoeselt, Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren, Voeren en Wellen; - Expertenorganisaties: Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, de Nationale Boomgaardenstichting en de Intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten IOED Oost-Haspengouw & Voeren en IOED Haspengouw West;

Dit onroerenderfgoedrichtplan biedt een visie op de toekomst van de hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren. De visie vertrekt vanuit de waarde van hoogstamboomgaarden voor verschillende belanghebbenden en is opgebouwd rond drie pijlers: behoud, beheer en beleid van en voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren. Deze doelstellingen zijn verder uitgewerkt in acht ambities, met aandachtspunten voor beheers- en ontwikkelingsdoelstellingen. Het richtplan verduidelijkt waarover elke ambitie gaat, waarom de ambitie belangrijk is en hoe de partners deze kunnen realiseren. Dit laatste krijgt verder vorm in een actieprogramma dat volgt op dit richtplan. Daarin spreken de partners nader af welke acties ze zullen opnemen de komende tijd. Ook de financiering moet worden voorzien bij de opmaak van het actieprogramma. Het actieprogramma maakt nog geen deel uit van dit onroerenderfgoedrichtplan, maar wordt er later aan gekoppeld.

Een cultuurhistorisch landschap onder druk: nood aan actie De aanleiding voor dit onroerenderfgoedrichtplan is de achteruitgang van het areaal hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren.

Hoogstamboomgaarden bepalen in belangrijke mate de streekidentiteit van deze regio. Het areaal hoogstamboomgaarden daalde sterk de afgelopen decennia, ten gevolge van landbouwintensivering, urbanisatie en verwaarlozing. Dit leidde tot grote veranderingen in het karakteristieke rurale landschapsbeeld van de regio. De evolutie in landbouw en maatschappij veroorzaakte een verschuiving van waardering voor hoogstamboomgaarden. De landbouweconomische waarde nam in de loop van de tijd sterk af. Andere waarden, zoals erfgoedwaarde, natuurwaarde, wetenschappelijke waarde, waarde voor de gemeenschap,... kwamen in de plaats. Daardoor situeren hoogstamboomgaarden zich in het werkveld van verschillende beleidsdomeinen, -niveaus en verenigingen.

Ondanks verschillende initiatieven om het behoud te verzekeren, blijven de hoogstamboomgaarden in snel tempo uit het landschap verdwijnen. Om het tij te keren is er nood aan een algemene geïntegreerde en beleidsoverschrijdende aanpak waarbij een afweging wordt gemaakt tussen de verschillende belangen en verwachtingen van het groot aantal bij het onderwerp betrokken beleidsdomeinen en andere belanghebbenden. Een onroerenderfgoedrichtplan is een instrument dat zich bij uitstek leent om dit te realiseren.

We formuleerden samen de doelstelling: "We willen hoogstambomen koesteren als waardevolle streekeigen landschapselementen en samen werken aan een duurzame verankering van hoogstamboomgaarden in een dynamisch landschap". Het onroerenderfgoedrichtplan voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren heeft als doel om tot een geïntegreerde en gedragen visie te komen, die ook leidt tot duurzame maatregelen om het behoud en beheer van deze typische landschapselementen op lange termijn te verzekeren. Deze visie moet leiden tot een kwaliteitsvol dynamisch landschap waarin een goed evenwicht heerst tussen de economische logica en maatschappelijke baten van hoogstamboomgaarden.

Hoogstamboomgaarden zijn multifunctionele landschapselementen met een breed spectrum aan waarden Aan hoogstamboomgaarden worden tal van, overwegend positieve, waarden toegekend. We overlopen achtereenvolgens: erfgoedwaarde, natuurwaarde, landbouwwaarde, ruimtelijke waarde, waarde voor toerisme en waarde voor de gemeenschap.

De erfgoedwaarden van hoogstamboomgaarden zijn divers en verschillen van boomgaard tot boomgaard. Afhankelijk van de concrete site komen een of meer van volgende erfgoedwaarden voor: architecturale waarde, artistieke waarde, culturele waarde, esthetische waarde, historische waarde, industrieel-archeologische waarde, technische waarde, ruimtelijk-structurerende waarde, volkskundige waarde en wetenschappelijke waarde. Verschillende aspecten van hoogstamboomgaarden zijn verantwoordelijk voor deze waarden, zoals: - de historische evolutie van de fruitteelt, het Haspengouwse landschap en de individuele hoogstamboomgaarden; - de traditionele inrichting en het traditioneel beheer van de hoogstamboomgaarden; - de ligging en (historische) context van de hoogstamboomgaarden: onderdeel van een park, erf of boomgaardengordel rond de dorpen en - de grote variatie aan streekeigen, soms zeldzame, oude fruitrassen.

Omwille van deze erfgoedwaarden zijn hoogstamboomgaarden op enkele plaatsen in Haspengouw beschermd: - In 63 beschermde stads- en dorpsgezichten zijn hoogstamboomgaarden opgenomen. Het zijn hoofdzakelijk historische gehelen van dorpskernen, kastelen en/of hoeven met omgeving, waar de hoogstamboomgaard(en) een deel van het historische traditioneel landschap zijn. De hoogstamboomgaarden zijn meestal niet de aanleiding voor de bescherming, wel een inherent onderdeel van een historische omgeving of context. In 4 gevallen spelen de hoogstamboomgaarden een grotere rol en zijn hun waarden mee beschreven. Het gaat om de bescherming van de omgeving van twee vakwerkhoeven te Alken, de omgeving van hoeve Blondeswinning te Grote-Spouwen (Bilzen), de agrarische omgeving van Gotem (Borgloon) en de Kuttekovenstraat te Kuttekoven (Borgloon); - 17 beschermde monumenten bevatten hoogstamboomgaarden. Ook hier gaat het meestal om hoogstamboomgaarden als onderdeel van de traditionele historische context bij hoeven of kastelen. In de omgeving van de Landcommanderij van Alden-Biesen (Bilzen), zijn de hoogstamboomgaarden dominant aanwezig en is de bescherming explicieter gericht op het behoud van deze boomgaarden. Ook bij de bescherming van de Commanderie van de Duitse Orde (Voeren) spelen de hoogstamboomgaarden, omwille van hun relatie met de eveneens in de bescherming opgenomen stroopfabrieken, een grotere rol. De bescherming van de collectieboomgaard `de Keizel' te Diepenbeek is het enige voorbeeld van een hoogstamboomgaard die zelf beschermd werd als monument. De erfgoedwaarde vertegenwoordigd door de meer dan 300 lokale fruitrassen en het toegepaste traditionele beheer waren de aanleiding voor deze bescherming; - Tot slot zijn er 11 beschermde cultuurhistorische landschappen die hoogstamboomgaarden bevatten, als onderdeel van het typische traditionele landschap van de streek. Vooral in het beschermde cultuurhistorische landschap rond Kuttekoven (Borgloon), zijn de aanwezige hoogstamboomgaarden en hun erfgoedwaarde de belangrijkste waarden in de bescherming. Soms spelen de hoogstamboomgaarden een (heel) ondergeschikte rol in de bescherming, zoals bij de grotten van Henisdael (Heers), de mergelontsluitingen van Overbroek (Sint-Truiden), de westelijke valleiflank van de Jeker (Riemst), de Kruisgraef (Voeren), het Hoogbos (Voeren) en de molen en hoeve van Hoogmolen en omgeving (Sint-Truiden).

Hoewel individuele hoogstamboomgaarden erfgoedwaarde kunnen bezitten, wat leidt tot opname in de inventaris onroerend erfgoed, vaststelling en/of bescherming, is het vooral het geheel aan hoogstamboomgaarden dat een grote erfgoedwaarde heeft. Bij de opkomst van de commerciële fruitteelt aan het einde van de 19de eeuw ontstonden in Vlaanderen een aantal fruitregio's, met hoogstamboomgaarden als dominant landschapskenmerk. In tegenstelling tot de andere voormalige Belgische fruitregio's, bleef in Haspengouw en Voeren nog een relatief groot aantal hoogstamboomgaarden bewaard, maar ook hier staat dit landschap sterk onder druk. Het hoogstamboomgaardenlandschap in Haspengouw en Voeren is een typisch voorbeeld van een ruraal cultuurhistorisch landschap dat door functieverlies dreigt te verdwijnen. Omwille van het identiteitsbepalende karakter van hoogstamboomgaarden voor het traditionele landschap is er nood aan algemene landschapszorg voor deze landschapselementen om deze erfgoedwaarde te bewaren.

De natuursector waardeert hoogstamboomgaarden vooral voor de rol die ze vervullen als ecologische stapsteen en natuurverbindingselement.

Daarom zijn ze beschermd via het natuurdecreet en het vegetatiebesluit. Het natuurdecreet maakt het kappen van hoogstamboomgaarden in openruimtegebieden vergunningsplichtig. In het bosarme Haspengouw maken hoogstamboomgaarden vaak het verschil voor zowel een aantal kritische (rode lijst) soorten (bvb eikelmuis, enkele vleermuissoorten, ...) als voor een groep niet-kritische soorten (bvb. steenuil, geelgors, grote vos en andere insectensoorten). Anderzijds zijn nieuwe hoogstamboomgaarden niet wenselijk in gebieden waar akkervogels en beschermde soorten die gebonden zijn aan open habitats (bv. de grauwe kiekendief) hun leefgebied hebben.

Sommige hoogstamboomgaarden, vooral oude boomgaarden met een ecologisch beheer, hebben omwille van een hoge biodiversiteit een hoger ecologisch potentieel en kunnen beschouwd worden als echte natuurboomgaarden.

Door de modernisering van de landbouw na de Tweede Wereldoorlog is de productiewaarde van hoogstamboomgaarden sterk afgenomen. De landbouweconomische waarde van hoogstamboomgaarden is daarom heel beperkt. Hoogstamboomgaarden hebben vooral een wetenschappelijke waarde voor de fruitteelt omwille van de aanwezige genenpoel.

Anderzijds bestaat het risico dat slecht beheerde hoogstamboomgaarden ziekten verspreiden naar laagstamboomgaarden en zo economische schade veroorzaken. Hoogstamboomgaarden kunnen ingepast worden in alternatieve landbouwsystemen zoals agroforestry en korteketenlandbouw. Het Vlaamse landbouwbeleid stimuleert deze vormen van landbouw, maar de toepassingsschaal is eerder klein. Daarnaast kunnen hoogstamboomgaarden een rol spelen in het vergroeningsbeleid.

Het multifunctionele karakter en de streekeigenheid van hoogstamboomgaarden maakt ze waardevol voor inpassing in het nieuwe ruimtelijke beleid in Vlaanderen. De strategische visie voor het beleidsplan ruimte zet in op meer functieverweving, efficiënter ruimtegebruik en een meer en meer gemeenschappelijk gebruik van de open ruimte. Hoogstamboomgaarden zijn bij uitstek multifunctionele landschapselementen die een breed palet van functies kunnen vervullen: economische functies (productie met beperkte vermarktbaarheid, toerisme), ecologische functies (biodiversiteit, ecosysteemdiensten, natuurverbindingselement) en sociaal-culturele functies (bv. gemeenschapsboomgaarden). De combinatie van deze multifunctionaliteit en het streekeigen karakter van hoogstamboomgaarden maakt deze landschapselementen uitermate geschikt voor het realiseren van de strategische doelstellingen en voor het toepassen van de ruimtelijke principes uit het beleidsplan ruimte Vlaanderen in Haspengouw.

Hoogstamboomgaarden zijn karakteristieke landschapselementen in Haspengouw. Ze geven de streek een specifieke eigenheid en dragen, door hun esthetische kwaliteiten, bij aan een hogere landschapsbeleving. Dit heeft een positief effect op het toerisme in Haspengouw. Het landschap is de belangrijkste reden waarom toeristen Haspengouw als bestemming kiezen. Toerisme speelt onder andere hoogstamboomgaarden en bloesems als troef uit in marketingcampagnes en wervend beeldmateriaal om toeristen naar de streek te lokken.

Hoogstamboomgaarden zijn ook waardevol voor de (lokale) gemeenschap.

Zowel inwoners als toeristen en recreanten waarderen het hoogstamboomgaardenlandschap sterk. Inwoners van Haspengouw zien hoogstamboomgaarden als een identiteitsbepalend landschapselement van hun streek en deel van hun cultureel erfgoed. De bevolking waardeert ze vooral vanwege de streekeigen rassen, de natuur en biodiversiteit, de landschappelijke (esthetische) kwaliteit en als groene long in een bebouwde omgeving. De mate van onderhoud heeft invloed op de waardering. Slecht onderhouden hoogstamboomgaarden met veel uitval en rottend fruit ervaart men eerder als storend.

De visie is opgebouwd rond 3 pijlers: behoud, beheer en het voeren van een gezamenlijk beleid voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren, uitgewerkt in 8 ambities: - Behoud: we houden het bestaande areaal hoogstamboomgaarden in Haspengouw op een semi-dynamische wijze in stand en stoppen de dalende trend (ambities 1-4); - Beheer: we zorgen voor een goed en duurzaam beheer van de hoogstamboomgaarden in Haspengouw, zowel traditioneel als in functie van aanwezige of beoogde waarden, rekening houdend met de professionele (laagstam)teelt (ambities 5-6); - Beleid: we voeren samen een structureel basisbeleid voor hoogstamboomgaarden, aangevuld met een flexibel projectmatig beleid (ambities 7-8).

AMBITIE 1: We houden het bestaande areaal hoogstamboomgaarden in Haspengouw op semi-dynamische wijze in stand: Op basis van desktoponderzoek kunnen we het areaal hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren ruw inschatten op circa 3800 ha (circa 4,4 % van het grondoppervlak). Dit is het laagste areaal sinds de eerste registratie van landbouwtellingen in 1842. Een kritisch punt is bereikt: om het typische traditionele Haspengouwse landschapsbeeld te behouden, moet de huidige oppervlakte hoogstamboomgaarden in het landschap behouden blijven. Het behoud van het typische landschapsbeeld vereist echter niet dat alle hoogstamboomgaarden op hun bestaande locatie behouden moeten blijven. Op de ene plaats verdwijnen hoogstamboomgaarden, op andere geschikte plaatsen kunnen nieuwe hoogstamboomgaarden worden aangeplant. De snelheid waarmee hoogstamboomgaarden in het landschap (kunnen) veranderen is afhankelijk van hun waarde.

Bepaalde waarden ontwikkelen zich met tijd of ouderdom van hoogstamboomgaaren of zijn afhankelijk van de locatie. Zulke waardevolle hoogstamboomgaarden behouden we op korte en middellange termijn wel op dezelfde locaties. De dynamiek van deze hoogstamboomgaarden is langzaam en bekijken we op lange termijn.

Hoogstamboomgaarden hebben tijd nodig om te groeien en waarde te ontwikkelen. Bepaalde waarden, zoals biodiversiteit, het vastleggen van CO2 en esthetische waarde nemen toe met de ouderdom van hoogstamboomgaarden. Voor het behoud en ontwikkelen van biodiversiteit en (migratie van) soorten is een zekere continuïteit van het landgebruik noodzakelijk. Sommige soorten zijn weinig dynamisch en vereisen dat hun habitat op langere termijn behouden blijft en/of zich slechts langzaam verplaatst. Ook het behoud van specifieke unieke rassen is deels plaatsgebonden (bijvoorbeeld in fructuaria), al kunnen deze locaties, mits verplaatsing of nieuwe aanplanten van deze rassen, in de loop der tijd wel wijzigen. Het bewaren van bepaalde erfgoedwaarden, zoals hoogstamboomgaarden als onderdeel van een historisch complex (monumentale hoeves, kastelen, domeinen) kan enkel op deze historische locatie.

In andere gevallen gaan we flexibel om met de locatie van hoogstamboomgaarden. Deze hoogstamboomgaarden volgen een snellere dynamiek en kunnen zich op korte termijn in het landschap verplaatsen.

Argumenten, zoals vrijheid van teeltkeuze in de landbouw, bodemmoeheid, infectie met ziektes/plagen die zich via de bodem verspreiden of hier overleven en ongeschikte ondergrond, pleiten immers voor het snel opruimen van bepaalde hoogstamboomgaarden.

Het in kaart brengen van het exacte aantal, de oppervlakte, de ligging en de individuele waarde van de hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren is een noodzakelijke voorwaarden om deze ambitie te kunnen waarmaken. Deze zijn momenteel immers onvoldoende gekend. Hiervoor is het belangrijk om eerst een duidelijke definitie vast te leggen van wat we precies verstaan onder een hoogstamboomgaard. Daarna inventariseren we de bestaande hoogstamboomgaarden volgens duidelijk vooraf bepaalde criteria. De inventarisatie moet multidisciplinair gebeuren en mag niet louter een erfgoedinventaris zijn. Het bepalen van de inventarisatiecriteria en de interpretatie op het terrein moeten dus in samenwerking met alle belanghebbenden gebeuren. Dit vereist verdere uitwerking in het actieprogramma. De inventarisatie kan tevens als startbasis dienen voor het opvolgen van deze ambitie door een `hoogstamboomgaardboekhouding' die bijhoudt welke hoogstamboomgaarden behouden blijven, verdwijnen en aangeplant worden.

Hoe dit kan gebeuren vereist nader onderzoek.

Er zijn verschillende mogelijkheden om verder in te zetten op het behoud van het hoogstamboomgaardenareaal. Deze vereisen verder onderzoek, overleg en uitwerking als onderdeel van het actieprogramma.

Om de dalende trend van het afnemend hoogstamareaal te stoppen, moeten we in eerste instantie de meest acute oorzaken voor het verdwijnen van hoogstamboomgaarden aanpakken. Daarbij vertrekken we van de huidige situatie en problemen. Inzetten op een vergunningenbeleid, het ondersteunen van landbouwers en sensibilisatie zijn prioritair: - Er is nood aan een Vlaams afwegingskader voor het verlenen van kapvergunningen ter ondersteuning van de lokale besturen. Dit vergunningenbeleid moet gepaard gaan met een handhavingsrichtlijn. - De meeste hoogstamboomgaarden liggen in agrarisch gebied en zijn in gebruik door landbouwers. Het gebrek aan rentabiliteit is één van de belangrijkste redenen waarom landbouwers hoogstamboomgaarden niet meer onderhouden en opruimen. Dit knelpunt moeten we structureel oplossen.

De diversiteit van deze groep vereist een benadering op maat. - Onbekend maakt onbemind. Onderzoek toonde het belang van kennis van (de waarde van) hoogstamboomgaarden aan voor het draagvlak voor behoud bij burgers en eigenaars. We moeten blijvend inzetten op sensibilisering van landbouwers, burgers, ruimtelijke planners en lokale beleidsmakers om de daling van het hoogstamboomgaardenareaal af te remmen.

We onderzoeken verder voor welke situatie of welk gebied welk type instrument het meest wenselijk en effectief zal zijn, waarbij we ook rekening houden met de gevolgen voor de eigenaars en gebruikers van de hoogstamboomgaarden. Tijdens het project maakten we al een eerste lijst van mogelijke beleidsinstrumenten die kunnen ingezet worden voor het behoud van hoogstamboomgaarden. Er zijn verschillende mogelijkheden om via instrumenten in te zetten op behoud: bescherming (erfgoed, natuur, ruimtelijke ordening), stimulerende maatregelen (subsidies, fiscale maatregelen), ruilverkaveling, grondverwerving en inrichting door de overheid... Elk instrument heeft voor- en nadelen: bescherming kan behoud van de waarde garanderen, maar laat weinig landschapsdynamiek toe en kent vaak weinig draagvlak bij eigenaars.

Stimulerende maatregelen zijn heel flexibel, maar genereren mogelijk niet de gewenste impact, en bieden geen zekerheid op lange termijn omwille van het vrijblijvend karakter. Ruilverkaveling is geschikt voor het realiseren van dynamiek, maar is mogelijk minder evident omdat het grootste deel van Haspengouw in het verleden al in een ruilverkaveling werd opgenomen.

AMBITIE 2: We zoeken actief naar nieuwe locaties waar hoogstamboomgaarden een plek kunnen krijgen: Het landschap is dynamisch en evolueert voortdurend. Daar er regelmatig hoogstamboomgaarden verdwijnen moeten we ook zoeken naar nieuwe locaties voor hoogstamboomgaarden als we het areaal op peil willen houden. Daarom hanteren we een `hoogstamboomgaardenreflex' bij het ontwerp en de aanleg van open(bare) ruimtes zoals parken, begraafplaatsen, enz. en zetten we in op sensibilisering van ruimtelijke planners en beleidsmakers. De groene plekken, die stedenbouwkundigen voorzien in hun projecten (woonontwikkeling, recreatieve ontwikkelingen, ... ) kunnen vaak als hoogstamboomgaard vorm krijgen en zo meewerken aan het versterken van de identiteit van Haspengouw en Voeren. Hoogstamboomgaarden kunnen een plaats krijgen binnen wooninbreidingsprojecten (als speel- en ontmoetingsruimte), als onderdeel van een (openbaar) park, een (natuur)begraafplaats, randafwerking van dorpen, verbindingselement tussen groenelementen in het open landschap en de bebouwde ruimte, ....

Niet alle plaatsen zijn even geschikt voor het aanplanten van nieuwe hoogstamboomgaarden. De bodem kan ongeschikt zijn of een ander landgebruik is meer wenselijk vanuit ecologisch of economisch oogpunt.

Graslanden met hoog ecologisch potentieel vereisen een beheer in de open sfeer en de meeste landbouwers willen agrarische percelen liever gebruiken voor andere teelten die beter passen in de bedrijfsvoering en een grotere productiewaarde hebben.

Op andere plaatsen is het uitbreiden van het hoogstamareaal net wel aangewezen. In functie van het behouden en ontwikkelen van biodiversiteit is een voldoende grote schaal noodzakelijk. Hierbij moeten we vertrekken van waardevolle kernen waarin bepaalde soorten al aanwezig zijn. In en nabij dorpskernen kunnen hoogstamboomgaarden mogelijk bijdragen tot een hogere leefbaarheid en hoogstamboomgaarden in de buurt van attracties en recreatieve routes kunnen de belevingswaarde van het landschap verhogen en een stimulans zijn voor het toerisme.

De opmaak van een `potentiekaart' is een mogelijk instrument om te bepalen welke locaties geschikt zijn voor het inbrengen van nieuwe hoogstamboomgaarden en waar we liever geen nieuwe hoogstamboomgaarden willen. Hiervoor kunnen we verschillende criteria hanteren zoals het lokaliseren van restanten van historische boomgaarden, zichtlocatie, bodem, natuurwaarde, economisch potentieel, minimaliseren van ziekteoverdracht naar professionele laagstamplantages, ... We kunnen deze kaart gebruiken als een instrument om gericht eigenaars aan te spreken en warm te maken voor het planten van een nieuwe hoogstamboomgaard of voor het realiseren van fysieke compensatie voor hoogstamboomgaarden die verdwijnen (zie ambitie 1). Dit vereist nader onderzoek en uitwerking in het actieprogramma.

AMBITIE 3: We zetten hoogstamboomgaarden in als streekeigen oplossing voor maatschappelijke uitdagingen en wensen in Haspengouw: In het dichtbevolkte Vlaanderen is de druk op de open ruimte groot.

Het multifunctioneel karakter van hoogstamboomgaarden biedt een uitgelezen kans om verschillende maatschappelijke functies te combineren op één locatie en tegelijkertijd het karakteristieke landschap en de streekeigenheid te bewaren en te versterken. We stimuleren het behoud en de aanplant van hoogstamboomgaarden om een combinatie van maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden en maatschappelijke wensen te vervullen op een relatief beperkte oppervlakte. We kunnen hoogstamboomgaarden inzetten voor maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaatverandering (CO2-opslag en zorgen voor verkoeling), bewaren en versterken van de biodiversiteit, erosiebestrijding, luchtzuivering ... en voor maatschappelijke wensen zoals wonen in het groen, ruimte voor recreatie en ontspanning,... . Om het bestaande areaal te behouden, kunnen we ook inzetten op het gericht aanplanten van hoogstamboomgaarden en op die manier werken we aan een boomgaardennetwerk in functie van toerisme, leefbaarheid van dorpen, natuurverbindingen en biodiversiteit, landschapsherstel enz.

We onderzoeken de waarde van hoogstamboomgaarden voor het vervullen van deze maatschappelijke functies en wensen en zoeken naar mogelijkheden om die waarde te valoriseren. Door eigenaars te vergoeden voor het realiseren van maatschappelijk gewenste functies trachten we de verdeling van lasten en lusten van hoogstamboomgaarden in evenwicht te brengen.

AMBITIE 4: We zoeken oplossingen voor het voorkomen en bestrijden van moeilijk beheersbare ziektes en plagen: Omwille van mogelijke overdracht van ziektes (Aziatische fruitvlieg en Little Cherry Virus) van hoogstamkersen naar de professionele laagstamkersenteelt, worden momenteel veel hoogstamkersenboomgaarden gerooid. Deze beide ziektes veroorzaken immers grote economische schade in de professionele fruitteelt. In 2014 was de eerste grote economische schade door de Aziatische fruitvlieg in Vlaanderen. Er is geen natuurlijke bestrijding mogelijk tegen de Aziatische fruitvlieg en de vectoren van het Little Cherry Virus zijn nog ongekend. De gehanteerde voorzorgsmaatregelen hebben tot gevolg dat veel hoogstamkersenboomgaarden (en vermoedelijk ook hierin aanwezige zeldzame waardevolle streekeigen kersenvariëteiten) verdwijnen. Het vinden van een oplossing voor deze problematiek is nodig om dit verdwijnen een halt toe te roepen en hoogstamkersenboomgaarden een nieuwe kans te geven.

Daarnaast kan ook rottend fruit een bron van bijvoorbeeld wormstekigheid, (veroorzaakt door de fruitmot) bij appel en peer zijn.

Het verwijderen van de oogst in hoogstamboomgaarden die gelegen zijn nabij laagstamplantages is dan ook aangewezen, zodat afgevallen, rottend fruit geen bron van allerlei ziektes vormt voor nabijgelegen laagstamfruit.

Indien er veel fruitmotten voorkomen in hoogstamboomgaarden, zal dit er toe leiden dat de feromoonverwarringstechniek, die bij in de laagstamteelt gebruikt wordt om deze plaag te controleren, geen optimaal effect heeft. Dit kan als gevolg hebben dat de fruitteler toch gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruiken (en zelfs in grotere hoeveelheden) om verkoopbaar fruit te kunnen oogsten.

Daarom zetten we in op het stimuleren en voeren van onderzoeken naar de verspreiding van deze ziekten, het ontwikkelen van resistente rassen en (natuurlijke) bestrijdingsmiddelen. Dit onderzoek is voordelig voor zowel de hoogstamboomgaarden als de laagstamboomgaarden. Het verzamelen en integreren van kennis en materiaal uit hoogstamboomgaarden, zoals de unieke variatie aan rassen en de grote aanwezigheid van predatoren in hoogstamboomgaarden met hoge biodiversiteit kunnen een toegevoegde waarde betekenen voor dit onderzoek.

Ook onderzoek naar de rol die hoogstamboomgaarden kunnen spelen bij biologische ziekte- en plaagbestrijding in laagstamboomgaarden is nodig om het draagvlak voor hoogstamboomgaarden te verhogen en om hoogstamboomgaarden in te zetten ter ondersteuning van de professionele teelt (zie ook ambitie 6).

Om de impact en verspreiding van ziektes te beperken streven we naar het ontwikkelen, kweken en aanplanten van virusvrij materiaal in hoogstamboomgaarden.

AMBITIE 5: We ondersteunen een gepast beheer op maat van het doel en de waarde van de hoogstamboomgaarden Hoogstamboomgaarden zijn culturele landschapselementen. Hun ontstaan en voortbestaan is afhankelijk van menselijk ingrijpen. Langdurige verwaarlozing leidt er toe dat de hoogstamboomgaarden langzaam uit het landschap verdwijnen. Verwaarlozing en/of slecht beheer van hoogstamboomgaarden is een van de meest gesignaleerde bedreigingen voor het behoud van hoogstamboomgaarden. De bomen worden niet regelmatig of niet volgens de regels van de kunst gesnoeid, fruit wordt niet geplukt, dode bomen worden verwijderd maar niet heraangeplant,... . Dit zorgt voor onvrede en een gebrek aan draagvlak bij de bevolking en professionele fruittelers.

Alle functies van hoogstamboomgaarden, van het verhogen van de productie tot het creëren van natuurwaarden, vereisen een aangepast onderhoud en beheer. Afhankelijk van het doel, de waarde en het gebruik van de boomgaard zijn andere maatregelen en voorwaarden gewenst en/of noodzakelijk: - een productiegericht beheer vereist een intensievere snoei om voldoende vruchthout te creëren; - bij een erfgoedbeheer zijn onder andere de inrichting en rassenkeuze van belang; - bij een natuurgericht beheer spelen de inrichting (plantafstand, dood hout, brede haag of houtkant, ...) en het gevoerde beheer (geen chemische middelen, extensief begrazen of hooien, ...) een belangrijke rol; - recreatief (mede)gebruik vraagt een bepaalde inrichting; - ...

Daarom ondersteunen we een beheer op maat van het (gebruiks)doel en de waarde van individuele hoogstamboomgaarden. Beheersovereenkomsten en dienstenvergoedingen zijn geschikte instrumenten om dit te realiseren.

We onderzoeken dit nader en werken dit verder uit binnen een beheersvisie.

We maken een beheersvisie op voor hoogstamboomgaarden. Deze visie bevat minstens volgende elementen: - duidelijke definities van de verschillende (mogelijke) beheersvormen; - een overzicht van beheersmaatregelen: deze hebben niet enkel betrekking op de bomen maar op de gehele oppervlakte van de hoogstamboomgaard. Ook graslandbeheer, beheer van de omringende haag, toegangshekken, en dergelijke maken integraal deel uit van het hoogstamboomgaardenbeheer; - noodzakelijke en wenselijke (combinatie van) beheermaatregelen voor het behouden of realiseren van bepaalde waarden in hoogstamboomgaarden en/of binnen bepaalde bestemmingen: afhankelijk van het beoogde doel en functie van de hoogstamboomgaarden, kunnen bepaalde voorwaarden voor het beheer nodig zijn. Zo zal voor het creëren van bepaalde natuurdoelen de ontwikkelingsduur van belang zijn; - onderzoek naar en uitwerking van een geschikt beheersinstrumentarium om de beheersvisie uit te voeren.

Het ene doel hoeft het andere doel niet volledig uit te sluiten.

Synergieën zoeken tussen verschillende waarden is wenselijk om het multifunctionele karakter van hoogstamboomgaarden te bewaren en te versterken. Een aantal eenvoudige beheersmaatregelen zoals de aanleg van een haag verhoogt bijvoorbeeld ook de natuur- en erfgoedwaarde van een productieboomgaard. En hoewel een natuurbeheer productie niet als (hoofd)functie heeft, dragen de bomen wel vruchten en is het zoeken naar een vorm van fruitverwerking of -gebruik wenselijk.

Multifunctionaliteit, en de combinatie van verschillende beheervormen nodig om dit te realiseren, moedigen we aan waar mogelijk.

We garanderen voor alle hoogstamboomgaarden een minimumbeheernorm.

Sommige beheermaatregelen zijn noodzakelijk in alle hoogstamboomgaarden, zoals regelmatig snoeien of onderhoud van de graslaag. Dit zijn maatregelen die onafhankelijk zijn van de waarde en het gebruik van de boomgaard. Een belangrijk aspect hierbij is het oogsten van het fruit. Afgevallen en rottend fruit heeft een negatief effect op bepaalde waarden van hoogstamboomgaarden. In ecologisch waardevolle boomgaarden zorgt het voor aanrijking van de bodem en daling van de biologische waarde van de grasmat, in weilanden kan het ziektes veroorzaken bij het grazend vee, sommige ziektes overleven via afgevallen fruit in hoogstamboomgaarden zodat infecties zich het volgende teeltseizoen van hieruit kunnen verspreiden naar laagstamplantages,.... Het niet oogsten van fruit zorgt bovendien voor een negatief imago van hoogstamboomgaarden bij de bevolking. Daarom zoeken we naar maatregelen en oplossingen om de oogst te verzekeren waar dat wenselijk is (in geval van de aanwezigheid van een biologisch waardevolle grasmat, bij gebruik als weiland, nabij laagstamplantages en recreatieve routes,...). Sommige organismen, zoals de das, foerageren net op het afgevallen fruit. In de buurt van dassenburchten kan het dus wenselijk zijn een (deel van) de oogst te laten liggen.

Verwaarlozing en onvoldoende beheer is meestal het gevolg van een gebrek aan financiële ondersteuning en/of een gebrek aan kennis.

Onderhoud en beheer van hoogstamboomgaarden zijn arbeids- en tijdsintensief. Zonder ondersteuning is het moeilijk om hoogstamboomgaarden in te passen binnen een landbouwbedrijf waar rentabiliteit een voorwaarde voor overleven is. Ook binnen het natuurbeheer is het opnemen en onderhouden van hoogstamboomgaarden financieel niet altijd haalbaar wegens een gebrek aan specifieke ondersteuning voor dit landschapselement. Sommige particuliere eigenaars geven aan dat de inspanningen soms groter zijn dan de opbrengst en het gebruiksgenot, waardoor ze hun hoogstamboomgaard verwaarlozen of opruimen. Een slecht beheer kan ook het gevolg zijn van onwetendheid en gebrek aan kennis. In het kader van projecten worden heel wat hoogstamboomgaarden aangeplant bij enthousiaste burgers die nadien niet voor een gepast onderhoud (kunnen) zorgen.

Daarom zorgen we voor structurele ondersteuning, zowel technisch-inhoudelijk als financieel, van eigenaars en beheerders.

De uitwerking en financiering van deze ondersteuning maken deel uit van het actieprogramma. Verschillende acties zijn mogelijk.

Technisch-inhoudelijke ondersteuning kan bijvoorbeeld door het organiseren van opleidingen, het ondersteunen van beheer door professionele boomverzorgers, het aanbieden van ondersteuning bij aanplant en onderhoud,... Financiële ondersteuning kan door subsidies of fiscale maatregelen. Een beheersvisie moet uitwijzen welke instrumenten het meest geschikt zijn. Dit nemen we verder op bij de uitwerking van het actieprogramma.

AMBITIE 6: Bij het beheer van hoogstamboomgaarden besteden we aandacht aan zowel positieve als negatieve effecten op de professionele (laagstam)teelt: Fruitteelt (laagstam) is een van de belangrijkste landbouwteelten in Haspengouw. Door de aanwezigheid van gelijkaardige soorten, kunnen organismen die leven in hoogstamboomgaarden invloed uitoefenen op de laagstamteelt. Deze invloed kan positief (functionele agrobiodiversiteit) of negatief (competitieve agrobiodiversiteit) zijn..

Hoogstamboomgaarden met een hoge biodiversiteit kunnen de professionele fruitteelt ondersteunen door middel van functionele agrobiodiversiteit. Dit betekent dat bepaalde soorten die voorkomen in hoogstamboomgaarden nuttige functies kunnen vervullen in laagstamboomgaarden zoals bestuiving en biologische bestrijding van ziektes.

Fruitproductie is onder andere afhankelijk van een goede bestuiving.

Bijen spelen hierin een belangrijke rol. In hoogstamboomgaarden met hoge ecologische waarde/biodiversiteit komen veel meer (solitaire) bijensoorten voor dan in laagstamboomgaarden. Uit onderzoek is gebleken dat solitaire bijen zeer efficiënte bestuivers van fruitbomen zijn. Hoogstamboomgaarden kunnen zo bijdragen aan de bestuiving van omringende laagstamplantages.

De toenemende aandacht voor milieu- en voedselveiligheid zorgen voor een sterke beperking van de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen.

Als alternatief bestrijden fruittelers ziektes en plagen met geleedpotige predatoren zoals roofwantsen en -mijten, oorwormen en zweefvliegen (= geïntegreerde gewasbescherming). Ook deze predatoren kunnen van nature in grote aantallen voorkomen in hoogstamboomgaarden.

Traditionele hoogstamboomgaarden bieden een goede variatie aan habitats voor deze soorten, alsook beschutting tijdens de winter, omdat ze zijn opgebouwd in drie lagen: opgaande bomen, onderliggende grasmat en omringende haag.

Hoogstamboomgaarden kunnen de laagstamteelt echter ook schade berokkenen door middel van competitieve agrobiodiversiteit. Dit betekent dat bepaalde soorten die voorkomen in hoogstamboomgaarden negatieve impact hebben op de fruitproductie in laagstamboomgaarden zoals verspreiding van ziektes en plagen.

Laagstamplantages bestaan doorgaans uit grote blokken van slechts één fruitvariëteit. Dit maakt hen vatbaar voor ziektes. Een geïnfecteerde laagstamplantage kan tot grote economische verliezen leiden.

Verschillende plaagziekten, zoals de fruitmot, de appelbloedluis, de Aziatische fruitvlieg en perenbladvlo belagen de fruitteelt. Ook ziektes veroorzaakt door bacteriën (zoals bacterievuur) en virussen (zoals Little Cherry Virus) vormen een sterke bedreiging voor de professionele fruitteelt. Deze soorten komen ook voor in hoogstamboomgaarden. Slecht onderhouden hoogstamboomgaarden en meidoornhagen en afgevallen rottend fruit kunnen oorzaken zijn van verspreiding van deze soorten vanuit de hoogstamboomgaarden naar de omringende laagstamplantages.

De ligging van hoogstamboomgaarden nabij laagstamboomgaarden vereist (mogelijk) een aantal extra en/of aangepaste beheersmaatregelen om de positieve invloed te maximaliseren en de negatieve invloed te minimaliseren.

Om functionele agrobiodiversiteit te realiseren, is een hoogstamboomgaardenbeheer vereist dat gericht is op het in stand houden, creëren en optimaliseren van de leefomgeving van soorten zoals wilde bijen en geleedpotige predatoren. Daarbij moet er onder andere aandacht zijn voor de aanwezigheid van dood hout en een traditionele opbouw in drie lagen. Het beheersen van de competitieve agrobiodiversiteit van hoogstamboomgaarden is essentieel om de impact ervan op de professionele fruitteelt te beperken. Belangrijk daarbij is het vakkundige en regelmatige onderhoud van bomen en hagen, het oogsten of ruimen van gevallen fruit, en het gebruik van virusvrij aanplantmateriaal. Daarnaast is monitoring en controle op ziektes belangrijk om snel en tijdig te kunnen reageren. Een aantal ziektes, zoals het Little Cherry Virus, dat zich via de boomwortels kan verspreiden en in de bodem overleeft, vereisen meer drastische maatregelen zoals het rooien van besmette bomen en een (tijdelijk) verbod om op dezelfde locatie opnieuw kersenbomen aan te planten.

We onderzoeken verder welke combinatie van beheersmaatregelen het meest geschikt is en werken dit verder uit binnen de beheersvisie (ambitie 5).

Het minimaliseren van de negatieve en maximaliseren van de positieve effecten van hoogstamboomgaarden op de laagstamteelt zal het draagvlak voor hoogstamboomgaarden bij professionele fruittelers sterk verhogen.

We voeren bijkomend onderzoek naar de voordelen van hoogstamboomgaarden voor de commerciële fruitteelt. Educatie en sensibilisatie van fruittelers, eigenaars en beleidsmakers zijn belangrijke instrumenten om deze voordelen kenbaar te maken en zo deze ambitie te kunnen realiseren. Daarnaast voeren we ook onderzoek naar de oorzaken van (veelvoorkomende) ziekten en plagen in boomgaarden (ambitie 4).

AMBITIE 7: We voeren samen een stimulerend basisbeleid voor hoogstamboomgaarden met gedeelde verantwoordelijkheid: Het huidige beleid rond hoogstamboomgaarden bestaat uit een combinatie van beschermende (restrictieve) en stimulerende maatregelen, verspreid over verschillende sectoren en beleidsniveaus. Sectorale maatregelen zijn vaak slechts van toepassing voor een beperkt aantal hoogstamboomgaarden (bijvoorbeeld bescherming en erfgoedpremie onroerend erfgoed) en/of doelgroepen.

Lokale initiatieven verschillen van gemeente tot gemeente en zijn niet gebiedsdekkend. De versnippering van het beleid zorgt voor veel onduidelijkheid, zowel bij eigenaars als lokale overheden. De beschermende maatregelen hebben te kampen met handhavingsproblemen en een gebrek aan draagvlak. Eigenaars en de bevolking ervaren weinig transparantie met betrekking tot het gevoerde beschermingsbeleid.

Stimulerende maatregelen blijven vaak onderbenut om diverse redenen: eigenaars zijn niet altijd op de hoogte van de maatregelen, ze ervaren de administratieve last als te hoog, de steun is ontoereikend of gaat gepaard met te veel verplichtingen, ...

Tijdelijke projecten, zoals PDPO-projecten, ruilverkavelingen (nieuwe stijl) en landinrichting, voeren vaak met succes maatregelen uit, zoals aanplantacties (herstel en nieuwe aanplanten), het uitvoeren van achterstallig beheer, het inrichten van een hoogstamboomgaard, ... .

Deze projecten zorgen voor een opwaardering van het hoogstamboomgaardenlandschap en tonen aan dat zulke maatregelen werken. Hun continuïteit is evenwel niet gegarandeerd zodat een blijvend effect op lange termijn twijfelachtig is. Eigenaars en gebruikers die meestappen in stimulerende projecten ervaren een rechtsonzekerheid: het is immers onduidelijk hoe lang de ondersteuning zal duren.

Ondanks de verschillende sectorale en lokale inspanningen en projecten blijft het areaal hoogstamboomgaarden tot op vandaag jaarlijks dalen.

Om dit tij te keren bundelen we onze krachten en voeren we een gezamenlijk basisbeleid om het behoud van hoogstamboomgaarden te garanderen, met gedeelde verantwoordelijkheid voor de verschillende beleidsdomeinen en -niveaus. We kunnen dit gezamenlijk beleid blijven opnemen binnen verschillende sectorale en lokale maatregelen, maar onderlinge afstemming en samenwerking tussen alle betrokken beleidsinstanties en -niveaus is noodzakelijk om alle beoogde doelen te bereiken. Door samen de verantwoordelijkheid te dragen en elkaar te versterken, kunnen we de beschikbare middelen optimaal inzetten. Een mogelijke manier om onderlinge afstemming en voldoende flexibiliteit en maatwerk te garanderen is het werken met een instrumentenkoffer. Op die manier kunnen we makkelijk kruisbestuiving tussen overkoepelend beleid en lokale noden faciliteren. Verder onderzoek hiernaar en uitwerking hiervan zijn nodig binnen het actieprogramma.

We voeren een structureel en stimulerend beleid en beperken (bijkomende) verplichtingen zo veel mogelijk. Dit kan op verschillende manieren (subsidies, fiscale voordelen, ondersteuning op het terrein, ...). Het op elkaar afstemmen en complementair maken van verschillende ondersteuningsmaatregelen, het voorzien van de nodige financiering en het verzekeren van de continuïteit zijn cruciaal. Dit nemen we op binnen het actieprogramma. We focussen op: - uitwerken van ondersteuningsmaatregelen voor het beheer van hoogstamboomgaarden op maat van hun doel, waarde en gebruik (zie ambitie 5); - verankering van stimulerende maatregelen voor onderhoud/beheer en traditioneel gebruik (veeteelt en fruitproductie); - eenvoud, transparantie en toepassing voor heel Haspengouw.

Op dit ogenblik is meer dan de helft van het hoogstamboomgaardenareaal in landbouwgebruik, overwegend als weiland of grasland (veeteelt). Het gebrek aan rentabiliteit binnen het landbouwbedrijf bedreigt het voortbestaan van deze hoogstamboomgaarden (o.a. ook door de dalende vleesconsumptie). Om het traditioneel gebruik op lange(re) termijn te verzekeren, zetten we in op het creëren van voordelen van hoogstamboomgaarden voor de eigenaar/gebruiker door een structureel beleid. Een combinatie van verschillende vormen van ondersteuning, zoals stimulerende maatregelen, onderzoek, bedrijfsadvies, en andere is wenselijk om het integreren van hoogstamboomgaarden binnen een rendabele landbouwuitbating te bevorderen. Om de fruitproductie te ondersteunen zetten we in op de afzet van hoogstamfruitproducten.

Verschillende acties zijn mogelijk zoals het uitvoeren van een marktonderzoek, het ondersteunen van verwerkingsinitiatieven, structurele afname van hoogstamfruit, krachten bundelen door middel van coöperaties,... . Dit werken we verder uit in het actieprogramma.

Om een succesvol stimulerend beleid te voeren, is het belangrijk dat eigenaars mee willen stappen in het verhaal. Daarom houden we het beleid eenvoudig en transparant met een minimum aan administratieve lasten en met aandacht voor de noden en behoeften van de eigenaars.

Het identiteitsbepalende karakter van hoogstamboomgaarden vereist dat het beleid van toepassing moet zijn voor alle hoogstamboomgaarden en heel Haspengouw (algemene landschapszorg). Het behoud van hoogstamboomgaarden verspreid over heel de regio is ook belangrijk voor de lokale bevolking. Duidelijkheid, eenvoud en transparantie is noodzakelijk voor het draagvlak van een hoogstamboomgaardenbeleid. We realiseren dit door het uitwerken van een regionale loketfunctie. Wie deze moet uitvoeren en wat de taakstelling is, willen we verder onderzoeken en uitwerken in het actieprogramma. Het `boomgaardenloket' moet makkelijk aanspreekbaar zijn voor eigenaars, lokale besturen, verenigingen... en bevindt zich dus best in de regio. Deze functie kan geïntegreerd worden in een bestaande organisatie (zoals bv. het Regionaal Landschap of de Nationale Boomgaardenstichting). Mogelijke taakstellingen zijn: - informeren en ondersteunen van eigenaars bij beheer, afzet van producten,... (taakstelling vergelijkbaar met bosgroepen); - faciliteren van subsidie-aanvragen voor eigenaars/gebruikers door bijvoorbeeld een gecentraliseerde aanspraak op subsidies; - kenniscentrum rond hoogstamboomgaarden; - ... .

AMBITIE 8: We voeren een aanvullend flexibel projectmatig beleid voor hoogstamboomgaarden: Het structureel ondersteunen van beheer is noodzakelijk. Het is echter moeilijk te voorspellen wat de toekomst brengt en welke veranderingen er nog op ons afkomen. We moeten dus blijven inzetten op creatieve en innovatieve oplossingen. Dit kunnen we het best realiseren via een projectmatig beleid voor hoogstamboomgaarden. Via projecten kunnen we bottom-up initiatieven ondersteunen, snel en flexibel inspelen op maatschappelijke noden en veranderingen en gericht middelen inzetten.

Ook dit projectmatige beleid vereist financiering en verdere uitwerking in het actieprogramma.

Mogelijke projectthema's zijn: - alternatief en sociaal gebruik van hoogstamboomgaarden; - (alternatieve) economische invullingen en financieringsmodellen; - educatie- en sensibilisatie ten behoeve van draagvlakverbreding; - stimuleren van gebruik van oude rassen en culinaire gebruiken; - ... .

Sociaal gebruik van hoogstamboomgaarden, alternatieve economische functies, fruitbomen in de tuin en dergelijke, zijn initiatieven die vaak van onderuit op kleine schaal ontstaan. Deze initiatieven dragen op hun manier bij aan het in stand houden van het hoogstamboomgaardenlandschap en hebben een positief effect op het draagvlak voor hoogstamboomgaarden. Daarom moeten we ook dergelijke initiatieven stimuleren.

Projecten kunnen ook fungeren als `testlabo' voor het uitwerken van een structureel hoogstamboomgaardenbeleid. Succesrecepten en goede praktijken uit projecten kunnen nadien geïmplementeerd worden in het structurele beleid.

Educatie en sensibilisatie zijn belangrijk voor het draagvlak voor hoogstamboomgaarden. Ook acties die bijdragen aan het verhogen van het draagvlak, zoals bijvoorbeeld (educatieve) evenementen, een gastronomische wedstrijd voor oude fruitrassen en dergelijke, verdienen ondersteuning.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit tot vaststelling van het onroerenderfgoedrichtplan voor de Hoogstamboomgaarden in Haspengouw, Brussel, 24 mei 2019.

De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. BOURGEOIS

^