Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 25 juli 2008
gepubliceerd op 23 oktober 2008

Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens

bron
vlaamse overheid
numac
2008036240
pub.
23/10/2008
prom.
25/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/25/2008036240/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij


25 JULI 2008. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens


De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 5 februari 1999 en 1 maart 2007, en het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2004 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte varkens, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 mei 2006 en 27 juli 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 april 2008;

Gelet op het advies nr. 44.604/3 van de Raad van State, gegeven op 17 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 2 van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens, worden een punt 3°, 4° en 5° toegevoegd, die luiden als volgt : « 3° het indelingstoestel VCS 2000-3C en de ramingsmethode, vermeld in bijlage VI van dit besluit; 4° het indelingstoestel Hennessy Grading Probe (HGP4) en de ramingsmethode, vermeld in bijlage VII van dit besluit;5° het indelingstoestel Optiscan-TP System en de ramingsmethode, vermeld in bijlage VIII van dit besluit.»

Art. 2.Aan hetzelfde besluit worden een bijlage VI, VII en VIII toegevoegd, die als bijlage I, II en III bij dit besluit zijn gevoegd.

Brussel, 25 juli 2008.

K. PEETERS

Bijlage I Bijlage VI. - Indelingstoestel VCS 2000-3C en bijbehorende methode voor de raming van het aandeel mager vlees, vermeld in artikel 2, 3° HOOFDSTUK I. - Beschrijving van het indelingstoestel

Artikel 1.De VCS 2000-3C is een fotoverwerkingssysteem voor de automatische bepaling van het geraamde aandeel mager vlees. Het apparaat wordt online gebruikt in het slachtproductiesysteem, waar de geslachte halve varkens automatisch door drie camera's worden gefilmd.

De fotogegevens worden vervolgens verwerkt aan de hand van speciaal daarvoor bestemde software.

Art. 2.Het systeem bestaat uit : 1° een installatie met de volgende onderdelen voor de beoordeling van het profiel van de ham : a) een positioneringsinrichting die ervoor zorgt dat de linkerkarkashelft orthogonaal in beeld wordt gebracht;b) een monochrome camera die zich in een beschermend omhulsel bevindt;c) een witte achtergrond;d) een belichtingsinstallatie, bestaande uit twee lichtbronnen die de achtergrond belichten zodat er een sterk en schaduwvrij contrast ontstaat met het te meten karkas;e) een sjabloon die het mogelijk moet maken om op elk moment het systeem te verifiëren.Het sjabloon bestaat uit een uitgezaagd vlak dat de beeldanalyse verifieert op basis van een horizontale breedtemaat en een hoekmeting. Het sjabloon zal ofwel van het type zijn om te worden opgehangen ofwel van het type om op de grond te worden geplaatst; 2° een installatie met de volgende onderdelen voor de beoordeling van de volledige binnenzijde van het karkas : a) een mechanische positioneringsinrichting waarbij de te meten karkashelft met de binnenzijde loodrecht op de kleurencamera's wordt gepositioneerd.Een aanvullende positioneringsinrichting wordt geplaatst waarbij beide karkashelften uit elkaar worden gedreven door de karkashelft die niet wordt gemeten tijdelijk te blokkeren; b) twee kleurencamera's die zich in een beschermend omhulsel bevinden;c) een blauwe achtergrond;d) een belichtingsinstallatie, bestaande uit twee lichtbronnen die de binnenzijde van het karkas belichten zodat er een helder en scherp beeld ontstaat;e) een sjabloon die het mogelijk moet maken om op elk moment het systeem te verifiëren.Het sjabloon bestaat uit een uitgezaagd vlak dat de beeldanalyse verifieert op basis van een horizontale breedtemaat. Het sjabloon dient tevens voor de controle van de helderheid van het beeld; 3° een beeldanalyse-eenheid : de beeldanalyse-eenheid omvat de hardware en de software voor de beeldanalyse.

Art. 3.De meetwaarden worden door het apparaat zelf omgezet in een schatting van het aandeel mager vlees. HOOFDSTUK II. - Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees

Art. 4.Het geraamde aandeel mager vlees van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule : ^Y= 54,078892 + 0,037085*X5 + 0,256113*X15 + 0,021655*X16 + 33,97699*X59 - 0,149103*X88 - 0,106705*X90 - 0,0768985*X91 - 0,079832*X95 - 0,079042*X96 - 0,084983*X97 + 0,039831*X107 - 0,681172*X108 + 0,234541*X109 - 0,059871*X113 - 4,149651*X120 - 36,8824*X147 - 19,9219*X149 - 7,512613*X156 - 0,086669*X168 - 0,545069*X171 - 0,386719*X173 - 0,025001*X175 - 1,410422*X186 - 0,32873*X192 - 0,260074*X193 - 0,08137*X196 + 141,2392*X198 - 141,236*X199 - 12,7862*X222 - 27,3973*X227 - 289,576*X228 + 425,3549*X233 + 14,62961*X234 - 0,97067*X242 - 2,084821*X243 - 3,11945*X259 + 14,72706*X270 - 0,949448*X273 waarbij : ^Y = geraamd aandeel mager vlees van het geslachte varken X5 = de gemiddelde afstand van de zwaartepuntlijn tot de buitenkant van de ham X15 = de hoek tussen de zwaartepuntlijn en de X-as X16 = de hoek tussen de zwaartepuntlijn en de raaklijn op de ham X59 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte dorsaal van de zwaartepuntlijn en de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn X88 = de minimale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 en 2 X90 = de maximale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in het craniale derde van het karkas X91 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X95 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 4 X96 = gemiddelde dikte rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in het craniale derde van het karkas X97 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 4 X107 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn en de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 2 X108 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 3 en de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 3 X109 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 4 en de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 4 X113 = de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 5 X120 = de verhouding tussen de lengte van de ham, gemeten op de zwaartepuntlijn en de hambreedte ter hoogte van een derde van het hamoppervlak X147 = de verhouding tussen de minimale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 en 2 en de gemiddelde karkashoogte X149 = de verhouding tussen de maximale dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in het craniale derde van het karkas en de gemiddelde karkashoogte X156 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 4 en de gemiddelde karkashoogte X168 = de verhouding tussen de afstand tussen de referentiepunten op de ham en de voorpoot, gemeten op de Y-as en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X171 = de verhouding tussen de afstand tussen de referentiepunten op de ham en de voorpoot, gemeten op de zwaartelijn, en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X173 = de verhouding tussen de gemiddelde karkashoogte in de craniale twee derden van het karkas en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X175 = de verhouding tussen de lengte van de wervelkolom in sector 1 en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X186 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 4 en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X192 = de verhouding tussen de dikte van het spierweefsel + rugspek (met inbegrip van het zwoerd) ter hoogte van twee derden van de karkaslengte (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X193 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het spierweefsel + rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 5 (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X196 = de verhouding tussen de gemiddelde dikte van het spierweefsel in sector 5 (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de gemiddelde dikte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X198 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte dorsaal van de zwaartepuntlijn en de volledige karkasoppervlakte X199 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn en de volledige karkasoppervlakte X222 = de verhouding tussen de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 en de volledige karkasoppervlakte X227 = de verhouding tussen de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sector 5 en de volledige karkasoppervlakte X228 = de verhouding tussen de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 en 2 en de volledige karkasoppervlakte X233 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 2 en de volledige karkasoppervlakte X234 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 3 en de volledige karkasoppervlakte X242 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte in het caudale negende deel van het karkas en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X243 = de verhouding tussen de karkasoppervlakte ventraal van de zwaartepuntlijn in het caudale negende deel van het karkas en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X259 = de verhouding tussen de oppervlakte in sector 2 (gemeten tot halverwege de wervelkolom) en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X270 = de verhouding tussen de oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 3 en 4 en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5 X273 = de verhouding tussen de oppervlakte van het spierweefsel in sector 1 en de volledige oppervlakte van het rugspek (met inbegrip van het zwoerd) in sectoren 1 tot en met 5

Art. 5.De oppervlakten worden gemeten in mm2, de hoeken in graden, en de afstanden, hoogtes, diktes en breedtes in mm.

Art. 6.De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. HOOFDSTUK III. - Gebruiksaanwijzing

Art. 7.§ 1. Bij aanvang van iedere slachtdag wordt het beeldanalysesysteem met behulp van een sjabloon geverifieerd. § 2. Beoordelingen van het profiel van de ham worden uitgevoerd op de linkerkarkashelft.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 25 juli 2008 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens.

Brussel, 25 juli 2008.

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage II Bijlage VII. - Indelingstoestel Hennessy Grading Probe (HGP4) en bijbehorende methode voor de raming van het aandeel mager vlees, vermeld in artikel 2, 4° HOOFDSTUK I. - Beschrijving van het indelingstoestel

Artikel 1.Het indelingstoestel HGP4 is uitgerust met een sonde die een diameter heeft van 5,95 mm (bij het mes aan de punt van de sonde 6,3 mm), met fotodiode en fotodetector, en die een meetbereik heeft van 0 tot 120 mm. Aan de hand van de meetwaarden verschaft de HGP4 zelf een schatting van het magere vleesaandeel. HOOFDSTUK II. - Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees

Art. 2.Het geraamde aandeel mager vlees van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule : ^Y= 65,42464 - 1,06279*X1 + 0,17920*X2 waarbij : ^Y= geraamd aandeel mager vlees van het geslachte varken X1 = rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten op 6 centimeter van de middellijn van het hele geslachte varken tussen de derde laatste en de vierde laatste rib;

X2 = spierdikte in millimeter, gemeten op 6 centimeter van de middellijn van het hele geslachte varken tussen de derde laatste en de vierde laatste rib

Art. 3.De formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen 60 en 130 kg. HOOFDSTUK III. - Gebruiksaanwijzing

Art. 4.Bij de aanvang van iedere slachtdag moet de meetsonde geverifieerd worden aan de hand van het testblokje. Dat testblokje stelt een vaste waarde van vet- en vleesdikte voor (20 mm vet en 48 mm vlees). Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de verificatie verricht, moeten kunnen worden afgedrukt. Als de testwaarden de toegestane afwijking van 1 mm spekdikte of 1 mm spierdikte overschrijden, moet het slachthuis het indelingstoestel onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Art. 5.§ 1. Het karkas wordt met de meetsonde geprikt : 1° in de linkerslachthelft;2° tussen de derde laatste en de vierde laatste rib;3° horizontaal en evenwijdig aan het kliefvlak;4° 6 cm van het kliefvlak. § 2. De mespunt van de meetsonde moet tot in de buikholte worden doorgeprikt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 25 juli 2008 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens.

Brussel, 25 juli 2008.

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage III Bijlage VIII. - Indelingstoestel Optiscan-TP System en bijbehorende methode voor de raming van het aandeel mager vlees, vermeld in artikel 2, 5° HOOFDSTUK I. - Beschrijving van het indelingstoestel

Artikel 1.Door middel van een handmatig bediend toestel worden op twee welbepaalde plaatsen op het karkas een spekdikte en vleesdikte optisch bepaald. Een fotoverwerkingssysteem maakt van beide meetpunten een foto die wordt opgeslagen en later kan worden gecontroleerd. Aan de hand van die gegevens wordt door middel van de onderstaande formule het aandeel mager vlees in het karkas bepaald. HOOFDSTUK II. - Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees

Art. 2.Het geraamde aandeel mager vlees van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule : ^Y = 53,04153 - 0,68318*X1 + 0,23131*X2 waarbij : ^Y = geraamd aandeel mager vlees van het geslachte varken X1 = spekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten op de plaats waar die het dunst is op de lendenspier (musculus gluteus medius) X2 = dikte van de lendenspier in millimeter, dat is de afstand tussen de top (craniaal) van de lendenspier (musculus gluteus medius) en de bovenrand (dorsaal) van het ruggenmergkanaal

Art. 3.De formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen 60 en 130 kg. HOOFDSTUK III. - Gebruiksaanwijzing

Art. 4.Bij de aanvang van iedere slachtdag wordt het toestel geverifieerd aan de hand van het bijbehorende testblokje. Dat testblokje stelt een vaste waarde van spekdikte en dikte van de lendenspier voor. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de verificatie verricht, moeten kunnen worden afgedrukt. Als de testwaarden de toegestane afwijking van 1 mm spekdikte of 1 mm dikte van de lendenspier overschrijden, moet het slachthuis het indelingstoestel onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 25 juli 2008 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens.

Brussel, 25 juli 2008.

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^