Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 oktober 2015
gepubliceerd op 09 november 2015

Ministerieel besluit betreffende de inhoud en de modaliteiten inzake deelname aan en organisatie van de opleiding en het examen van de kandidaten voor de erkenning van EPB-verantwoordelijke

bron
waalse overheidsdienst
numac
2015205063
pub.
09/11/2015
prom.
26/10/2015
ELI
eli/besluit/2015/10/26/2015205063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2015. - Ministerieel besluit betreffende de inhoud en de modaliteiten inzake deelname aan en organisatie van de opleiding en het examen van de kandidaten voor de erkenning van EPB-verantwoordelijke


De Minister van Energie, Gelet op het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen, artikel 40, § 1, eerste lid, 2°, en artikel 69, § 2, eerste lid, 3°;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/05/2014 pub. 30/07/2014 numac 2014027210 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen sluiten tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen, artikelen 56, 58, § 3, en 90, § 3;

Gelet op het rapport van 6 oktober 2015 opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies nr. 58.178/4 van de Raad van State, gegeven op 5 oktober 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet: het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen;2° besluit : het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/05/2014 pub. 30/07/2014 numac 2014027210 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen sluiten tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen;3° administratie : de Waalse Overheidsdienst, Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie, Departement Energie en Duurzaam Gebouw, directie Duurzaam Gebouw;4° centrum : het opleidingscentrum voor EPB-verantwoordelijken erkend overeenkomstig de voorwaarden van dit besluit;5° kandidaat : natuurlijke persoon die een aanvraag tot erkenning als EPB-verantwoordelijke heeft ingediend overeenkomstig de bepalingen van het besluit;6° software : de software bedoeld in artikel 20, § 4, van het decreet;7° opleiding : de opleiding bedoeld in artikel 56 van het besluit;8° examen : het examen bedoeld in de artikelen 58, § 1, en 90, § 3, van het besluit;9° opleider : het lid van het gekwalificeerde onderwijzend personeel dat de voorwaarden van artikel 74 of artikel 91 van het besluit vervult.

Art. 3.§ 1. De administratie stelt de volgende hulpmiddelen ter beschikking van het centrum : 1° de lijst van de kandidaten voor het examen die de voorwaarden van artikel 69, § 2, van het decreet of van artikel 90, § 2,van het besluit vervullen;2° de lijst van de kandidaten voor de opleiding en het examen die de voorwaarden van artikel 40, § 1, van het decreet vervullen;3° de pedagogische dragers voor de opleiding, met minimum de volgende elementen : a) de bijgewerkte versie van de software;d) de pedagogische inhoud van de opleiding vastgelegd op dia's of op elke andere drager;4° de administratieve dragers betreffende de organisatie van de opleiding en het examen, bevattende minstens : a) de vragenlijsten voor de schriftelijke proef, vergezeld van de oplossingen en de beoordelingsmethode;b) de vragenlijsten en informaticabestanden voor de praktische proef, vergezeld van de oplossingen en de beoordelingsmethode. De hulpmiddelen kunnen ter beschikking van het centrum gesteld worden langs de elektronische weg. § 2. De administratie maakt de inschrijvingsmodaliteiten voor de opleiding en het examen alsook de door het centrum geplande data van de zittingen op haar internetsite bekend.

Art. 4.§ 1. Het centrum : 1° laat slechts de kandidaten die op de door de administratie ter beschikking gestelde lijst opgenomen zijn toe op de opleiding en het examen en gebruikt de kandidatenlijst enkel voor de opleiding en het examen;2° bevestigt de inschrijving van de kandidaten en geeft hen kennis van de plaatsen, de data en de praktische modaliteiten van de opleiding en van het examen;3° gebruikt, uitsluitend, elk van de door de administratie ter beschikking gestelde pedagogische en administratieve dragers voor de opleiding;4° wijzigt de inhoud van de opleidingsdragers niet en gebruikt andere dragers enkel en alleen met de voorafgaande schriftelijke toestemming van de administratie;5° stelt de opleidingsdragers ter beschikking van elke kandidaat, met inbegrip van een syllabus waarin de pedagogische inhoud opgenomen is;6° stelt de lokalen en het informaticamateriaal die nodig zijn voor het goede verloop van de opleiding en het examen ter beschikking van elke kandidaat die voor de opleiding ingeschreven is;7° maakt het in artikel 72, § 1, tweede lid, van het besluit bedoelde rapport betreffende de opleidings- of examenzitting aan de administratie over op papieren drager en langs de elektronische weg. Het rapport wordt opgemaakt overeenkomstig het door de administratie ter beschikking gestelde model; 8° geeft de administratie onmiddellijk kennis van elke wijziging die een weerslag kan hebben op de erkenning van een opleidingscentrum voor EPB-verantwoordelijken;9° doet uitsluitend een beroep op de opleiders die in de erkenningsaanvraag opgegeven worden als opleidingscentrum om de opleiding en het examen te geven, behoudens voorafgaande toestemming aangevraagd via het door de administratie ter beschikking gestelde formulier. § 2. De dragers voor de opleiding zijn uitsluitend voor de opleiding van de kandidaten bestemd.

Ze worden in geen enkele vorm verspreid, noch gedeeltelijk noch integraal, buiten het kader van de opleiding, behalve voorafgaand schriftelijk akkoord van de administratie.

De dragers voor de opleiding behoren uitsluitend toe aan de administratie.

Art. 5.In geval van buitengewone omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de kandidaat, wordt afwezigheid op een opleidingsdag of op een proef door het centrum geduld voor zover de kandidaat een bewijsstuk voor zijn afwezigheid overlegt. Dat document wordt door het centrum bewaard en een afschrift wordt bij het zittings- en examenverslag gevoegd.

In geval van gewettigde afwezigheid op een proef ondergaat de kandidaat de proef op een nieuwe examenzitting die in hetzelfde centrum georganiseerd wordt.

Art. 6.§ 1. Het examen bestaat in chronologische volgorde uit een theoretische en een praktische proef.

De theoretische proef bestaat uit twee multiple-choice vragenlijsten die door de administratie ter beschikking gesteld worden. De eerste vragenlijst moet "met gesloten boek" ingevuld worden en de tweede "met open boek".

De praktische proef dient om het bewijs te leveren van de bekwaamheid om gebruik te maken van de software en van de berekeningmethode EPB. De kandidaat vult met behulp van een uiteenzetting de codering aan van de gegevens van een project in de software, in elektronisch formaat.

De kandidaat levert het bewijs van de theoretische kennis in rechtstreeks of onrechtsreeks verband met die codering. § 2. Een opleider of een personeelslid van het centrum ziet toe op de proeven van het examen. § 3. Het centrum of de opleider verbetert de theoretische proef van het examen. De opleider verbetert de praktische proef. § 4. Als de kandidaat niet slaagt voor het examen, schrijft hij zich in voor een latere opleidings- en examenzitting.

In afwijking van het eerste lid, schrijven de kandidaten bedoeld in artikel 69, § 2, van het decreet en in artikel 90, § 2, van het besluit zich in voor een latere examenzitting als ze niet slagen voor het examen. § 5. De administratie kan de opleiding alsook het examen bijwonen.

Art. 7.De kandidaat die een proef niet aflegt of die een opleidingsdag mist zonder wettiging van zijn afwezigheid overeenkomstig artikel 5, wordt uit de kandidatenpromotie uitgesloten.

Om de erkenning te verkrijgen schrijft de kandidaat zich in voor een latere opleidings- en examenzitting.

In afwijking van het tweede lid, schrijven de kandidaten bedoeld in artikel 69, § 2, van het decreet en in artikel 90, § 2, van het besluit zich in voor een latere examenzitting.

Art. 8.Het centrum beheert de geschillen m.b.t. de behaalde examenuitslagen.

De verantwoordelijke van het centrum beheert de beroepen die kandidaten jegens een opleider indienen en geeft de administratie kennis van de gevolgen die aan het beroep gegeven worden.

Een geschil dat tussen het centrum en de kandidaat omtrent een opleider aanhoudt, wordt op de agenda van een opvolgingscomité geplaatst.

Art. 9.Een opvolgingscomité dat het centrum en de administratie bijeenbrengt kan gehouden worden, ondermeer om de slechte werking van de opleiding en van de desbetreffende organisatie te analyseren en te verhelpen, om de aanpassingen van de pedagogische inhoud van de opleiding te evalueren, om advies over de kwaliteit van de opleiding en de opleiders te geven.

Het opvolgingscomité bestaat uit één of meer vertegenwoordigers van de administratie, uit één of twee vertegenwoordigers van het centrum en uit elk ander gecoöpteerd lid.

Het centrum neemt het secretariaat van het opvolgingscomité waar.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Namen, 26 oktober 2015.

P. FURLAN

^