Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 27 februari 2014
gepubliceerd op 17 april 2014

Ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 8, 11, 40, 43 en 73, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, wat betreft de kwalificatiebewijzen en attesten

bron
vlaamse overheid
numac
2014201948
pub.
17/04/2014
prom.
27/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/27/2014201948/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


27 FEBRUARI 2014. - Ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 8, 11, 40, 43 en 73, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, wat betreft de kwalificatiebewijzen en attesten


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 6, § 5;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/11/2013 pub. 13/01/2014 numac 2013036187 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters sluiten houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters, artikel 8, 11, 40, 43 en 73;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 juni 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 12/06/2001 pub. 27/07/2001 numac 2001035797 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen type ministerieel besluit prom. 12/06/2001 pub. 23/08/2001 numac 2001035937 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang sluiten houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 mei 2008Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/05/2008 pub. 09/06/2008 numac 2008022320 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 juli 1989 tot uitvoering van artikel 37, § 11, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type ministerieel besluit prom. 28/05/2008 pub. 03/06/2008 numac 2008003197 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 3 jaar - 4 juni 2008-2011, de Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2008-2013 en de Staatsbon op 8 jaar - 4 juni 2008-2016 type ministerieel besluit prom. 28/05/2008 pub. 06/06/2008 numac 2008031268 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van formulier te gebruiken voor de indiening van de aanvraag van het statuut van beschermde afnemer bedoeld in artikel 6, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende de voorwaarden waaraan onthaalouders moeten voldoen om aangesloten te worden en te blijven bij een dienst voor onthaalouders en houdende de voorwaarden voor samenwerking tussen onthaalouders;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 februari 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/02/2009 pub. 20/03/2009 numac 2009007054 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 februari 2007 houdende benoeming van de leden van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging sluiten betreffende het attest van een basisopleiding levensreddend handelen bij kinderen voor onthaalouders en personeel in kinderopvangvoorzieningen;

Gelet op het ministerieel besluit van 24 april 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen;

Gelet op het ministerieel besluit van 24 april 2009 houdende vaststelling van de wijze waarop zelfstandige onthaalouders en verantwoordelijken van zelfstandige opvangvoorzieningen de kennis van het Nederlands kunnen bewijzen;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 2010Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/03/2010 pub. 10/12/2010 numac 2010205367 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Ministerieel besluit houdende benoeming van de werkende en plaatsvervangende leden van de raad voor volwassenenvorming type ministerieel besluit prom. 03/03/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010031136 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag van de kilometervergoeding dat de kosten dekt die voortvloeien uit het gebruik van een eigen voertuig door een personeelslid van het ministerie of een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 februari 2014;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de in het besluit opgenomen instanties en de sector dringend op de hoogte moeten gebracht worden om te weten welke attesten en kwalificatiebewijzen in het kader van de vergunningsvoorwaarden in aanmerking komen, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten: het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters. HOOFDSTUK 2. - Startvoorwaarden Afdeling 1. - Attest van kennis van organisatorisch beheer

voor organisatoren met meer dan 18 kinderopvangplaatsen

Art. 2.Het attest over de kennis om een kinderopvanglocatie organisatorisch te beheren, vermeld in artikel 8 van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, toont aan dat de houder ervan de volgende leerinhouden die specifiek gericht zijn op kinderopvang, gevolgd heeft voor het volgende aantal uren, hetzij lesuren, hetzij uren dat de cursist geacht wordt aan de studie te spenderen : 1° de principes en de opmaak van een ondernemingsplan met de essentiële onderdelen ervan zoals aangegeven in het startkompas van Agentschap Ondernemen, voor minstens 16 uur;2° de basisprincipes voor het voeren van een boekhouding, van fiscaliteit en van steun- en financieringsmaatregelen, de principes van kasplanning en de toepassing ervan in het kasboek, voor minstens 12 uur;3° de basiskennis van de verschillende ondernemingsvormen, voor minstens 4 uur;4° de basiskennis van de verschillende statuten en van het arbeidsrecht, voor minstens 4 uur;5° de kennis van de verschillende prijssettings, voor minstens 4 uur. Het attest, vermeld in het eerste lid, wordt afgeleverd door een instantie die voldoet aan de volgende criteria : 1° duurzaam zijn;2° opleiders hebben met voldoende kennis en ervaring;3° toegankelijk zijn zodat een opleiding gecombineerd kan worden met werk;4° geografisch voldoende verspreid zijn;5° betaalbaar zijn;6° een beleid realiseren rond het erkennen van verworven competenties;7° minstens een interne controle-instantie hebben. De instantie die voldoet aan de criteria, vermeld in het tweede lid, en die een attest kan afleveren met de leerinhouden, vermeld in het eerste lid, is SYNTRA Vlaanderen. Andere instanties die in aanmerking willen komen, doen daarvoor een elektronische, gemotiveerde aanvraag bij Kind en Gezin. Als de aanvraag voldoet aan de criteria, doet Kind en Gezin aan de minister een voorstel tot wijziging van dit besluit. Afdeling 2. - Attest over de module "kennismaken met de gezinsopvang"

Art. 3.Het attest over het volgen van de module "kennismaken met de gezinsopvang", vermeld in artikel 11 van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, toont aan dat de houder ervan de volgende leerinhouden gevolgd heeft : 1° de specifieke aspecten van de gezinsopvang : de impact op de gezinssituatie, het financiële aspect, de organisatie en de taken van een kinderbegeleider, de competenties;2° de belastende en faciliterende factoren voor de job van kinderbegeleider gezinsopvang. Het attest, vermeld in het eerste lid, wordt afgeleverd door een instantie die voldoet aan de volgende criteria : 1° de criteria, vermeld in artikel 2, tweede lid, 1° tot en met 6°;2° opgevolgd worden door externe controle van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming. De instantie die voldoet aan de criteria, vermeld in het tweede lid, en die een attest kan afleveren met de leerinhouden, vermeld in het eerste lid, is een centrum voor volwassenenonderwijs met onderwijsbevoegdheid voor de opleiding Begeleider in de Kinderopvang of voor de opleiding Begeleider in de Buitenschoolse Opvang. Dat centrum levert het attest, vermeld in het eerste lid, af als supplement bij het deelcertificaat van de module "Zorg in de kinderopvang 1". Het attest vermeldt de duur van de module, namelijk twintig lestijden. Andere instanties die in aanmerking willen komen, doen daarvoor een elektronische, gemotiveerde aanvraag bij Kind en Gezin. Als de aanvraag voldoet aan de criteria, doet Kind en Gezin een voorstel aan de minister tot wijziging van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Werkingsvoorwaarden Afdeling 1. - Documenten over de verantwoordelijke

Onderafdeling 1. - Attest van kennis van het Nederlands

Art. 4.De volgende certificaten, bewijzen en diploma's worden beschouwd als een attest van actieve kennis van het Nederlands als vermeld in artikel 40, § 1, eerste lid, 4°, en § 2, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013 : 1° een certificaat Nederlands als Vreemde Taal van de Nederlandse Taalunie;2° een bewijs van de Huizen van het Nederlands;3° een certificaat van Selor;4° een certificaat of een deelcertificaat van een instantie die erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, en waarop het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming het toezicht uitoefent;5° een diploma van een instantie waarvan het Nederlands de onderwijstaal is, die erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming;6° een certificaat van een onderwijsinstantie die in die hoedanigheid erkend is in het land van herkomst en geaccrediteerd is als taalopleiding Nederlands. Onderafdeling 2. - Attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen

Art. 5.Het attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen, vermeld in artikel 40, § 1, eerste lid, 5°, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, toont aan dat de houder ervan een opleiding van minstens drie uur met de volgende leerinhouden gevolgd heeft : 1° een theoretisch deel, waarbij minstens de typische gevaren voor baby's en peuters, de basisprincipes van de eerste hulp, het stappenplan van reanimatie volgens de geldende richtlijnen van de European Resuscitation Councel en het bewustzijn, de ademhaling en de bloedcirculatie van baby's en peuters aan bod komen;2° een praktisch deel, waarbij ruim de tijd gegeven wordt om te oefenen en waarbij minstens het inoefenen van reanimatie van baby's en peuters op baby en peuter reanimatiepoppen, de handelingen bij verslikken en stikken, en de veiligheidshouding aan bod komen. Het attest, vermeld in het eerste lid, wordt afgeleverd door een instantie die ervoor zorgt dat de opleiding wordt gegeven door een persoon die : 1° een van de volgende diploma's of brevet heeft : a) een masterdiploma of een diploma van het universitair onderwijs Geneeskunde;b) een bachelordiploma of een diploma hoger onderwijs van één cyclus Verpleegkunde, of een diploma van gegradueerde in de verpleegkunde of een diploma van het derde jaar van de vierde graad van de studierichting Verpleegkunde;c) een geldig brevet Hulpverlener-Ambulancier.De hulpverlener-ambulancier is bovendien drager van een onderscheidingsteken, uitgereikt door de FOD Volksgezondheid, en heeft drie jaar ervaring in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening; d) een diploma dat, ten opzichte van de diploma's, vermeld in punt a) en b), als gelijkwaardig erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, NARIC-Vlaanderen;2° theoretische en praktische kennis van levensreddend handelen bij kinderen heeft volgens de actueel geldende richtlijnen van de European Resuscitation Council;3° ervaring in het aanleren van levensreddend handelen heeft volgens de actueel geldende richtlijnen van de European Resuscitation Council. De instanties die voldoen aan de criteria, vermeld in het tweede lid, en die een attest kunnen afleveren met de leerinhouden, vermeld in het eerste lid, doen daarvoor bij Kind en Gezin een elektronische verklaring op erewoord dat aan de voorwaarden voldaan is. Kind en Gezin maakt die instanties bekend op de website van Kind en Gezin.

Onderafdeling 3. Kwalificatiebewijs

Art. 6.Het kwalificatiebewijs, vermeld in artikel 40, § 1, eerste lid, 6°, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, meer bepaald een kwalificatiebewijs voor een verantwoordelijke voor maximaal achttien kinderopvangplaatsen, is een van de volgende kwalificatiebewijzen : 1° een diploma van het secundair onderwijs, uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs, dat betrekking heeft op een examenprogramma van de studierichting Personenzorg, specialisatiejaar, en de onderliggende studierichting Kinderverzorging van het voltijds secundair onderwijs;2° van het secundair volwassenenonderwijs : a) een certificaat kinderzorg, begeleider in de kinderopvang of kinderzorg/begeleider kinderopvang;b) een certificaat jeugd- en gehandicaptenzorg;3° van het secundair beroepsonderwijs : a) een diploma van het derde jaar van de derde graad van de volgende studierichtingen : Kinderzorg, Begeleider in Kinderopvang of Kinderzorg/Begeleider in Kinderopvang;b) een studiegetuigschrift en een kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van de studierichting Kinderverzorging;c) een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van de studierichting Kinderverzorging;d) een brevet van het zesde leerjaar van de studierichting Kinderverzorging;e) een diploma van het derde jaar van de vierde graad van de studierichting Verpleegkunde;f) een diploma van het onderwijs van het derde jaar van de derde graad van een naamloos jaar, als bij het diploma een door de verificateur van het Ministerie van Onderwijs en Vorming voor waar en echt verklaard attest is gevoegd waarop vermeld is dat het leerplan kinderzorg volledig is gevolgd;4° van het secundair technisch onderwijs : a) een diploma van het tweede jaar van de derde graad van de volgende richtingen : Sociale en Technische Wetenschappen, Jeugd- en Gehandicaptenzorg, Bijzondere Jeugdzorg, Gezondheids- en Welzijnswetenschappen, Verpleegaspirant;b) een diploma van het secundair-na-secundair Internaatswerking of Leefgroepenwerking;c) een diploma van het derde jaar van de derde graad van de richtingen Internaatswerking of Leefgroepenwerking;5° van het deeltijds beroepssecundair onderwijs : een certificaat van de opleiding Begeleider in de Kinderopvang van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, uitgereikt vanaf september 2011;6° van het hoger beroepsonderwijs : a) een attest dat bevestigt dat ofwel minstens twee derde van de modules van de graduaatsopleiding Orthopedagogie, inclusief vrijstellingen, met vrucht zijn voltooid, ofwel het eerste en het tweede studiejaar van de graduaatsopleiding Orthopedagogie, met vrucht zijn voltooid;b) een diploma van gegradueerde in de verpleegkunde;c) een diploma van gegradueerde van het studiegebied Sociaal-Agogisch Werk van de volgende studierichtingen : Assistent in de Psychologie, Maatschappelijk Werk, Orthopedagogie, Personeelswerk, Sociaal-Cultureel Werk, Syndicaal Werk;7° van een bachelor of van het hoger onderwijs van één cyclus : a) een diploma van een van de volgende studierichtingen uit de studiegebieden Onderwijs, Sociaal-Agogisch Werk en Gezondheidszorg : Pedagogie van het Jonge Kind, Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs, Secundair Onderwijs, Gezinswetenschappen, Maatschappelijke Veiligheid, Orthopedagogie, Sociaal Werk, Sociale Readaptatiewetenschappen, Toegepaste Psychologie, Verpleegkunde;b) een attest dat bevestigt dat voor minstens 120 studiepunten een creditbewijs behaald is, inclusief vrijstellingen, of dat het eerste en tweede studiejaar, inclusief vrijstellingen, met vrucht is voltooid, van een van de studierichtingen, vermeld in punt a);c) een diploma van een studierichting van het studiegebied Psychologie en Pedagogische Wetenschappen;d) een attest dat bevestigt dat voor minstens 120 studiepunten een creditbewijs behaald is, inclusief vrijstellingen, of dat het eerste en tweede studiejaar, inclusief vrijstellingen, met vrucht is voltooid, van een studierichting van het studiegebied Psychologie en Pedagogische Wetenschappen;8° bepaalde kwalificatiebewijzen die behaald zijn tot een bepaalde einddatum, namelijk kwalificatiebewijzen : a) uitgereikt tot en met 31 augustus 2011 : een eindstudiebewijs van de postgraduaatopleiding 'Leidinggevende in Kinderopvang', georganiseerd door de Arteveldehogeschool van Gent;b) uitgereikt tot en met 1 oktober 2015 : een getuigschrift van de postgraduaatopleiding 'Verantwoordelijke in Kinderopvang', georganiseerd door de Karel de Grote-Hogeschool van Antwerpen;c) uitgereikt tot en met oktober 2016 : een ondernemersdiploma verantwoordelijke kinderopvang, uitgereikt door een SYNTRA-centrum, een eindstudiebewijs van de ondernemersopleiding Beheerder Particuliere Opvanginstelling, georganiseerd door het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen of een SYNTRA-centrum;d) uitgereikt in 1996 en 1997 : een diploma van het tweejarige opleidings- en tewerkstellingsproject voor migrantenvrouwen in de kinderopvang, georganiseerd door VBJK, Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge kinderen, in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Integratie van Migranten en Kind en Gezin;e) behaald vóór 1 september 2008 : een attest van de achtdaagse cursus verantwoordelijke van particuliere kinderdagverblijven, georganiseerd door het centrum voor volwassenenonderwijs, Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk in Kortrijk en een attest van de achtdaagse cursus dagopvang jonge kinderen, georganiseerd door het centrum voor volwassenenonderwijs Technicum Noord Antwerpen, afdeling VLOD in Antwerpen;9° een kwalificatiebewijs dat, ten opzichte van de kwalificatiebewijzen, vermeld in punt 1° tot en met 7°, als gelijkwaardig erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, NARIC-Vlaanderen.

Art. 7.Het kwalificatiebewijs, vermeld in artikel 40, § 1, eerste lid, 6°, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, meer bepaald een kwalificatiebewijs voor een verantwoordelijke voor meer dan achttien kinderopvangplaatsen, is een van de volgende kwalificatiebewijzen : 1° een bachelordiploma of diploma van het hoger onderwijs van één cyclus als vermeld in artikel 6, 7°, a) en c);2° een masterdiploma of diploma van het hoger onderwijs van meer dan één cyclus : een diploma van een afstudeerrichting die behoort tot het studiegebied Psychologie en Pedagogische Wetenschappen;3° postgraduaten, behaald tot een bepaalde einddatum als vermeld in artikel 6, 8°, a) en b);4° een kwalificatiebewijs dat, ten opzichte van de kwalificatiebewijzen, vermeld in punt 1° en 2°, als gelijkwaardig erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, NARIC-Vlaanderen.

Art. 8.De personen die vóór de datum van de inwerkingtreding van het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten tewerkgesteld zijn als verantwoordelijke in een kinderopvanglocatie die hetzij een erkenning, hetzij een toestemming, hetzij een attest van toezicht heeft van Kind en Gezin, kunnen afwijken van de kwalificatiebewijzen voor de verantwoordelijke voor maximaal achttien kinderopvangplaatsen, vermeld in artikel 6, en voor de verantwoordelijke voor meer dan achttien kinderopvangplaatsen, vermeld in artikel 7. Voor hen komen ook de volgende kwalificatiebewijzen in aanmerking : 1° een diploma of certificaat van het hoger beroepsonderwijs en van het hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, met uitzondering van de specifieke lerarenopleiding en het getuigschrift pedagogische bekwaamheid;2° een diploma van het hoger onderwijs met een of meer cycli, van een bachelor of van een master;3° een kwalificatiebewijs dat, ten opzichte van de kwalificatiebewijzen, vermeld in punt 1° en 2°, als gelijkwaardig erkend is door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, NARIC-Vlaanderen. Afdeling 2. - Documenten over de kinderbegeleider

Onderafdeling 1. - Attest van kennis van het Nederlands

Art. 9.De volgende attesten worden beschouwd als een attest van actieve kennis van het Nederlands als vermeld in artikel 43, § 2, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013 : 1° een attest als vermeld in artikel 4;2° een attest van een instantie die aantoont dat de houder negen jaar lager en secundair onderwijs heeft gevolgd, waarbij het Nederlands de onderwijstaal was. Onderafdeling 2. - Attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen

Art. 10.Het attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen, vermeld in artikel 43, § 1, eerste lid, 4°, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, is het attest, vermeld in artikel 5 van dit besluit.

Onderafdeling 3. - Kwalificatiebewijs en bewijs van kwalificerend traject

Art. 11.Het kwalificatiebewijs, vermeld in artikel 43, § 1, eerste lid, 5°, a), van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, is een van de kwalificatiebewijzen, vermeld in artikel 6.

Art. 12.De personen die vóór de datum van de inwerkingtreding van het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten tewerkgesteld zijn als verantwoordelijke of kinderbegeleider in een kinderopvanglocatie die hetzij een erkenning, hetzij een toestemming, hetzij een attest van toezicht heeft van Kind en Gezin, kunnen afwijken van de kwalificatiebewijzen, vermeld in artikel 11. Voor hen komen ook de kwalificatiebewijzen, vermeld in artikel 8, in aanmerking.

Art. 13.Het bewijs van een kwalificerend traject, vermeld in artikel 43, § 1, eerste lid, 5°, b), van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, is een inschrijvingsbewijs van maximaal drie jaar oud, voor een opleiding die leidt tot het behalen van een kwalificatiebewijs als vermeld in artikel 6. HOOFDSTUK 4. - Voorwaarde overgangsregeling en attest over de module "werken in de kinderopvang"

Art. 14.Het attest over het volgen van de module "werken in de kinderopvang", vermeld in artikel 73, tweede lid, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, toont aan dat de houder ervan de volgende leerinhouden gevolgd heeft : 1° professioneel opvoeden van kinderen : basisbehoeften van jonge kinderen, begeleidersstijl;2° samenwerken met gezinnen, het gezin als partner in de opvoeding;3° verzorgende aspecten : gezonde voeding, veiligheid, verzorging, levensreddend handelen. Het attest, vermeld in het eerste lid, wordt afgeleverd door een instantie die voldoet aan de criteria, vermeld in artikel 3, tweede lid.

De instantie die voldoet aan de criteria, vermeld in het tweede lid, en een attest kan afleveren met de leerinhouden, vermeld in het eerste lid, is een centrum voor volwassenenonderwijs met onderwijsbevoegdheid voor de opleiding Begeleider in de Kinderopvang of voor de opleiding Begeleider in de Buitenschoolse Opvang. Dat centrum levert het attest, vermeld in het eerste lid, af als supplement bij het deelcertificaat van de module "Zorg in de kinderopvang 1". Het deelcertificaat omvat ook de module "kennismaken met de gezinsopvang", vermeld in artikel 3.

Andere instanties die in aanmerking willen komen, doen daarvoor een elektronische, gemotiveerde aanvraag bij Kind en Gezin. Als de aanvraag voldoet aan de criteria, doet Kind en Gezin aan de minister een voorstel tot wijziging van dit besluit.

Art. 15.De personen die vóór de datum van de inwerkingtreding van het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten een attest "Kennismakingstraject Gezinsopvang" afgeleverd door VCOK, het VormingsCentrum Opvoeding & Kinderopvang vzw, hebben, kunnen afwijken van de attesten, vermeld in artikel 3 en 14. Voor hen komt het attest "Kennismakingstraject Gezinsopvang" afgeleverd door VCOK ook in aanmerking. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Opheffingsbepalingen

Art. 16.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het ministerieel besluit van 12 juni 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 12/06/2001 pub. 27/07/2001 numac 2001035797 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen type ministerieel besluit prom. 12/06/2001 pub. 23/08/2001 numac 2001035937 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang sluiten houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders;2° het ministerieel besluit van 28 mei 2008Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/05/2008 pub. 09/06/2008 numac 2008022320 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 juli 1989 tot uitvoering van artikel 37, § 11, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type ministerieel besluit prom. 28/05/2008 pub. 03/06/2008 numac 2008003197 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 3 jaar - 4 juni 2008-2011, de Staatsbon op 5 jaar - 4 juni 2008-2013 en de Staatsbon op 8 jaar - 4 juni 2008-2016 type ministerieel besluit prom. 28/05/2008 pub. 06/06/2008 numac 2008031268 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van formulier te gebruiken voor de indiening van de aanvraag van het statuut van beschermde afnemer bedoeld in artikel 6, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende de voorwaarden waaraan onthaalouders moeten voldoen om aangesloten te worden en te blijven bij een dienst voor onthaalouders en houdende de voorwaarden voor samenwerking tussen onthaalouders;3° het ministerieel besluit van 26 februari 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/02/2009 pub. 20/03/2009 numac 2009007054 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 februari 2007 houdende benoeming van de leden van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging sluiten betreffende het attest van een basisopleiding levensreddend handelen bij kinderen voor onthaalouders en personeel in kinderopvangvoorzieningen;4° het ministerieel besluit van 24 april 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 6 oktober 2010;5° het ministerieel besluit van 24 april 2009 houdende vaststelling van de wijze waarop zelfstandige onthaalouders en verantwoordelijken van zelfstandige opvangvoorzieningen de kennis van het Nederlands kunnen bewijzen;6° het ministerieel besluit van 3 maart 2010Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/03/2010 pub. 10/12/2010 numac 2010205367 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Ministerieel besluit houdende benoeming van de werkende en plaatsvervangende leden van de raad voor volwassenenvorming type ministerieel besluit prom. 03/03/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010031136 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag van de kilometervergoeding dat de kosten dekt die voortvloeien uit het gebruik van een eigen voertuig door een personeelslid van het ministerie of een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 januari 2011 en 5 december 2012. Afdeling 2. - Inwerkingtredingsbepaling

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014.

Brussel, 27 februari 2014 De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^