Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 27 maart 2015
gepubliceerd op 18 mei 2015

Ministerieel besluit betreffende de methodologie voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse in het kader van de toekenning van de milieuvergunning

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031266
pub.
18/05/2015
prom.
27/03/2015
ELI
eli/besluit/2015/03/27/2015031266/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 2015. - Ministerieel besluit betreffende de methodologie voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse in het kader van de toekenning van de milieuvergunning


De minister belast met Leefmilieu en Energie, Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 10, 2e lid;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/11/2013 pub. 09/12/2013 numac 2013031969 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële emissies sluiten inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële emissies, artikel 3, § 2, vierde lid;

Gelet op het advies 56.365/1 van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.De kosten-batenanalyse die wordt bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/11/2013 pub. 09/12/2013 numac 2013031969 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële emissies sluiten inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële emissies wordt opgesteld overeenkomstig de methodologie die in de bijlage bij dit besluit wordt beschreven.

Brussel, 27 maart 2015.

De Minister van Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT

Bijlage 1. De kosten-batenanalyse die wordt voorgeschreven door artikel 3 § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/11/2013 pub. 09/12/2013 numac 2013031969 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële emissies sluiten inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële emissies bestaat uit een financiële analyse van cashflows (kasstromen).2. De financiële indicatoren die moeten worden voorgesteld voor het aanvankelijk project alsook voor het alternatief/de alternatieven zijn: - de netto contante waarde (NCW) - het interne rendementspercentage (IRR); - de geactualiseerde terugverdientijd: geeft aan hoe lang het duurt voordat de voorziene kasstromen de oorspronkelijke investering rentabliseren. 3. Rekening houdend met de beschikbare subsidies, worden die financiële indicatoren berekend op basis van de volgende posten die jaar na jaar worden voorgesteld over een periode van 30 jaar: - de CAPEX, d.w.z. de kasstromen die verband houden met de investeringsuitgaven die inzonderheid rekening houden met de kostprijs van de engineering en de infrastructuur, de systemen, de opslageenheden, de eventuele belangrijke herstellingen, de eventuele kosten die verband houden met de bediening van een geheel van gebouwen of een deel van de stad door een verwarmingsnetwerk, de verbinding met het netwerk, de werkuren en de studie, de certificatiekosten, de eventuele financiële steunmaatregelen; - de OPEX, d.w.z. de kasstromen die verband houden met de exploitatiekosten zoals inzonderheid de onderhouds- en maintenancekosten, de brandstofkosten en de kosten voor de toevoer van warmte en elektriciteit; - de exploitatieopbrengsten, zoals de verkoop van elektriciteit of van brandstof, de vermeden kosten op de aankoop van elektriciteit of van brandstof (eigen verbruik), de steunmaatregelen voor de productie van energie zoals de groenestroomcertificaten. 4. Voor de projecten waarin verwarmingsnetwerken worden gepland zijn de volgende uitgaven uitgesloten: calorimeters bij de eindafnemer, platenwarmtewisselaars en eventueel het substation voor een groter gebouw.5. Bij de opbrengsten wordt rekening gehouden en eventueel een waarde toegekend aan de elektriciteit die niet meer moet worden gekocht omdat ze ter plaatse wordt geproduceerd.6. Elk van die CAPEX-, OPEX-, opbrengstenposten wordt gedetailleerd opgesplitst in een tabel waarin de bedragen exclusief btw worden weergeven.7. De aanvrager expliciteert ook op gedetailleerde wijze alle hypothesen waarvan hij gebruik maakt om zijn vergelijkende analyse uit te voeren.Die nota bevat ten minste de volgende elementen: a. alle technische elementen waarmee de bedragen die nodig zijn voor de analyse kunnen worden berekend zijn opgenomen, inzonderheid: i.primair, thermisch en elektrisch vermogen; ii. elektrisch, thermisch rendement; iii. aandeel eigen verbruik; iv. jaarlijks aantal werkingsuren bij volle belasting; v. netverliezen, distributieverliezen; vi. de geraamde economische levensduur van de verschillende uitrustingen; b. alle economische elementen waarmee de bedragen die nodig zijn voor de analyse kunnen worden berekend zijn opgenomen, inzonderheid: i.de inputkosten; ii. de waarde die verband houdt met de zelfverbruikte elektriciteit en warmte; iii. de restwaarde of de wederverkoopwaarde van de installatie in het geval dat de economische levensduur ervan de duur van deze kosten-batenanalyse zou overtreffen. 8. Bij de uitvoering van de kosten-batenanalyse en de vergelijkingen die eruit voortvloeien worden van rechtswege de onderstaande parameters opgenomen die als volgt zijn vastgesteld: - actualiseringspercentage: 7 %/jaar; - inflatie: + 2 %/jaar; - evolutie van de prijs van elektriciteit en gas bij aankoop: + 3,5 %/jaar - evolutie van de prijs van elektriciteit bij wederverkoop: + 2 %/jaar 9. Zowel voor het aanvankelijk project als voor het alternatief project steunen de resultaten van de financiële analyse op één enkele keuze van duidelijk voorgestelde parameters.10. De boekhoudkundige bepalingen en belastingvoordelen die verband houden met de afschrijving worden uitgesloten van deze op de kasstromen gebaseerde financiële analyse.11. De bestudeerde alternatieven houden rekening met de warmtebehoeften in een minimale straal van 1km in vogelvlucht rond de installatie.12. Alleen het project dat de beste resultaten (NCW, IRR, geactualiseerde terugverdientijd) van de vergelijking oplevert wordt uitgevoerd voor zover de NCW hoger is dan nul.13. In het geval dat de vergeleken projecten tegenstrijdige resultaten zouden weergeven naargelang van de in aanmerking genomen indicator (NCW of IRR) moet het project met de hoogste NCW worden uitgevoerd.14. Elke investeringsbeslissing die steunt op elementen die in strijd zijn met de bepalingen 12.of 13. hierboven moet uitdrukkelijk worden gemotiveerd en voldoende worden beargumenteerd in het kader van de procedure van de milieuvergunning. Alleen de bepalingen die zijn opgenomen in artikel 14.8 van de richtlijn 2012/27 kunnen een dergelijke investeringsbeslissing desgevallend rechtvaardigen.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 27 maart 2015 betreffende de methodologie voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse in het kader van de toekenning van de milieuvergunning, De Minister van Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT

^